Site-archief
Hier ben ik
Philip Huff
.
In ‘de lage landen’ het tijdschrift dat context geeft bij cultuur in Vlaanderen en Nederland (voorheen Ons Erfdeel) kiest Jozef Deleu twee keer per jaar uit de recente poëzieoogst vier gedichten die hem bijzonder getroffen hebben. Jozef Deleu (1937) is stichter en oud-hoofdredacteur van Ons Erfdeel vzw. Daarnaast is hij dichter, schrijver en samensteller van het ‘Nieuw Groot Verzenboek’ dat in 2021 voor het laatst verscheen. Ook is hij oprichter (2003) en enige redacteur van ‘Het liegend konijn’, tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie.
In ‘de lage landen’ koos hij voor vier dichters te weten Ruth Lasters (1979) , Ester Naomi Perquin (1980), Jens Meijen (1996) en Philip Huff (1984). Van deze laatste koos hij, uit zijn bundel ‘Ik meld mij af, ik meld mij aan’ uit 2023 het gedicht voor Maartje Wortel getiteld ‘Hier ben ik, bij Szymborska’s ‘notitie”. Schrijver Maartje Wortel (1982) werkte vaker met Philip Huff samen onder andere schreef zij het eerste gedeelte van het verhaal ‘Wij’ in de verhalenbundel ‘Goed om hier te zijn’ van Philip Huff.
.
Hier ben ik, bij Szymborska’s ‘notitie’
Voor Maartje Wortel
.
Je zegt ‘Hier ben ik’ maar wie
zegt dat jij er bent als je dat zegt?
Ik kan bijna niet ademhalen
als je zo nietszeggend spreekt.
.
Probeer maar eens een hond te zijn
en als gelijke op te kijken naar je baas,
probeer maar eens zelf je zachte vacht te aaien-
probeer maar eens.
.Jij zegt ‘Ook als ik er niet ben
zijn de woorden er’ maar wat dan mist
is het geluid van je stem,
de mouw van je trui.
.
Ik zit gevangen in een warme auto,
mijn snuit tegen de ruit
.
en je zegt ‘Hier ben ik’
maar ik
ben niet daar.
In elk samenzijn een tegenstelling,
in elke tegenstelling een hiërarchie
.
– in elke relatie laat iemand
iemand anders uit.
.
Do’s en Don’ts
Hoe schrijf je (goede) poëzie?
.
Het CBC, de nationale omroep van Canada, organiseert elk jaar een poëziewedstrijd waar mooie prijzen mee zijn te winnen. Op hun website vond ik 11 do’s en dont’s als het gaat om het aanleveren van gedichten voor deze wedstrijd. En wat voor een wedstrijd in Canada geldt, geldt natuurlijk ook voor het aanleveren van gedichten in ons taalgebied voor wedstrijden, publicaties in literaire- en poëziemagazines en bij uitgeverijen.
Daar om heb ik deze 11 tips en tricks vertaald naar het Nederlands zodat ook zij die het Engels wat minder goed beheersen er hun voordeel mee kunnen doen.
De Do’s
- Lees veel. Ik heb het hier op dit blog al vele malen geschreven en ik geloof er heilig in dat het lezen van poëzie je een betere dichter maakt. Beperk je niet alleen tot poëzie van nu of van jouw favoriete dichters, wees nieuwsgierig!
- Schrijf wat alleen jij kan schrijven. Wanneer je iets instuurt stel jezelf dan de vraag of dit echt alleen maar door jou geschreven had kunnen worden? Denk hierbij aan het gebruik van clichés (die kan iedereen namelijk bedenken).
- Schrijf over je eigen leven. Maak gebruik van de levenservaringen die je hebt, wat alles wat je weet en meemaakte in de verschillende fases van je leven. Geef meningen over sociale, politieke of persoonlijke ontwikkelingen.
- Beleef de wereld. Lees en kijk het nieuws, lees social media, lees boeken (fictie en non fictie) maar ook strips. Kijk series en documentaires. Laat je inspireren door de wereld om je heen. Goede literatuur bestaat niet in een vacuüm.
- Bedenk hoe je gedicht eruit ziet. Welke vorm gaat je gedicht hebben, is dit van belang voor het gedicht? Let op interpunctie (ook als je die niet gebruikt), witregels, enjambement. Naar de vorm van je gedicht kijken en het dan hardop lezen helpt je bij de ontvangst van de lezer.
- Redigeer, redigeer, redigeer! Lees je gedicht een aantal keer door en kijk of alles wat je geschreven hebt er zo staat dat het voor jou klopt. Schrijffouten en grammaticale missers zijn showstoppers, voorkom ze.
De Don’ts
- Ga voor veilig. Als je voor veilig gaat komt dit je gedicht niet ten goede. Schudt je lezers wakker, experimenteer, schokeer, verras, zet je lezer op het verkeerde been en wees niet bang om iets te schrijven waarvan je denkt dat de lezer zich ongemakkelijk bij zal voelen.
- Speel met lettertypes. Hoewel de vorm van een gedicht belangrijk is (zie hierboven bij 5) is het gebruik van verschillende lettertypes of het gebruik van exotische lettertypes geen goed idee. Het zal onmiddellijk afleiden van waar het over gaat; het gedicht. Ik wil daar nog aan toevoegen: centreer een gedicht nooit in het midden van de pagina!
- Probeer trendy te zijn. Wees trouw aan je eigen ‘stem’ en taal. Wees origineel en authentiek maar probeer niet met allerlei dingen in en om je gedicht te imponeren. Je gedicht is waar het om draait, niet of je in een trend meegaat.
- Vergeet je lezer. Een lezer bestaat slechts in je verbeelding op het moment dat je het gedicht schrijft. Maar realiseer je dat wanneer je gedicht wordt gelezen er een mens van vlees en bloed het leest. Een ander dan jezelf dus. Jij als dichter bent niet je publiek.
- Leg je gedicht uit. Laat je gedicht altijd op eigen benen staan. Gedichten komen uit een vreemde plek in je ziel die niet per se slim of logisch is. Laat altijd wat te raden of aan de fantasie van de lezer over. Dit geldt wat mij betreft ook bij voordragen. Niets is zo’n afknapper als er een uitleg van een gedicht komt voor het eigenlijke gedicht, zeker niet als die uitleg veel langer duurt dan het gedicht zelf.
Herinner je deze tips en tricks tijdens je schrijfproces en pas ze toe en je zult zien dat het je poëzie ten goede komt. K. Schippers schreef een toepasselijk gedicht over het gedicht getiteld ‘Gedicht’. Het gedicht komt uit de bundel ‘Een leeuwerik boven een eiland’ uit 2003.
.
Gedicht
In dit gedicht
is geen woord
te veel
Neem je er iets van af
dan is het
niet meer heel
.
Heel de wereld wordt wakker
Edward van de Vendel
.
Voor mijn verjaardag kreeg ik het werkelijk geweldige boek ‘Heel de wereld wordt wakker’ het beste van de Nederlandse kinderpoëzie in 333 gedichten uit 2022. Als ik dit boek, samengesteld door Jaap Robben, lees met de prachtige illustraties van Sebastiaan Van Doninck, dan realiseer ik me dat wij (lezers in het Nederlands taalgebied) beschikken over een enorm rijke schare aan dichters die poëzie schrijven voor kinderen. En dat die dichters, waarvan er ook verschillende schrijven voor volwassenen, een groter podium verdienen.
En niet alleen omdat poëzie voor kinderen zo belangrijk is; net als voorlezen van jeugdboeken, sprookjes en verhalen draagt poëzie bij aan het verbeeldingsvermogen en fantasie van kinderen, maar vooral ook omdat in poëzie voor kinderen vaak zoveel zit dat ook voor volwassenen zeer te genieten is. Neem het gedicht ‘niemand’ van Edward van de Vendel (1964) dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Superguppie’ uit 2003. Als je begint te lezen denk je dat het over iemand gaat die guppies voert maar al tijdens het lezen realiseerde ik me dat van de Vendel hier een beeld schept dat ik herkende, dat een groter onderwerp raakt namelijk dat van het zien, niet begrijpen, en daar een betekenis aan geven. Voor ik bij de laatste regel was las ik dat dit gedicht gaat over de mens en zijn relatie tot god/religie. In de laatste zin wordt dat vermoeden bevestigd. Een bijzonder mooi gedicht.
.
niemand
.
Wat snappen mijn guppen van mij?
Dat ik een hand heb, met wat eten.
Wat zouden ze verder kunnen weten?
Dat die hand van boven komt,
één keertje per dag?
Dat ik een gezicht ben,
voor het glas,
en dat ik lach?
Hun wereld heeft een wandje
en daar kan ik niet doorheen.
Samen met hun plantje
zijn mijn guppen dus alleen,
ik besta – dat weten ze,
want ik draag hun voeder potje.
Maar verder ben ik niemand.
Niemand?
Ach, nou ja.
Een godje.
.
Zijn jas
Rutger Kopland
.
Uitgeverij Maarten Muntinga gaf van 1983 tot 2012 de befaamde Rainbow pockets uit. De reeks is genummerd en was jarenlang ook herkenbaar aan een duidelijk geelkleurige rug met zwarte letteropdruk. Aanvankelijk werden de Rainbow Pockets uitgegeven als goedkopere herdruk van een reeds bestaand werk dat al een goede verkoop had gekend en waar nog vraag naar was. Later verschenen er ook uitgaven die door uitgeverij Muntinga samengesteld of geredigeerd werden, zoals de bloemlezing ‘Doen en laten’ uit het werk van de dichter Judith Herzberg.
De Rainbow pockets kom ik nog regelmatig tegen in kringloopwinkels en tweedehandsboekenzaakjes. Hoewel het merendeel van de serie proza betreft, zitten er toch ook een aantal poëziepockets tussen. Zo heb ik uit de reeks nummer 172 ‘Doen en laten’ van Judith Herzberg, 662 ‘Vergeet mij niet’ gedichten over afscheid en herinnering, 758 ‘Daar zijn woorden voor’ van Toon Tellegen en 940 ‘Op reis, de mooiste reisgedichten voor onderweg’.
In nummer 662, ‘Vergeet mij niet’ uit 2003, staat een prachtig gedicht van Rutger Kopland (1934-2012) over een nog maar pas overleden vader getiteld ‘Zijn jas’.
.
Zijn jas
.
Mijn vader J was nog maar net
gestorven toen mijn moeder A
zijn nieuwe regenjas voorzichtig
van de kapstok nam. Pas eens,
zei ze, hij was er zo trots op.
.
Daar stond ik dan en voelde
aan de mouwen en bij het sluiten
van de knopen hoe dood hij was
en hoe ver weg mijn jeugd. Oud
en zwak zou ik worden, in deze
plooien zou mijn huid gaan hangen
om mijn knoken.
.
Poëzieweek 2023
Miriam Van hee
.
In 2023 schrijven Hester Knibbe en Miriam Van hee het Poëziegeschenk met als titel ‘Er staat te gebeuren’. Het thema van deze Poëzieweek is ‘Vriendschap’. De Poëzieweek loopt van 26 januari t/m 1 februari.
Miriam Van hee (1952) is een Vlaamse dichter en vertaler. Ze debuteerde in 1978 met de bundel ‘Het karige maal’, waarvoor ze meteen bekroond werd met de Prijs voor Letterkunde van de Provincie Oost-Vlaanderen. Ook de bundels die ze daarna publiceerde werden geregeld bekroond: voor ‘Winterhard’ (1988) won ze de Jan Campert-prijs, voor ‘Reisgeld’ (1992) kreeg ze de Dirk Martensprijs, voor ‘Achter de bergen’ (1996) won ze de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie. In 2008 sloeg ze een dubbelslag met ‘Buitenland’. Ze won zowel de juryprijs van de Herman de Coninckprijs voor de hele bundel, als de publieksprijs voor het beste gedicht voor ‘Zomereinde aan de Leie’. Voor haar recentste bundel ‘Als werden wij ergens ontboden’ (2017) ontving ze namens de Vlaamse regering in 2017 de Ultima voor de Letteren.
De poëzie van Miriam Van hee is vertaald in verschillende talen en werd ook in vertaling bekroond. In 2007 won ze de Europese poëzieprijs POESIAS voor de Franse vertaling van haar dichtbundel ‘De bramenpluk’.
Miriam Van hee vertaalde onder meer poëzie van Anna Achamatova, Osip Mandelstam, Velimir Chlebnikov en Vjatsjeslav Koeprijanov. Samen met Lisette Keustermans vertaalde ze ook gedichten van de Zweedse dichter Tua Forström. Sinds 2011 is Miriam Van hee ook lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren.
In het poëzietijdschrift ‘Het liegend konijn’ uit 2003 komt het gedicht ‘Everzwijnen in januari’ van Van hee.
Everzwijnen in januari
.
je zocht een pad in het ongewisse
bij elke bocht keek je om, waar
je was, je gooide een steen
en het stoof in de struiken:
vijf kleine gestreepte coureurs
en hun moeder renden als gekken
je blikveld uit
.
je stelde je voor hoe je ’s avonds
zou bellen om hun te vragen
hoe het ze verder die dag was vergaan
om hen gerust te stellen, de jacht
was voorbij, het nageslacht veilig,
de wereld had weer
aan zichzelf genoeg
.
November
Huub van der Lubbe
.
Zanger en dichter Huub van der Lubbe (1953) van de Dijk heeft besloten om na 2022 te stoppen met deze band. Hij wil andere dingen gaan doen. De band, de muziek, het publiek hebben hem alles gebracht waar hij ooit van droomde zegt de zanger over de veertig jaar spelen met De Dijk. Maar het is wat hem betreft tijd voor iets nieuws. Nu dat nog kan. Nu schreef van der Lubbe al langer meer dan alleen liedjes voor De Dijk. Zo verschenen in 2003 de dichtbundel ‘Geregeld leven’ in 2010 de dichtbundel ‘Guichelheil’ en in 2021 de bundel ‘Vlooienmarktdandy’.
Ook maakte hij deel uit van de dichtclub Concordia die in 2004 de bundel ‘Versterkte gedichten’ publiceerde. De dichtbundel ‘Geregeld leven’ bevat alle liedteksten sinds ‘Melkboer met de blues’. Maar ook gedichten die Huub van der Lubbe de afgelopen jaren schreef voor zijn dichtclub Concordia.
In deze bundel staat het, deze maand, toepasselijke gedicht ‘November’.
.
November
.
Het is niet de oostenwind en niet de regen
Het is niet die hagelbui daartussenin
Het is niet het bladerafval in de stegen
En het korten van de dagen net zomin
.
Het kalen van de bomen, je kan ertegen
Ook de koude laat je koud in zekere zin
Je leert je voeten een keer extra vegen
En je verliezen te bezien als licht gewin
.
Maar het is het besef na al die jaren
Dat nog die blinde gloed niet is getemd
Van je hart dat wild niet te bedaren
Steeds luider klopt in zijn steeds ruimer hemd
.
Zo raak je elke herfst somber gestemder
Dat maakt november ieder najaar meer november
.
Stop de bom
J.C. Aachenende
.
Afgelopen zondag besprak ik met een paar vrienden dichters en kreeg ik de vraag of er dichters zijn die ik niet ken (van naam of anderszins). Uiteraard gaf ik op die vraag het enige antwoord wat je kan geven namelijk dat er nog altijd veel dichters zijn die ik niet ken (al worden het er wel steeds minder). En er komen steeds weer dichters bij. Poëzie is levenslang kortom.
Maandag las ik op Facebook een bericht van Jos van Hest dat dichter J.C. Aachenende was overleden op 90 jarige leeftijd. J.C. Aachenende is het pseudoniem van Dr. Isaak van der Sluis, voormalig dermatoloog en docent aan de Universiteit van Amsterdam. Jos schrijft dat hij hem kende als een erudiete, scherpzinnige, geestige en soms vileine schrijver en dichter, die tot drie jaar geleden vrijwel elk Open Podium in de OBA (de bibliotheek van Amsterdam) bezocht, waar hij met zijn sonoor-rasperige stem het ene grappige gedicht na het andere schrijnende voorlas.
Het deed mij meteen denken aan Wim den Hertog, een oudere man die bij de open podia van toen nog Ongehoord Rotterdam, op het open podium altijd zijn gedichten de zaal in baste. Uiteraard ben ik op zoek gegaan naar meer informatie over J.C. Aachenende. Zo las ik op de website van Meander dat hij een aantal bundels heeft gepubliceerd zoals ‘Tegengif’ (2003), ‘Het leven is gezelligheid’ (2005) en ‘Vreten op aarde’ (2008), ‘Met weemoed’ (2011), ‘Gedichten en gedachten’ (2015) en ‘Tweeënveertig gedichten vol vuur en vaart’ (2016).
In zijn rouwadvertentie stond uiteraard een gedicht van zijn hand dat ik jullie niet wil onthouden omdat het mij uit het hart gegrepen is.
Mijn huis is maar een boekenkast
waarvan ik als gedulde gast
nou ja, bibliothecaris dan
mag wonen; ’t is een labyrinth
waarin ik, wat ik weet en ken
nooit vind, en zelfs verloren ben
.
Uit zijn bundel ‘Met weemoed’ komt het gedicht ’21 november’ over de grote demonstratie tegen de Neutronenbom in Den Haag in 1981.
.
21 november
.
De Vrede is een hond
die keft en gromt
en bijt, en laat z’n tanden zien.
Hij blaft en kwijlt
z’n valse taal: de vredeszwendel.
.
De Vrede ijlt z’n roep vooruit,
hij scheurt het vlees
van ‘t bot: z’n vreten.
Hij kraakt het been. Hij knaagt,
een bloedhond die in meutes jaagt.
.
Sla hem de tanden uit z’n mond.
De Vrede is een valse hond.
.
.
Kennismaking met de poëzie
18 mrt
Geplaatst door woutervanheiningen
Billy Collins
.
William (Billy) James Collins(1941) is een Amerikaanse dichter, was Dichter des Vaderlands van de Verenigde Staten, of Poet Laureate zoals het daar heet, van 2001 tot 2003. Hij is een Distinguished Professor aan Lehman College van de City University of New York ( gepensioneerd, 2016). Collins kreeg de titel van Literary Lion van de New York Public Library (1992) en was de New York State Poet van 2004 tot en met 2006. In 2016 werd Collins opgenomen in de American Academy of Arts and Letters. Sinds 2020 is hij docent in het MFA-programma (Master of Fine Arts) aan Stony Brook Southampton. Als dichter kreeg hij verschillende prijzen en onderscheidingen en van zijn bundels werden meer dan 250.000 exemplaren verkocht in de Verenigde Staten.
In 2010 verscheen de bundel ‘Zo Wordt U Gelukkig’ Kees van Kooten en de poëzie van Billy Collins. Kees van Kooten vertaalde en voorzag zesentwintig gedichten van Collins van uitgebreid en geestig commentaar, waarin hij niet alleen laat weten waarom de gedichten hem zo inspireerden, maar ook bepaalde vertaalkeuzes verklaart. Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Kennismaking met de poëzie’ of in het Engels ‘Introduction in Poetry’. In dit gedicht neemt Collins op humoristische en ironische wijze lezers (leerlingen) op de hak die per se precies willen weten waar een gedicht over gaat en wat er precies staat. Collins suggereert in dit gedicht dat het lezen van poëzie niet de vreugdeloze analytische oefening hoeft te zijn die veel mensen denken dat het is. De spreker – een leraar – wil dat studenten gedichten benaderen met een speelse, ruimdenkende houding.
.
Kennismaking met de poëzie
.
Ik vraag ze een gedicht te nemen
en dit tegen het licht te houden
als een kleurendia
.
of een oor tegen deze bijenkorf te drukken.
.
Ik zeg laat een muis in het gedicht los
en kijk hoe hij de uitgang zoekt,
.
of schuifel rond in de kamer van dit gedicht
en tast langs de wanden naar de knop van het licht.
.
Ik wil dat ze waterskiën
over het oppervlak van een gedicht
en zwaaien naar de auteursnaam op het strand.
.
Maar het enige dat zij willen
is het gedicht met touwen op een stoel binden
en er een bekentenis aan ontwringen.
.
Zij beginnen te meppen met stukken tuinslang
om erachter te komen wat dit te betekenen heeft.
.
Introduction to Poetry
.
Dit delen:
Vind ik leuk:
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Over Poëzie
2 reacties
Tags: 1941, 2001, 2003, 2004, 2006, 2010, 2016, 2020, American Academy of Arts and Letters, Amerikaans dichter, analyse, Billy Collins, commentaar, dichtbundel, dichter, Dichter des Vaderlands van de VS, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, humor, Introduction to Poetry, ironie, Kees van Kooten, Kennismaking met de poëzie, onderscheidingen, poëzie, poëziebundel, poem, poet, Poet Laureate, potry, prijzen, professor, vertaler, vertaloing, William James Collins, Zo Wordt U Gelukkig