Categorie archief: Gedichten van voor 2008
Oud gedicht
1985
.
Ik heb een paar opschrijfboekjes waarin ik mijn gedichten schreef. Tegenwoordig doe ik dat op de computer en sla ze vervolgens op op een harddisk maar toen ik begon met het schrijven van gedichten kwam alles wat ik schreef ik een aantal kleine hand-genaaide boekjes. Die boekjes kregen ook een titel (in dit geval ‘in afwachting) en een opdracht (in dit geval een stukje tekst uit een lied van Joan Armatrading:
Show some emotion, put expression in your eyes, light up, get your feelings happy and if it’s bad than let the tears roll by.
Het betreft hier mijn tweede boekje (met zwarte kaft) met gedichten en die schreef ik tussen 1985 en 1999. Uit dit boekje een gedicht dat ik schreef toen ik in militaire dienst zat en ik heel erg uitkeek naar de dag dat ik weer ‘vrij’ was en zelf kon gaan bepalen hoe mijn leven zou gaan lopen.
.
In afwachting
.
’t land van rode en blauwe vlakken
van waaruit
mijn stem verder draagt dan het
product van die
grauw-grijze machinerie in ‘t
crisiscentrum van mijn daden
de vervaging van ’t groen, de aardse
metalen, textiel en chemische
toevoegingen
in verwachting van de dag
dat de cijfers kloppen
weg zwart, met het licht.
.
3000!
Zichtbaar alleen
.
Op 1 oktober 2007 publiceerde ik mijn eerste bericht op (toen nog via web-log.nl) dit blog. De toon en de intentie was toen nog heel anders. Ik was bezig met het uit laten geven van mijn debuutbundel ‘Zichtbaar alleen’ waar dit blog naar vernoemd is. De lezer (jullie dus) werd destijds in mijn eerste bericht nog aangesproken vanuit de derde persoon want in het bericht lijkt meer op een persbericht dan op een persoonlijk bericht. Op 23 november 2018 verscheen mijn 3000ste bericht (schooljuffrouw). Een mijlpaal waar ik van te voren wel mee bezig was maar toen het zover was geen erg in had.
Omdat ik wel wat heb met cijfers en statistieken wilde ik er toch even stil bij staan. Daarom uit ‘Zichtbaar alleen’ mijn eerste bundel (nog steeds te koop, ook via dit kanaal) waar het allemaal mee begon het gedicht ‘Vraatzucht’ uit het hoofdstuk ‘De zeven hoofdzonden’.
.
Vraatzucht
.
Het volgegeten lijf
zwaar bukkend onder
een consumptief verlangen
.
zwaarmoedig, ontevreden
uitgekauwd en uitgekotst
wordt het ongenoegen van
het denken gevoed
.
lijdzaam groeien de
grenzen van het fatsoen
naar een punt van
geen terugkeer
.
en steeds weer
moet het opnieuw
en meer
.
Een zondagochtend
Gedicht uit de jaren ’80
.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw schreef ik mijn gedichtjes in kleine opschrijfboekjes. Deze boekjes heb ik allemaal bewaard en soms plaats ik een oud gedicht uit één van deze boekjes op dit blog. Om te laten zien waar ik vandaan kom en om mezelf eraan te herinneren dat poëzie schrijven, betere poëzie schrijven een proces is waar je nooit mee klaar bent.
Het gedicht ‘Een zondagochtend’ schreef ik na een nacht te hebben doorgebracht in een kamer waar zich ook een groot wit hoofd van gips bevond en dat was aanleiding genoeg. Hoewel nogal rommelig en soms zelfs onsamenhangend toch maar hier dit gedicht.
.
Een zondagochtend
.
Als het hoofd van gips
mij aanstaart met holle ogen
en ik jouw ogen in mijn rug voel priemen
.
Als het suizen van de muziek
de ruis in mijn hoofd overstemt
en ik dit geluid weg draai
.
Als jouw hand over mijn borst streelt
en onze adem gelijkgestemd de
warmte van de situatie symboliseert
.
Terwijl de beelden van de film
na de pauze niet overeenstemmen met
die van daarvoor en ik mijn ogen sluit
.
Is dit de waanzin van mijn verlangen
die als rust mijn problemen verdrijft?
Laat me dan genieten, lang, heel lang.
.
Oud gedichtje
Van voor 2008
.
Ik krijg zo nu en dan de vraag hoe lang ik al gedichten schrijf en hoe dat dan gegaan is. Ik schreef er al over (mijn eerste gedichtje schreef ik op mijn 13e jaar) en ook over het gegeven dat wanneer ik nu die versjes en gedichten terug lees ik me bijna schaam voor de rijmdwang en de onnozelheid. Toch zijn ze me dierbaar die vroegere gedichten. Daarom plaats ik er zo nu en dan eentje op dit blog.
Ter aanmoediging van jonge dichters (die vaak veel betere poëzie schrijven dan ik vroeger op die leeftijd) om te laten zien dat oefening kunst baart en er ontwikkeling mogelijk is en voor het plezier uiteraard. Daarom dit keer een kort gedichtje van vroeger, ergens halverwege de jaren 80′.
.
Wandeling
.
Die avond, wandelen wij,
met in ons rug
(voor de aanschouwers)
het tegenlicht,
richting heinde en ver
.
eenieder zal ons passeren
zonder enige vorm
van vermoeden
omtrent doel van onze gang
en spoor onzer gedachten
.
en wij, ach
gezien onze gedachten
en de richting waarin wij
ons begeven, gaat alles
ons, ten enen male,
volledig voorbij
.
Mens en gevoelens
Strand
.
Hoewel ik in 2007 voor het eerst naar buiten kwam met mijn gedichten door samen met Ruben Philipsen de bundel ‘Zichtbaar alleen’ te publiceren (waar dit blog naar vernoemd is) is in de jaren ’80 van de vorige eeuw al eens een gedicht van mij gepubliceerd in het tijdschrift ‘Mens en gevoelens’ van Paul Haenen of eigenlijk van zijn alter ego’s Margreet Dolman en Dammie van Geest. In dit cultureel/humoristische tijdschrift was plaats voor gedichten, verhalen, columns, tekeningen en foto’s. Ook ik heb, ik denk in 1989, een gedicht opgestuurd (dat kon als abonnee) en toen werd dus voor het eerst een gedicht van mij gepubliceerd. Het gedicht was getiteld ‘Strand’ en er werd door een andere abonnee waarvan ik nu de naam niet meer weet, een tekening bij gemaakt.
Dit is het gedicht.
.
Strand
.
Daar loopt ze
het doldrieste water
met haar benen doorklievend
en dan ineens rent ze
terug naar mij
.
“kwallen” zegt ze.
.
Met jou, na een film
Oud gedicht
.
Ik heb in mijn kast een paar notitieboekjes waarin ik vroeger mijn gedichten schreef. Netjes in blokletters, zodat ik ze nu kan kan teruglezen ( mijn handschrift was destijds niet altijd even leesbaar).
Uit het laatste notitieboekje vandaag het een na laatste gedicht dat uit ca. 1988 / 1989 moet zijn met de titel ‘ Met jou, na een film’ . Heerlijk onduidelijk met zinnen waarvan ik me nu afvraag; Waarom? Maar ach, ook wel weer leuk om te delen.
.
Met jou, na een film
.
Natuurlijk
ik weet mij te redden
met pauzes
.
en een pauze
.
maar mijn verlangen
laat zich niet betalen,
niet onderbreken voor
koffie en ijs,
pinda’s en popcorn
toch is jouw intensiteit,
voor mij,
die van na de pauze
.
Oud gedicht
Uit de jaren ’80
.
Vandaag maar weer eens een gedicht uit de oude doos, geschreven in 1985 denk ik. Ongetwijfeld heb ik mijn inspiratie opgedaan destijds aan het strand dat op zo’n 5 minuten van mijn huis vandaan ligt.
.
Badplaats
.
Zand
gedachteloos strand
sterk hiërarchisch bemand
.
loop
lichamen te koop
besmeurd, geurende stroop
.
warm
rijker en arm
“leg niet te zeuren, darm!”
.
wind
moeiteloos bemind
aan de kinderen geen kind
.
gaan
langzaam opstaan
losgerukt uit paradijselijk bestaan
.
Schilderij: Hans Versfelt (https://hansversfelt.wordpress.com)
Oud gedicht
Uit begin jaren tachtig
.
Het lijden van de jongen W.
.
Alweer zit ik,
met in mijn hoofd jouw belofte,
aphatisch te staren
naar een nauwelijks
interessante plint
.
Je foto buiten mijn gezichtsbereik.
Teveel van jou in momenten
van twijfel, hardnekkig ontwijkend
.
Dus sta ik op, loop van je weg
en schenk mezelf een borrel in.
Toch weer iets dat ook jij zou doen.