Maandelijks archief: augustus 2020
Dóór
Derek Otte
.
Alweer een dichter uit Rotterdam (er zijn er daar veel hoor) en in dit geval de stadsdichter van Rotterdam 2017-2018 Derek Otte. In 2018 kwam zijn robuuste bundel ‘Woorden zijn daden’ uit naar aanleiding van zijn stadsdichterschap bij uitgeverij Rorschach. Behalve gedichten staan er in deze bundel ook proza stukken en korte overpeinzingen waarin Derek Otte zo goed is. Voorbeelden als ‘Meerdere wegen leiden naar dromen’ en Lezende dame: ‘Is het brein een tuin met bloemen / geven we die met lezen water’. Maar uit de vele stukken en gedichten koos ik het gedicht ‘Dóór’ Herdenkingsgedicht, 14 mei 2017.
.
Dóór
Herdenkingsgedicht, 14 mei 2017
.
soms moeten we wel heldhaftig
daar is niet heel veel moedig aan
wat anders waar leegte
niets behalve morgen
.
zei opa
.
vechtlust kan ook zonder bloeddorst
dat wordt vaak vergeten
zwijgen daden klinken ze als
heien tot hemelhoog
.
leven wij hier in zo’n stilte
van toekomst te schrijven
het geruisloze van nooit af
de echo van later
.
iets om bij stil te staan
om stil van te worden
zolang dat in diezelfde taal:
ondanks alles altijd voorwaarts
.
Rede van Pascal
Dichter van de maand
.
Het is alweer de laatste zondag van augustus dus nog eenmaal de Duitse dichter van de maand augustus Michael Krüger in een vertaling van Cees Nooteboom. Deze keer een kort gedicht getiteld ‘Rede van Pascal’. In de bundel ‘Voor het onweer’ staan een aantal ‘redes’ waaronder dus ‘Rede van Pascal’.
.
Rede van Pascal
,
Dieren kennen geen bewondering.
De snelste haas krijgt
niet meer voedsel dan de traagste,
het paard van de vele overwinningen
staat in de stal naast de verliezer
die zijn taal met hem deelt.
Domheid of deugd?
Deugd.
.
Confrontatie
Jelmer Esmyn van Lenteren
.
Dichter Jelmer Esmyn van Lenteren bracht in 2018 bij uitgeverij Proces Verbaal de dichtbundel ‘Het is koud waar ik niet ben’ uit. Ik schreef er destijds deze recensie over https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/11/27/het-is-koud-waar-ik-niet-ben/
Alweer een dichtbundel bij een kleinere uitgeverij die beklijft. Zo zie je maar dat dichtbundels echt niet altijd van een grote bekende uitgeverij hoeven te komen om toch te verrassen en van kwaliteit te zijn (zie de bundels van Mark Boninsegna, Evy Van Eynde, Sabine Kars en Derek Otte).
Uit deze bundel heb ik het gedicht ‘Confrontatie’ gekozen, het eerste gedicht uit de bundel.
.
Confrontatie
.
Je komt jezèlf geregeld op de gekste plekken tegen.
Je schudt dan steeds je hand en zoekt een reden
om je niet te hoeven spreken want het is geen pretje
om te horen dat je almaar niets verandert
.
dat je toch dezelfde bent gebleven.
En dat terwijl jij jezelf bij de vorige gelegenheid
nog zo de les gelezen had. Goed, daar sta je dan –
.
oog in oog met niet eens je evenbeeld, maar met je hele
leven. Nu moet het ergens over gaan.
.
Je overtuigt jezelf dus voor geen meter
maar je blijft wel staan en zegt dat het allicht goed zou zijn
elkaar een paar weken niet te zien.
.
Je kijkt verbeten, vraagt of het aan jou heeft gelegen
maar nee dat heeft het niet.
.
Dan loop je boos bij jou vandaan.
.
Impersant
Evy Van Eynde
.
In het rijtje dichtbundels van de laatste jaren mag er een zeker niet ontbreken en dat is de bundel ‘Zal ik liefde noemen’ van de Vlaamse dichter Evy Van Eynde, die werd uitgegeven door MUG books, mijn eigen kleine uitgeverij. Ik schreef er een lange recensie over https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/02/04/zal-ik-liefde-noemen/ en in die recensie noem ik het gedicht ‘Impersant’. Het woord alleen al intrigeerde me vanaf het begin dat ik het las in het manuscript van deze bundel. Het Vlaams woordenboek op internet geeft als betekenis ‘tegelijkertijd’.
Deze bundel van Evy is om vele redenen een kleinnood, en bij een kleine uitgeverij uitgegeven maar een groot publiek waardig. Na deze bundel volgde al snel ‘Amour Florale’ die ook zeer de moeite waard was. Maar nu dus uit ‘Zal ik liefde noemen’ het gedicht ‘Impersant’.
.
Impersant
.
Mag ik je woorden ondertussen
plukken | plakken
op mijn lijf | waar de stilte
bijten sloeg
.
op het rijm (van mijn vel)
.
Mag ik je zinnen prikken
liefde lassen | in je adempoos
zodat je evenwel ( je kan het niet laten)
mij een blos | toedicht
.
op mijn zandbank
in de kamer met bloemetjesbehang
.
waar jij in een mirage
van vergeten dromen | op volle zee
voorbij komen zal
.
of niet?
.
SOS
Rieneke Minderman-Grobben
.
Als er één dichter is die ik mis dan is het wel Rieneke Minderman-Grobben (1944 – 2018), de immer in het roze geklede Rotterdamse die jarenlang een vaste bezoeker en dichter was van de Ongehoord! podia die ik mede mocht organiseren. Haar vrolijkheid, haar nuchterheid en haar lach was genoeg om je dag glans te geven. Steevast noemde ze me Woutertje en zij mocht dat want ze bedoelde het altijd op een positieve en lieve manier.
Haar voordrachten waren legendarisch, haar gedichten altijd met een stevige knipoog. Zo ook het gedicht ‘SOS’ uit de bundel ‘De wereld volgens Grobben; Rotterdamse gedichten en verhalen’ die Joop van der Hor samenstelde in 2018.
.
SOS
.
Ik leed schipbreuk en spoelde aan
Het was geen prettige ervaring
Bijna was het met me gedaan
Ik stak nog een vuurpijl af
maar dat had géén effect
Doodmoe zeiknat
Maar God zij dank
Ik leefde nog
Dat had ik zojuist gecheckt!
Ik spoelde op een eiland aan
Viel in slaap
Werd wakker bij het rijzen van de zon
Maakte een plan
Hoe ik overleven kon!
Ik wilde dolgraag een vuurtje stoken
Maar mijn lucifers waren nat
M’n aansteker verloren
In mijn broekzak zat een gat!
Ik ging op verkenning uit
En keek op mijn kompas
Wilde water drinken uit m’n fles
Maar merkte dat het een wijntje was
SOS
Ik zit op 51 graden noorderbreedte
Het eiland onbewoond
De naam is Tiengemeten!
En als je me komt redden
Neem dan broodjes mee
Graag iets te roken en
Een warm koppie thee
Want…
Ik heb al 40 dagen niet gegeten
Op het eiland Tiengemeten
.
705
Mark Boninsegna
.
Alweer een bundel uit 2018 van een dichter die ik al langer ken. De, in hart en nieren, Rotterdamse dichter Mark Boninsegna debuteerde in 2018 met de bundel ‘Levensinkt’ bij uitgeverij Douane. In MUGzine nummer 4 komt onder andere werk van hem.
Ik schreef er hier https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/11/13/levensinkt-2/ een recensie over. Uit diezelfde bundel vandaag het gedicht ‘705’, een gedicht over Rotterdam (hoe kan het ook anders). Of het hier Vaanweg 705 betreft (waarschijnlijk) of lijn 705 van de metro is me niet helemaal duidelijk (toch eens vragen aan Mark) maar het geeft een mooi inkijkje in zijn blik op Rotterdam.
.
705
.
hier geen poëzie
geen reclamefolders
.
wordt niet om 18:00 uur aardappelen op het vuur gezet
worden geen stortbakken uit elkaar gehaald
.
hier geen Vogel
ook geen Iggy
of pop
.
geen vol bad
geen keel met gat
geen Delta
.
hier wordt niet meer geveinsd
niet meer gelogen
.
geen columns
meziek
kroketten
of Gard Sivik
.
geen Joop
geen dope
geen plastic tasjes
of winkelruiten met stickers
hier is niks nieuws
is niks gemaakt
.
hier is Vaanweg
hier ben ik
.
We beginnen opnieuw met uitstappen
Sabine Kars
.
In het kader van het delen van gedichten uit dichtbundels van de afgelopen jaren vandaag een bundel die ik zeker niet wil overslaan; ‘Hoofdkwartier’ van Sabine Kars (1971) uit 2019. Sabine is ook een dichter die ik al lang ken, dit jaar hebben we haar (samen met Evy Van Eynde en Alek Dabrowski) gevraagd als jurylid voor de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd. Een wedstrijd waar zij (bij de eerste editie in 2012) zelf tweede werd. Daarnaast was ze een van de eerste dichters die in het nieuwe mini poëziemagazine MUG publiceerde.
In 2019 kwam haar debuutbundel uit bij uitgeverij De Kaneelfabriek, een prachtig en met kwaliteit uitgegeven bundel waarover ik een recensie schreef https://woutervanheiningen.wordpress.com/2020/01/04/hoofdkwartier-een-recensie/. Uit diezelfde bundel hier het gedicht ‘we beginnen opnieuw met uitstappen’.
.
we beginnen opnieuw met uitstappen
.
het is niet nodig mijn ogen te tellen
ik ben ze allemaal verloren en de namen
te ver van elkaar verwijderd
komen niet meer terug
.
maar het geluid heb ik bewaard
je zegt dat het het mijne is
.
we hangen aan draden
dragen het vuur op de schouders
.
morgen gaan we in valken over
maar eerst verdelen we de bevroren grond
trekken nog eenmaal zonder veren
op eendagsstelten over de stad
.
Vermits
Alja Spaan
.
Deze week wil ik gedichten delen uit bundels die ik de afgelopen jaren heb gekocht of gekregen, van dichters die debuteren of juist al vaker publiceerden. Bundels die ik op dit blog al eens besprak maar die toch zeker de moeite waard zijn om nogmaals aandacht aan te besteden.
Een van die bundels is ‘Tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid’ uit 2018, van Alja Spaan (1957). Degene die mij kennen weet dat ik Alja al lang ken, dat we samen een bundel hebben gemaakt: Je hebt me gemaakt met je kus’ uit 2010, uitgegeven bij haar uitgeverij Atelier 9en40, dat ik voordroeg bij haar huiskamerateliers tijdens Alkmaar Anders en dat we tegenwoordig samen in het bestuur van Meander zitten (met Peer van den Hoven).
Uit haar mooie bundel met haar zo typerende disticha vorm ( strofes van een gedicht in twee regels) koos ik voor het gedicht ‘Vermits’.
.
Vermits
.
Onbezochte plaatsen als die, linksom onder de
oksels door, het is geen vakantie, zeg
.
je, geen hoogseizoen, er valt eigenlijk niets te
zien. Opeens ben je van
.
de kaartverkoop, scheurend langs de stippellijn,
verboden strookjes op de grond te
.
werpen. Opeens ben ik van de attracties, hangend
in de wachtrij. Hoe anderen dat doen is
.
niet interessant. Ik heb eigenlijk alle dagen vrij,
zeggen we, of hoe werk een
.
substituut is voor eenzaamheid. Een volgende
keer beloven wij. Handen klem onder
.
de armen, nagels langs een halve maan, zon zakkend
in een eiland.
.
Dichter op bezoek
Dichter van de maand
.
Wanneer je de titel van dit stukje leest denk je misschien; is dit een nieuw initiatief in tijden van Corona? En kan dat dan of moet de dichter (op bezoek) dan een mondkapje voor? Maar nee, het gaat hier niet over een nieuw initiatief (wat trouwens best een goed idee is bedenk ik me nu, dichter op bezoek, waarom ook niet?) maar het betreft hier een gedicht van de dichter van de maand augustus, de Duitse dichter Michael Krüger.
In vertaling van opnieuw Cees Nooteboom koos ik vandaag voor het gedicht met de titel ‘Dichter op bezoek’ uit de bundel ‘Voor het onweer’ uit 2012.
.
Dichter op bezoek
.
Hij komt onaangekondigd, zoals altijd,
en vertelt het verhaal van de rivier
die zijn naam tegemoet stroomt
maar hem nooit bereikt.
.
Ik ben de rivier, zegt de dichter,
alsof wij dat niet allang wisten.
Alles verzwelgt hij, je moet echt oppassen,
zijn honger naar dingen is niet te stillen.
.
Wat hem aan waardigheid herinnert of
verering verlangt, vindt hij pijnlijk,
dan heeft hij het over watervlooien en riet.
.
Drie dagen stroomt hij door ons huis,
.
en drie dagen lang kijken we elkaar aan
zonder te weten wie we zijn.
.
Chloe
Liefdesgedicht
.
Het is alweer even geleden dat ik een liefdesgedicht deelde. En er zijn zoveel prachtige liefdesgedichten geschreven door de eeuwen heen. Ook door Quintus Horatius Flaccus (65 tot 8 voor Christus), een Romeins dichter. Wij kennen hem vooral onder zijn tweede naam Horatius. Zijn eerste dichtwerk was een bundel gedichten, een boekrol met tien Satiren. Deze boekrol kwam uit toen Horatius dertig jaar oud was. De Satiren gingen over morele en maatschappelijke kwesties, waarbij Horatius zich voordoet als een man van het midden. Lange tijd polijstte hij zijn gedichten (limae labor, ‘het werk van de vijl’) voordat hij ze publiceerde. Horatius zelf zegt, dat de Satiren geen gedichten zijn, maar één gedicht verwekt door een menselijke inspiratie en een stem met sublieme geluiden.
Taalnuancering heeft Horatius opgedaan in wijze gesprekken tijdens zijn schoolcarrière en studietijd. Het werk ‘Satiren’ laat de gedachten van een elegante, zeer geleerde man van de wereld zien. Ook schreef Horatius het werk ‘Epode’, dat uit jambische disticha bestaat (een gedicht of een strofe van een gedicht dat uit twee regels bestaat) en in 30 v.Chr. werd gepubliceerd. Deze gedichten werden door Horatius zelf ‘iambi’ genoemd. Jambische verzen zijn verzen waarbij een lange regel afgewisseld wordt met een korte regel. Horatius leverde in zijn werken veel kritiek. Zijn grootste bijdrage in het geven van literaire kritiek is zijn ‘Ars poetica’.
In 30 voor Christus schreef Horatius zijn ‘Carmina’ in navolging van de Griekse lyrici, vooral Alcaeus en Sappho, verwerkt hij allerlei onderwerpen in korte, lyrische gedichten. Het werk bestond uit 3 boeken en bestaat uit zo’n 88 gedichten. Hij maakte hierbij goed gebruik van de vrijheden van de woordvolgorde die de Latijnse grammatica toeliet. Horatius probeerde met zijn Carmina, liederen, de oudere Griekse lyriek een plekje te geven in de Romeinse Poëzie en, uitgaande van deze klassieke oude vormen, in het Latijn gelijkwaardige werken te pubiceren. Hoofdthema’s in deze gedichten/liederen zijn liefde, wijn, feestvreugde en de positieve periodes van Augustus’ regering.
Een gedicht uit deze ‘Carmina’ is het gedicht ‘Chloe’ of in het Latijn ‘Carmen 1: 23’.
.
Chloe
.
Als een hertje , Chloë, vlucht je heen,
dat zijn bange moeder heel alleen
in de bergen zoekt, benauwd
voor alle briesjes in het woud.
.
Of het nu de lentehuiver is
in het lover, of een hagedis,
die goren door de bramen drong,
in hart en knieën trilt het jong.
,
Echt, ik ben geen wrede tijgerin
of geen Moorse leeuw die je verslindt.
Laat je moeder rustig gaan:
achter een man moet je nu aan.
.