Categorie archief: Voordrachten
Waarheidsvinding
De Haarlemse dichtlijn
.
Op Hemelvaartsdag wordt al sinds jaar en dag De Haarlemse Dichtlijn georganiseerd, een poëziefestival waar maar liefst 100 dichters aan kunnen meedoen. In het Verhalenhuis aan de van Egmondstraat kwamen dit jaar ruim 60 dichters bij elkaar, met publiek meer dan 100 mensen. I de Theaterzaal, de Ademende zolder, het Taalterras en de Intieme huiskamer werd in drie ronden voorgedragen. Ik droeg voor in de eerste en de derde ronde met tweemaal drie gedichten.
De organisatie was als altijd van zeer hoog niveau, de inleiders en presentatoren kundig en het was weer een plezier om zoveel bekende en onbekende dichters te mogen beluisteren en spreken. De festivalbundel (te koop voor € 12,- bij de organisatie) die elk jaar gemaakt wordt van alle gedichten die de deelnemende dichters inbrengen werd dit jaar vormgegeven door Mart Warmerdam. Ook ik heb een gedicht ingebracht met het thema ‘Plot’ getiteld ‘Waarheidsvinding’ dat is opgenomen in de bundel.
Het bestuur van Meander (Alja Spaan, voorzitter, Peer van den Hoven en ikzelf) konden op deze mooie middag ook de bundel met bijdragen van de Meandermedewerkers voor het eerst aanschouwen. De bundel ‘Wat maakt een gedicht goed?’ wordt binnenkort officieel gepresenteerd.
.
Waarheidsvinding
.
Ik droomde de waarheid. In die lucide momenten
was er steeds het besef, dat ik kort van herinnering ben.
.
Het verlies van die helderheid laat geen leegte achter,
de waarheid is steeds een momentopname. Waarom
.
waken over gedachten die verlopen in de tijd,
daarin hun uiterste houdbaarheid bereiken? Nu,
.
wakker geworden door de lichtheid van de ochtend,
begin van lichamelijk leven, na de veilige onthechting,
.
blijft opnieuw die vraag liggen. Tijd schenkt pauzes van
schijnbare duidelijkheid in een leven vol ruis.
.
‘Poëzie anders
Peter van den Berg
.
Afgelopen donderdag Hemelvaartsdag was ik als dichter deelnemer aan De Haarlemse Dichtlijn. Vijf uur lang traden maar liefst 55 dichters op in het prachtige Huis Hodson aan de Spaarne in Haarlem. Na twee jaar van stilte en digitaal poëzievertier was het een verademing om gewoon weer eens op een podium te staan en dichters live te horen voordragen. In 5 blokken van een uur traden de deelnemende dichters op slechts onderbroken door korte pauzes van 5 minuten. Ik mocht in het eerste blok dat door Marten Janse werd gepresenteerd.
Het mooie van De Haarlemse Dichtlijn vind ik toch wel dat rijp en groen, jong en (vooral) oud hier de mogelijkheid krijgt zijn of haar poëzie te laten horen. Van meermaals gepubliceerde dichters, tot amateurs die al langer dichten, van semiprofessioneel tot dichters uit de Straatkrant, iedereen kan hier een plekje op het podium krijgen. Behalve het weerzien met oude bekenden geniet ik altijd erg van dichters die ik (nog) niet (zo goed) ken.
Een paar dichters sprongen er voor mij uit zoals onder andere Jolies Heij, Frans Terken, Lucas Kruse, Paul Roelofsen, Jan Kal, Johan Meesters, Mischa van Huijstee en Peter van den Berg. Die laatste is een voormalig huisarts en een vrije en expressieve dichter met een voorkeur voor Wiskunde. In de bundel ‘Vicit Vim Virtus’ Moed heeft het geweld overwonnen (de stadsspreuk van Haarlem) staat het intrigerende gedicht ‘Datum: MMXXII na Christus, dag 14, ofwel LXIX na Petrus Montanus, dag 129′. Ik moest tijdens zijn voordracht meteen aan het gedicht “Mond is spruitje’ van Jan Bais denken dat in 2009 werd gepubliceerd in de gelijknamige bundel door uitgeverij de Brouwerij.
Het gedicht van Peter van den Berg (1948) was door de vorm en de absurdistische inhoud zo anders dan al het andere dat ik hoorde dat ik het hier wilde plaatsen. Gedichten in een dergelijke vorm, die anders durven te zijn worden steeds schaarser binnen het poëtisch palet van de Nederlandse dichtersgemeenschap en juist ook daarom hier een stevige lans gebroken voor Peter van den Berg.
.
Datum: MMXXII na Christus, dag 14, ofwel
LXIX na Petrus Montanus, dag 129.
.
Het geschiedde in jaar 0, dag
1, mijn geboortedag, DD-13 zag het licht.
DD-13, geen 1013, zoals
Covid-19 geen 625, (5 in dubbel-
kwadraat).
DD-13 is Donald Duck 13, met voorop
Kwik, Kwek, Kwak.
Kwuk ontbrak, na DD-woedevuur, geplakt
achter behang, verdroogd, vergeeld, vergeten…
Zo ook Kwoks lot.
.
Het geschiedde in jaar 0, dag
14, een plaag, een catastrofe, een
zondvloed volgens strenge schriftkundigen.
Zeeland werd zeven weken zeezee.
.
Het geschiedde nog vóór Petrus, ene elisabeth van
Engeland werd queen van Brittenland.
Het kroonjaar was jaar 0.
Tot haartot mijn tot ieders verbazing ontmoet
in bundel DHD haar naam die
dolle duck en woeste waterwolf,
en niet krooneend noch Sint-Elisabethsvloed.
.
Haarlemse dichtlijn 2022
Voordragen!
.
In 2019 was ik voor de eerste keer aanwezig bij de Haarlemse Dichtlijn een megadichterspodium in Haarlem dat op Hemelvaartsdag wordt georganiseerd. In 2020 en 2021 ging dit spektakel helaas niet door wegens Corona (wel een keer digitaal, dat was op zichzelf erg leuk maar slechts een slap aftreksel van de werkelijke vorm). Dit jaar gaat het gelukkig wel weer door en ik mag een plekje vullen op het podium.
Het podium staat dit jaar niet op allerlei plekken in de Haarlemse binnenstad. Er is maar één podium en die staat in de aula van Huis Hodshon, Spaarne 17. Om 12.00 uur vindt de eerste dichtronde plaats waarin ik een plekje heb (als 4e na Cora de Vos en voor Else Dudink), gepresenteerd door Marten Janse, voorzitter van de Haarlemse Dichtlijn. De vier aansluitende rondes, ook in Huis Hodshon, worden respectievelijk gepresenteerd door Peer van den Hoven, Lieneke van der Veen, Rogier Cornelisse en Anneruth Wibaut, ook allen lid van de organisatie Haarlemse Dichtlijn. Steeds negen, tien of elf dichters die elk drie gedichten voordragen en samen het publiek verwennen met een dertigtal nieuwe gedichten.
Welke drie nieuwe gedichten ik ga doen, daar zit ik nog op te broeden. Een bezoekje aan Haarlem kan ik echter nu al zeer aanbevelen. Want ik ben slechts één van de 55 dichters die die dag gaan optreden. Andere dichters zijn bijvoorbeeld Jan Kal, Frans Terken, Erika De Stercke, Anneke Wasscher, Gerard Scharn en Jolies Heij.
Een gedicht dat ik afgelopen jaar schreef (maar dit keer niet zal voordragen op de Haarlemse Dichtlijn) is het gedicht ‘Zandkorrel’ dat ook als ansichtkaart wordt weggegeven bij elke nieuwe MUGzine.
.
Zandkorrel
Golven hebben je benen lief,
op hun strelende beweging
reis ik mee.
Illegale zee-vluchteling,
gelegenheidsreiziger langs strakke
kuiten, zout-gladde bovenbenen.
Tot in de beschutting van je lies,
vastgeklampt aan zoveel schoonheid,
mijn verblijf verlengd
in de warmte van je broekje. Tot
wekend badwater of een
kille douchestraal mij
van je losrukt.
.
Hoe dat moet
Frank Diamand
.
Afgelopen zaterdag was ik gevraagd te komen voordragen bij het dichterspodium Reuring van Alja Spaan in Alkmaar. Helaas moest Eva Jeune afzeggen maar samen met Petra van Rijn en Frank Diamand mocht ik de aanwezigen trakteren op mijn poëzie. Frank Diamand kende ik als dichter niet, ik had zijn naam weleens langs zien komen maar dat was het. Ten onrechte bleek.
Frank Diamand (1939) en zijn ouders werden in september 1944 in de laatste trein vanuit Westerbork naar Bergen-Belsen getransporteerd. Op 13 april 1945 werd hij door Amerikanen bevrijd uit een van de treinen met zogenaamde ‘ruil-Joden’ (Joden die mogelijk tegen Duitse krijgsgevangenen geruild zouden kunnen worden), die van Bergen-Belsen naar Theresienstadt reed.
Frank Diamand is dichter en was filmmaker, regisseur en producer van documentaires voor de VARA. Ook werkte hij voor de Humanistische Omroep, de IKON, RVU en de Joodse Omroep. Diamand debuteerde als dichter in 1966 met het gedicht ‘Cybernetica’ in De Gids. Pas twintig jaar later, 1986, verscheen bij Van Gennep zijn debuutbundel ‘Wie wil er nu met Hitler in de tobbe?’. Latere bundels verschenen bij Essential Arts en Amphora books.
Dit jaar verscheen van hem bij Essential Arts de tweetalige bundel ‘Hoe dat moet loslaten en bewaren tegelijkertijd? / How that is done. holding and letting go at the same time? Uit deze bundel ,maar ook uit eerdere bundels, droeg Diamand voor en ik was plezierig verrast, ik had weer een bijzondere dichter ontdekt.
Uit zijn meest recente bundel die ik bij hem aanschafte (waarover Judith, een vriendin van hem zei: “Het perfecte cadeau voor iedereen die ooit gedumpt werd” het gedicht ‘Gepruttel na de breuk’.
.
Gepruttel na de breuk
.
Ik protesteer, ik weiger, ik laat me niet
tot een vergissing reduceren.
Ik ben je vader niet
noch je verkeerde echtgenoten.
.
Bedrieglijke bankbreuk heb je gepleegd.
Je deed je voor als lucratief
beleggingsfonds voor liefde.
Je belazerde de kluit.
.
Je deed me weg als een Marie Kondo.
Wreed ben je,
ter bescherming van het waanbeeld
in je hoofd, houd je me van verre.
.
Ik junkie van praten en contact,
– ik beken, en andere gebreken –
moet nu cold turkey verder.
.
Een verwend nest ben je,
maar o wat kan je zoenen.
.
Miguel Santos
Dichter bij de dood
.
Afgelopen zondag was de eerste editie van het poëziepodium van Dichter bij de dood op de Haagse begraafplaats Oud Eik & Duinen. 15 dichters traden op in de buitenlucht op een van de laatste warme dagen van dit jaar. Een van deze dichters is Miguel Santos, de Rotterdamse dichter en schrijver. In 2013 schreef hij een tijdje opmerkelijke columns voor het toen nog jonge Rotterdamse platform bogue.nl.
Met zijn poëzievoordrachten stond hij o.a. op het Rotterdamse kunstplatform Speyksessies, Geen Daden Maar Woorden, Boek NU!, Woordnacht, Duizel in het Park, Woorden Worden Zinnen en Nacht van de Kaap. Daarnaast is hij een van de gastheren van de PoetsClub Rotterdam, de beroemde en beruchte poëzieavond elke eerste woensdag in Café De Schouw.
Zijn poëzie verscheen eerder in o.a. verzamelbundels Erotica! Deel I en II, de eerste bundel van mijn poëzieuitgeverij MUGbooks: Wij dragen Rotterdam, Ode aan, Gers! Magazine en Lijn 4. In de zomer van 2016 bracht hij een minireeks poëziebundels uit onder de noemer ‘Uurtjespoëzie’, een verzameling gedichten die online zijn ontstaan.
Op de website https://www.rotterdamsedichters.nl/ is hij ook als dichter te vinden. Daar staat een gedicht van zijn hand waar ik meteen iets in herkende. Ik droeg zelf afgelopen zondag het gedicht ‘Boom’ voor. De eerste regels van zijn gedicht doen me daar aan denken. Daarom hier dit gedicht.
.
zullen we gewoon doen
alsof we allebei
een boom zijn,
dan gaan we samen
op bed wortel liggen
schieten, de armen omhoog
gegooid, dat ze dan
maar snel in elkaar
groeien als takken
en eenmaal in elkaar
verstrengeld geraakt
is het wachten op
al die witte duiven
die alleen maar geluk
kunnen meebrengen
want van nestjes bouwen
hebben ze in tegenstelling
tot jij en ik geen kaas gegeten
.
Rafaello
De donkere bloei
.
In de bundel ‘De donkere bloei’ van Willem de Mérode (pseudoniem van Willem Eduard Keuning, 1887 – 1939) uit 1926 dat ik in bezit heb, is op de titelpagina een blad geplakt van de Chr. Reciteerclub “Da Costa” Schiedam. De eerste prijs werd toegekend in den onderlingen wedstrijd op maandag 15 juli 1929 aan den heer C.J. Nobel, in de afdeeling Ernst, Klasse A.
Kom daar nog maar eens om, een reciteerclub. Het voordragen van gedichten is tegenwoordig voorbehouden aan poëziepodia en dichtersclubjes waar men gedichten aan elkaar voorleest of voordraagt. Maar een club voor het reciteren van gedichten door jongelui (dat laatste bedenk ik erbij) is vooral iets vanuit een ver verleden. Grappig genoeg droeg C.J. Nobel geen gedicht voor uit de bundel ‘De donkere bloei’ en ook niet van Willem de Mérode maar het gedicht ‘De Vreemde Tocht’ van François Pauwels (1888 – 1966).
De bundel van Willem de Mérode bevat vele religieus getinte gedichten en een aantal gedichten gewijd aan kunstenaars zoals Michelangelo, Lionardo en Raffaello. Het gedicht over de laatste wil ik hier met jullie delen.
.
Raffaello
.
Hij houdt zoo argeloos van bonte kleuren,
Een kind, dat blij zijn fijnste verfjes nam,
En wachtte pooplend, of er iemand kwam,
Om met zijn glanzend bonte prent te geuren.
.
Hij schildert het verschrikkelijke gebeuren
Met lossen zwier en vol lieftalligheid
’t is alles zalig en gebenedeid,
Al moet de hemel ook van droefheid scheuren.
.
Hoe weent en dondert Michel Angelo,
Hoe hemels glimlacht Fra Angelico?
Maar hij werd nooit gestoord door moeite en zorgen.
.
Zijn naam is als een levend klankenspel.
Gods jongste engel heet zoo: Rafaël.
En wie bemint geen lichte lentemorgen!
.
Poëziewandeling
14 augustus in en om ’t Woudt
.
De gemeente Midden-Delfland is een zeer actieve gemeente als het om cultuur gaat. Midden-Delfland is gelegen tussen Delft, het Westland en Maassluis, Vlaardingen en Schiedam in Zuid Holland. De gemeente is een groene oase tussen een sterk verstedelijkt gebied. Dit jaar organiseren ze in Midden-Delfland de ‘Ode aan’. Een onderdeel van deze Ode is een wandeling in 5 gedichten.
Voor deze wandeling ben ik gevraagd om als dichter mee te denken over de inhoud van deze wandeling. Samen met dichter Alja Spaan zorg ik voor de poëzie tijdens de wandeling. De wandeling voert door ’t Woudt, wat volgens velen het kleinste en ook het aardigste dorpje van Nederland is. Het dorpje heeft een geschiedenis van vele eeuwen en lijkt al jaren geleden te zijn ingeslapen. Alle ingrediënten dus voor een poëtische stemming en veel dichterlijke vrijheid in de polders rondom ’t Woudt.
De wandeling begin en eindigt in ’t Woudt, op zaterdag 14 augustus van 13.30 tot 16.30 uur. Wil je meewandelen en meer te weten komen over de vogels in het bijzondere gebied rond ’t Woudt en genieten van de natuur, poëzie, meld je dan aan op https://www.cultuurplatformmiddendelfland.nl/ode/programma/t-woudt/675030_rondom-t-woudt-een-wandeling-in-5-gedichten-14-8-2021 . of hier link
Hieronder een gedicht van inwoner Tineke van Gils over Midden-Delfland om al in de stemming te komen.
.
Midden-Delfland
.
Van Krabbeplas tot Woudsepolder,
van Mandjeska’ tot Boonervliet,
het wintervoer ligt hier op zolder,
de kikker huist hier in het riet.
Dit grazige land met zijn greppen en vlieten
en kreekruggen waar boerderijen staan,
met trekkades waar de paarden liepen
en kwakels om over het water te gaan,
waar de wind vrij waait uit alle streken,
het geluid tot aan de einder draagt,
waar de mist in de avond als een deken
het water ontstijgt en het vee vervaagt.
Weids is dit land met zijn vaarten en tochten
waar wilgen geknot langs de paden staan;
voortdurend wordt hier met het water gevochten –
laat dit land niet ten onder gaan.
Want – dit is het land tussen kassen en steden,
de gastvrije grond waar verleden en heden
langs Gaag en Schie elkaar ontmoeten,
waar stad en land elkaar begroeten.
Sta op uit de veren
er is heel wat te doen,
nóg rust hier de hemel
op een bedje van groen.
.