Maandelijks archief: augustus 2017

Huilen is gezond

Willem Wilmink

.

Het kan aan mij liggen maar ik heb het idee dat ik tegenwoordig mensen makkelijker hoor spreken over hun huilgedrag. Op de televisie, in kranten en magazines en in mijn persoonlijke omgeving, huilen is geen taboe (voor vrouwen noch mannen). Op zichzelf een gezond gegeven, huilen is een heel gezonde manier van omgaan met pijn, stress, verdriet en verlies. Willem Wilmink schreef in de bundel ‘Het beloofde land’ uit 2002 een mooi positief gedicht over huilen en hoe gezond dat is.

.

Huilen is gezond

.

Leg nu die krant maar even neer,
echt lezen doe je toch niet meer,
huil nou maar even.
Ja, tegen iemands lichaam aan
zou dat natuurlijk beter gaan,
maar huil nou even.

Dat jij de enige niet bent,
dat is een troost die je al kent,
dus huil maar even.
Een ander troosten voor verdriet
dat kan ook niet, dat kan ook niet,
maar huil toch even.

Altijd maar flink zijn is niet goed:
als je niet weet hoe ’t verder moet,
huil dan toch even.
Straks, met nog tranen langs je kin
denk je ineens: ik heb weer zin,
om door te leven.

.

Mijn honden en ik

Hugo Claus

.

Heel eerlijk gezegd is Hugo Claus voor mij een redelijk onbekende dichter. Ik heb wel wat gedichten van hem gelezen maar dat zijn er eigenlijk niet zoveel. In de vuistdikke bundel ‘Het grote dieren gedichten boek’ uit 2007 las ik echter een gedicht van hem waar ik aan bleef hangen.

De taal van Claus is bijna realistisch en fysiek en toen ik dit gedicht las herkende ik de stijl die ik mij herinnerde van de romans die ik van hem las. Oorspronkelijk verscheen dit gedicht in de bundel ‘Gedichten 1948 – 1993’.

.

                                                            Met dank aan Bijke.punt.nl

Selected poems 1923 – 1958

e.e. cummings

.

Zoals de regelmatige lezer van dit blog weet, ben ik een groot fan van de poëzie van E.E. Cummings. Ik weet nog hoe blij ik was toen ik de bundel ‘100 selected poems ‘ van hem kon kopen in Londen in een tweedehands boekenwinkeltje. Nu blijkt er ook al (blijkbaar) lange tijd een andere bundel van hem in mijn boekenkast te staan waarvan ik het bestaan vergeten was namelijk ‘Selected poems 1923 – 1958’ in een Penguin pocket reeks namelijk ‘The Penguin Poets’ uit 1960.

De selectie is door Cummings zelf gedaan uit elf gedichtenbundels (waarvan 10 uit een verzamelbundel ‘Poems 1923 – 1954′ en een elfde bundel getiteld ’95 Poems’ uit 1958.

Uit deze kleine maar o zo fijne bundel koos ik voor het gedicht zonder titel met als openingszin ‘love is more thicker than forget’.

.

love is more thicker than forget

more thinner than recall

more seldom than a wave is wet

more frequent than to fail

.

it is most mad and moonly

and less it shall unbe

than all the sea which only

is deeper than the sea

.

love is less always than to win

less never than alive

less bigger than the least begin

less littler than forgive

.

it is most sane and sunly

and more it cannot die

than all the sky which only

is higher than the sky

.

Dochter

Tomas Lieske

.

De tijd lijkt aangebroken dat nu ook mijn jongste dochter het huis gaat verlaten. Hoewel ze nog geen kamer heeft in de stad waar ze gaat studeren denk ik dat het een kwestie van tijd is voor ook zij het ouderlijk huis gaat verlaten. Rutger Kopland heeft een prachtig gedicht geschreven over zijn dochters en hun vertrek  getiteld ‘Vertrek van dochters’ dat je op deze blog kunt lezen (19 maart 2011) en ook ik heb een gedicht geschreven over mijn dochter afzonderlijk, alleen waren ze toen nog een stuk jonger (een voorbeeld staat op 21 april 2008).

Maar waarom schrijf ik dit? Ik schrijf dit omdat ik een gedicht van Tomas Lieske las over, naar ik vermoed, zijn dochter met als titel ‘Dochter’. Ik herken ook in dit gedicht veel dingen. Uit de bundel ‘Hoe je geliefde te herkennen’ uit 2006 daarom dit gedicht.

.

Dochter

.

Je voeten hebben mijn druiven geplet, je handen
mijn deeg gekneed tot ik geen adem meer kon halen.

Je hebt brood van mij gebakken, dat ik in de ochtend rook
maar dat snel verdroogde. Jij hebt mij leeggeschonken.

Je hebt je sigaretten in mijn mond gedoofd, je gesprekken
op mijn huid geschreven, je glimlach mijn oogbol in geperst.

Je hebt mij uitgekleed en je hebt je in mij
neergelegd, je koude voeten hebben mijn ingewand

kapot getrappeld. je hebt mijn duim in je mond genomen,
je hebt mijn botten afgekloven. Wat rest:

de vrede waarin je sliep, die ik gestolen heb;
de filmrol van je kindertijd, die ik gestolen heb.

.

 

Staande tapijten

Annemarie Estor

.

Annemarie Estor (1973) is een Nederlandstalig dichter en essayist. Ze groeide op in Limburg en studeerde daar Cultuur- en Wetenschapsstudies aan de Universiteit Maastricht.  Tussen 2006 en 2009 was ze wijkdichter van Zurenborg (Antwerpen). Zij was poet in residence bij het Nederlands Instituut voor Hersenwetenschap te Amsterdam (onder auspiciën van Dick Swaab) en bij het Labo voor Theoretische Neurobiologie (Universiteit Antwerpen) onder begeleiding van Erik De Schutter. Ze woont en werkt afwisselend in Antwerpen (België) en Aragon (Spanje).

In 2011 kreeg zij de Herman de Coninckprijs voor het beste debuut ‘Vuurdoorn me’  en in 2013 diezelfde prijs voor de beste dichtbundel ‘De oksels van de bok’. In 2015 werd ze genomineerd voor de Pernathprijs. Estor vertaalt ook incidenteel hedendaagse poëzie van het Arabisch naar het Nederlands. Uit haar bundel ‘Vuurdoorn me’ uit 2010 het gedicht ‘Staande tapijten’.

.

Staande tapijten

.

Als je met je nagels op mijn billen schrijft

verschijnen op de doodgestaarde muur

tussen de palen van het hemelbed,

staande tapijten met uitzinnige partijen

en patronen: ontworpen voor stelsels

waar mensen door vluchten naar andere plaatsen,

tekens achterlatend voor wie hier niet leven kan.

.

Als je met je vingers rozenkruizen krieuwelt

over mijn gebladerte, camelia,

dan wellen geuren op

uit gebergten van hoofdkussens,

doordrenkt met rotte perzikken,

ajuin uit bergen waar de waarheid schuilt,

zwarte pruimen uit monden van mannen.

.

                                                                                                                                                                                 Foto:  Knack, Charlie De Keersmaecker

 

 

 

Singing poetry

Vachel Lindsay

.

Het leuke van dit blog dagelijks schrijven en delen is dat ik steeds vaker tips en reacties krijg op de stukken die ik hier plaats. Waarvoor dank! Naar aanleiding van het stuk over de Bertsolari van afgelopen donderdag reageerde Akim AJ Willems. Hij schreef dat Vachel Lindsay al enkele decennia eerder een slam-poet-avant-la-lettre was. Dat hoef je maar één keer tegen me te zeggen natuurlijk want dan ben ik meteen nieuwsgierig naar wie die Vachel Lindsay dan wel was.

Nicholas Vachel Lindsay (1879 – 1931) was een Amerikaans dichter die wel gezien wordt als de oprichter of bedenker van de ‘Singing poetry’ waarbij gedichten worden gezongen of gescandeerd. In die zin kun je hem beschouwen als een voorloper van de slam poëzie en/of spoken word. Hoewel zijn ouders wilde dat hij dokter zou worden dacht Lindsay daar anders over. Hij studeerde Pen & Ink aan de New York School of Art. In New York groeide zijn liefde voor poëzie. Hij probeerde zijn gedichten, die hij zelf stencilde, op straat aan de man te brengen. Daar begon hij ook met een soort ruilhandel: Een gedicht voor een stuk brood.

Tussen 1906 en 1908 reisde hij tussen Florida en Kentucky en van New York tot Ohio en voorzag hij in zijn levensbehoefte door het ruilen van gedichten tegen voedsel en onderdak. In die zin leefde hij als een moderne troubadour. In 1912 reisde hij opnieuw, nu van Illinois tot New Mexico. Tijdens deze reis schreef hij zijn meest bekende werk ‘The Congo’. Toen hij was teruggekeerd werden zijn gedichten voor het eerst gepubliceerd in Poetry magazine en werd hij al snel heel bekend als dichter.

Zijn bekendste gedicht, “The Congo”, illustreert zijn revolutionaire idee over de esthetiek van geluid ter wille van het geluid. Het imiteert het stampen van de trommels in de ritmes en in onomatopoeïsche onzinwoorden. Bij sommige delen van het gedicht gebruikt Lindsay conventionele woorden  deze verbeelden het chanten van de inheemse bevolking van Congo, die uitsluitend en alleen op geluid vertrouwen.

In 1931 leefde Lindsay een berooid leven en was hij ziek door het intensieve reizen om geld voor zijn familie te verdienen. In dat jaar pleegde hij zelfmoord door het drinken van een fles Lysol schoonmaakmiddel. Zijn laatste woorden waren: They tried to get me; I got them first!

De volledige tekst van het gedicht ‘The Congo’ kun je hier lezen: http://xroads.virginia.edu/~hyper/lindsay/lindsay.html#congo

Hier hoor je het gedicht zoals ‘gezongen’ door Vachel Lindsay zelf.

.

Gedicht op het raam van Leeszaal West

Gino van Weenen

.

Gino van Weenen (1986) is performer, schrijver, dichter en creatief ondernemer. In de eerste papieren dichtbundel die ik uitgaf met MUG Books ‘Wij dragen Rotterdam’ uit 2014 stonden al een aantal gedichten van Gino.  Hij werkt voor o.a.  Bibliotheek Aanzet, Poetry Circle Nowhere en hij was vice voorzitter van Jong RRKC, een adviesraad voor Rotterdam arts & culture. Gino publiceert zijn werk op verschillende blogs als Rotterdam, I Love You en Vers Beton.  Ook schrijft hij journalistieke stukken en columns.

Voor de Leeszaal West in Rotterdam schreef hij het gedicht ‘Binnenweg’ op een raam waarmee zijn werk voor alle bezoekers en passanten te lezen is. Mewer over Gino vind je hier https://ginovanweenen.com

.

Binnenweg

.

Binnen in de tram ontrolt er
een verhaal van het centrum naar west.
Dit is de legende van een straat
die oude ambachten doet herleven
en ongezien verandert.
Het gaat hier van volle naar lege glazen
het stroomt van de Westersingel over
en kronkelt het naar de havens.
Op lome dagen slentert de wereld langs
etalages en kiosken.
Snijdt men lokken van mannen
draait men dreads.
Eet je de wereld van keuken naar keuken
met elke hap dichter bij de zon.
Je proeft de tuin uit Turkije, Italië,
India of gewoon uit de buurt.
Dwarsstraten strepen langszij en geven voeding
aan de ijzeren aders van de tram.
Koffiekoppen klinken als het lepeltje er in roert,
zoals de naald schraapt over de plaat.
Ik hang lampen op en licht daarmee mijn planten uit,
gestekt en gezaaid. Het is verre van Rotterdam.
In de boeken bestaat er een Binnenweg.
.

Oervader van de Slampoëzie

Bertsolari

.

Van Paul Van Cappellen kreeg ik een tip over Fernando Aire Etxart of Xalbador (1920 – 1976). Deze Xalbador is één van de beroemdste Bertsolari van Baskenland. Een Bertsolari is vernoemd naar de Bertso.

De bertso of bertsu is een geïmproviseerd lied of rijmend vers dat wordt gezongen of gedeclameerd door de zogenaamde bertsolari. Deze  kunst dateert uit de 18e  eeuw. Hoewel ook aanwezig en in andere regio’s, wordt deze vorm van poëzie vooral in het Baskenland beoefend.

De bertsolari vormt zijn prestatie (individueel of in een duo) als een soort collectief proces samen met het publiek. Deze vorm van improvisatie is een behendigheidsspel waarin  herinneringen worden gecombineerd met de reacties van het publiek. Een soort verbaal steekspel. In die zin zou je het als een voorloper kunnen zien van de poetry slam

Xalbador was , zoals gezegd een van de beste en beroemdste. In de jaren 60 stond hij 3 keer in de top 3  van het kampioenschap van Donostia (San Sebastian) en in de jaren 70 won hij verschillende prijzen zoals de Prijs Xempelar (4 keer) en Prijs Txirristaka (3 keer). Naar aanleiding van zijn dood schreef De auteur en songwriter Xabier Lete in 1978 het gedicht/lied ‘Xalbadorren heriotzean’ (Na de dood van Xalbador), een van de bekendste gedichten/liederen van Baskenland.

.

Na de dood van Xalbador

Er was een  diepe en gevoelige vriend
veranderd door de vleugels van de poëzie
door de wormen voortgekomen uit een diep gevoel van binnen.

Een zanger die plaatsen bereisde, rillend van eenzaamheid
die geleerd had op een harde manier, woorden bescheiden te weven,
uit de onvergankelijke waarheid van zijn innerlijk.

(Refrein)
Waar ben je, waar zijn je weilanden
herder van Urepel  ?
jullie die zijn gevlucht
naar de zijkanten van de berg,
en in herinnering in het geheugen blijven. (Herhaling)

U schreef het lied van het afbreken van barrières
ernstig op zoek
naar vrijheid,  voorbij de banden en de beperkingen van het lichaam.

het transformeren van je laatste adem in de diepere,
hevige kreet van ondoorgrondelijke waarheden

die nooit kan worden uitgedrukt.

Waar ben je …

.

(zeer vrije vertaling van mijzelf)

.

Xalbadorren heriotzean

Adiskide slaat bazen Orotan Bihotz bera,
Poesiaren hegoek
Sentimentuzko bertsoek antzaldatzen zutena.

Plazetako Kantari bakardadez Josia,
Hitzen lihoa iruten
Bere barnean irauten oiñazez IKASIA, IKASIA.

(Errepika)
Nun Hago, zer larretan
Urepeleko artzaina,
Mendi hegaletan gora
Oroitzapen den gerora
Ihesetan joan hintzana. (Bis)

Hesia urraturik libratu huen kanta
Lotura guztietatik
Gorputzaren mugetatik aske senditu nahirik.

Azken hatsa huela bertsorik sakonena.
Iñoiz esan ezin Diren
Estalitako egien oihurik bortitzena, bortitzena.

Nun Hago …

.

                                                                                                                                     Foto: Juan San Martin

Sound of silence

Simon & Garfunkel

.

Of je er van houdt of niet, het nummer ‘Sound of Silence’ is niet alleen een heel beroemd en bekend nummer maar het heeft ook een tekst met grote poëtische waarde. Op de website http://straypoetry.com/100-poetic-songs/. staan 100 liedteksten beschreven die volgens de schrijver van deze website Ezra Hilyer ‘poëtisch van aard zijn en uit zijn eigen verzameling komen’. Een mooi subjectief gegeven (want over smaak valt altijd te twisten) maar neem eens een kijkje en je zult zien dat Ezra weet waarover hij praat en schrijft.

The sound of silence dus. In zijn commentaar geeft hij het volle aantal ‘punten’ (10 uit 10)  voor dit lied aan het aspect ‘Lyrical poetry’, ongeveer een 6 voor ‘Emotional resonance’en ongeveer een 4 voor ‘Instrumental beauty’.  Als je, zoals ik, vooral over geschreven en uitgesproken poëzie schrijft dan zijn de laatste twee voor mij duidelijk van minder belang dan de eerste. Als je daarop 100% scoort moet de tekst dus wel heel poëtisch zijn. En dat is ze dus ook.

The sound of silence werd  in september 1965 als single werd uitgegeven door Columbia Records. In 1966 bereikte het de nummer 10 positie in de top 40. Art Garfunkel vatte de betekenis van het nummer ooit samen als “The inability of people to communicate with each other, not particularly internationally but especially emotionally”. Ik zou zeggen, oordeel zelf.

.

Sound of Silence

.

Hello darkness, my old friend
I’ve come to talk with you again
Because a vision softly creeping
Left its seeds while I was sleeping
And the vision that was planted in my brain
Still remains
Within the sound of silence

In restless dreams I walked alone
Narrow streets of cobblestone
‘Neath the halo of a street lamp
I turned my collar to the cold and damp
When my eyes were stabbed by the flash of a neon light
That split the night
And touched the sound of silence

And in the naked light I saw
Ten thousand people, maybe more
People talking without speaking
People hearing without listening
People writing songs that voices never share
And no one dared
Disturb the sound of silence

Fools, said I, you do not know
Silence like a cancer grows
Hear my words that I might teach you
Take my arms that I might reach you
But my words, like silent raindrops fell
And echoed in the wells of silence

And the people bowed and prayed
To the neon god they made
And the sign flashed out its warning
In the words that it was forming
And the sign said, the words of the prophets are written on the subway walls
And tenement halls
And whispered in the sounds of silence

.

 

Wolkers in Oegstgeest

Muurgedicht in voorbereiding

.

Van vriend Maiko kreeg ik een folder  van het Cultuurfonds Oegstgeest over het in voorbereiding zijnde muurgedicht van Jan Wolkers. Jan Wolkers werd geboren in de Deutzstraat nummer 7 in Oegstgeest. Na recente planologische vernieuwingen is een blinde muur in zicht gekomen, tegenover het geboortehuis van Jan Wolkers. In de traditie van de ruim 100 muurgedichten in Leiden faciliteert en ondersteunt het Ciultuurfonds Oegstgeest het initiatief om tot dit muurgedicht van Wolkers te komen.

Het Cultuurfonds Oegstgeest is ontstaan als een burgerinitiatief van een groep enthousiaste burgers uit Oegstgeest. Daarna werd dit in de vorm van een ANBI stichting ook daadwerkelijk een feit. Het stichtingsbestuur wordt gevormd door vrijwilligers uit de Oegstgeester gemeenschap, allen met een warm hart voor kunst en cultuur.

Alle belanghebbende partijen (de eigenaar van het pand met de blinde muur, Karina Wolkers, de VVE van de parkeerplaats die er naast ligt en de gemeente)  zijn positief. Om tot het realiseren van dit plan te komen is er echter nog geld nodig. Een familie in Oegstgeest heeft al geruime tijd het idee voor dit muurgedicht en heeft daarvoor ook al een geldbedrag bijeen gebracht. Toen men hoorde van het voornemen van het CFO heeft men het bedrag spontaan aangeboden aan het CFO waarmee de eerste kosten waren gedekt. Maar dit is nog niet voldoende. In Oegstgeest wordt gecollecteerd voor dit initiatief maar iedereen kan vriend worden van het Cultuurfonds en helpt daarmee de realisatie van dit muurgedicht dichterbij te laten komen.

Tevens wordt een dichtwedstrijd op de basisscholen van Oegstgeest georganiseerd om aandacht te vragen voor het muurgedicht. Het streven is op 26 oktober het muurgedicht van Jan Wolkers te onthullen.

Het gedicht dat is gekozen als muurgedicht is het gedicht ‘De herinnering’ dat is gepubliceerd in’Verzamelde gedichten’ uitegegevn door de Bezige Bij in 2008.

.

De herinnering

.

Het is zo lang geleden
Dat het vergeten had moeten zijn,
Het is zo vers
Als een voetstap in het gras,
Als rook die wegtrekt uit een open raam,
Dauw die druppelt langs gewas
Door aarde en stof,
Een gedachte die niet meer was.

.

%d bloggers liken dit: