Categorie archief: Uit mijn boekenkast

Innerlijk behang

Hans Lodeizen

.

Voor mijn verjaardag kreeg ik een vrijwel nieuwe editie van ‘Het innerlijk behang en andere gedichten’ van Hans Lodeizen uit 1966. In de antiquariaatwereld noemen ze de staat waarin deze bundel zich bevind ‘mint condition’ ofwel zo goed als nieuw. Met een harde kaft en vergulde linnenband, ingebonden en voorzien van een foto van  Lodeizen is dit een aanwinst voor mijn poëziecollectie. Ik bezat al een veel nieuwere versie en natuurlijk zou de versie van 1950 mij nog blijer maken maar ik ben er blij mee. Ik schreef al eerder over Hans Lodeizen en dus over ‘Het innerlijk behang en andere gedichten’ daar het de enige dichtbundel is die Lodeizen (1924-1950)is zijn te jonge leven schreef (hij overleed aan Leukemie op 26 jarige leeftijd)

In de bundel staat het gedicht ‘Allemaal steden’ een onderwerp dat meer voorkomt in de bundel (de stad). Omdat ik erg van gedichten over de stad en steden hou, er regelmatig in dit blog aandacht aan besteed en er zelf ook met enige regelmaat gedichten over heb geschreven, wil ik dit gedicht hier graag delen.

.

Allemaal steden

.

de stad weifelt over de huizen

.

de morgen vaart over de daken

de stad binnen

de zon staat op tussen de huizen

onder carillonmuziek

de mensen wandelen in het donker

als het elf uur is

.

de zon spoelt aan op de daken

.

aan het strand van de verten

ligt de stille zee der luchten

waarin het schip van een kerktoren

flikkert

.

in de buik van de stad

drinken wij koffie

.

en de stad zeilt verder.

.

Aandacht

Ruimte tussen zien en zijn

.

Ik schreef al eerder over Els van Stalborch (1944) en haar laatste gepubliceerde bundel ‘Ruimte tussen zien en zijn’ uit 2010. Toen deelde ik het gedicht ‘Inzicht’ en vandaag zocht ik in die bundel naar een gedicht dat zou kunnen aansluiten bij het thema van de Poëzieweek 2024 ‘Thuis’. Ik heb gekozen voor het gedicht ‘Aandacht’ omdat aandacht juist iets is dat je thuis krijgt.

Tenminste als je niet alleen woont, tenzij je dan weer een huisdier hebt als een kat of hond. Of erger dat je wel samenwoont met anderen maar dat je daar geen aandacht van krijgt. Laten we in het kader van de Poëzieweek 2024 uitgaan van het meest positieve scenario en ervan uitgaan dat er veel aandacht voor elkaar zal zijn in de Poëzieweek. En voor de poëzie.

.

Aandacht

.

Soms droom ik leven langzaam.

Elk ogenblik vervuld van zijn.

Woorden groeien traag

aan takken van stilte.

.

Tijd om te voelen, te zien,

te worden misschien.

De ruimte eindeloos wakker.

Gedachten machtig en vrij.

.

Ogen zien leegte voorbij.

Handen verkennen elkaar.

Ieder vergeten gebaar

wekt verwondering.

.

Langzaam groeit aandacht.

Leven klaart op, heldert

het zicht. In ieder woord

schitter licht.

.

Bloemkool in de bonus

Daniel Vis

.

Dichter en schrijver Daniel Vis (1988) stond al in 2014 op het podium van poëziestichting Ongehoord!, vlak na het verschijnen van zijn debuutbundel ‘Crowdsurfen op laag water’, de bundel waar hij als dichter mee debuteerde. In 2018 werd deze bundel gevolgd door ‘Insect Redux’ en in 2020 kwam de bundel ‘Het weefsel’ uit. Zijn laatste wapenfeit is een roman ‘Een woelend lichaam’ die in 2022 verscheen.

Daniel won het NK Poetry Slam, werd genomi­neerd voor de J.C. Bloem-prijs en ontving de Frans Vogel Poëzie­prijs. Zijn werk ver­scheen onder meer in Tirade en Het Liegend Konijn, en werd vertaald in het Frans, Spaans, Pools, Baskisch en Portu­gees. Hij treedt op in binnen- en buitenland.

Lezend in zijn debuutbundel kwam ik het gedicht ‘De bloemkool in de bonus’ tegen. In dit gedicht klinkt zoveel menselijk leed dat het, voor mij in ieder geval, heel grappig aandoet. In een artikel van de taalunie uit 2014 zegt Daniel hierover: “Er wordt vaak om mijn gedichten gelachen maar ik stop er nooit expres een grap in” en “Wat er staat betekent wat er staat. Er is me wel eens oppervlakkigheid verweten. Maar de betekenis zit bij mij niet in metaforen, hij zit onder de tekst.’ Daarom komt de woordkeus nauw, zegt hij. ‘Mijn gedichten moeten zijn als foto’s of filmscènes, de woorden moeten precies het beeld oproepen dat ik wil weergeven.”

.

De bloemkool in de bonus

.

tussen ons in wordt de bloemkool

langzaam koud.

we kijken ernaar.

.

‘er komt geen stoom meer af,’ zegt ze.

.

ik houd m’n hand erboven:

lauw.

.

in de metalen kromming van de pan

lijken onze gezichten vervormd.

.

de geur van bloemkool

wordt als ongezellig ervaren.

.

kook het nooit als je huis te koop staat.

.

we hebben bij de kringloop rummikub gekocht,

ieder een euro ingelegd.

.

het doosje stinkt.

de steentjes zitten in een oude washand.

de washand stinkt.

.

Menhir in Mexico

Jan Bervoets

.

In 2009 nam Joris Lenstra afscheid van  Ongehoord Rotterdam, een poëziepodium waar hij sinds 2006 in de organisatie zit. In 2007 wordt in de centrale bibliotheek van Rotterdam het eerste podium georganiseerd. De mensen die Ongehoord Rotterdam organiseerden waren naast Joris Lenstra, Hein van de Assem, Ton Huizer, Yvonne Koenderman en Frida Winklaar. In 2010, na het afscheid van Joris neemt een nieuw bestuur het over van deze club. Hein en Yvonne blijven, Corina Kappen en ikzelf treden toe.

Door de jaren heen heeft het podium van poëziestichting Ongehoord! vele goede en bijzondere dichters op haar podium mogen begroeten. Een selectie: Daniel Vis, Roel Weerheim, (Marieke) Lucas Rijneveld, Frans Terken, Daniël Dee, Elfie Tromp, Lotte Dodion, Gijs ter Haar, Alja Spaan, Els de Groen, Demi Baltus, Myrte Leffring, Joz Knoop, Meliza de Vries, Evy Van Eynde, Kira Wuck, Jana Beranová, Lies Jo Vandenhende, A.C.G Vianen, Judith Herzberg en natuurlijk de ons ontvallen Rieneke Minderman, Derrel Niemeijer en Wim den Hertog.

Hoewel de podia in de bibliotheek van Rotterdam inmiddels tot het verleden behoren, organiseert poëziestichting Ongehoord! nog steeds de Ongehoord! Poëziewedstrijd (twee jaarlijks) en worden er incidenteel podia georganiseerd in Maassluis, Den Haag en Rotterdam.

Toen Joris Lenstra in 2009 afscheid nam van Ongehoord Rotterdam verscheen een klein bundeltje met gedichten van dichters die ooit het podium betraden. Een van die dichters was Jan Bervoets (1942). Bervoets publiceerde vanaf de jaren ’80 in onder andere Maatstaf, De Revisor en De Gids. Van zijn hand is het gedicht ‘menhir in mexico’ opgenomen in de bloemlezing van Poëziepodium Ongehoord Rotterdam uit 2009.

.

menhir in mexico

.

verschrikkelijk zoals dit weer is voorspeld

met een saffieren mes

zijn ingewanden blootgelegd

en alle gieren vreten aan de wolken

.

welke tornado wil hier nog aarden

als zelfs de huizen onhandelbaar blijken

en er dagelijks doden vallen

in een ritmiese kadans

.

zoveel natuurgeweld lijkt wel retories

de geldigheidsduur van een ademtocht

is zevenmaal verzekerd

men staat in de rij voor het product

.

slechts een oude galsteen blijft nog achter

en wijst de laatkomers de weg

.

De beste gedichten

Mango’s

.bloemlezing, poëzie, poëziebundel, gedichtenbundel, dichtbundel, dichters, dichter, gedicht, gedichten, 

Door de tijd heen heb ik al heel wat bundels van de Poëzieprijs verzameld. Zoals je op de foto hieronder kan zien heb ik er al acht en daar is er sinds vorige week weer een bijgekomen. De 100 beste gedichten van 2004, gekozen door Thomas Vaessens. Deze bundel uit 2005 bevat de beste gedichten gekozen door Vaessens uit de 86 bundels die werden ingestuurd ter beoordeling. In totaal kon hij kiezen uit ruim 3000 gedichten. Hij koos ervoor gedichten van in totaal vijftig dichters op te nemen. Dus van de inzendingen zijn er 36 niet gehonoreerd in deze bundel. Vaessens maakte een schifting, zo schrijft hij in het voorwoord, op basis van wat hij als kwaliteit herkent en wat niet. Een persoonlijke keuze dus, zoals eigenlijk altijd bij samenstellers van dit soort bundels.

Vaessens vroeg aan zijn medejuryleden (Eva Gerlach, Dietlinde Willockx, Hagar Peeters en Marc Reugebrink) naar hun favoriete gedicht. Deze heeft hij opgenomen in de bundel. Vaessens is momenteel decaan van de faculteit Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Daarvoor was hij van 2005 tot 2020 verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, achtereenvolgens als hoogleraar Nederlandse letterkunde, onderzoeksdirecteur, onderwijsdirecteur en vice-decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 1998 op een proefschrift getiteld ‘Nijhoff, Van Ostaijen en de mentaliteit van het modernisme’.

Vaessens publiceerde verschillende boeken over onder meer het modernisme (1998), postmoderne poëzie (Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen, 2003, met Jos Joosten), Lucebert (De verstoorde lezer, 2001) en over de ‘identiteitscrisis’ van de poëzie (Ongerijmd succes. Poëzie in een onpoëtische tijd, 2006).

Uit de beste 100 gedichten van 2004 van de VSB Poëzieprijs koos ik het gedicht ‘Mango’s’ van Paul Janssen uit zijn bundel ‘Instructies voor een ober’. Dit gedicht was ook Hagar Peeters keuze.

.

Mango’s

.

Quickstep, slowstep, de stad licht op in klinkende muntjes,

doet haar lampen aan. Zestien fruitkistjes

heeft men buiten staan,

groentejongens rennen af en aan

met mango’s;

lichtgeprijsde, Argentijnse mango’s

van het kwikstaartjesmerk

dat de monden doet tuiten, fluiten

van een cent. Blozende,

van ver vervoerde, feel-good

mango’s;

in mango’s steekt

een happy end.

.

Flessenpost

Stoppen met roken in 87 gedichten

.

Het komt voor dat ik voor mijn boekenkast sta en dan een dichtbundel zie waar ik bij aankoop en lezing heel erg enthousiast over was, maar helemaal vergeten was dat ik de bundel had. In het geval van ‘Stoppen met roken in 87 gedichten’ van Dimitri Verhulst uit 2017 weet ik nog heel goed dat ik de bundel kocht en waarom. Tijdens de 35e Nacht van de Poëzie 2017 in Utrecht lazen meer dan twintig dichters poëzie voor. Op Radio 1 werden deze voordrachten uitgezonden door de VPRO. Een van die dichters was de Vlaamse dichter Dimitri Verhulst (1972) en ik herinner me dat ik meteen werd getroffen door zijn voordracht van het gedicht ‘Laten wij al afscheid nemen’.

Nu ik de bundel weer ter hand neem en lees ben ik opnieuw onder de indruk van het dichterschap van Verhulst. Daarom wil ik graag opnieuw een gedicht delen uit de bundel. Het zijn de nummers 1 en 2 uit het hoofdstuk ‘Flessenpost’ dat ook nog de gedichten 3 en 4 omvat.

.

1.

laat mij het zijn die subiet overblijft
wanneer je gaat
zo ben jij het die het wordt bespaard
te zien dat winters blijven komen
ook als wij ons niet meer kunnen warmen
aan elkaar
.
laat mij je overleven, zij het niet te lang
zodat ik je missen kan
en ik zal er mij van vergewissen dan
dat het duister zuigt, de leegte trekt
niets ergers dan te moeten wachten
en toch klaar te zijn voor het vertrek
.
laat mij het zijn die straks alleen ontbijt
met stompe tanden naast de krant
ik kom je dagelijks tekort
sleep mij van spleen naar wee
en wil vooral niet dat het beter wordt
mijn lief, mijn lief, mijn lief

.
2.
geef mij de rouw, ik zal ze dragen
voorbij mijn kunnen, in alle koppigheid
ik drentel door mij al te lange dagen
van kop tot teen gehuld in ochtendgrijs
en ik zal drinken hoewel ik ’t niet verdraag
op ons, dat we mochten, eventjes bestaan
.
ga jij mij voor maar in die domme dood
ons bed ligt slechter dan het graf
ik zal naar je tasten in de nacht
je wordt de leegte die mijn schoot niet past
de mens een muur die duizend malen horen zal
hoezeer ik jou heb liefgehad
.
geef maar aan mij de eenzaamheid
en ik zal onbedaarlijk wenen
wanneer ik met mezelf ga spelen
aan ons denkend, hoe het was,
‘k zal van je dromen in detail
en daarna komen en kapotgaan bovenal

 

 

Tertiair

Cock van Viegen

.

Soms kom ik een dichter tegen die ik van naam niet ken maar die wel gepubliceerd is. In dit geval bij De Beuk, Stichting voor literaire publicaties. De Beuk werd in 1953 opgericht met als doel het in de handel brengen van literair werk dat vanwege de speciale aard of de beperkte omvang niet door de reguliere commerciële uitgeverij wordt uitgegeven. De Beuk specialiseerde zich in poëzie en het grootste titel aanbod van gedichtenbundels in het Nederlands taalgebied. De Beuk werd door Wim J. Simons (1926-2005) opgericht en na zijn dood gingen een aantal dichters van De Beuk door onder de naam ‘Dichterscollectief’ waaronder zijn weduwe Carla Dura (1935-2011).

Van deze uitgeverij dus kwam ik het bundeltje ‘Het verdampend moment’ van Cock van Viegen (1934) tegen uit 1995. Van Viegen gaf al eerder een bundel uit bij De Beuk getiteld ‘Overbodige getuige’ (1990). Volgens de flaptekst doet van Viegen in ‘Het verdampend moment’ verslag van dooltochten in de tijd, de ruimte en de menselijke geest. Het bijzondere aan deze bundel is ook dat alle gedichten zonder titel zijn maar dat onder elk gedicht tussen haakjes een woord staat dat je als titel zou kunnen lezen.

Ik koos voor het gedicht met als ‘ondertitel’ tertiair.

.

tepels zetten wegen open

naar vraat en roof

van op de tast in duister gaan

naar nachtvlucht en

hiërarchie onder staande pupillen

.

uit voorspel in gebaar en toon

sturen seizoenen op samenvloeien aan

zorg en spel

kiezelstenen op het pad

met afslagen naar moord

.

langs vingertoppen

glijdt een duim

in bomen vangt denken aan

.

(tertiair)

.

Uit mijn boekenkast

e.e. cummings

.

In mijn boekenkast staan een paar bundels van de Amerikaanse dichter e.e. cummings (1894 – 1962). Een van de aardigste vind ik de bundel ‘selected poems 1923 – 1958’ een Penguin pocket uit 1963 (uit de serie The Penguin Poets).  In deze bundel is het bijzondere taalgebruik van cummings nog niet zo gestileerd. Dichter, schrijver en kunstschilder cummings, was een van de meest radicaal experimentele en inventieve schrijvers van de 20e eeuw. Zijn stijl wordt gekenmerkt door typografisch non-conformisme, het gebruik van jazzritmes, jargon en andere elementen uit de populaire cultuur. Maar zoals gezegd zijn zijn vroegere gedichten vaak nog niet zo radicaal van vorm.

De gedichten van cummings hadden ook in zijn vroege jaren zelden een titel en worden in de index dan ook gerangschikt op de eerste zin (wat veel lezers dan ook vaak aanzien voor de titel). Omdat ik een groot liefhebber ben van het werk van cummings en omdat ik weet dat hij nog steeds veel fans heeft ook in Nederland hier het gedicht zonder titel met als eerste zin ‘Humanity i love you’.

.

Humanity i love you
because you would rather black the boots of
success than enquire whose soul dangles from his
watch-chain which would be embarrassing for both
.
parties and because you
unflinchingly applaud all
songs containing the words country home and
mother when sung at the old howard
.
Humanity i love you because
when you’re hard up you pawn your
intelligence to buy a drink and when
you’re flush pride keeps
.
you from the pawn shop and
because you are continually committing
nuisances but more
especially in your own house
.
Humanity i love you because you
are perpetually putting the secret of
life in your pants and forgetting
it’s there and sitting down
.
on it
and because you are
forever making poems in the lap
of death Humanity
.
i hate you

,

Chinese dialoog

Theodora Pigmans

.

Een leuk bijverschijnsel van tweedehands poëziebundels kopen is dat je soms krantenartikelen, briefjes of opdrachten tegenkomt in die bundels. In het volgende geval bevat de bundel een briefje van de uitgever (De Beuk) waarin deze schrijft: Door De Beuk zijn in de loop van vele jaren zo’n 1500 verzenbundels uitgegeven. Van een aantal van deze bundels zijn kleine restantjes overgebleven, te klein om op de normale fondslijst te blijven opnemen. Wij willen de poëzieliefhebbers hiermee graag een plezier doen. Wie € 15,- aan ons overmaakt ontvangt 10 verschillende verzenbundels van ons, voor € 30,- krijg je er 20.

Een leuke geste van De Beuk, Stichting voor literaire publicaties uit onze hoofdstad. Het bundeltje waarin ik dit briefje vond is ‘Dichterbij ooit’ van Theodora Pigmans. En naast dit briefje staat er ook een opdracht in van de dichter uit 10 mei 2002 ‘Nu hebben we echt met elkaar kennisgemaakt’ waaruit ik opmaak dat dit bundeltje niet is verkregen uit de speciale actie van De Beuk.

Theodora Pigmans is beeldend kunstenaar, kreatief therapeute en werkte vele jaren als psychiatrisch verpleegkundige. In 1994 debuteerde ze met de dichtbundel ‘Zwemvliezen om mijn hart’. Uit de bundel ‘Dichterbij ooit’ komt het gedicht ‘Chinese dialoog’.

.

Chinese dialoog

.

Mijn huis ligt in een

verdronken landschap

.

tussen jade en smaragd

.

aangescherpt door het

verleden, in geilheid

.

van de macht.

.

Hij, wist niet wat

liefhebben was

.

zijn ouders hadden het

immers nooit beschreven.

.

Máár… zijn

herinnering was teder

.

na de streling

van haar blanke huid.

.

Wie lang treurt

verspeelt zijn leven

.

‘Zei de stem’ uit het

– verdronken landschap.

.