Categorie archief: Literaire wandelingen
Een heiden in een heiligdom
Daan Anthuenis
.
In de Verbeke foundation, een bijzondere kunstcollectie in Kemzeke, Vlaanderen, viel mijn oog in de museumwinkel op een klein boekje. Waarschijnlijk omdat het op A6 formaat was gedrukt (net als de MUGzines). Het betrof hier een poëziebundeltje van historicus, filosoof en dichter Daan Anthuenis (1943-2018) met de titel ‘Een heiden in een heiligdom’.
Anthuenis was in de jaren zeventig cultuurattaché en werd in de jaren tachtig ook schepen (wat wij wethouder zouden noemen) voor Cultuur in Sint-Niklaas, van 1983 tot 1988. Daarna was hij actief voor de SP in Sint-Niklaas, waarvan hij ook voorzitter werd. Hij werd ook nog voorzitter van het Cultureel Centrum in Sint-Niklaas.
Hoewel hij vocht al jaren een vorm van kanker had, weerhield het hem er niet van om met een groot optimisme te leven en elke dag te omarmen. Als kunstkenner en filosoof bleef hij volop actief in het cultureel leven. Zo zette hij zich onder meer in voor artistieke projecten in de Verbeke Foundation. Daar organiseerde hij ook ‘Het Feest van de Vriendschap’. “Een dag van dankbaarheid, voor zovele echte vrienden, de échte rijkdom van het leven”, omschreef hij dat initiatief. Ook bracht hij nog verscheidene poëziebundels uit. Het kleine bundeltje ‘Een heiden in een heiligdom’ is daar één van. Dat hij als dichter erkenning kreeg blijkt ook uit zijn deelname aan het Poëziepad Puivelde (een dorp in de gemeente Sint-Niklaas), een poëtische wandelroute van 13 kilometer waaraan ook dichters als Dirk van Bastelaere (1960), Lut de Block (1952) en Jana Arns (1983) deelnamen.
Uit het bundeltje ‘Een heiden in een heiligdom’ koos ik een gedicht zonder titel.
.
Hoe in godsnaam
kan een nijlpaard,
kan een neushoorn
een heuvel opklimmen?
.
Een os ja, dat lastdier
dat stenen sjouwt
en sjouwend sterft.
Of een draak die vliegt,
vuur- en waterspuwend,
dat kan .
.
Maar zwaargewichten
uit Afrika!
Niet.
.
Nestdreiging
Grutto’s
.
Afgelopen zaterdag mocht ik in het kader van Ode aan Midden-Delfland een poëziewandeling verzorgen samen met dichter en collega Alja Spaan. De wandeling begon en eindigde in het leukste en kleinste dorpje van Nederland ’t Woudt. Tussen ’t Woudt en de daarachter lopende vaart de Zweth is in de beginjaren van deze eeuw een spaarbekken gevormd voor het geval er zoveel regen valt in Midden-Delfland en het Westland dat het water daar naar afgevoerd kan worden. Tot wel 90 miljoen liter water kan hier worden opgevangen.
In de tijd dat dit bekken niet als zodanig gebruikt wordt is het polderland of grasland en nestelen er grutto’s. Tijdens deze wandeling zijn we gestopt op de plek waar je een prachtig uitzicht hebt op dit bekken met daarachter, heel schilderachtig het dorpje ’t Woudt. Op het moment dat we daar stil stonden en we gedichten voordroegen streken er overigens een paar honderd ganzen neer die het bekken dus ook, vooral als foerageerplaats, hebben ontdekt. Het gegeven van de nestelende grutto’s heeft me geïnspireerd om speciaal voor deze poëziewandeling een gedicht te schrijven getiteld ‘Nestdreiging’.
.
Nestdreiging
Dat de vogels ons zouden volgen met
hun ogen, gedragen door de wind met
steeds uitweg naar elders, konden we
weten. De woorden die ze schreven
in hun vlucht waren waarschuwingen
aan elke passant, mens of dier. Waar
we omkeken was er ruimte in de lucht,
onbenut, maar altijd beschikbaar voor
een uitweg, alternatief of een snelle
uitbraak. Elke mogelijkheid instinctief
berekend op dreiging op de grond, als
ware het geen grutto’s maar haviken.
.
Poëziewandeling
14 augustus in en om ’t Woudt
.
De gemeente Midden-Delfland is een zeer actieve gemeente als het om cultuur gaat. Midden-Delfland is gelegen tussen Delft, het Westland en Maassluis, Vlaardingen en Schiedam in Zuid Holland. De gemeente is een groene oase tussen een sterk verstedelijkt gebied. Dit jaar organiseren ze in Midden-Delfland de ‘Ode aan’. Een onderdeel van deze Ode is een wandeling in 5 gedichten.
Voor deze wandeling ben ik gevraagd om als dichter mee te denken over de inhoud van deze wandeling. Samen met dichter Alja Spaan zorg ik voor de poëzie tijdens de wandeling. De wandeling voert door ’t Woudt, wat volgens velen het kleinste en ook het aardigste dorpje van Nederland is. Het dorpje heeft een geschiedenis van vele eeuwen en lijkt al jaren geleden te zijn ingeslapen. Alle ingrediënten dus voor een poëtische stemming en veel dichterlijke vrijheid in de polders rondom ’t Woudt.
De wandeling begin en eindigt in ’t Woudt, op zaterdag 14 augustus van 13.30 tot 16.30 uur. Wil je meewandelen en meer te weten komen over de vogels in het bijzondere gebied rond ’t Woudt en genieten van de natuur, poëzie, meld je dan aan op https://www.cultuurplatformmiddendelfland.nl/ode/programma/t-woudt/675030_rondom-t-woudt-een-wandeling-in-5-gedichten-14-8-2021 . of hier link
Hieronder een gedicht van inwoner Tineke van Gils over Midden-Delfland om al in de stemming te komen.
.
Midden-Delfland
.
Van Krabbeplas tot Woudsepolder,
van Mandjeska’ tot Boonervliet,
het wintervoer ligt hier op zolder,
de kikker huist hier in het riet.
Dit grazige land met zijn greppen en vlieten
en kreekruggen waar boerderijen staan,
met trekkades waar de paarden liepen
en kwakels om over het water te gaan,
waar de wind vrij waait uit alle streken,
het geluid tot aan de einder draagt,
waar de mist in de avond als een deken
het water ontstijgt en het vee vervaagt.
Weids is dit land met zijn vaarten en tochten
waar wilgen geknot langs de paden staan;
voortdurend wordt hier met het water gevochten –
laat dit land niet ten onder gaan.
Want – dit is het land tussen kassen en steden,
de gastvrije grond waar verleden en heden
langs Gaag en Schie elkaar ontmoeten,
waar stad en land elkaar begroeten.
Sta op uit de veren
er is heel wat te doen,
nóg rust hier de hemel
op een bedje van groen.
.
Vooruitzicht op het najaar
Poëziewandeling en Dichter bij de dood
.
Nu het erop lijkt dat we het ergste hebben gehad met de Corona (vooralsnog en nadat iedereen gevaccineerd is) kunnen we weer verder kijken dan het hier en nu. Met een beetje geluk gaat het lukken om het gros van Nederland gevaccineerd te hebben rond de vakantie dus daarna kunnen we weer gaan denken over bijeenkomsten, poëziepodia, voordrachten en wat dies meer zij, ik kan er niet op wachten.
Zelf ga ik in augustus een poëziewandeling doen rond het pittoreske dorpje ’t Woudt in het kader van ‘Een ode aan Midden-Delfland’ en ben ik gevraagd door Marjon van der Vegt om samen met haar dit jaar Dichter bij de dood te organiseren, het meest bijzondere podium dat je je als dichter kan wensen, bij het vallen van de avond op Allerzielen (2 november) voordragen op de mooiste begraafplaats van Den Haag en omstreken Oud Eik & Duinen, wanneer de overledenen worden herdacht.
Ik heb daar twee keer mogen staan als dichter en vond het elke keer weer een bijzondere plek en gelegenheid. https://woutervanheiningen.wordpress.com/2020/10/19/allerzielen-2020/
Afgelopen jaar was de eerste jubileumeditie die helaas niet doorging maar dit jaar zijn we ervan overtuigd dat het gewoon weer kan. Dichters zijn inmiddels benaderd en uitgenodigd en de voorbereidingen zijn begonnen. Omdat Allerzielen over het herdenken van de overledenen gaat wilde ik dit bericht omlijsten met een mooi gedicht over de dood.
Ik koos voor het gedicht ‘Mijn laatste dood’ van de Vlaamse dichter, schrijver, essayist en neurowetenschapper Jan Lauwereyns (1969) uit de bundel ‘De willekeur’ uit 2012.
.
Mijn laatste dood
.
Uiteindelijk stierf ik de enige echte keer het was
een dag zoals er vele waren vele
.
dagen vele doden ergens regende regen
.
elders scheen de zon in de ogen van iemand
die treurde om iets dat voorbij was finaal te vroeg gedaan
.
gewis noodzakelijk vroeger dan later en ik en
.
water vloeiden onder de brug en sommigen zagen
wel dat werkelijk niets maal eeuwig niets was
.
want stille kersenbloesembron bestond
.
en wat bestond kon nooit meer niet bestaan
zo stierf ik de enige keer in het diepste wezen getroffen.
.