Maandelijks archief: september 2017
Stadsdichter 2.0
Sint-Niklaas
.
Ieder jaar (vanaf 2010) doet de bibliotheek van Sint-Niklaas in Vlaanderen een oproep voor een nieuwe kinderstadsdichter in de lokale media zoals bijvoorbeeld op de Vlaamse tv-zender TV-Oost. Kinderen tussen de 8 en 14 jaar oud mogen reageren, voorwaarde is wel dat ze in Sint-Niklaas wonen of naar school gaan. Er wordt gevraagd om twee gedichten in te sturen, de vorm is vrij. Vervolgens kiest een commissie van vijf bibliotheekleden en twee bibliotheekmedewerkers uit alle gedichten (meestal ca. 150) een shortlist van 5 dichters.
Deze vijf dichters worden uitgenodigd voor een gesprek waarbij hun ouders ook aanwezig zijn. De jury kijkt niet alleen naar de ingestuurde gedichten maar er wordt gekeken of men geen podiumvrees heeft, of men plezier heeft in wat men doet en naar creativiteit en of men goesting heeft om op poëtische wijze de stad te vertegenwoordigen. Sint-Niklaas heeft een lange ervaring met poëzie, zo wordt sinds jaar en dag elk jaar de Poëzieprijs Culturele Centrale Boontje uitgereikt.
De kinderstadsdichter schrijft jaarlijks onder begeleiding van een jeugdauteur een aantal gedichten die belangrijke gebeurtenissen in de stad als onderwerp hebben. De gedichten worden voordgedragen tijdens de jaarlijkse vredesfeesten en op flyers gedrukt en verspreid. In 2015 was de toen 11 jarige Camille Wellens kinderstadsdichter, in 2016 de 14 jarige Eefje Brandt en in 2017 werd de 13-jarige Camille Bourgeois gekozen tot stadsdichter. Haar winnende gedicht heeft geen titel maar gaat over de stad Sint-Niklaas. Ik weet dat in Nederland Groningen, Haren en Eemsmond een kinderdichter hebben maar misschien is het een goed idee dit breder te laten landen.
.
Halina Poświatowska
Liefdespoëzie
.
Halina Poświatowska ( 1935 – 1967) was een Pools dichter die door een ongeneeslijke hartafwijking niet oud is geworden. In 1967 overleed zij na een hartoperatie aan trombo-embolische complicaties. Poświatowska behoort tot de moderne tijd dichters in Polen. Ze debuteerde in 1956 met gedichten in het blad ‘Gazeta Czestochowa’. Hierna volgden drie dichtbundels met titels als ‘Today’ (1963), ‘Ode to hands’ (1966) en postuum ‘One more memory’ (1968).
De belangrijkste motieven van haar poëtische werk zijn de liefde en de dood. Bewust van haar broosheid, heeft Poświatowska herhaaldelijk haar tegenstand tegen het onbegrensde lot uitgesproken. Zij klaagde de onvolmaaktheid van het menselijk lichaam aan, maar ze gebruikte ook elk moment van haar leven. In haar werken negeerde ze haar vrouwelijkheid. Ze schreef over zichzelf en andere vrouwen als heldinnen. Dit alles ingebed in diepe filosofische gedachten. De poëzie van Halina Poświatowska is een studie van de menselijke natuur, van een liefdevolle vrouw en van een vrouw die bewust is van haar sterfelijkheid.
Uit ‘Heb medelijden, tijd’ Poolse poëzie van de twintigste eeuw uit 2003, het gedicht zonder titel in vertaling van Karol Lesman.
.
*
.
Ik ben Julia
ik ben 23 jaar
ooit proefde ik van de liefde
ze smaakte bitter
als een kop zwarte koffie
versterkte
mijn hartslag
prikkelde
mijn levend organisme
wiegde mijn zintuigen
.
ze heeft me verlaten
.
ik ben Julia
op een hoog balkon
hangend
schreeuw ik kom terug
ik roep kom terug
ik bezoedel
mijn gebeten lippen
met de kleur van bloed
.
ze is niet teruggekomen
.
ik ben Julia
ik ben duizend jaar
ik leef-
.
Koud water
A. Roland Holst
.
Vandaag trok ik de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1970 van A. Roland Holst (1888-1976) uit mijn boekenkast. Een keuze maken uit zijn gedichten valt nog niet mee. Hij heeft er niet alleen ontzettend veel geschreven (de bundel bestaat uit meer dan 800 pagina’s) maar er zijn ook zoveel prachtige gedichten van zijn hand. Tijdens zijn leven verschenen al 42 dichtbundels en na zijn dood ook nog enige. A. Roland Holst heeft nog altijd veel liefhebbers en bewonderaars van zijn werk. Zijn poëzie wordt gekenmerkt door een eigen, plechtige stijl en rijke symboliek.
Het gedicht dat ik uiteindelijk koos (na vele gedichten te hebben gelezen, wat zeker geen straf was) is ‘Koud water’ dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Onder koude wolken’ uit 1962.
.
Koud water
.
Wat bleef mij als mijn adem eigen? Wat
is het met mij, dat ik mijn naam en mijn
mens-zijn onder de mensen onderschat
om in de vroegte zonder naam te zijn
en overeind?
Wat anders dan koud water
over mijn huid als het buiten dag wordt.
Wat anders dan te worden overstort
door het begin, het element, om later
tussen het vuur en de open glazen deur
een geest te zijn van vlees, een willekeur
tegen de wereld.
Noem het hoogmoed, noem
de enige roem waar ik mij op beroem
waanzin – de rest kan mij gestolen worden-
de zonden en de ziekten, het verdorde
verleden – wat gaat het mij aan, zolang
water, koud water, bij het dagaanbreken
mij met klinkklare aandrang
tot eersteling uitroept.
Geen taal of teken
des doods weerspreekt het leven in zijn kern.
Het daagt, maar in het water blinkt nog lang
de morgenster na – laatste van de sterren.
.
A love poem
Charles Bukowski
.
Om de zoveel tijd voel ik de behoefte om iets van Charles Bukowski te lezen. Hij heeft een manier van de dingen opschrijven die ik zeer bewonder en waardeer. Zonder opsmuk of tierelantijnen, zonder hoogdravend te zijn of gekunsteld, gewoon recht voor zijn raap maar toch altijd bijzonder. Daarom dan ook hier een gedicht zonder titel uit de bundel ‘A love poem’ uit 1979, uitgegeven door Black Sparrow Press.
.
all the women
all their kisses the
different ways they love and
talk and need.
.
their ears they all have
ears and
throats and dresses
and shoes and
automobiles and ex-
husbands.
.
mostly
the women are very
warm they remind me of
buttered toast with the butter
melted
in.
.
there is a look in the
eye: they have been
taken they have been
fooled. I don’t quite know what to
do for
them.
.
Flamingo’s
De lenige liefde
.
In 1969 debuteert Herman de Coninck met de dichtbundel ‘De lenige liefde’. Tot op de dag van vandaag lezen vele mensen deze bundel opnieuw en opnieuw, door de schoonheid van de gedichten, de liefde die uit zijn gedichten straalt en de optimistische sfeer die de bundel uit ademt. Omdat er nog altijd mensen zijn die Herman de Coninck en zijn werk niet of niet zo goed kennen daarom een gedicht uit deze bundel.
.
Flamingo’s
.
Ze zijn er bijna niet
zoals heel slanke vrouwen
na heel licht verdriet.
Met hun poten als met een dun pincet
pikken ze preuts hun tenen
uit het water op, o, ze
zijn zo rose
als gedachten van een maniërist.
Ze zijn vraagtekens achter al ons weten
en zo fraai dat we even
niet meer om een antwoord geven.
.
Morgen bij Ongehoord!
Anne-Fleur van der Heiden
.
Aanstaande zondag (morgen) op 24 september is er weer een poëziepodium van Ongehoord! op de 4e etage van de centrale bibliotheek Rotterdam (naast station Blaak). Omdat het Jongerenmaand is bij de bibliotheek een podium vol jongeren en jong talent en één iets ouder talent. Dit keer allemaal dichters die mee gereisd hebben met de Poëziebustoer 2017 van afgelopen zomer. Een van de dichters van deze toer die morgen ook te zien en horen is, is Anne-Fleur van der Heiden.
Anne-Fleur van der Heiden is in 1987 geboren in Rotterdam om in 2009 via een omweg in Utrecht neer te strijken. Met een diploma van de Hoge Hotelschool Maastricht, deed ze in 2013 selectie voor de Schrijversvakschool Amsterdam en schrijft daar poëzie. Publicaties zijn te vinden bij De Optimist, bloemlezingen van de Turing Gedichtenwedstrijd en De Revisor. In januari 2018 verschijnt haar debuut roman ‘Klaproos’ bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam.
In 2016 verscheen de bundel ‘Handboek voor een optimistisch leven’, samengesteld door de redacteuren van ‘De Optimist’. Uit deze bundel uit 2016 het gedicht ‘Champagne’.
.
Champagne
.
Nu ik mezelf lang genoeg heb rondgedraaid wordt het tijd
stil te staan te groeien en de draagkracht te hertaxeren als
een voorjaarsbloem, pril
en jeugdig op haar steel, haar wortels krampachtig
vastklemmend in de losse aarde.
Om ook het licht niet te beoordelen naar kilowattvermogen
ook licht kan ellendig zijn, voor een vlieg bijvoorbeeld
die zijn vleugels brandt aan een vlam.
Met de pijp van een blaasbalg in mijn mond
maak ik wind en vuur en doe feestelijk alsof
ik speel op een accordeon.
Als ik zeg dat het onmogelijk is, is het onmogelijk
maar dat geldt ook voor het omgekeerde; van tranen
een glas champagne maken of een bubbelbad.
.
Peer
Drs. P
.
Nu de zomer voorbij is en de dagen weer langzaam korter worden dacht ik dat het een mooi moment was om een najaarsgedicht te plaatsen. Ik herinnerde me dat Drs. P een grappig gedicht had geschreven over het najaar en inderdaad, dat bleek het gedicht te zijn dat helemaal aansloot bij de overgang van zomer naar herfst.
Uit het ‘Tuindersliedboek’ uit 1983 daarom hier het gedicht ‘Peer’.
.
Peer
.
De rozen zijn uitgebloeid, het is geen zomer meer
Ik ben alleen en heb een peer
De avond valt ook steeds vroeger, wat ik ook probeer
Ik schil de peer en snij de peer
In weemoedige, herfstige sfeer
Peuzel ik mijn stukje peer
De koude sluipt nader en de regen druizelt neer
Ik ben alleen en zonder peer
.
Gedichten voor tuiniers
Anne Ridler
.
Poëziebundels zijn er in vele maten en soorten. Een van de leukste categorieën van poëziebundels vind ik wel de bundels op onderwerp. Zelf bezit ik er inmiddels al heel wat. Gedichten over dieren ( Het grote dieren gedichtenboek), gedichten over geld (Het geld dat spant de kroon), gedichten over vrijheid (Vrij!), over de liefde (De mooiste liefdespoëzie), over muziek (Rock & Roll, klinkende gedichten) en ga zo maar door.
Een bijzondere categorie binnen dit genre vind ik toch wel de gedichten over tuinieren. In 2003 werd bij Virago de bundel ‘Poems for gardeners’ uitgegeven, edited by Germaine Greer. Ruim 200 bladzijden met poëzie over tuinen, tuinieren, planten en flora. En niet door de minste dichters. Seamus Heaney, Sylvia Plath, Emily Dickinson, Robert Frost, D.H. Lawrence maar ook onbekendere namen als Grace Tollemache en Anne Ridler.
Ik koos vandaag uit deze fijne bundel voor een gedicht van Anne Ridler vooral omdat ik haar niet kende en omdat het ik haar gedicht ‘Picking Pears’ uit deze bundel een mooi voorbeeld van het genre vind.
Anne Barbara Ridler (1912 – 2001) was een Engels dichter en redacteur van ‘A Little Book of Modern Verse’ samen met T. S. Eliot (1941). Haar ‘Collected Poems’ werden gepubliceerd in 1994.
.
Picking Pears
.
Nor heaven, nor earth, a state between,
Whose walls of leaves
Weave in a chequer of dark and bright
The falling sky; whose roofs of green
Are held by ropes and chains and beams of light.
.
Regenerate summer hangs in the trees:
Hours of sunshine
Charged the cells, and spread the loot
So thick about us that we seize
Even the kleaves dissembling globes of fruit.
.
Strabge that we only in harvest season
Borrow from birds
These parks of air, these visions over the fence:
Not the flat view of roaring season
But a sharper angle, the height of exalted sense.
.
We enter only to despoil:
Solaced and proud
Though a barren twigs are left behind,
Through a weft of leaves we sink to the soil,
But summer’s nimbus shrivels on the rind.
.