Gedichten op vreemde plekken

Deel 52: Op een paal

.

Langs de zeesluizen van Delfzijl staat deze paal met een deel van het gedicht  ‘Eend’ van Tonnus Oosterhof.

.

Eend

Het water weegt het schip op zijn hand

verwittig de hemel, wij zijn van het land

de groene vlakte uit

de groene vlakte in

vlak boven zijn eigen schaduw

vliegt groen bruin de eend

alles wat hij snatert

meent de eend

Houd in de sluis je haken thuis

bruin in de lucht wit

groen

zichzelf vindt de meeuw

een vliegende vishaak

de meeuw wiegt op het licht

de grijze vlakte af

de grijze vlakte op

de sluis heeft zijn mond open gedaan

ver wittig de wolken wij komen er aan

wit in de lucht

de schaduw weegt de eend

grijs in de lucht

ver heen meeuw

.

Geplaatst op 18 juni 2012, in Gedichten op vreemde plekken en getagd als , , , , , , , , . Markeer de permalink als favoriet. 1 reactie.

  1. Wow, wat een mooi gedicht en een (eerlijk is eerlijk) nog mooiere ‘vormgeving’, dit is DICHT KUNST!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.