Site-archief
Blue tits
Phoebe Hesketh
.
Afgelopen zaterdag droeg ik voor tijdens de Dag van de Roos in het Westbroekpark in Den Haag. In dit mooie park vol bomen, struiken, rozen en andere bloemen moest ik denken aan een bundel die ik ooit kreeg van Elisabeth getiteld ‘Poems for gardeners’ samengesteld door Germaine Greer uit 2003. Deze Engelse bundel (hoe kan het ook anders, een dichtbundel over tuinieren), met een collectie gedichten van de antieke oudheid tot de 21ste eeuw staat vol tuingedichten. Over specifieke bloemen en planten, over tuinieren, over bomen en zelfs over gemaaid gras. Maar ook over de dieren in de tuin, zoals de ‘Blue tit’ of Pimpelmees. Het aardige van dit boekje is dan ook nog, speciaal voor de echte natuurliefhebber, dat achterin de bundel informatie staat over het onderwerp van het gedicht. In het geval van de Blue tit over wat de Pimpelmees eet, en waar en wanneer hij nestelt.
De dichter die ‘Blue Tits’ schreef, Phoebe Hesketh (1909-2005) kwam uit Lancashire en was vooral bekend door haar gedichten over de natuur. Zij schreef in haar lange leven 17 dichtbundels.
.
Blue Tits
.
Bobbing on willow branches, blue and yellow
Acrobatic blue tits swing and sway
In careful somersault and neat gyrations
Grub-picking deftly down and bending spray.
.
Now one rebuffs an alien intruder-
Humdrum sparrow, drab among the gold-
Churrs and scolds in azure crested anger,
Scuttles down a twig in blue and bold
Defiance at this urchin gutter-haunter
Till all the blues combine against one grey:
Active whirr and flutter, feathered thunder
Of tiny wings to drive the foe away.
.
Brave blue tit, white-cheeked like a painted toy
Jerking to life from pavement-seller’s string,
Twirls round twigs, his natural trapezes,
Darts to snap a moth upon the wing.
Plumb-as-willow-catkin, primrose-breasted,
This sky-capped morsel magnifies the Spring.
.
Coming
Philip Larkin
.
De Engelse dichter Philip Arthur Larkin (1922 – 1985) was ook schrijver, jazz criticus en werd geassocieerd met the Movement beweging, een groep dichters en schrijvers die zich afzetten tegen de overdadigheid van de romantische New Apocalyptics binnen de Engelse literatuur. De schrijvers van the Movement schreven vooral sobere en rationele poëzie. Toen Larkin het gedicht ‘Coming’ schreef in 1950 was er echter nog geen sprake van the Movement, die term werd in 1954 bedacht door Jay D. Scott, literair redacteur bij de Spectator.
Het gedicht ‘Coming’ werd opgenomen in de verzamelbundel ‘Poems for Gardeners’ die in 2003 werd samengesteld door Germaine Greer.
.
Coming
.
On longer evenings,
Light, chill and yellow,
Bathes the serene
Foreheads of houses.
A thrush sings,
Laurel-surrounded
In the deep bare garden,
Its fresh-peeled voice
Astonishing the brickwork.
It will be spring soon,
It will be spring soon –
And I, whose childhood
Is a forgotten boredom,
Feel like a child
Who comes on a scene
Of adult reconciling,
And can understand nothing
But the unusual laughter,
And starts to be happy.
.
Gedichten voor tuiniers
Anne Ridler
.
Poëziebundels zijn er in vele maten en soorten. Een van de leukste categorieën van poëziebundels vind ik wel de bundels op onderwerp. Zelf bezit ik er inmiddels al heel wat. Gedichten over dieren ( Het grote dieren gedichtenboek), gedichten over geld (Het geld dat spant de kroon), gedichten over vrijheid (Vrij!), over de liefde (De mooiste liefdespoëzie), over muziek (Rock & Roll, klinkende gedichten) en ga zo maar door.
Een bijzondere categorie binnen dit genre vind ik toch wel de gedichten over tuinieren. In 2003 werd bij Virago de bundel ‘Poems for gardeners’ uitgegeven, edited by Germaine Greer. Ruim 200 bladzijden met poëzie over tuinen, tuinieren, planten en flora. En niet door de minste dichters. Seamus Heaney, Sylvia Plath, Emily Dickinson, Robert Frost, D.H. Lawrence maar ook onbekendere namen als Grace Tollemache en Anne Ridler.
Ik koos vandaag uit deze fijne bundel voor een gedicht van Anne Ridler vooral omdat ik haar niet kende en omdat het ik haar gedicht ‘Picking Pears’ uit deze bundel een mooi voorbeeld van het genre vind.
Anne Barbara Ridler (1912 – 2001) was een Engels dichter en redacteur van ‘A Little Book of Modern Verse’ samen met T. S. Eliot (1941). Haar ‘Collected Poems’ werden gepubliceerd in 1994.
.
Picking Pears
.
Nor heaven, nor earth, a state between,
Whose walls of leaves
Weave in a chequer of dark and bright
The falling sky; whose roofs of green
Are held by ropes and chains and beams of light.
.
Regenerate summer hangs in the trees:
Hours of sunshine
Charged the cells, and spread the loot
So thick about us that we seize
Even the kleaves dissembling globes of fruit.
.
Strabge that we only in harvest season
Borrow from birds
These parks of air, these visions over the fence:
Not the flat view of roaring season
But a sharper angle, the height of exalted sense.
.
We enter only to despoil:
Solaced and proud
Though a barren twigs are left behind,
Through a weft of leaves we sink to the soil,
But summer’s nimbus shrivels on the rind.
.
Gedichten voor tuiniers
Poems for gardeners
.
Van een vriendin kreeg ik de bundel ‘Poems fo gardeners’. Germaine Greer bracht gedichten over tuinen en tuinieren bij elkaar. De gedichten komen uit de klassieke oudheid tot aan de 21ste eeuw. Van Shakespeare en Anacreontea tot Alexander Pope en Louise Glück. Maar ook Cummings, Heaney en Simon Armitage.
Germaine Greer schrijft in haar inleiding: ‘Marianne Moore said that the poet’s job was to depict “imaginary gardens with real toads in them’. In truth, gardens are always imaginary because they are always the garden that you are aiming for rather than the garden you have, but the toads are real and immediate’.
Uit deze mooi vorm gegeven bundel een gedicht van Philip Larkin getiteld ‘Cut Grass’.
.
Cut grass
.
Cut grass lies frail:
Brief is the breath
Mown stalks exhale.
Long, long the death
.
It dies in the white hours
Of young-leafed June
With chestnut flowers,
With hedges snowlike strewn,
.
White lilac bowed,
Lost lanes of Queen Anne’s lace,
And that high-build cloud
Moving at summer’s pace.
.