Site-archief
Nijhoff en Celan
Ton Naaijkens
.
Deze week werd bekend gemaakt dat vertaler Ton Naaijkens (1953, geboren in het jaar dat Nijhoff stierf) de Martinus Nijhoff Vertaalprijs heeft gekregen. De prijs is bestemd voor vertalers die vertalen in en uit het Nederlands. Elk jaar wordt een vertaler die vertaalt in het Nederlands bekroond. Eens in de vijf jaar – bij elk lustrum van het Cultuurfonds – krijgt tevens een vertaler die vertaalt uit het Nederlands de prijs toegekend.
Ton Naaijkens krijgt de prijs voor zijn vertalingen van poëzie en proza uit het Duits. De jury prijst niet alleen zijn indrukwekkende, rijke oeuvre, maar ook zijn decennialange inzet om ‘vertaling in het cultuurleven en vooral in het hoger onderwijs een plek te geven’. Naaijkens is vooral bekend van zijn vertalingen van het werk van dichter Paul Celan (1920-1970). In een artikel over het werk van Ton Naaijkens stelt de schrijver van het artikel: ” Hoewel Naaijkens ook werk van Robert Musil en hedendaagse Duitse dichters heeft vertaald, kun je gerust stellen dat de vertaling van Celans oeuvre zijn levenswerk is geworden.”
Mooi dat een vertaler van dichters, een vertaalprijs krijgt die vernoemd is naar een dichter (en vertaler) namelijk Martinus Nijhoff (1894-1953). In 1934 verscheen van Nijhoff de bundel ‘Nieuwe gedichten’ en daaruit komt het gedicht ‘Het lied der dwaze bijen’. Lees hier een analyse van dit bijzondere gedicht.
.
Het lied der dwaze bijen
..
Een geur van hooger honing
verbitterde de bloemen,
een geur van hooger honing
verdreef ons uit de woning.
.
Die geur en een zacht zoemen
in het azuur bevrozen,
die geur en een zacht zoemen,
een steeds herhaald niet-noemen,
.
ried ons, ach roekeloozen,
de tuinen op te geven,
riep ons, ach roekeloozen
naar raadselige rozen.
.
Ver van ons volk en leven
zijn wij naar avonturen
ver van ons volk en leven
jubelend voortgedreven.
.
Niemand kan van nature
zijn hartstocht onderbreken,
niemand kan van nature
in lijve den dood verduren.
.
Steeds heviger bezweken,
steeds helderder doorschenen,
steeds heviger bezweken
naar het ontwijkend teeken,
.
stegen wij en verdwenen,
ontvoerd, ontlijfd, ontzworven,
stegen wij en verdwenen
als glinsteringen henen. –
.
Het sneeuwt, wij zijn gestorven,
wij dwarrelen naar beneden.
Het sneeuwt, wij zijn gestorven,
het sneeuwt tusschen de korven.
.
Dichter op verzoek
Martinus Nijhoff
.
In 2017 begon ik op dit blog een nieuwe categorie Dichter op verzoek. De eerste van vele delen begon met de dichter Nijhoff (waar ik nog vele malen aandacht aan zou besteden). Omdat ik vanaf vandaag deze categorie weer nieuw leven in wil blazen, vandaag een gedicht van die zelfde Martinus Nijhoff (1894-1953) getiteld ‘De schrijver’. Ik kon in de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1976 (6e druk) maar liefst kiezen uit drie gedichten met diezelfde titel. Blijkbaar was het een onderwerp dat Nijhoff bezig hield als dichter. Deze gedichten staan in bet hoofdstuk Verspreide gedichten en ik koos voor het tweede gedicht, een sonnet.
Vanaf nu wil ik weer vaker dichters op verzoek gaan plaatsen dus heb je een favoriete dichter, en het maakt niet uit of dat een jonge dichter, een aanstormend talent is, een Tachtiger, Vijftiger, Maximaal, buitenlands of Nederlands dichter, laat een reactie achter en ik ga er iets mee doen. Vanaf nu elke zondag de komende periode.
.
De schrijver
.
Telkens komen tusschen de wolken door
vogels met nieuwe tekst tegen de ramen,
en ik zit mij, onder mijn lamp, te schamen
dat ik niet neer kan schrijven wat ik hoor.
.
O God! Hoe dorst ik lachen om lichamen
van wier volmaakte schoonheid een flauw spoor
in kleeding overblijft, ik die aldoor
uw evangelie uitstraal voor reclame.
.
Hoe dorst ik lachen? In hun oogopslag
is vogelwiekslag meer dan uit te spreken.
Ik kan niets doen, niets doen. Ik wacht den dag
.
dat zich één vrouwehand opheft, ten teeken
dat ik wat voor mij neerstrijkt nemen mag.
Want hoor, hij zingt, hij is niet te onderbreken.
.
Prosper aan Guido
Prosper van Langendonck
.
Bij het lezen van de naam Prosper moest ik onwillekeurig denken aan Foleor van Steenbergen, de ons in 2021 ontvallen toondichter, maar dat heeft vooral met de ietwat ouderwetse naam te maken, dat weet ik. De naam Prosper van Langendonk kwam ik tegen toen ik las in de bundel ‘Dichters van vroeger’ een bloemlezing uit acht eeuwen Nederlandse poëzie, samengesteld door Garmt Stuiveling uit 1977. Ik realiseer me dat 1977 voor veel mensen al ‘vroeger’ is maar veel van de namen in deze bundel zijn herkenbaar, al is het maar omdat vele straten en lanen genoemd zijn naar de grote dichters uit ons verleden.
Prosper van Langendonk (1862-1920) was een Vlaams dichter hetgeen me verraste, uit de ondertitel van deze bundel zou je verwachten dat het Vlaamse smaldeel buiten de selectie is gehouden. In de Aantekeningen en Verklaringen staat ook niets van deze dichter opgenomen, alsof hij illegaal mee is gelift.
In 1893 richtte Van Langendonck samen met August Vermeylen, Emmanuel de Bom en Cyriel Buysse het literaire tijdschrift ‘Van Nu en Straks’ op, het tijdschrift dat de Vlaamse literatuur vernieuwde. Zijn opstel uit 1894 ‘De herleving van de Vlaamse poëzij’ gold als manifest van de literaire vernieuwing. Binnen de redactie van het tijdschrift had hij als enige rooms-katholiek wel meer voeling met de traditionele stijl. De thema’s die hij vanuit zijn achtergrond beschreef werden op een romantische, nogal zwaarmoedige manier, met naar moderne oren omslachtig taalgebruik, worden verwoord. Later in zijn leven, kwam er meer weltschmerz in zijn werk waarschijnlijk door de schizofrenie waaraan hij leed.
Van Langendonk schreef vooral voor Van Nu en Straks maar er werd ook werk van hem opgenomen in Dietsche Warande en Belfort. De reden dat ik hier over deze dichter schrijf is tweeledig. Allereerst is het een (bijna) vergeten dichter maar daarnaast is in de bundel een gedicht opgenomen dat hij schreef ‘aan Guido Gezelle’ ook al een Vlaamse dichter die is opgenomen met werk in deze bundel. De ondertitel had dus waarschijnlijk beter ‘een bloemlezing uit acht eeuwen Nederlandstalige poëzie’ kunnen heten.
.
Aan Guido Gezelle
.
Zwaar peinzend hoofd, met eeuwigheid omtogen,
doorgroefd van voren, door de idee geleid,
diep over al dat werelds wee gebogen,
dat, staag opwellend in uw boezem schreit;
.
schoon hoofd, wars van versiering, los van logen,
wijdstralend brandpunt van ál-menselijkheid,
waarop, nu ’t aardse leven is vervlogen,
een glans van eeuwig leven ligt gespreid;
.
in laaie liefdesvlammen gaan ons harten
tot U, die al hun liefd’ hebt voorgevoeld,
en duizendvoud doorvoeld hun fijnste smarten,
.
met gal gelaafd, door ’t waanwijs volkje omjoeld,
waarop gij nederschouwt, met zielvolle ogen,
groots van vergiffenis en mededogen…
.
Dichtregel
E.E. Cummings
.
Eerder deze week schreef ik al over de mooiste liefdes dichtregels en dat de nieuwe MUGzine als richting een dichtregel had meegekregen van E.E. Cummings (1894 – 1962). Die regel: “it’s always ourselves we find in the sea” komt uit het gedicht ‘maggie and milly and molly and may’ uit 1956. Ik nam de tekst uit The Penguin Poets serie ‘e.e. cummings selected poems 1923-1958’ gepubliceerd in 1963. Het gedicht is muzikaal, zit vol alliteraties en gaat over het leven en alle emotionele ervaringen die we in het leven hebben maar vooral over verlies en troost.
.
maggie and milly and molly and may
went down to the beach(to play one day)
.
and maggie discovered a shell that sang
so sweetly she couldn’t remember her troubles, and
.
milly befriended a stranded star
whose rays five languid fingers were;
.
and molly was chased by a horrible thing
which raced sideways while blowing bubbles: and
.
may came home with a smooth round stone
as small as a world and as large as alone.
.
For whatever we lose(like a you or a me)
it’s always ourselves we find in the sea
.
.
Horizontale zaken
Dichter van de maand
.
Ondanks dat dichter van de maand november E.E. Cummings (1894 – 1962) een grote schare fans kent in het Nederlands taalgebied, is zijn werk slechts zeer beperkt vertaald in het Nederlands. Ik schreef al eerder over vertalingen van zijn gedichten door Lepus op internet. Maar ook Jo Stevens en Luc Wenseleers vertaalden 11 gedichten voor de bloemlezing ‘Adam en Eva en de stad. Amerikaanse poëzie van de 20e eeuw’ uit 1966. In 1982 publiceerde Peter Verstegen Het driehoekig waarom , een tweetalige editie met 40 gedichten, waarna hij in 1996 opnieuw (dit keer 17 liefdesgedichten) vertaalde onder de titel ‘Jouw ogen hebben hun stilte’. En in 2019 werd opnieuw onder een vertaling gepubliceerd door vertaler Willy Spillebeen (1932) getiteld ‘Horizontale zaken’ bij uitgeverij P. De bundel heeft als ondertitel ‘69 gedichten over liefde, onliefde en lust & Belgium’. Het aantal gedichten verwijst vanzelfsprekend naar het erotische element in het werk van E.E. Cummings.
Het ‘& Belgium’ lijkt wat willekeurig gekozen in de ondertitel (E.E. Cummings heeft dat vast nergens zo geschreven of bedoeld. Eric van Loo geeft op de site van Meander een uitleg hierover:
“De toevoeging & Belgium zinspeelt op de tweede bundel van cummings, getiteld & (1925). Een ampersand als titel van een bundel, over eigenzinnig gesproken. Spillebeen geeft aan ‘Belgium’ meer als curiosum te hebben opgenomen, en minder vanwege de kwaliteit. Het is natuurlijk ook een knipoog van een Vlaming naar het feit dat deze Amerikaanse dichter middenin de Eerste Wereldoorlog –nog voordat hij naar Europa vertrok als vrijwillige ambulancier– een gedicht aan het door de oorlog zwaar getroffen België wijdde.”
Uit de bundel ‘Horizontale zaken’ het onderstaande gedicht (oorspronkelijk en in vertaling) dat oorspronkelijk verscheen in ‘Poetry, a magazine of verse’ uit 1939. Een mooie analyse van dit gedicht staat op de website van bulbapp
.
liefde is dikkerder dan vergeten
dunnerder dan blijven weten
zeldzamer dan een golf nat is
talrijker dan wat niet je dat is
zij is het meest dwaas en manig
en minder zal ze onzijn
dan de hele zee die danig
dieper dan de zee kan zijn
liefde is minder altijd dan winnen
minder nooit dan ze levend is
minder groter dan het minst beginnen
minder kleiner dan vergiffenis
zij is het meest gezond en zonnig
en meer kan zij niet sterven
dan de hele hemel die alleen nog
hoger is dan de hemel zelve
.
love is more thicker than forget
more thinner than recall
more seldom than a wave is wet
more frequent than to fail
it is most mad and moonly
and less it shall unbe
than all the sea which only
is deeper than the sea
love is less always than to win
less never than alive
less bigger than the least begin
less littler than forgive
it is most sane and sunly
and more it cannot die
than all the sky which only
is higher than the sky
.
Neem bijvoorbeeld dit
E.E. Cummings
.
Vandaag, zondag, een gedicht van dichter van de maand november E.E. Cummings (1894-1962). Dit gedicht zonder titel (heel gebruikelijk bij Cummings) verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘&’ die Cummings in eigen beheer uitgaf in 1925. Het gedicht verscheen in een vertaling in van Peter Verstegen in De Tweede Ronde, jaargang 2 in 1981.
.
Take for example this:
if to the colour of midnight
to a more than darkness(which
is myself and Paris and all
things)the bright
rain
occurs deeply,beautifully
and i(being at a window
in this midnight)
for no reason feel
deeply completely conscious of the rain or rather
Somebody who uses roofs and streets skilfully to make a
possible and beautiful sound:
if a(perhaps)clock strikes,in the alive
coolness,very faintly and
finally through altogether delicate gestures of rain
a colour comes,which is morning,O do not wonder that
(just at the edge of day)i surely
make a millionth poem which will not wholly
miss you;or if i certainly create,lady,
one of the thousand selves who are your smile.
.
Dichter van de maand november
E.E. Cummings
.
Voor de vaste lezer van dit blog is het wel bekend, één van mijn favoriete dichters uit het Engelse taalgebied, is E.E. Cummings. Ik heb al vele gedichten van hem door de jaren gedeeld op dit blog en zelfs een aantal vertalingen van zijn gedichten. Ik kwam echter tot de ontdekking dat ik hem nog niet dichter van de maand heb gemaakt.
Voor wie E.E. Cummings nog relatief onbekend is: Edward Estlin Cummings (1894 – 1962), vaak gestileerd als e e cummings, was een Amerikaans dichter, schrijver en kunstschilder. Hij was een van de meest radicaal experimentele en inventieve schrijvers van de 20e eeuw. Zijn stijl wordt gekenmerkt door typografisch non-conformisme, het gebruik van jazzritmes, jargon en andere elementen uit de populaire cultuur.
Al vanaf jonge leeftijd hield hij zich bezig met het schrijven van gedichten. Zijn eerste gepubliceerde collectie gedichten kwam van zijn manuscript uit 1922 met de titel ‘Tulips & Chimneys’ (Tulpen & Schoorstenen). In zijn gedichten verwerpt hij de formele dichtvormen zoals stanza’s en het gebruik van metrum. Zijn stijl wordt daarnaast gekenmerkt door typografische innovaties, zoals afwijkend hoofdlettergebruik (echter niet een volledig ontbreken van hoofdlettergebruik) en interpunctie, en door woorden of delen van woorden die weloverwogen over de pagina verspreid staan.
Uit de bundel ‘100 selected poems’ uit 1994 begin ik de maand november met een gedicht in enigszins slang Amerikaans zonder titel dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Is 5’ uit 1926.
.
mr youse needn’t be so spry
concernin questions arty
.
each has his tastes but as for i
i lkes a certain party
.
gimme the he-man’s solid bliss
for youse ideas i’ll match youse
.
a pretty girl who naked is
is worth a million statues
.
Glazenwasser ziet schilderijen
Menno Wigman
.
Met enige regelmaat ga ik voor mijn boekenkast staan en bekijk ik de ruggen van de vele dichtbundels die er staan. En altijd stop ik bij een bundel die ik op dat moment wil inzien en lezen. Dit keer is dat de bundel ‘Verzamelde gedichten’ van Menno Wigman (1966 – 2018) die in 2019 na zijn overlijden werd gepubliceerd. Een prachtig vormgegeven bundel, samengesteld door collega dichters Neeltje Maria Min en Rob Schouten.
Zoals vaker komen naar aanleiding van een gedicht dan gedachten en in dit geval was dat bij het gedicht ‘Glazenwasser ziet schilderijen’. Ik was afgelopen week in Nancy in noordoost Frankrijk en ik bezocht daar onder andere het Musee des Beaux-Arts. In dat museum hangt het schilderij ‘Anne et Jehanne’ van Laura Leroux-Revault uit 1894. Een prachtig bijna Prerafaëlitisch schilderij van twee meisjes. Ik weet niet of er eind 19e eeuw al glazenwassers waren maar als die dit doek hadden zien hangen in een huis zouden ze ongetwijfeld even gepauzeerd hebben om het te bewonderen.
Het gedicht van Menno Wigman gaat juist over een persoon (de dichter) die tijdens het glazenwassen naar buiten kijkt, kunst ziet hangen en zichzelf en zijn situatie als schilderij ziet. Dat is het mooie van kunst en poëzie, ze kunnen je op gedachten brengen die je voorheen niet had of die losgezongen zijn van waar je naar kijkt.
.
Glazenwasser ziet schilderijen
.
Auto’s, gelach, geraas: alles slaat dood
op zeven hoog. Ik hoor alleen mijn spons
.
en het verkouden knarsen van het staal
waaraan ik hang. Soms spreekt een wolk mij aan
.
of gis ik wat een meeuw te zeggen heeft.
De mensen: druk, wit. stemloos, achter glas.
.
Op acht hoog kunst. Dat meisje daar, die lach,
wie heeft haar zo bespied dat ze immuun
.
voor complimenten mijn gezicht in kijkt?
En wanneer breekt die sperwer uit zijn lijst?
.
Ik hang hier als een ijskoud schilderij
waar niemand oog voor heeft, ik poets en zwoeg
.
en maak het uitzicht vrij – schilder er maand
na maand onvervalste wolken bij.
.
Kijk. Daar kruipt al zonlicht in mijn lijst.
.
Lana Del Rey
Norman fucking Rockwell
.
Soms hoor je een liedje op de radio waarvan de tekst je intrigeert. Dat gebeurde bij het, overigens bijzondere mooie, nummer ‘Norman fucking Rockwell’ van zangeres Lana Del Rey (1985). Met name de zin ‘Your poetry’s bad and you blame the news’.
Norman Rockwell is een beroemde Amerikaanse schilder (1894 – 1978) van alledaagse gebeurtenissen uit het nieuws van midden 20ste eeuw. Hij was een realistisch en romantisch schilder en Lana Del Rey heeft duidelijk minder op met de stijl van zijn werk. Halverwege 2011 (vlak voor de aanvallen op de Twin Towers op 11 september in de New York) verscheen van Randall R. Freisinger de bundel ‘Nostalgia’s Thread: Ten Poems on Norman Rockwell Painting’ wat de kijk van Del Rey op zijn werk ongetwijfeld beïnvloed heeft; nostalgische gedichten over een geïdealiseerde wereld van de 20ste eeuw.
De tekst van ‘Norman Fucking Rockwell zegt verder genoeg.
.
Norman fucking Rockwell
.
Godamn, man child
You fucked me so good that I almost said, “I love you”
You’re fun and you’re wild
But you don’t know the half of the shit that you put me through
Your poetry’s bad and you blame the news
But I can’t change that, and I can’t change your mood
Ah ah
.
‘Cause you’re just a man
It’s just what you do
Your head in your hands
As you color me blue
Yeah, you’re just a man
All through and through
Your head in your hands
As you color me blue
Blue, blue, blue
.
Goddamn, man child
You act like a kid even though you stand six foot two
Self-loathing poet, resident Laurel Canyon, know-it-all
You talk to the walls when the party gets bored of you
But I don’t get bored, I just see you through
Why wait for the best when I could have you?
You
.
‘Cause you’re just a man
It’s just what you do
Your head in your hands
As you color me blue
Yeah, you’re just a man
All through and through
Your head in your hands
As you color me blue
Blue, blue
.
You make me blue
Blue, blue, blue
Blue, blue, blue
.