Maandelijks archief: februari 2017
Voor twee scharren blauwbekken
W. Hussem
De, in Rotterdam geboren en in Den Haag overleden, kunstenaar Willem Frans Karel Hussem (1900 – 1974) was een Nederlandse schilder, beeldhouwer en dichter. Als dichter kende ik zijn naam al wel, als W. Hussem, maar eigenlijk alleen van een enkel gedicht in een bloemlezing. Zaterdag kocht ik in Heythuysen, een dorpje in midden Limburg, bij de plaatselijke kringloop de bundel ‘voor twee scharren blauwbekken’ van zijn hand uit 1966.
Hoewel Hussem vooral bekendheid geniet als schilder ( werk van hem bevind zich in de collecties van o.a. Het gemeentemuseum in Den Haag en het Stedelijk in Amsterdam) publiceerde hij veel dichtbundels.
Kunstenaars die zich met een van of beide door Willem Hussem beoefende disciplines bezighielden, verenigden zich rond hem in de Posthoorngroep, genoemd naar een Haagse horecagelegenheid waar tot voor kort nog een poëziepodium werd georganiseerd.
In 1940 debuteerde hij bij L.J.C. Boucher met De kustlijn, gevolgd door Uitzicht op zee, dat verscheen bij A.A.M. Stols (1941). Vooral in de jaren zestig verschenen veel dichtbundels, waarvan de bekendste is Voor twee scharren blauwbekken (1966). Sommige boeken werden door hemzelf uitgegeven, zoals Lessen in luchtdruk. Ook na zijn dood bleef zijn dichtwerk verschijnen, het laatst de bundel Met inkt zeggen (2011), die met Hussems penseeltekeningen verlucht is.
In de bundel ‘voor twee scharren blauwbekken’ staan veel korte gedichten, zonder titel. Daarom uit deze bundel een paar voorbeelden.
.
het botwant leeg
het aas verspeeld
ik ga wormen dollen op het wad
.
voor els
behoedzaam brengt zij
plantje voor plantje
over naar het bloembed
struikelt
en valt midden in de roos
.
met de stamgasten
in het dorpscafé
drink ik mij dronken
aan hun eenzaamheid
.
venus
mars
de grote beer
verder en verder
ga ik de hei op
ineens besef ik
hoe laat het is
boven de dennen
gloort de dag
.
Zeemanslied
Hans Dorrestijn
.
Vandaag voor de laatste keer Hans Dorrestijn als dichter van de maand februari. Nogmaals uit de bijzonder aardige bundel ‘De liefde wandelt vreemde wegen’ uit 1997 het gedicht (lied) ‘Zeemanslied’.
.
Zeemanslied
Golven hoog te loef, te lij.
We varen klif en klip voorbij.
Giek en gaffel buigen krom.
Haal op, haal om.
Pekbroek, tuig, het ruime sop.
De zeeman heeft een haringkop.
Haal om, haal op.
Opperbram hoog in de mast.
Daar tuimelt me de varensgast.
Haal op, hou vast.
Haring hom en haring kuit.
Het bloed spat alle kanten uit.
Haal om, haal op.
Het bloed spuit alle kanten op
Haal om, haal uit.
.
Nog maar een paar kleintjes
Uit mijn boekenkast
.
Omdat ik er zin in heb nog een paar mooie voorbeelden van (ultra) korte gedichtjes uit het bundeltje ‘Het kleinste gedicht’ De Favoriete ultrakorte gedichten van Nederland en Vlaanderen.
.
Het briesen van een paard…
.
‘Het briesen van een paard
onder mijn raam vannacht’
.
daar zou misschien een gedicht
in gezeten hebben.
(Bert Voeten)
.
Ekster
.
Hij is van boom tot grassen bezig
in dit landschap, als toerist.
Ik ben zijn camera,
ook op hem gericht.
(Robert Anker)
.
Closed
.
Muizenisisminimumeis
(Chr. J. van Geel)
.
geboorte
.
het wordt niet gehoord
noch gezien
hoe het leeft dat wat dood is
.
zoals wat werd verwekt
niet terstond wordt ontdekt
(Lucebert).
.
En tot slot, ik kon het niet laten, nog een van mezelf, niet uit de bundel.
.
In een notendop
.
Het zaadje dat ik plantte
en zorgvuldig water gaf
groeit nu naar de zon
maar steeds verder van mij af
(Wouter van Heiningen)
Als je een landschap was waar ik doorheen kon lopen
Vasalis
.
In de afgelopen jaren schreef ik al vaker over de dichter Vasalis. Ze schreef dan ook prachtige poëzie. Daarom vandaag ook weer een gedicht van haar hand uit de bundel ‘Vergezichten en gezichten’ uit 1975 een liefdesgedicht met de intrigerende titel ‘Als je een landschap was waar ik doorheen kon lopen’
.
Als je een landschap was waar ik doorheen kon lopen
Als je een landschap was waar ik doorheen kon lopen,
stil staan en kijken met mijn ogen open
en languit op de harde grond gaan liggen,
er mijn gezicht op drukken en niets zeggen.
Maar ’t meeste lijk je op de grote lucht erboven,
waar ruimte is voor buien licht en donkre wolken
en op de vrije wind daartussen,
die in mijn haren woelt en mijn gezicht met kussen
bedekt, zonder te vragen, zonder te beloven.
.
Medina Schuurman
Serge R.van Duijnhoven
.
In de bijzonder leuke verzamelbundel ‘Gedichten die vrouwen aan het huilen maken’ samengesteld door Isa Hoes staat ook een gedicht van Serge R. van Duijnhoven (1970). Omdat ik Serge als dichter en als mens hoog heb zitten wilde ik zijn gedicht ‘Voor Medina’ hier met jullie delen.
Medina Schuurman (1969) is actrice en ze speelde onder andere in de televisieserie ‘Rozengeur & Wodka Lime, Penoza en Celblok H. (in twee daarvan speelt Isa Hoes ook; toeval?). Daarnaast is ze scenarist en werkt ze aan haar eerste boek. Maar wat belangrijker is in dit geval is dat ze de geliefde is van Serge. Dat levert dus een prachtig liefdesgedicht op dat Serge schreef voor haar.
.
Voor Medina
.
Zul je weten liefste dat
als ik niet zoals jij
negen maal tien jaren
worden zal maar eerder ga
dan jij, dat jij de laatste ster
.
zult zijn die mijn geest
nog ten tonele voeren zal
op de finale drempel
tussen aarde en heelal
wees verzekerd, lief
.
indien mijn adem schokt
en ziel vervliedt
dat jij tot aan mijn laatste
snik mijn grote liefde was
en, zo hoop ik toch
.
jouw prins die met zijn tong
voor jou zijn minnezangen zong
en die, indien hij eerder gaat
dan jij, dat niet zal doen als fielt
of schoft omdat hij jou verlaat
.
maar slechts uit hoffelijkheid
in de hoedanigheid van vazal
die de route vast voor je verkent
en er zeker van wil zijn dat hij-
eens de stonde aan zal breken
,
dat ook jij ter sterre varen zal-
met een zwier daarboven
als eerste de deur voor
jou persoonlijk openen zal
op die finale drempel
.
tussen aarde en heelal
.
Umbrisch getijdenboek
Hans Franse
.
Bij de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2016 werd Scheveninger Hans Franse tweede. Als prijs mogen de winnaars optreden op het Ongehoord! podium in Rotterdam en afgelopen 12 februari was het zover. Hein van der Schoot, Wouter Veldboer en Hans Franse traden op en wisten het publiek te boeien. Vooral bij Hans Franse (1940) was duidelijk dat hij tijdens zijn leven ervaring had opgedaan met spreken en voordragen voor groepen (politicus, theaterdirecteur, leraar). Tegenwoordig brengt Hans de lente en de zomer door in zijn huis op een berg in Umbrië. Dat was ook de reden dat hij niet aanwezig kon zijn bij de feestelijke prijsuitreiking afgelopen jaar.
Franse schreef twee boeken over Umbrië en in 2015 verscheen bij Edizioni Era Nuova srl. in Italië de tweetalige bundel uit getiteld ‘Umbrisch getijdenboek’ of ‘Le ore canoniche umbre’ poesie in Nederlandese e italiano.
De gedichten in deze bundel zijn gebeden, zo lees ik op de achterflap. Zijn gebedenboek begint met de muzikale stilte van de luisteraar in de hemelse natuur van Umbria en eindigt met het beschouwen van de luidruchtige stilte van voorbijgangers in het wereldse Perugia. Ook al stelt de dichter zich als heiden op, toch zijn de woorden vervuld van mystieke verlangen. Niet alle meditaties zijn zwaar en verheven, er zijn ook luchtige intermezzo’s zoals een vermakelijke schets van een processie en een lofzang op de Sangiovese wijndruif.
Ik heb gekozen, voor ik de achterflap ;las overigens, voor het gedicht ‘Processie’ juist om de combinatie van het verhevene en de vette knipoog aan het einde van het gedicht.
.
Processie
.
De cirkel van gesloten muren
weerstond de tand des tijds,
maar het gebit van de huizenrij
vertoond verval en gaten,
hier en daar opgevuld
met amalgaam van andere tijden.
Er waren toen nog heilige heiligen
die zegenend relikwieën
onder andere tegen kiespijn aandroegen
om het eindeloze verval te weerstaan.
Eenmaal per jaar worden
de heiligen gevierd
en loopt de bevolking
gezellig keuvelend en biddend
achter de muziek aan
voor de grote feestelijke middagmaaltijd
terwijl de oude pastoor met veel moeite
het Allerheiligste vasthoudt
en net doet alsof hij het
echt belangrijk vindt.
.
Feit of fictie
Florimond Wassenaar
.
Bij het opruimen van mijn kast kwam ik de ‘Dichtkunstkrant 2016’ tegen. Deze krant verschijnt 1 keer per jaar, rond de poëzieweek. In deze krant staat een gedicht van Florimond Wassenaar (1970) redactielid en mede initiator van de Dichtkunstkrant. Wassenaar draagt maandelijks een gedicht voor op Bluesradio te Amsterdam (stads FM) en publiceert die op zijn blog ‘de vierde zaterdag’. Hij publiceerde onder andere in Awater/Tortuca, De Gids en Parmentier.
Het gedicht van zijn hand dat in de Dichtkunstkrant verscheen viel me op door het actuele thema. Op 22 oktober 2015 vermoordde een Zweedse man, verkleed als Darth Vader, een kind en een leraar op een Zweedse school. Aanvankelijk dachten de kinderen dat het hier een verkleedpartij betrof, tot de dader daadwerkelijk zijn zwaard gebruikte. Feit en fictie. In een tijd waarin feiten en fictie nogal eens verward worden (nep nieuws) wilde ik dit gedicht hier doorplaatsen.
.
Feit of fictie
.
Darth Vader ging eerst op de foto
het was een tijdje gezellig met hem op school
uiteindelijk bleek dat niets dat hij deed, leek
op gewoon een man in een zwarte jurk
met een zwaard, gekleed voor een feest
Darth vader staat bekend
als het goede
dat zich tot het kwade heeft gewend
vanwege woede om een zeker verraad
heeft wantrouwen hem een masker opgezet
de kinderen in de klas
zagen een man in een zwarte jurk
met een zwaard, gekleed voor een feest
tot hij één van hen aan zijn degen reeg
ook een tweede, al beter wetend
ontkwam niet levend
.
vanochtend voordat ik ging bidden
zag ik een vrouw met een kinderwagen
er hing een tros bananen aan het stuur
ze was blond, had blauwe ogen
ze keek me bezorgd aan
haar kind sprak brabbeltaal naar de lucht
die niet eens zo donker was
de zon zelfs wilde komen
toch zijn we met een grote boog
om elkaar heen gelopen
.
Kunst: Hamid El Kanbouhi
Waterman
Hans Dorrestijn
.
Toen ik de bundel ‘De liefde wandelt vreemde wegen’ van Hans Dorrestijn aan het doorlezen was, op zoek naar passende gedichten voor de zondagen in februari, kwam ik een gedicht tegen waarvan ik meteen wist; dit wordt hem. Als Waterman hoef je dan eigenlijk niet eens verder te lezen. Dat heb ik natuurlijk wel gedaan Maar mijn keuze stond vast. Daarom hier het gedicht ‘Waterman’.
.
Waterman
.
Kijk, daar zwemt waarachtig Tristan van de Woude,
de beroemde waterman. Die maakt zijn sterrenbeeld waar.
Hij doorliep het aquarium in slechts twee jaar
en deed toen examen en slaagde cum laude,
summa cum laude welteverstaan.
En toen is hij onder water gegaan.
.
Een briljante student, maar te geniaal.
Een viskundig genie dat in zijn vak is verdwenen.
Mij heeft zich verloofd naar verluidt met een moeraal.
– De naam in ’t Latijn klinkt veel beter: murene –
.
Dat was vreemd, heel erg vreemd al met al.
Tristan met zijn hangsnor lijkt op een heel ander soort vis.
Uiterlijk vertoont hij meer overeenkomst met een meerval
(Siluris glanis).
Maar wie ben ik om hierover scherp te slijpen:
genieën zijn er om niet te begrijpen.
.