Maandelijks archief: april 2020
Ansichtkaart
Rutger Kopland
.
Nu iedereen gedwongen zijn leven heeft moeten aanpassen aan de nieuwe omstandigheden waarin de wereld verkeert, waarin er massaal thuis wordt gewerkt, waarin collega’s, vrienden en familieleden elkaar soms weken lang niet kunnen zien is er altijd een manier om toch te laten weten dat je aan elkaar denkt. En dan bedoel ik niet het telefoneren, appen, mailen of digitaal vergaderen via één van de vele daartoe geëigende kanalen, nee dan doel ik op het schrijven van de aloude ansichtkaart (Kleine moeite, groot plezier). Want laten we eerlijk zijn, iedereen zal toch beamen dat wanneer je een ansichtkaart in de bus vindt (en hoe vaak is dat nog) dan wordt dat altijd gewaardeerd en helemaal als er een persoonlijke boodschap op staat. Ik schreef hier al eerder over poëziekaarten (dat is natuurlijk helemaal mooi, zeker als het gedicht apelleert aan een gevoel of de boodschap van degene die de kaart stuurt) maar het kan ook gewoon een kaart zijn die je toevallig nog hebt liggen met een landschapje, een tekst, een bos bloemen of een jong hertje. Als je nou niet precies weet hoe je dat moet aanpakken, dan schreef Rutger Kopland (1934 – 2012) een gedicht met gebruiksaanwijzing dat gaat over de dilemma’s die het schrijven van een ansichtkaart met zich mee kan brengen. Oorspronkelijk verscheen dit gedicht in de bundel ‘Geduldig gereedschap’ uit 1993 maar ik las het gedicht in de Rainbowpocket ‘Geluk is gevaarlijk’ een keuze uit de gedichten van Rutger Kopland uit 1999
.
Aanwijzingen voor het schrijven van een ansichtkaart en een voorbeeld
.
Men ziet een kaart met een pleintje, in de zon
slaapt een hond, een oude man zit in de schaduw,
en men denkt, dit is wat ik zoek, ik ga schrijven.
.
Geef niet toe aan het verlangen naar waarheid,
schrijf niet waar u bent, wat u doet, wees hard,
streep door wat er staat, waarheid is altijd voorbij.
.
Beperk u daarom tot leugens, schrijf iets anders,
waar u niet bent, wat u niet doet, waar en wanneer,
zorgvuldig, het geheim van leugens zit in de feiten.
.
Men wil die kaart met dat pleintje, in de zon
die slapende hond, die oude man in de schaduw,
en men weet niet waarom, verzinkt in gepeins.
.
Geef niet toe aan het verlangen naar dat eeuwige
vragen, naar alles, wees realistisch, stel alleen
vragen die dat niet zijn en geef ook het antwoord.
.
Schrijf dus een verhaal waarin iets gebeurt omdat
het nu eenmaal gebeurde, het toeval het voorschreef,
verzin dan een oorzaak die er niet was en niet is.
.
Men blijft kijken naar die kaart met dat pleintje,
die hond in de zon, die oude man in de schaduw,
en men wordt week, voelt een glimlach, een traan.
.
Geef niet toe aan het verlangen zacht en weemoedig
te worden, laat uw gevoel achterwege, het gaat
om alles, behalve om u, het gaat om die kaart.
.
Wees dus humoristisch, behalve als het niet kan,
wees het echter ook dan en verscheur wat u schreef,
humor is streng, zij laat niet met zich spotten.
.
Schrijf dus b.v.: Hier, Augustus, Geliefden, hier
is een kaart, zien jullie dat pleintje, die hond
die slaapt in de zon, die oude man in de schaduw,
.
wat wil het toeval, dit pleintje, die zon en die
schaduw, die hond en die man, ik lig te slapen in
mijzelf, ik zit te zitten in mijzelf, alles ben ik,
.
ik weet het, je leest het wel vaker, je kunt geluk
niet ontlopen, het haalt je in, waar je ook gaat,
zo is het, maar ik zelf weet van niets, jullie X.
.
Kunstwerk
Tong van lucifer
.
Wanneer je in Flevoland rijdt (of naar Flevoland daar wil ik even vanaf zijn) kom je op een dijk, wat de Knardijk blijkt te zijn, een groot ovaal kunstwerk tegen. Al vele malen heb ik dat kunstwerk zien staan, juist door de omvang en de vorm vind ik het een bijzonder kunstwerk. Toen ik in de bundel ‘Flevoland’poëtische provincie’ van Stichting Achterland uit 1996 zat te bladeren kwam ik een foto tegen van dat kunstwerk. Van dichter Johan van de Grift staat er het gedicht ‘Kunstwerk’ bij dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘De spookrijder’ uit 1995 van zijn hand. Het kunstwerk dat ‘Tong van Lucifer’ heet, staat op een markant punt op de Knardijk en is van kunstenaar Ruud van de Wint.
.
Kunstwerk
.
Alsof hij
opschoot uit geduldige aarde
tussen een stad en een stad
.
Rood in groen land
Rood in grijze lucht
niemands schaduw
niemands silhouet
.
Het heeft zo moeten zijn
de schemer strijkt het licht van de dag
hijst de maanloze nacht
verten verliezen hun kleuren
als herfstbomen bladeren
.
Gezworen verledenlingen
-de geesten van
verdronken vissers-
komen hier samen
om het ooit dat verdween
.
Nog maar wat korte gedichten
Gedichten van de maand April
.
Vandaag is het de laatste zondag in April dus weer (voor de laatste keer) een aantal korte gedichten. In volgorde van lezen allereerst het gedicht ‘Geluk’ van Chris van Geel uit zijn bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1993. Het tweede korte gedicht is van Nachoem M. Wijnberg, is getiteld ‘Vreemdeling’ en komt uit zijn bundel ‘Alvast’ uit 1998. Het derde gedicht is van Anneke Reitsma en is getiteld ‘Verstrooiing’. Dit gedicht is genomen uit haar bundel ‘Wadlopen’ uit 1983.
.
Geluk
.
Een steen tegenkomen in een hap krentenbrood
zonder er eerst op gebeten
te hebben. Een groot geluk, vol diepe geruststelling.
.
Vreemdeling
.
De vreemdeling zegt: ‘Jullie zijn toch zelf vreemdeling
[geweest,’
en zij zeggen: ‘Nee, wij niet, wij waren altijd hier,
in het kale donker wachtend op het binnen gedragen lichaam
van een die er altijd was en die een vreemdeling ontmoette.’
.
Verstrooiing
.
U bent mijn vader en ik ben uw kind.
Ik weet wat u verloren in mij vindt:
De woorden die gij sprak zend ik uiteen
tot zij zich voegen in de sporen en de wind.
.
Het einde
Lucebert
.
Bij het opruimen van mijn boekenkast (met de beperkte ruimte die ik he is het echt belangrijk om af en toe de boel opnieuw in te richten) kwam ik de bundel ”Poetry wereld’ 25 jaar Poetry International tegen. Het betreft hier het Poetry International programmaboek uit 1994. Altijd leuk en interessant om door heen te bladeren en te lezen welke dichters destijds werden geprogrammeerd.
In dit A4 grote programmaboek zat echter ook een losse brochure van 15 september 1994 (de geboortedag van Lucebert) van De Rode Hoed in samenwerking met de SLAA (Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam) getiteld Hommage aan Lucebert. In deze 12 pagina’s bevattende zwart-wit brochure bestaande uit 3 gevouwen A4 velletjes staat naast het programma van die dag, gepresenteerd door Cox Hobbema met voordrachten van onder andere Simon Vinkenoog, Rudi Fuchs, H.H. ter Balkt en Frank Lodeizen, saxofoon improvisaties van Hans en Candy Dulfer, een poëzieconcert en een inleiding over drie korte films getiteld ‘Lucebert, tijd en afscheid’ van Johan van der Keuken, ook een groot aantal gedichten die Lucebert (1924 – 1994) schreef door de jaren heen.
Een van deze gedichten ‘Het einde’ komt uit de bundel ‘van de afgrond en de luchtmens’ uit 1953.
.
het einde
.
oud de tijd en vele vogels sneeuwen
in de leegte in de verte
wordt men moe en de stemmen
staan stijf om zelfs de zuiverste lippen
.
ruw en laag wandelt de regen
waarheen zijn de lichte dagen gegaan
waar zijn de wolken gebleven
alles is stom en van steen
.
alleen die in zijn engte de elementen telde
buigend bevend als geselslagen
geeft het laatste geluid: het lied
heeft het eeuwige leven
.
Shall I shoot him, sir?
Maxim de Winter
.
In de kringloopwinkel kocht ik drie deeltje van de Aurea literaire kartons. Hoewel ik lang gezocht heb is er over deze reeks weinig bekend. Ze werden uitgegeven door A.W. Sijthoff in Leiden en mijn exemplaren zijn van 1966 en 1967. In de literaire kartons kwamen niet alleen poëzie bundels uit maar ook novellen, een korte roman en een essaybundel. Het merendeel was echter poëzie (6 van de 11 titels). Ik bezit ‘De transparante zee’ van Maxim de Winter, ‘Als de wind ophoudt’ van F.W. van Heerikhuizen en ‘Uit een volslagen duisternis’ van Arnold de Vos. De redactie is in alle gevallen gedaan door Bert Jansma, Jan-Willem Overeem, Jan van der Vegt en Ger van Wijck.
Alle bundels hebben een zelfde uiterlijk. sober met bovenaan de titel en auteur en onderaan een gouden cirkel. De bundeltjes hebben tussen de 45 en 47 pagina’s en zijn op de achterflap voorzien van enige informatie over de dichter. Zo is op de achterflap van ‘de transparante zee’ van Maxim de Winter te lezen:
“De gedichten van Maxim de Winter geven op een bijzondere wijze een ervaring van de werkelijkheid weer. Deze is voor hem uiterst veelomvattend en daardoor ook chaotisch. Dit weerspiegelt zich in zijn verzen. Zijn vaak gedurfde beelden heeft hij uit alle hoeken van het bestaan gehaald. hij heeft er de realiteit voor doorkruist in ruimte en tijd.”
Over de dichter is vermeld dat hij in 1945 is geboren (volgens de Nederlandse Poëzie Encyclopedie overleden in ca. 2012) en gedichten van zijn hand verschenen in ‘Vandaag’, ‘De Nieuwe Stem’, ‘Raam’ en ‘Contour’. Daarnaast was deze Groninger dichter ook vertaler en auteur van de bundel ‘Jezus leeft en woont op Venus’ over de Scientology-kerk en andere sekten uit 1974.
Uit het bundeltje ‘De transparante zee’ koos ik het gedicht ‘Shall I shoot him, sir?’.
.
Shall I shoot him, sir?
.
openliggend zwerf ik
stenen, beroep de modder
van een vlag
.
vitaal berust ik, ademloos graas
ik een legger van beton,
mijn longen komen korter,
mijn hart komt kleiner in mijn borst.
.
roeiend verdoemde zwanen, steel
ik kransen voor mijn banaliteit,
begrijp
een demonische slak,
een woord van kalksteen mijn
aanwezigheid
.
zwaarmoedig rijd ik, padden onder
mijn voeten,
zwarte rotsen van koud licht, breed
kanaal,
een ijsbreker baant de doortocht
voor mijn hemellichaam.
.
Websites van dichters
Nieuwe rubriek
.
In Nederland zijn er een handvol dichters die van hun schrijven kunnen leven. Meestal in combinatie met het schrijven van proza, columns, artikelen, recensies of verhalen. Vrijwel elke dichter heeft een website waarop je kunt lezen over leven en werk van die dichter en, als het meezit, ook voorbeelden van zijn of haar poëzie. Door de jaren heen ben ik veel websites van dichters tegen gekomen die niet zo bekend zijn, die niet van hun poëzie hoeven te leven, die semi-professioneel bezig zijn met poëzie. Veel van die dichters schrijven gedichten die zeer de moeite waard zijn maar eigenlijk maar moeizaam of slechts zeer beperkt een groter publiek bereiken.
Met de rubriek ‘Dichterswebsites’ wil ik die dichters onder de aandacht brengen. Dat kan ik helemaal in mijn eentje gaan doen (geen probleem hoor, ik kom er genoeg tegen) maar het is natuurlijk veel leuker (ook voor mij) als ik getipt wordt door mijn lezers. Dus ken je een dichter van wie je vindt dat hij of zij wel wat extra aandacht zou mogen krijgen (dus niet jezelf) laat mij dit dan weten door middel van een reactie op dit blog.
Ik wil vandaag van start gaan met de website van Stokely Dichtman ‘Tinteltong’ te vinden op https://tinteltong.wordpress.com/ . Ik ken Stokely al jaren, hij droeg voor bij Ongehoord!, ging tweemaal mee met de Poëziebus op toer, is lid van Wakkerlicht (ik weet niet of ze nog actief zijn) samen met Dean Bowen, Iris Penning, Lotte Dodion, Mickey Wo en Joost Hoeck en is performance dichter. Ook was hij een van de 10 talentvolle schrijvers die deelnamen aan #NieuweStukken. Binnen #NieuweStukken maken de beginnende schrijvers nieuwe teksten en ontwikkelen ze hun schrijverschap. Ze worden begeleid door een ervaren coach en volgen workshops van de Tekstsmederij. De resultaten worden beoordeeld door een jury en gepresenteerd aan het veld.
Op zijn website staan een aantal gedichten die een goed beeld geven van zijn werk, helaas is de laatste bijdrage alweer van 2018. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de richting die hij heeft gekozen (performance dichter/spoken wordt artiest). Desalniettemin is zijn poëzie zeer de moeite waard. Ik koos voor het gedicht ‘De gepelde ui’ uit 2014.
.
De gepelde ui
.
Zij stond midden in ‘t midden van ‘t midden van ‘t midden
in ‘t centrum van dat midden midden in de kern
zij was vergeten waar ze was
zoals een dichter ook vergeet waar hij over praat
zij was verdwaald in zaterdag
verkeerd afgeslagen bij de diepe glazen van
vrijdagnacht op zaterdag
er waren zoveel mensen die spraken
stilte waar is stilwater als je stilwater nodig hebt
in haar middelpunt was geen ruimte voor willekeurige ruis
in zichzelf verstopt als een matroesjka poppetje
onder al haar oppervlakkige lagen
naar dieper gelegen flarden realiteit
een psychonaut is iemand die ervan houdt
om weg te vluchten van de aarde
Buzz Aldrin wist ook hoe ‘t was om in gewichtsloze toestand
zweverig te doen zonder zwaartekracht
buiten de dampkring in een space shuttle vlucht
eigenlijk is de maan ook een leuke plek om te zijn
van Houston naar overal waar ze wilde zijn
mister Iboga ontmoeten in de toekomst
met delerium zonder flux capacitor
op zoek naar haar centrum
haar nulpunt de plek waar ‘t begon
.