Maandelijks archief: januari 2024

Nergenshuizen

Gerrit Komrij

.

In een oude Quest las ik een stuk met als titel ‘Waar liggen Schubbekutteveen, Verweggistan, Walhalla en Sodom en Gomorra?’. Ik wil daar aan toevoegen Mufland en Nergenshuizen. In de bibliotheek waar ik werk verwijzen we (ik) weleens naar bibliotheken die nog een beetje achterlopen bij de nieuwe ontwikkelingen als de bibliotheek Mufland. Dat is natuurlijk geen bestaande bibliotheek maar het staat ergens voor.

Dat zelfde geldt natuurlijk ook voor Schubbekutteveen, Verweggistan (in mindere mate voor Sodom en Gomorra, dat zijn twee steden die genoemd worden in de bijbel in het boek Genesis, als de steden waar alles gebeurde wat god verboden had) en ook voor Nergenshuizen. Het zijn een soort veralgemeniseerde namen voor plaatsen die niet bestaan maar wel ergens voor staan. Verweggistan (ergens ver weg waar niemand precies van weet hoe ver weg en waar), Nergenshuizen (een plek die eigenlijk geen reden heeft tot benoemen zo klein en onbetekenend) en Schubbekutteveen (een plaatsje waarover vooral geschamperd wordt).

Toen ik het artikel las moest ik denken aan een gedicht dat ik ooit las van Gerrit Komrij dat over Nergenshuizen ging. Het was even zoeken maar ik vond de bundel ‘Ik heb Goddank twee goede longen’ uit 1971 waarin het gedicht staat. Ik schreef al eerder over deze bundel maar nu dus naar aanleiding van dit artikel.

.

Nergenshuizen

.

Er ligt een labyrint in warme streken

Dampend van de geur van malve en erica-

En ook de dolle kervel mag niet ontbreken-

Een ver van god en dichtbij Amerika

.

Gelegen labyrint: heb je het ooit gezien?

Ben je er ooit geweest? Zo neen, dan foei.

Het is een doolhof met een stramien

Dat werkelijk onontwarbaar in de knoei

.

Zit. Ze noemen het een broeinest.

Het heet ‘Het Hol van de Zakenman

In Ruste’, maar doe je je best

Dan maak je ervan: ‘Zwijnenpan’.

.

Wie de mooiste is

Frans Kuipers

.

In de bundel ‘Wolkenjagen’ uit 1997 van Frans Kuipers las ik een mooi gedicht dat me meteen weer aan de Poëzieweek deed denken. Niet door het thema ‘Thuis’ maar door de inhoud van dit gedicht. Het betreft hier het gedicht ‘Wie de mooiste is’. Bij de titel zou je kunnen denken dat dit een liefdesgedicht is maar niets is minder waar. Tenzij je een liefdesbetuiging aan een wolk als zodanig ziet. De reden dat ik bij dit gedicht aan de Poëzieweek denk, is gelegen in het feit dat in de MUGzine special, die voor de Poëzieweek is uitgebracht, een gedicht van mijn hand bevat getiteld ‘Wolk’ en die ook de schoonheid van een wolk bezingt, en aandacht besteedt aan de poëzie app Wolk. Alle redenen dus om dit gedicht van Frans Kuipers hier te delen. In 2009 bracht Kuipers overigens ook nog de bundel ‘Wolkenherdersliederen’ uit om maar aan te geven dat deze dichter iets heeft met wolken.

Frans Kuipers (1942) debuteerde in 1965 met de bundel ‘Zoals wij’ waarvoor hij de aanmoedigingsprijs van de gemeente Eindhoven ontving, waarna in dat zelfde jaar zijn tweede bundel ‘Een teken van leven’ verscheen. Vervolgens was het 12 jaar wachten op zijn derde bundel ‘Gottegot & bubble up’ (1977). Hierna volgde nog 11 bundels en zijn laatste ‘De lach van de Sfinx’ is alweer van 2021.  In april van dit jaar komt zijn nieuwe bundel uit ‘Uit hoofde van Jut’. Kuipers werd onder een breder publiek bekend, toen in 2004 negen van zijn gedichten werden geselecteerd voor de dertiende, herziene editie van Gerrit Komrij’s ‘Nederlandse poëzie van de 19de tot en met de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten’.

.

Wie de mooiste is

.

Ochtendnevel, bevroren meren, ijzel, rijp,

zij dienen hier met ere te worden vermeld.

.

Alsook ijsbloem, luchtgewei,

trofee aan de winterruit prijkend.

.

Voor het zwijgen dat goud is,

zuiverheid die oud is,

bij de sneuw, stille weefster,

haastjerepster, zuster Kusvlug,

bij de sneeuw moet je zijn.

.

Wolk echter, lukraak klaargestoomde,

zwevend voorwerelds bovenaards,

wolk offreert wonderlijkheid non-stop,

wolk: fraaiste watergedaante.

.

Opruimen

Poëziekalender

.

Als je zoals ik in een huis woont waar je niet beschikt over een eigen bibliotheek (of kamer die daarvoor door zou kunnen gaan) moet je gewoon regelmatig opruimen. En omdat er steeds nieuwe poëziebundels bij komen, moet daarvoor plaats gemaakt worden. Ik kwam in een stapel dichtbundels de Plint poëziekalender 2021 tegen. Een kalender met poëzie & meesterwerken uit het Rijksmuseum. Dat wil zeggen fragmenten van schilderijen uit het rijksmuseum waarbij je wel een beschrijving nodig hebt omdat het om wel erg kleine fragmenten van schilderijen gaat.

Maar de kalender staat vol poëzie van mij (zeer) bekende en soms ook wat onbekendere dichters. Op 29 januari (vandaag dus) drie jaar geleden, staat er een gedicht van K. Schippers getiteld ‘Benn’s rhythm in 3/6′ op de kalender. Een ‘gedicht’ in een bijzondere vorm. Eigenlijk meer een cijfergedicht dan een woordengedicht. Het komt uit zijn bundel ‘Fijn dat u luistert’ uit 2014.

.

Benn’s rhythm in 3/6

.

1                    4                    7

2                    5                    8

3                    6                    9

–                     –                     –

6               1+5=6           2+4=6

.

10                   13                   16

11                    14                   17

12                    15                   18

–                       –                      –

3=3=6       4+2=6            5+1=6

.

19

20

21

6+0=6

7×6=4+2=6

.

Ontmoeten

Lianne Keemink

.

Afgelopen vrijdagavond werd in de gemeente Lansingerland een nieuwe gemeentedichter gekozen en afscheid genomen van Woes Ploum, die de afgelopen twee jaar gemeentedichter was. De nieuwe gemeentedichter is Lianne Keemink (1988) is studentendecaan en docent creatief schrijven NTI. Tijdens een gezellige avond in theater het Web in Bleiswijk, waar ook dichter Nyk de Vries optrad met het saxofoonkwartet Artvark, werd ook de glossy van Woes Ploum gepresenteerd met daarin foto’s en gemeentegedichten van de afgelopen twee jaar die Woes met een laserprinter op hout publiceerde. Bibliotheek OOstland organiseerde de verkiezing van de gemeentedichter voor de 3e keer.

Hieronder twee gedichten; een van de nieuwe gemeentedichter Lianne Keemink ‘Ontmoeten’ en een van de oude gemeentedichter Woes Ploum ‘Vergeetachtig’, en wat foto’s van de uitreiking en van het optreden van Nyk de Vries en Artvark ‘Tagelyk’ (Tegelijkertijd).

.

Ontmoeten

.

Zoals een gelovige God vindt
in psalm en knie op donker hout
zoals iemand in rouw
een geliefde spreekt in stilte
zoals de mens iets vindt
in stroken ritselende kleur
in handenvol kruiden en zout
op de tong

in communie met het maken
kunst, eten, kinderen?

zo spreek ik (met) jou
in een verbinding met niets
anders dan wij
en iets onverklaarbaars

 

*.

.

honderd gedachten negentig gedichten

zeventig namen zestig gezichten

vijftig wis veertig waarachtig

dertig mooi twintig prachtig

maar geen tien

zal je zien

want

ik

VERGEETACHTIG

.

 

 

Nu we er toch zijn

Erwin Hurenkamp

.

De Poëzieclubkeuze van poëzietijdschrift Awater is dit keer de debuutbundel van Erwin Hurenkamp getiteld ‘Nu we er toch zijn’. Deze bundel heeft als rode draad een dystopische wereld waar we met zijn allen op afstevenen, een wereld die het ene moment wordt geteisterd door hevige neerslag waardoor de woestijn die deze wereld is verandert in een grote modderstroom waarin feitelijk niet meer te leven is. ‘Nu we er toch zijn’ is geen weerspiegeling van onze huidige wereld maar een verkenning van de wereld zoals die zou kunnen zijn en die steeds waarschijnlijker wordt.

Erwin Hurenkamp (1993) studeerde literatuurwetenschappen en Cultural Analysis in Amsterdam. Gedichten van hem werden eerder gepubliceerd in Hard // hoofd en De Optimist.  Uit deze bundel met vooral prozaïsche gedichten koos ik voor een gedicht dat meer op een klassiek gedicht in de vrije vorm lijkt dan op de meeste prozagedichten in deze bundel getiteld ‘Kyrie 1.1’.

.

Kyrie 1.1

.

Valt de avond, tillen wij je op. Je zwalkt stomdronken

met je door stuifmeel benevelde kop

langs de bedden, raakt hier en daar iets aan:

.

salvia’s, floxen, kattensnorren. Gebruiksbloemen zijn we

allemansliefjes, bevriende havens, sloeries-

.

een hotel waarin de kamers doorgaans overdag

en tegen uurtarief worden verhuurd.

.

Je blijft maar rennen.

.

 

Gemeentedichter

Verkiezing

.

Vanavond word ik verwacht in theater het Web in Bleiswijk voor de verkiezing van de gemeentedichter van Lansingerland (Bleiswijk, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs). Voor de tweede keer ben ik gevraagd om als juryvoorzitter plaats te nemen in de jury die bepaalt welke dichter de nieuwe gemeentedichter 2024-2025 wordt. De gemeentedichter is net als de dorpsdichter, de wijkdichter, de eilanddichter en de provinciedichter een afgeleide van de stadsdichter. De eerste Nederlandse plaats met een stadsdichter was Venlo, waar op 1 januari 1993 Emma Crebolder voor de periode van een jaar als stadsdichter werd aangesteld.

Inmiddels zijn er heel veel steden en dorpen met een eigen dichter. In Nederland (want ook in Vlaanderen zijn er stads- en dorpsdichters) zijn er inmiddels tussen de 50 en 100 (in 2015 werd een record van toen nog 54 stadsdichters bereikt. Inmiddels zijn dat er al weer veel meer. In een aantal gemeentes vindt een verkiezing plaats waarbij het aanwezige publiek kan stemmen. In andere gemeentes vindt de aanwijzing plaats van een dichter door een culturele commissie, een stichting, of een jury zoals in Lansingerland. Aanstellingen zijn voor twee of drie jaar. Soms blijft een dichter langer aan bij gebrek aan opvolging en in sommige gevallen worden dichters vaker verkozen.

In Lelystad wordt sinds 2005 de stadsdichters-dag georganiseerd, waarbij alle lokale dichters van Nederland en Vlaanderen worden uitgenodigd. In Gouda is sinds 2018 ‘De Grote Prijs van Gouda’ waar stads- en dorpsdichters strijden voor deze prijs. De laatste editie was in oktober 2023. Dit was de vierde editie (in 2020 en 2021 werd om de bekende redenen geen wedstrijd georganiseerd). Winnaar van deze 4e editie was Zoë van de Kerkhof (Leiden) en de 2e plaats ging naar Natasja Bodde (Spijkenisse).

Wie de nieuwe gemeentedichter van Lansingerland gaat worden wordt vanavond bekend gemaakt. De eerste gemeentedichter van deze gemeente was Mark Boninsegna (2018). Van hem is het gedicht ‘Afhaalchinees’ dat hij schreef als gemeentedichter als nieuwjaarsgedicht.

.

Afhaalchinees
(nieuwjaarsgedicht)

.

zoals ieder jaar stond hij daar
wachtend op Station Westpolder
op de oh zo bekende middernachtmetro
tussen achtergelaten bagage
van anderen die wel op tijd waren

.

gekomen zonder eerst rond
kijken of niets vergeten
in koffers die altijd in de weg
zouden in overvolle stilte

.

morgen dan maar samen
met thuisblijvers nieuwe
voornemens wegspoelen
met een glas bier

.

proosten nieuwkomers
op wat komen of wat achter
gelaten om 18.00 uur
aan de bar bij Golden Garden
wachtend op de afhaal

.

Vandaag begint het!

Poëzieweek 2024

.

Vandaag is de Poëzieweek 2024 begonnen. Wat ooit in 2000 begon met de Landelijke of Nationale Gedichtendag en in 2013 werd uitgebreid naar de Poëzieweek (en nu op naar de maand van de poëzie wat mij betreft) heeft als doel iedereen in Nederland en Vlaanderen de kans te geven in die week in aanraking te komen met poëzie. Dat kan op heel veel manieren, ik schreef er de afgelopen maanden al een paar keer over.

Ook schreef ik over de twee grote activiteiten waar ik persoonlijk direct bij betrokken ben: Weesgedichten en de MUGzine special. Afgelopen week vrijdag heb ik namens mijn bibliotheek samen met een paar collega’s en vrijwilligers bij verschillende mensen in het werkgebied van mijn bibliotheek weesgedichten op ramen van adoptieouders aangebracht. Ontzettend leuk om te doen en wat me opviel was de variëteit aan gedichten en dichters die men had geadopteerd. Ja de plaatselijke dichters die konden worden toegevoegd aan de lijst van gedichten waren allemaal geadopteerd maar opvallend genoeg ook meerdere Vlaamse dichters.

Zelf heb ik voor het raam van mijn woonkamer, bij de bibliotheek Den Haag, een gedicht van de Vlaamse dichter Shari Van Goethem (1988) geadopteerd.

Naast dit bijzondere initiatief dat werd overgenomen in samenwerking met de bedenkers van Weesgedichten, de Bibliotheek Aalst in België, komt vandaag ook de special van MUGzine uit. In de bibliotheken in Zuid- en Noord-Holland kun je gratis deze special ophalen. In deze special gedichten van de Vlaamse Lut de Block (1952), Meliza de Vries (1982), Anne van de Dool (1993), Lemuel de Graav (1998), Marianne Hermans (1973) en van mijzelf het gedicht ‘Wolk’. Deze editie werd mogelijk gemaakt door Probiblio, de ondersteuningsinstelling voor openbare bibliotheken in Noord- en Zuid-Holland. In deze special staat ook een bericht over de Wolk app voor poëzie.

Ik wens iedereen een geweldig mooie Poëzieweek toe. Heb je geen idee waar je naartoe wil of kan kijk dan op de website van de Poëzieweek 2024 bij activiteiten. Om dit bericht niet zonder gedicht af te sluiten, een gedicht dat ook als ansichtkaart te krijgen is deze Poëzieweek van Judith Herzberg (1934), getiteld ‘Daglicht’ uit haar bundel ‘Zeepost’ uit 1963.

.

Daglicht

.

Uit chaos van lakens en
voorgevoel opgestaan, gordijnen
open, de radio aan, was
plotseling Scarlatti
heel helder te verstaan:
Nu alles is zoals het is geworden,
nu alles is zoals het is
komt het, hoewel, misschien
hoewel, tenslotte nog in orde.

.

Moeilijke oefening

Sylvie Marie

.

Naar aanleiding van de Special van MUGzine had ik met een vriend een discussie over wat nou precies een gedicht goed maakt, of een dichter een goede dichter. Voor mij, en ik denk voor velen, is dit de belangrijkste vraag die je over poëzie kan stellen en tegelijkertijd de moeilijkst te beantwoorden. Ik heb op dit blog al verschillende keren ideeën en gedachten gedeeld over wat nou toch een gedicht een goed gedicht maakt.

Tom Lanoye gaf 5 tips voor het schrijven van goede poëzie, zelf ben ik al eerder op zoek gegaan naar wat poëzie is, de website adazing.com gaf een mini cursus Spoken word en Slam poëzie maar dat is een specifieke vorm van poëzie, in ‘Waarom poëzie belangrijk is‘ vind je wat antwoorden, op de website letmus worden 6 tips gegeven voor een goed gedicht, Dennis G. Jerz geeft 10 tips voor het schrijven van een goed gedicht, CBC de Canadese omroep geeft 11 Do’s en Dont’s en tenslotte geeft literacyideas.com nog de belangrijkste gemeenschappelijke kenmerken van poëzie.

Allemaal goed bedoelde tips, aanwijzingen, regels en ideeën over wat een gedicht een goed gedicht maakt en hoe je een goed gedicht herkent. En dit is nog maar een tipje van de sluier, er is nog veel meer over dit onderwerp te vinden op dit blog.

Wij kwamen een eind maar uiteindelijk ook niet tot een eensluidende conclusie. Tot ik vandaag een gedicht las van Sylvie Marie (1984). In Querido’s Poëziespektakel staat het gedicht ‘Moeilijke oefening’. Een kort gedicht van slechts 5 regels die voor mij de essentie van een goed gedicht omvat. Mocht je na het lezen van al die tips, ideeën en aanwijzingen het idee hebben dat je er nooit uit komt, lees dan dit gedicht. Dit gedicht zegt alles.

.

Moeilijke oefening

.

stel je eens

een gedicht voor,

.

zwart op wit.

.

lees nu eens

enkel het wit.

.

Half

Rian Visser

.

Vandaag op mijn verjaardag heb ik gekozen om gewoon een mooi gedicht te delen. Het is een gedicht van Rian Visser (1966) getiteld ‘Half’ en komt uit de bundel ‘Alle wensen van de wereld’ uit 2021. Ik koos dit gedicht omdat ik in dit gedicht de kern van mijn schrijverschap lees, waarom ik dicht, waarom ik blog. Daarom vandaag dit gedicht als mijn cadeau aan jou.

.

Half

.

We komen elkaar

halverwege tegen.

.

We geven elkaar

een halve handdruk

jij de hand en ik de druk

een halve knipoog

jij de knip en ik het oog

een halve glimlach

jij de glim en ik de lach.

.

We komen elkaar tegen

en stilletjesaan gaan we

elkaar beter verstaan.

.

Howl

Allen Ginsberg

.

De film ‘Howl’ (2010) volgt het leven van Allen Ginsberg (1926-1997), een Amerikaanse dichter uit de ‘Beat Generation’. De film gaat in het bijzonder over het proces dat volgde na de publicatie van Ginsbergs gedicht ‘Howl’ uit 1956.  De bundel ‘Howl an other poems’ werd in de preutse jaren ’50 als obsceen beschouwd. Het maakte van de auteur, die toen nog relatief onbekend was, een bekende voorvechter van de Amerikaanse tegencultuur.

‘Howl’ verkent het leven en werk van de 20e-eeuwse Amerikaanse dichter Allen Ginsberg . De film is op een niet-lineaire manier opgebouwd en plaatst historische gebeurtenissen naast een verscheidenheid aan filmische technieken . Het reconstrueert het vroege leven van Ginsberg in de jaren veertig en vijftig . Het toont ook Ginsbergs debuutuitvoering van ” Howl ” in de Six Gallery Reading op 7 oktober 1955 in zwart-wit. De film wisselt af tussen verschillende scènes – soms uit de jeugdjaren van Ginsberg, soms uit een opvoering van het gedicht zelf, dan weer fragmenten over het de totstandkoming.  ‘Howl’ kan dan ook, behalve als film, gezien worden als een kritisch essay over de poëzie.

Ginsberg schreef het gedicht, dat ook wel bekend staat als ‘Howl for Carl Solomon’ in 1954-1955. Het hele gedicht lees je hier. Ik plaats hier een fragment van deel I (van II).

.

Howl

for Carl Solomon

.I

I saw the best minds of my generation destroyed by madness, starving hysterical naked,
dragging themselves through the negro streets at dawn looking for an angry fix,
angelheaded hipsters burning for the ancient heavenly connection to the starry dynamo in the machinery of night,
who poverty and tatters and hollow-eyed and high sat up smoking in the supernatural darkness of cold-water flats floating across the tops of cities contemplating jazz,
who bared their brains to Heaven under the El and saw Mohammedan angels staggering on tenement roofs illuminated,
who passed through universities with radiant cool eyes hallucinating Arkansas and Blake-light tragedy among the scholars of war,
who were expelled from the academies for crazy & publishing obscene odes on the windows of the skull,
who cowered in unshaven rooms in underwear, burning their money in wastebaskets and listening to the Terror through the wall,
who got busted in their pubic beards returning through Laredo with a belt of marijuana for New York,
who ate fire in paint hotels or drank turpentine in Paradise Alley, death, or purgatoried their torsos night after night
with dreams, with drugs, with waking nightmares, alcohol and cock and endless balls,