Maandelijks archief: augustus 2016

Werkboek

Jana Beranová

.

Het overkomt me soms dat ik zeker weet dat ik een dichtbundel in bezit heb maar dat ik hem nergens kan vinden. Nu is dat met dichtbundels niet zo heel vreemd, het zijn meestal niet de dikste boeken in mijn boekenkast maar het zijn er wel veel.

In het volgende geval was er echter iets anders aan de hand. Het ‘Werkboek, bloemlezing 1983 – 2010’ van Jana Beranová is helemaal geen dun bundeltje. Het is een stevig verzamelwerk van bijna 300 bladzijden. Des te vreemder dat ik het nergens kon vinden.

Nu staan mijn dichtbundels niet allemaal bij elkaar in één kast. Dat is niet heel handig maar in de jaren zo gegroeid. Ik heb het vaste voornemen dit ooit nog te gaan veranderen en een kast speciaal alleen voor poëzie te bestemmen. Desalniettemin kon ik haar Werkboek maar niet terug vinden en ik wist zeker dat ik hem in 2011 van haar gekocht had, ze had er zelfs een opdracht voor mijn dochters ingeschreven.

Afgelopen vond ik het tot mijn grote opluchting terug. Het was tussen mijn romans komen te staan. Daarom en omdat ze zulke prachtige gedichten schrijft hier twee gedichten uit deze bloemlezing; ‘Volmaakt’ en ‘Blinde liefde’.

.

Volmaakt

.

In vers gras vrijen

om later veel later

in de dood nog even

na te geuren

als hooi

.

.

Blinde liefde

.

Ze houden elkaar vast

strompelend naar de finish

.

arm in arm

de plooien gladstrijkend

van hun omslag

.

stekeblind

de vingers gestrengeld

om hun witte stok

.

wie wegvalt

heeft gewonnen

.

JanaB

Jana draagt voor uit haar Werkboek tijdens de Poëziebustoer van 2016

Marvell

Het Eden Project

.

In het zuiden van Cornwall (Groot Brittannië) ligt in een dal (wat eens een afgravingsgebied was van  Kaolien, de grondstof van porselein) The Eden Project. Dit is is een botanische tuin in Bodelva die bestaat uit onder meer twee kassencomplexen die worden gevormd door meerdere geodetische koepels.

Het non-profit-project is in 1997 opgericht door de Nederlander Tim Smit en architect Jonathan Ball. Later is architect Nicholas Grimshaw bij het project betrokken. Twee Britse bouwbedrijven hebben gedurende achttien maanden de aanleg van het project verzorgd. Deze bedrijven hebben dit gedaan met de afspraak dat ze alleen betaald zouden worden als het project een succes zou worden.

Het bezoekerscentrum is in mei 2000 geopend. Op 17 maart 2001 is gehele complex voor het publiek geopend. Sindsdien hebben meer dan 7,5 miljoen mensen de botanische tuin bezocht.

In deze bijzondere tuin, in de koepel met het mediterrane gebied, kwam ik een gedicht tegen van de (metafysische) dichter Andrew Marvell (1621 – 1678) die daar niet zonder reden is neergezet. Het gedicht ‘The Garden’ sluit prachtig aan bij de wereld die is gecreëerd in deze koepel.

.

IMG_5290

IMG_5272

IMG_5300

Troep

Willem Jan Otten

.

Ik las een gedicht van Willem Jan Otten en moest onwillekeurig denken aan een dergelijke situatie bij mij thuis. Hoe vaak kom je geen stapel spullen tegen die je netjes hebt opgeruimd en waar je nooit meer naar omkijkt. Het is hetzelfde gevoel dat ik krijg als ik wel eens naar programma’s als American Pickers kijk op History Channel. De twee ‘pickers’ komen dan soms bij mensen die enorme schuren vol spullen hebben, vaak in dozen weggestopt maar ook bovenop elkaar gestapeld zonder enige orde. In veel gevallen weten deze mensen niet eens meer wat ze in de loop der jaren verzameld hebben.

Zelf probeer ik voorzichtig met steeds minder spullen te leven met als enige uitzondering dichtbundels. Daar kun je er nooit genoeg van hebben. Uit ‘Het keurslijf’ uit 1974 het gedicht ‘Het materiaal’.

.

Het materiaal

.

Ik bewoon een huis

vol ingepakt bezit.

.

De kisten onderop bedolven,

wat later kwam wanordelijk.

.

Van uitpakken geen sprake:

hier of daar bevestig ik

een label.

.

troep

Deugniet

Rogi Wieg

.

Vandaag voor de laatste keer dichter van de maand augustus Rogi Wieg. In de maand september is Jean Pierre Rawie dichter van de maand. Ik heb vandaag gekozen voor het bijzondere gedicht van Rogi Wieg ‘Brief aan mijn dochter’ omdat ik daar wel iets in herken. Uit de bundel ‘De Kam’ uit 2007.

.

Brief aan mijn dochter

Er is altijd een thema en dat ben jij, deugniet,
simpel gezegd, niet cryptisch, niet met vergelijkingen,
of mystiek, niet met dichterlijke ingrepen, niet met
woorden die met elkaar spelen – spelende woorden

betekenen al iets ingewikkelds, het spijt me – jij bent
voor mij de mogelijkheid tot eenvoud die, in elk geval,
míj ontroert en mij doet werken op papier aan de liefde
van een vader die buiten zijn verzen wil gaan voor jou,

in een gewone brief aan mijn dochter. En elke brief aan jou
wil ik bewaren, korte brieven, zinnen die al het poëtische
ontkrachten en aantonen dat kunst soms waardeloos is. Niet
omdat de kwaliteit ontbreekt, maar om hele andere redenen.

Dit wilde ik je vanavond even zeggen, al ben ik alleen, deugniet.

.

wieg_de_kam_npe

Memopoezie.org

Poëzie op post-it blaadjes

.

Op 10 oktober 2012 schreef ik over een nieuw fenomeen; Memopoëzie. Naar aanleiding van een andere uiting van poëzie namelijk post-it poëzie wat eigenlijk min of meer hetzelfde is. Je schrijft een (kort) gedicht op een post-it velletje (maar dat mag ook een andere vorm van memo-papiertje zijn) en laat dat ergens achter als verrassing voor de lezer die dat gedicht tegen komt.

Jarenlang hing het voorbeeld dat ik schreef in de poëziehoek van mijn bibliotheek. Ik was hem al bijna vergeten totdat we afgelopen maand gingen herinrichten, toen kwam hij weer boven water.

Grappig genoeg werd ik deze week gewezen op het feit dat de website waar ik destijds over schreef een ander adres had gekregen (namelijk memopoezie.org). Ik heb daar nu een inlog van en het is zeer de moeite waard om een te kijken welke poëzie er al gedeeld is via memo-papiertjes.

Hier mijn gedichtje van destijds en een voorbeeld van de nieuwe website.

.

Moeilijk gesprek

Je laat je vragen

Voorafgaan door gezucht

 

Mijn antwoorden

Zijn te zwaar

Om je lucht te geven

 

Laat ons maar in stilte

Naar elkaar glimlachen

.

Dit voorbeeld van de website is van Zomervogel:

 

Huiswerk

 

                                                                                  Huiswerk

Langzaam knoopt de beul

de strop van Engelse en Franse

                                                                                  woorden op;
mijn benen bungelen nog zacht
terwijl Facebook daar beneden
spottend lacht.
.
memo

After the lunch

Wendy Cope

.

In navolging van het grote succes van The nation’s favorite poem, kwam de BBC in 1997 met een vervolg vraag naar het favoriete liefdesgedicht van de Engelsen. Dit werd ‘Sonnet from the Portuguese XLIII how do I love thee? Let me count the ways.’  Van Elisabeth Barret Browing uit de negentiende eeuw.

Ik heb echter gekozen voor het gedicht ‘ After the lunch’  van Wendy Cope ( niet in de top 10).

.

After the lunch

.

On Waterloo Bridge, where we said our goodbyes,

The weather conditions bring tears to my eyes.

I wipe them away with a black woolly glove

And try not to notice I’ve fallen in love.

.

On Waterloos Bridge I am trying to think:

This is nothing. You’re high on the charm and the drink.

But the juke-box inside me is playing a song

That says something different. And when it was wrong?

.

On Waterloo Bridge with the wind in my hair

I am tempted to skip. You’re a fool. I don’t care.

The head does its best but the heart is the boss-

I admit it before I am halfway across.

.

IMG_5224

De Coninck

Nog maar eens

.

Omdat de ‘Herman de Coninckzondag’ alweer een paar maanden achter ons ligt en ik sindsdien eigenlijk geen gedicht meer van hem heb geplaatst, vind ik het tijd weer eens aandacht aan deze geweldige dichter te besteden. Nog altijd één van mijn favoriete dichters en daarom een gedicht uit de bundel ‘De lenige liefde’ zonder titel.

.

Je truitjes en je witte en rode

sjerpen en je kousen en je directoirtjes

(met liefde gemaakt, zei de reklame)

en je brassières ( er steelt poëzie in

die dingen, vooral als jij ze draagt) –

ze slingeren rond in dit gedicht

als op je kamer.

.

kom er maar in, lezer maak het je

gemakkelijk, struikel niet over de

zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen,

gaat u zitten

.

(intussen zoenen wij even in deze

zin tussen haakjes, zo ziet de lezer

ons niet) hoe vindt u het,

dit is een raam om naar de werkelijkheid

te kijken, alles wat u daar ziet

bestaat, is het niet helemaal

als in een gedicht?

.

HermandeC

Van de morgen tot morgen

Bloemlezing van moderne poëzie (1964)

.

Pas geleden gekocht in een kringloopwinkel de bundel ‘Van de morgen tot de morgen’. Deze bundel is uit 1964 maar is zeer goed bewaard gebleven. Het  betreft hier een “Bloemlezing van moderne poëzie ten dienste van het onderwijs”. Kom daar nog maar eens om tegenwoordig. In deze bundel dichters geboren in het begin van de vorige eeuw, de meeste zeer bekend maar ook een aantal wat minder bekende dichters of dichters die in de vergetelheid zijn geraakt door de tijd heen.

Hans Andreus, Hans Lodeizen, Ellen Warmond, Cees Nooteboom, Leo Vroman, Huub Oosterhuis, Lucebert, Remco Campert en Simon Vinkenoog maar ook Lode Bisschop, Edith de Clerq Zubli, Nes Tergast, José Boyens en Jan Wit.

Dit keer een gedicht van een wat minder bekende dichter C.O. Jellema (1936 – 2003). Cor Onno Jellema was dichter en essayist en debuteerde in 1961 met ‘Klein Gloria en andere gedichten’. Uit deze bundel het gedicht ‘In het bos’.

., 

In het bos

.

Daar was het zo stil,

ik kon mijn stem er niet verbergen

in het rumoer van auto’s,

in de muziek van een café.

.

Er was geen omweg voor het woord

en geen geluid waarin het kon verdrinken

en weer gevonden worden

alsof het van een ander was.

.

Wanneer ik daar gezegd had wat ik zeggen wilde,

had je het onherroepelijk gehoord,

hadden wij zwijgend verder moeten lopen.

Te stil was het, ik durfde niet.

.

En toen we bijna bij de huizen waren

en ik het zeggen ging, zag je

een eekhoorn, je wees

en holde naar de boom waarin hij was geklommen.

.

Vandemorgentotmorgen

Do not stand at my grave and weep

The nation’s favorite poems

.

In 1995 vroeg de Het boekenprogramma van de BBC ‘The Bookworm’, in samenwerking met de National Poetry Day aan de inwoners van Groot Brittanië wat hun favoriete gedicht was. Hoewel de verwachtingen niet hooggespannen waren ( men dacht dat er vooral dirty limericks ingezonden zouden worden) reageerden maar liefst 12.000 mensen. De absolute winnaar was Rudyard Kipling’s gedicht ‘If’.

Omdat ik dit gedicht al eens plaatste op 31 mei 2013 ( zie het archief hier ter rechter zijde) heb ik de keuze laten vallen op een gedicht dat anoniem werd ingezonden. Het betreft hier het gedicht ‘Do not stand at my grave and weep’. Dit gedicht bleek in een enveloppe te zitten voor de ouders van Steven Cummins, een soldaat die was gestorven in actie tijdens zijn dienst in Noord Ierland. De enveloppe mocht alleen worden geopend in geval van zijn overlijden. Na publiceren ontstond er een grote vraag  naar kopieën van het gedicht ( er zouden in totaal ruim 30.000 vragen komen naar een kopie).

In eerste instantie dacht men dat het gedicht door Cummins zelf was geschreven maar dit was niet het geval. Men dacht aan een publicatie uit een negentiende-eeuws magazine en zelfs aan een gebed van Navaho indianen maar uiteindelijk blijft het een mysterie wie het gedicht heeft geschreven. In feite bleek dit dus het meest favoriete gedicht van de Engelsen maar omdat er geen dichter bekend is heeft het niet mee gedongen naar de titel.

In het boek ‘The nation’s favorite poem’ dat de BBC in 1996 heeft uitgegeven is het echter wel opgenomen in het voorwoord.

Nagekomen bericht: Via een oplettende lezer (Annekomm) kreeg ik een bericht dat de identiteit van de dichter toch bekend is. Het betreft hier de Amerikaanse (!) dichter Mary Elisabeth Frye.  De identiteit van de dichter was inderdaad onbekend tot  Frye in eind van de negentiger jaren van de vorige eeuw onthulde dat zij de schrijfster was het gedicht. Het gedicht werd geschreven in 1932. Haar claim werd bevestigd in 1998 na onderzoek door Abigail Van Buren.

.

Do not stand at my grave and weep

.

Do not stand at my grave and weep;

I am not there. I do not sleep.

I am a thousand winds that blow.

I am the diamond glints on snow.

I am the sunlight on ripenend grain.

I am the gentle authumn rain.

When you awaken in the morning’s hush

I am the swift uplifting rush

Of quiet birds in circled flight.

I am the soft stars that shine at night.

Do not stand at my grave and cry;

I am not there. I did not die.

.

IMG_5225

Zelfportret

Stefaan van den Bremt

.

Stefaan Van den Bremt (1941) is een Vlaams dichter en essayist. Hij debuteerde onder het pseudoniem Stevi Braem in 1968 met de bundel ‘Sextant’, waarmee hij de eerste debuutprijs (in 1969) won. Onder dit pseudoniem schreef hij ook als redacteur in het literair tijdschrift Kreatief (1966-2003). In 1980 ontving hij de Louis Paul Boonprijs voor zijn gehele oeuvre. Zijn laatste bundel dateert alweer van 2002 maar hij is ook actief als vertaler van Mexicaans Spaanse poëzie. Hiervoor ontving hij in 2007 in Mexico de Internationale Poëzieprijs Zacatecas.

Uit de bundel ‘Rover en reiziger’ uit 1992 het gedicht ‘Zelfportret’.

.

Zelfportret

.

Ik die de nasmaak van loslippigheid
geproefd heb, en zij is te jong
en praat mijn mond voorbij en bijt
als peper op mijn tong;

ik die de vreemde kriebel van het woord
gevoeld heb als het witte blad
en zit te schrijven als vermoord
ik het, al dat wit zat;

ik die de ren van kippen zonder kop
gezien heb, en hoe oud was ik
die de stokkende hartenklop
gehoord heb van de schrik? –

Ik die aan boeken en een bloem
geroken heb, en ze niet noem.

.

R&R