Site-archief
Wat nou digitaal?
Frederick Linck
.
Tweede kerstdag was ik in het Haags Historisch museum en daar is een tentoonstelling te zien van 150 foto’s van fotograaf Frederik Linck. Fotograaf Frederick Linck (1942-2020) laat met zijn foto’s uit de jaren ’70 het verval van de Haagse binnenstad zien, foto’s van een wereld die op het punt staat om te verdwijnen. Hij legt er de sloop van de verkrotte, oude stad vast. In zijn fotografie staan mensen centraal. Hij maakt melancholische en ontwapenende portretten van zijn buurtgenoten: van daklozen en caravanbewoners tot buurtjongens en middenstanders. Ook buiten de binnenstad vindt Linck zijn inspiratie in het ‘volkse’ Den Haag – op de Haagse Markt en de jaarlijkse kermis op het Malieveld maakt hij verschillende fotoseries.
Wat ik erg leuk vond om te zien was dat Frederik Linck een zelfde voorliefde heeft in zijn fotografie die ik ook heb als het om poëzie gaat. Juist de poëzie met rauwe randjes, de outcasts, de mensen die anders denken en doen vind ik vaak heel interessant. Uiteraard heeft de poëzie in de meest brede zin des woord mijn aandacht en waardering maar juist de randjes sla ik daar bij voorkeur niet over. Tel daarbij op dat ík, juist in de jaren 70 en begin ’80, kennis maakte met de stad en er met enige regelmaat kwam. Het verval, de verkrotting, de leegstand, de prostitutie en afbraak staan me nog steeds heel goed bij. Ik denk weleens dat mijn voorliefde voor deze zaken daar zijn oorsprong heeft
In een van de ruimtes was een doka (donkere kamer) nagemaakt met originele apparatuur van Linck. Daar vond ik ook een tekst die je met een beetje verbeelding poëzie kunt noemen.
.
Wat nou digitaal?
.
Mijn donkere kamer met lichtwerende deuren
afgesloten van de buitenwereld:
ik alleen met mijn rode licht.
Ik allen in mijzelf hard pratend
met een negatief en een vergroter.
Ik alleen met het vergroten van mijn fantasie
in een bak ontwikkelaar.
Ik alleen bedenk van alles.
Ik alleen bepaal mijn beeld in donker.
Ik alleen bepaal mijn lieve eenzaamheid.
Ik alleen zie mijzelf
dat allemaal niet doen achter
een lullig digitaal beeldschermpje.
.
Gebed
Adriaan Jaeggi
.
Voor mensen die in bibliotheken werken is de blog van Mark Deckers een must om te lezen. Hij duidt de ontwikkelingen in het bibliotheekwerk, verduidelijkt en beschouwd zaken die voor bibliotheekmedewerkers en leidinggevenden van belang zijn. Maar op zijn blog is veel meer te lezen dan alleen maar heel specifieke dingen voor bibliothecarissen. Zo besteedde hij al eens aandacht aan mijn blog (een paar keer al) in het kader van de landelijke Gedichtendag.
Maar ook in heel specifieke stukken is zijn liefde voor poëzie nooit ver weg. Zo las ik in een stuk over de overheid en de bibliotheek een gedicht van Adriaan Jaeggi (1963-2008). In 2002 verscheen Jaeggi’s eerste officiële dichtbundel, ‘Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten’, na eerder twee romans te hebben gepubliceerd. Twee gedichten uit deze debuutbundel werden opgenomen in Gerrit Komrijs bloemlezing Nederlandse Poëzie. In 2006 en 2007 was Adriaan Jaeggi is Amsterdams eerste stadsdichter. In 2008 verscheen de bundeling van de gedichten die hij als Amsterdamse stadsdichter had geschreven: ‘Het is hier altijd laat van licht; Amsterdamse stadsgedichten’. Ook maakte hij deel uit van de zogeheten Poule des Doods, een gezelschap dichters dat, op initiatief van de dichter F. Starik, bij toerbeurt met een gedicht de begrafenis begeleidt van iemand die eenzaam is gestorven.
Maar terug naar het blog van Mark Deckers. In dat stuk heeft hij dus een gedicht van Jaeggi opgenomen. Gezien de aard van het gedicht en het feit dat het is beletterd en aangebracht in de OBA (de openbare bibliotheek van Amsterdam) doet mij vermoeden dat dit een stadsgedicht was. Hoe dan ook een toepasselijk gedicht voor in een bericht over bibliotheken.
.
Gebed
.
(uit te spreken in een bibliotheek)
.
Boek, vertel me hoe te leven
hoe ik de liefde moet overwinnen
vertel hoe anderen dat deden
wat de weg is, hoe
de kost te winnen
.
Boek, wij spreken in iconen
als Jolly Roger: avontuur,
een bloedend hart voor
liefde, eclips wijst ons
de toekomst
.
Kien, Bandini, Biberkopf,
Schveyk, Tiuri, Windvaantje,
Horse Badorties, Oblomov,
Owen, Rosenberg, Sassoon:
Egidius.
.
Boek, vertel me hoe te branden
als een tijger in de nacht.
Vertel het ook aan anderen, als
ze radeloos zijn en dwalen, als
hun afgod naar ze lacht.
.
Boek, wij zijn allang verloren
wees ons dus steeds genadig. Ik
getuig
dat er één is van elk van ons
en elk boek is mijn profeet.
Zorg dat iedereen dat weet.
.
Boek, vertel ons hoe we leven.
.
Gedichten op bierviltjes
Gedichten op vreemde plekken
.
Het is alweer even geleden dat ik hier een voorbeeld gaf van een gedicht op een vreemde plek. Dat wil zeggen, een gedicht dat ergens op geprint, geschreven, gedruklt of geschilderd is buiten een boek. Op internet kwam ik een leuk voorbeeld tegen van poëzie op een vreemde plek, niet origineel in de zin dat een gedicht op een bierviltje iets nieuws is of iets heel origineels maar de uitvoering vind ik dan weer wel heel aardig.
In 1985 bracht Novella een serie bierviltjes met gedichten van bekende Nederlandse dichters. Ter promotie van de reeks werd één gedicht van Hans Andreus op groot formaat bierviltmateriaal gezeefdrukt in een oplage van 7 exemplaren. In 1994 verscheen een tweede reeks. Inmiddels zijn de bierviltjes collectorsitems geworden en worden ze op sites als Lastdodo aangeboden. Dat er nog weinig animo voor is blijkt wel uit het feit dat de hoogste prijs voor bijvoorbeeld een viltje met een gedicht van Judith Herzberg momenteel € 0,10 is. Desalniettemin een erg leuk voorbeeld van poëzie op vreemde plekken.
.