Categorie archief: Gedichten op vreemde plekken

Gedichten op bierviltjes

Gedichten op vreemde plekken

.

Het is alweer even geleden dat ik hier een voorbeeld gaf van een gedicht op een vreemde plek. Dat wil zeggen, een gedicht dat ergens op geprint, geschreven, gedruklt of geschilderd is buiten een boek. Op internet kwam ik een leuk voorbeeld tegen van poëzie op een vreemde plek, niet origineel in de zin dat een gedicht op een bierviltje iets nieuws is of iets heel origineels maar de uitvoering vind ik dan weer wel heel aardig.

In 1985 bracht Novella een serie bierviltjes met gedichten van bekende Nederlandse dichters. Ter promotie van de reeks werd één gedicht van Hans Andreus op groot formaat bierviltmateriaal gezeefdrukt in een oplage van 7 exemplaren. In 1994 verscheen een tweede reeks. Inmiddels zijn de bierviltjes collectorsitems geworden en worden ze op sites als Lastdodo aangeboden. Dat er nog weinig animo voor is blijkt wel uit het feit dat de hoogste prijs voor bijvoorbeeld een viltje met een gedicht van Judith Herzberg momenteel € 0,10 is. Desalniettemin een erg leuk voorbeeld van poëzie op vreemde plekken.

.

Nou en of

Derek Otte

.

Afgelopen zondag was ik bij de dertigste editie van Puur Gelul in het Paard in Den Haag. Puur Gelul is een avond vol overdonderend zinloos verbaal geweld. Een bonte verzameling van schrijvers, sprekers, verhalenvertellers, dichters, rappers en stand-up comedians komen uit het hele land naar Den Haag om de literatuur een ‘boost’ te geven. Ik kom hier graag en regelmatig om de licht chaotische maar oh zo sympathieke organisatie, de veelheid en verscheidenheid aan literaire en minder literaire woordenaars en vooral om een geweldige avond uit te hebben.

Zondag was de dertigste editie alweer. Aan de lijst met grote namen die op Puur Gelul stonden (Kees van Kooten, Freek de Jonge, Hugo Borst, Ronald Giphart, Nico Dijkshoorn, Ernest van der Kwast, Maarten Spanjer) kon de naam van een van mijn favoriete theatermakers, Harrie Jekkers worden toegevoegd. Naast al deze nationale coryfeeën was een van de gasten dichter en performer Derek Otte.

Derek Otte (1988) schrijft versjes, gedichten en verhalen. Radiozender FunX legde hem in 2013 vast als huisdichter en sinds 2015 is Otte regelmatig op televisie te zien. In datzelfde jaar verscheen zijn succesvolle debuutbundel ‘Regelgeving’.  In de periode 2017-2018 was hij stadsdichter van Rotterdam. Op de Hogeschool Rotterdam introduceerde hij het keuzevak Spoken Word, dat hij zelf doceert. Naast zijn optredens in Nederland en Vlaanderen, organiseert en presenteert Otte sinds 2012 Paginagroots, zijn podium voor jonge woordkunstenaars in de Rotterdamse Schouwburg. Zijn werk is ook in de openbare ruimte te lezen zoals in de vertrek- en aankomsthal op Rotterdam The Hague Airport en het interieur van de cruiseschepen Koningsdam en Harmony Of The Seas.

De toen nog (2017) verse Rotterdamse stadsdichter schreef zijn eerste stadsgedicht in het licht van de Tweede Kamerverkiezingen van dat jaar. In het gedicht beschrijft Derek Otte de ziel van Rotterdam, een stad waarin het niet uitmaakt wat je afkomst of geloof is.

.

Nou en of

.

een soort van onverschilligheid

wellicht nog wel ons grootste goed

omdat het hier uiteindelijk

vrijwel niemand iets kan schelen

of jij mijn of andere kijk

of ik op stand en jij de wijk

of jij nou u terwijl ik jij

één voor allen

allen voorbij

.

mede-, Neder-, anderlander

hier werkt wie er werken ken

wie d’r hier doorgaans weinig vrij

boeit het meestal toch vrij weinig

of jij zondag of toch vrijdag

of ik jou moet of jij mij mag

of jij nou wit terwijl ik zwart

soms hand in hand

vaak hart tot hart

.

al lijken we als dag op nacht

onze strijd gelijkenissen

het zou er hier toe kunnen doen

wat zou het uit moeten maken

of jij van dame of toch heer

of ik met minder jij met meer

of jij nou groots waar ik dan klein

vooruit komt voort

uit anders zijn

.

kaders tralies

hokjes fabels

ik heb jou als

jij dan mij hebt

geen goed of slecht

slechts nep of echt

hier zijn we wij

en zonder zij

.

een soort van onverschilligheid

.

Bruggedicht

Alphen aan den Rijn

.

Sinds begin van dit jaar ben ik van lid van het comité van aanbeveling van de stichting ‘De zoek naar schittering’, gepromoveerd naar lid van de Raad van Toezicht. De zoek naar schittering onder aanvoering van Jiske Foppe is onder andere verantwoordelijk voor het plaatsen van gedichten in de openbare ruimte en dan vooral onder bruggen. In 2022 heb ik Jiske geholpen bij de poëziewedstrijd (georganiseerd door KHABBAZ.nl en samen met o.a. dichter Etwin Grootscholten) die moest leiden naar een gedicht dat aangebracht kon worden op de Alphensebrug. Deze zoektocht heeft geresulteerd in een winnaar van deze wedstrijd Kimm Mulder met haar gedicht.

De afgelopen maand is het winnende gedicht in een ontwerp van Bart Oppenheimer aangebracht onder de brug (zodat wanneer de brug open staat je het gedicht kan lezen) door Atelier Leo Mineur. De officiële opening van het bruggedicht in Alphen aan den Rijn, opnieuw georganiseerd door KHABBAZ is op zaterdag 20 mei om 14.00 uur.

Het winnende gedicht was al te lezen toen de ontwerpers bezig waren met het aanbrengen daarom kan ik het hier delen. Wil je in het echt zien hoe mooi het bruggedicht is geworden ga dan op 20 mei naar Alphen om de brug te zien.

.

Wie verbindt nog

wie vindt nog

de parels in dagen

wie proeft het geluk

overbrugt hier

de tijd

wie verlangt

terug naar vroeger

wie droomt er

van later

wie plukt hier

vandaag

de dag voor altijd

.

Gelukstraat

Groeten uit België

.

In de jaren ’80 van de vorige eeuw verkocht, ik meen, Art Unlimited ansichtkaarten met daarop een verhaal in vreemde straatnamen in Vlaanderen. Dat ging van de Zakstraat, Zaadstraat naar de Wipstraat en uiteindelijk geloof ik naar iets met zwangerschap. Ik kan de kaart die ik toen in mijn bezit had niet meer vinden maar onderstaande kaart was uit die zelfde serie ‘Groeten uit België’. Volgens mij was een van de straten die op de kaart stond de ‘Gelukstraat’.  En laat de Vlaamse dichter Stefan Hertmans nou een gedicht hebben geschreven over deze straat in Gent.

Schrijver, dichter Stefan Hertmans (1951), is een van de meest vooraanstaande hedendaagse dichters in het Nederlands. Hij publiceerde romans, verhalen, essays over literatuur en filosofie, theaterteksten en poëzie. In 2015 was hij op zijn verjaardag  te gast in het literair programma ‘Uitgelezen’ in de balzaal van Kunstencentrum Vooruit in Gent. En uitgerekend op die feestelijke dag werd zijn autobiografisch gedicht ‘Gelukstraat, Gent’, opnieuw aangebracht op de zijgevel van Vooruit (Sint-Pietersnieuwstraat), bij de toegangstrap van het terras. Het gedicht werd voor het eerst gepubliceerd in de bundel ‘Annunciaties’ (1997) en vanaf 2000 opgenomen in de Gentse Poëzieroute. Het tooide toen de grote zijgevel van Vooruit. In februari 2013 verdween het gedicht door de uitbreidingswerken voor een terras aan de Vooruit. En nu is het dus te lezen op de zijgevel van het centrum.

.

Gelukstraat, Gent

.

Het was in een oud schooltje,
en de ramen waren hoog, dat zich
de schaduw van een man tot in de
lichtkring van oud stof voorover boog.

.
Linden, kinderen in een onverstaanbaar
nieuwe taal, herkenning van een uitzicht
bij het raam; en binnen trekt het pleisterwerk
zijn eigen krijtkring in een oud lokaal.

.
De schim van lang verloren leven
kan iemand in de armen nemen,
maar niet het waaiend lichtland
in zijn hoofd.

.
O paradijselijk vergeten op gewone
dagen, zij geloofd. En bij het poortje,
in de wind, staat nog een ander kind –
dat, wat ooit zijn moeder was beloofd.

 

Mondmaskerpoëzie

Michiel van Opstal

.

Voormalig stadsdichter van de gemeente Hoogstraten (provincie Antwerpen) Michiel van Opstal (1992) heeft in zijn periode (2019-2021) als stadsdichter verschillende activiteiten georganiseerd naast het schrijven van stadsgedichten. Zo organiseerde hij een zoektocht naar het middelpunt van Hoogstraten middels poëtische wegwijzers, schreef hij een stadsgedicht in het plaatselijke dialect én zorgde hij in Coronatijd voor poëzie op doosjes mondmaskers.

Het bedrijf DeSter, gespecialiseerd in de productie van bestek en verpakkingen voor de luchtvaartsector, schakelde tijdens de voorbije coronacrisis over naar de productie van chirurgische mondmaskers. De schoonvader van Michiel van Opstal werkt bij dit bedrijf en dat gaf hem het idee om een coronagedicht de wereld in te sturen. “Het idee achter het gedicht is adem, want die houden we voor ons achter het masker”, zei Michiel Van Opstal hierover. “Ik hang een beeld op dat je adem het kostbaarste is, een soort schat, die je steeds moet beschermen.”

Michiel van Opstal was één van de deelnemende dichters aan de toer van de Poëziebus 2016. Toen wilde hij al stadsdichter worden, hetgeen hem dus gelukt is.

Dit is het gedicht dat op het doosje was afgedrukt.

.

Als je jezelf beschermt

begin dan met iets kostbaar

iets waardevol

waar alles mee begint

je adem

die hevig na het sporten hijgt

of rustig al zittend deint

in en uit

de sleutel tot rust

en tot gezond

als je de jouwe

achter dit masker houdt

.

Muur van dichters

Borgerbuurt

.

Op een muur in de Borgerbuurt in Amsterdam-West is sinds 2012, op de hoek van de Borgerstraat en de Nicolaas Beetsstraat, een zogenaamde Muur van de dichters aangebracht. Het betreft hier een interactief kunstwerk van kunstenaar Danilo Joanovic. Het bestaat uit een tableau met tweetal luidsprekers. Uit de luidsprekers kan men meerdere teksten en gedichten horen van schrijvers en dichters, die hun naam gaven aan straten en pleinen in de buurt. Joanovic kwam met een roestvast staal tableau, dat er uitziet als een deurpaneel, een verzameling naambordjes met deurbellen. Hierdoor krijg je de indruk dat de dichter/schrijver hier ook zouden kunnen wonen; echter een deur ontbreekt. De kunstenaar wilde het idee overbrengen, dat men gedichten uit de muur zou kunnen trekken analoog aan fastfood bij de snackbar.

Dichters die opgenomen zijn in de Muur van dichters zijn: Willem Bilderdijk, Jacob van Lennep, Jan Pieter Heije, Johannes Kinker, De Schoolmeester, Nicolaas Beets, Jan Jakob Lodewijk ten Kate, Elias Annes Borger, Hendrik Tollens en Johannes Kneppelhout. Ook is er een knop voor een kindergedicht en een knop met uitleg in het Engels. Van elke dichter zijn 5 teksten of gedichten opgenomen in het kunstwerk. Bij dit kunstwerk met werken van 19e eeuwse dichters hoort ook een website.

Ik had een keuze uit deze dichters en ik koos voor Nicolaas Beets (1814-1903). Beets ook bekend onder het pseudoniem Hildebrand, was schrijver, dichter, predikant en hoogleraar. Uit 1867 komt zijn gedicht ‘Wat wil men toch’ dat ook nu nog verassend actueel is.

.

Wat wil men toch?

 

Wat wil men toch in Nederland?
Het zwaard bleef in de schede;
De welvaart deelt, naar elke kant,
Haar gaven rijklijk mede,
De tong is vrij, ’t geweten vrij,
De vrije pers dient u en mij,
Bij orde, rust, en vrede.

.

Wat wil men toch in Nederland?
Met praats en staatsgeschillen?
De vorst, die hier de rijkskroon spant,
Wil juist hetgeen wij willen:
geen zware last, geen knellend juk,
Maar vrijheid, welvaart, volksgeluk,
En geen — vergulde pillen.

.
Wat wil men toch in Nederland?
Wat geeft men voor te duchten?
Wat kwaad humeur, wat onverstand
Wil ons volstrekt doen zuchten?
Daar is slechts iets, dat elk verveelt:
Bedilzucht, die met buskruit speelt,
Om haar verstand te luchten.

.

 

Het gedicht

Willem van Toorn

.

Ik ben al vele gedichten op vreemde plekken tegen gekomen, lees de honderden berichten in de categorie ‘Gedichten op vreemde plekken’ er maar op na. En toch wordt ik soms nog verrast door een gedicht op een plek waarvan zelfs ik het niet had verwacht. Dat gebeurde me enige tijd geleden toen ik in Breda in de Grote kerk de expositie Post-Digital Heritage bezocht.

De Grote Kerk van Breda hoort bij de vier topmonumenten van Brabant. Het mausoleum van de voorvaderen van de koninklijke familie, onderstreept haar status. Dit historische bouwwerk is het onbetwiste middelpunt van de stad Breda. En nu denk je misschien dat het gedicht dat ik daar tegenkwam onderdeel was van de expositie maar niets is minder waar. Lopend door de kerk over de grafstenen van honderden jaren oud zag ik op de grond, middenin een grafsteen uit 1652, een koperen plaat met daarop het gedicht van dichter, schrijver en vertaler Willem van Toorn (1935) getiteld ‘Het gedicht’.

De plaat was verdiept aangebracht in de steen, alsof er ooit iets anders had gezeten dat nu vervangen was door de plaat met het gedicht. >nig zoekwerk later en ik lees op de website van dbnl.org : Het lege vierkant op de zerk van kanunnik Polyet uit 1549 werd ‘als aandenken aan de restauratie’ voorzien van een nieuwe koperplaat met een gedicht van Willem van Toorn getiteld ‘Het gedicht’. Mysterie opgelost.  Hieronder een foto van de grafzerk van kanunnik Polyet en het gedicht van Willem van Toorn.

.

Het gedicht

.

Opdat je nooit vergaat
doe ik je in het gedicht
hoe je loopt, hoe je ligt
hoe je lichaam tegen me praat

,

eeuwen hiervandaan
leest een levende het wellicht
aandachtig gebogen gezicht
boven de woorden. Ik dicht je
dat het gedrukt staat.

.

Stil in Rozet

Insomniacs

.

Stilte is een geliefd thema bij dichters. Zelf schreef ik het gedicht ‘Het is stil’ in 2015 en als je op het woord Stil zoekt in mijn blog kom je vele voorbeelden tegen van gedichten waarin stilte het thema, de titel is of een rol speelt. Afgelopen week was ik voor mijn werk in Arnhem, in de bibliotheek Rozet aldaar. Omdat ik altijd aansta als het om poëzie en gedichten gaat viel me ook nu een soort etalage op waarin tekeningen met daarnaast een gedicht geplaats waren aangebracht.

Van één van die tekeningen bij een gedicht heb ik een foto genomen. Het is het gedicht ‘Stil’ van Paulo Mulder. Enig speurwerk heeft me geleid tot de makers van beeld en gedicht. Het betreft hier Insomniacs, Riemer Vos en Paolo Mulder. Riemer is tekenaar en illustrator en Paolo is Spoken Word artiest. Insomniacs betekent Slapelozen.

Hier vind je meer van hun werk. Het gedicht ‘Stil’ hoort bij onderstaande tekening.

.

Stil

.

“stil hoor je niet

maakt stil geluid

dan is stil

stil niet meer

stil is eenzaam

stil voelt en ervaart

je hoort stil niet

maar stil is er wel

.

stil

.

stil ben ik”

.

Weesgedichten

Raampoëzie

.

Van 26 januari tot en met 1 februari 2023 is het weer Poëzieweek. Tijdens deze week staat poëzie extra in het zonnetje. De Poëzieweek wordt gevierd in Vlaanderen en in Nederland en ik heb weleens het idee dat het in Vlaanderen meer leeft dan hier in Nederland. Sinds de CPNB (die de propaganda voor het Nederlandse boek in ons land verzorgt) af is gestapt van het promoten van themaweken, zijn er allerlei kleinere en minder draagkrachtige organisaties in het gat gesprongen (anders zou de Poëzieweek al lang een stille dood zijn gestorven, hulde dus voor deze organisaties) maar echt het verschil maken blijkt toch moeilijker dan gedacht.

In Vlaanderen lijkt de organisatie van de Poëzieweek een minder groot probleem. Zo is het aantal acties en activiteiten groot en weet men partijen aan zich te binden. Zo ook in het jaar 2023, getuige bijvoorbeeld het initiatief Weesgedichten.

Hoe werkt Weesgedichten? De bibliotheken in Vlaanderen en Brussel bieden dit project aan met als basis: Laagdrempelige activiteit, gedichten in de openbare ruimte (namelijk bij een ieder die dit wil op het raam van een woning, winkel of bedrijf, rechtstreekse betaling aan de dichters en een innige samenwerking met het Poëziecentrum in Gent. Dichter Maud Vanhauwaert is de meter (de vrouwelijke variant van de peetvader) van dit project, zij schreef het themagedicht. Als bibliotheek kun je een pakket kopen van gedichten (25,50 of 100) en je betaald daar een vaste prijs voor. Die gedichten zijn dan te adopteren. Elk gedicht eenmaal. Je kunt je bij een bibliotheek aanmelden voor zo’n gedicht, de bibliotheek zorgt ervoor dat dat gedicht met een acrylstift bij jou op je raam wordt aangebracht.

Op deze manier komen er honderden gedichten bij in de openbare ruimte. Wordt poëzie dichterbij de mensen gebracht en komt er daardoor meer aandacht voor poëzie en dichters. Op de website van Weesgedichten staan de 100 gedichten en dichters te lezen. Een bont gezelschap van Vlaamse en Nederlandse dichters. Neem vooral eens een kijkje.

Omdat we in Nederland niet kunnen deelnemen aan deze actie lijkt het me een heel goed idee om zelf als individuele poëzieliefhebbers aan de gang te gaan met dit idee. Schrijf je zelf poëzie of ken je een dichter, vraag dan of je een gedicht van hem of haar mag gebruiken en schrijf deze zelf met een acrylstift op een raam. Wie weet als we dit massaal doen, dat we volgend jaar kunnen aansluiten bij Weesgedicht.

Uit de 100 gedichten die op de website van Weesgedicht staan, wil ik graag het gedicht ‘Vuurtoren’ van Astrid Arns hier delen.

.

Vuurtoren

.

Ik loop met mijn dochter door de slapende straat.

.

Het zwart sluit elke toegang af, ze vraagt

Waar zijn bloemen goed voor als vruchten niet rijpen?

.

Ik zwijg, de nacht wordt groter door de bliksem.

.

Ik dacht dat ik op alles een antwoord kon geven,

seinen als een vuurtoren aan een verre kust.

.

Maar meer dan me voor haar bewaren kan ik niet.

.

%d bloggers liken dit: