Maandelijks archief: juni 2020

Groeten uit Zwart Nazareth

Schemer in Schiedam

.

Vanuit mijn woonplaats en waar ik werk ligt Schiedam dichtbij, ik kom er regelmatig. Voor veel mensen is Schiedam dat jeneverstadje ergens onder de rook van Rotterdam. Als vakantiebestemming niet meteen aan te raden maar voor een dagtripje zeker de moeite waard. In 2004 publiceerde boekhandel Post Scriptum Schiedam in samenwerking met Stichting Centrummanagement de bundel ‘Groeten uit Zwart Nazareth’ samengesteld door Ruud Aret en Jan van Bergen en Henegouwen, een bibliotheek collega van me uit Schiedam. Een bundel vol gedichten van Schiedamse dichter en gedichten over Schiedam.

In de 19e eeuw was Schiedam het centrum van de jenever-industrie in Nederland. Met name tussen 1870 en 1890 bloeide deze industrie. De keerzijde hiervan was een enorme vervuiling van de met steenkoolgestookte branderijen en de glasfabriek, het alcoholisme, open riolen en cholera-epidemieën en de erbarmelijke huisvesting van de arbeiders. Uit die tijd stamt de bijnaam van Schiedam Zwart Nazareth.

In de bundel bekende Schiedamse namen als Piet Paaltjens, Rien Vroegindeweij, Ida Gerhardt en Gerard Reve maar ook minder bekende namen zoals die van Jan Willem Hofstra. Hofstra (1907-1991) was dichter, romancier, radiomaker en kunstcriticus van de Volkskrant en Trouw. Uit ‘Het glazen huis’ uit 1942 komt het gedicht ‘Schemer in Schiedam’.

.

Schemer in Schiedam

.

Vuurvlinder en salamander

suizend licht en wijkend aardvuur

Breken uit. Het eerste uur

na dagloon lijden naast elkander

Waarin ik vier de nederlagen

Alleen. De wind ruimt, het geschut

Dreunt soms tot hier. Een eerste trage

Stormveer naast de maan, onnut

Geslonken tot zijn laatste kwartier.

Dit is mijn eigen grond. De vrucht

Valt nimmer af totdat ik hier

De tak breek met het licht gerucht

Als plukt’ ik bloesems. Alle zorgen

Gelijken U en mij: het duister

Dooft in de oogen allen luister

De nacht verdraagt den dag tot morgen.

.

Biesbosch

Ben Cami

.

Veel mensen vieren vakantie in eigen land, niet alleen in Nederland maar ook in veel andere landen in de wereld. Door de onzekerheid over wat er wel; en niet mogelijk is kiezen Nederlanders om nu eens niet af te reizen naar de Spaanse stranden, de Turkse all in resorts, de Franse campings of de Thaise eilanden maar om in Nederland te blijven en vakantie te vieren in Otterlo, Veere, Lochem of de Biesbosch.

De Vlaamse dichter Ben Cami (1920 – 2004)  schreef al eens een gedicht over een van deze plekken. In de bundel ‘Ben Cami Gedichten’, het verzameld werk van deze dichter uit 2009 staat het gedicht ‘Biesbosch’.

.

Biesbosch

.

Twee vissers in de stille morgen

Trekken ter visvangst. De Biesbosch

Licht voor hen zijn rustige nevels op

De vissen maken blaasjes in hun slaap,

De paling doet zijn lang lijf trillen

Diep in ’t goor.

.

Hebben ze alles mee? Het leefnet en het schepnet

Genoeg benzine, lijntjes voor de brasem

Lijntjes voor de voorn? en op hun tocht

Door de morgen die alleen voor vissers

Als een wonder opengaat,

Zuigen ze diep verheugd aan hun eerste sigaret.

Ze speuren naar de lucht, voorspellen

Zuidwestenwind en dat de vis zal bijten.

.

België

Stéphane Mallarmé

.

België, buurland, zo dichtbij en soms, zoals de afgelopen maanden, zover weg. Gelukkig is daar de Franse dichter Stéphane Mallarmé (1842 – 1898) die een lofdicht schreef over Brugge, waar we inmiddels weer naar toe mogen. Dit sonnet komt uit de bundel ‘De middag van een Faun’ uit 1992 in een vertaling van Paul Claes.

.

Gedachtenis aan Belgische vrienden

.

Bijwijlen lijkt hier zonder in een zucht te beven

Heel de haast wierookkleurige vervallenheid

Terwijl ik heimelijk en zichtbaar onderscheid

Hoe plooi voor plooi de weduwsteen zich bloot wil geven

.

Te sidderen of geen bewijs van zich te leveren

Dan te verbreiden oude balsemgeur van tijd

Wij enkele onheuglijken zozeer verblijd

De schok van onze nieuwe vriendschap te beleven

.

O lieve vrienden die ik trof waar ’t nooit banaal

Brugge de ochtend in de dode gracht herhaalt

Met de verspreide wandeling van zoveel zwanen

.

Toen mij plechtstatig deze stad heeft kond gedaan

Wie van haar zonen andere vluchten er toe manen

Plots stralend als de geest de vleugel uit te slaan.

.

Listen Mr. Oxford Don

John Agard

.

De afgelopen weken kijk ik graag naar Tom’s Engeland op de NPO. Tom Egbers reist in dit programma door het land waar zijn moeder is geboren op zoek naar naar het Engeland van zijn jeugd (waar hij jaarlijks kwam) naar het hoe en waarom van de Brexit en vraagt hij zich af of hij Engeland wel echt kent.

In een van de afleveringen spreekt hij met John Agard (1949), een in Brits Guyana geboren dichter, kinderboekenschrijver en toneelschrijver die in de late jaren ’70 naar Engeland verhuisde met zijn partner Grace Nichols, die ook dichter is. Vanaf zijn 16e schrijft Agard poëzie en wordt hij geprezen voor zijn onderhoudende performance. Zijn bekendste gedicht is ‘Half-Caste’ waarin hij raciale omgangsvormen becommentarieert. Dit gedicht staat in Engelse scholen op de literatuurlijst voor het examen. Agard kreeg de Paul Hamlyn Award for `Poetry in 1997, de Cholmondeley Award in 2004 en de Queens Gold Medal for Poetry in 2012.

Agard gebruikt vaak zijn Caribische achtergrond en manier van spreken in zijn poëzie en performances. Dit geeft zijn gedichten iets extra’s en een stem aan zijn achtergrond. In Tom’s Engeland draagt Agard het gedicht ‘Listen Mr. Oxford Don’ voor en omdat ik zowel het gedicht als zijn voordracht prachtig vind deel ik het hier met jullie. Dit gedicht gaat over de taal, etniciteit en immigratie en Agard stelt dit aan de kaak op een subversieve en grappige manier.

.

Listen Mr. Oxford Don

.

Me not no Oxford don
me a simple immigrant
from Clapham Common
I didn’t graduate
I immigrate
.
But listen Mr Oxford don
I’m a man on de run
and a man on de run
is a dangerous one
.
I ent have no gun
I ent have no knife
but mugging de Queen’s English
is the story of my life
.
I dont need no axe
to split up yu syntax
I dont need no hammer
to mash up yu grammar
.
I warning you Mr Oxford don
I’m a wanted man
and a wanted man
is a dangerous one
.
Dem accuse me of assault
on de Oxford dictionary
imagine a concise peaceful man like me
dem want me serve time
.
for inciting rhyme to riot
but I rekking it quiet
down here in Clapham Common
.
I’m not a violent man Mr Oxford don
I only armed wit mih human breath
but human breath
is a dangerous weapon
.
So mek dem send one big word after me
I ent serving no jail sentence
I slashing suffix in self defence
I bashing future wit present tense
and if necessary
.
I making de Queen’s English accessory to my offence

.

Reizigers

Driek van Wissen

.

In de bundel ‘De dichter des Vaderlands’ zijn mooiste gedichten, koos Jean Pierre Rawie uit het werk van voormalig Dichter des Vaderlands en vriend Driek van Wissen (1943 – 2010). In deze bundel uit 2005 staat het gedicht ‘Bericht aan de reizigers’. In deze vakantie is deze titel heel actueel, er bereiken nogal wat berichten de reizigers tenslotte.

.

Bericht aan de reizigers

.

Des zondags in de trein kan onverhoopt
een horde voetbalfans U bruusk verrassen,
langharigen, werkschuw en ongewassen,
maar door elkander wel met bier gedoopt.

.

Het tuig, met boksbeugels en leren jassen,
slaat stoelen stuk, gaat in de banken krassen,
waarvan het leer ruwweg wordt afgestroopt,
en plundert ook uw koffers en uw tassen.

.

En als de trein, tot het karkas gesloopt,
de halte van bestemming binnenloopt
hangt aan een stel bebloede voetbaldassen
de conducteur vakkundig opgeknoopt.

.

Dus reizigers, als U een kaartje koopt
vermijdt het uitschot en reist eerste klasse!

.

Vliegen naar Belfast

Craig Raine

.

Hoewel Belfast jarenlang een slechte naam had (door de burgeroorlog die er woedde in Noord Ierland) is een bezoek aan de stad, ook door de recente geschiedenis, juist de moeite waard. In een deel van de stad is het of de tijd heeft stil gestaan en lijkt het alsof de strijd tussen de katholieken en de protestanten nog altijd niet is gedoofd (wat waarschijnlijk ook zo is). De dichter Craig Raine (1944) is opgenomen met het gedicht ‘Flying to Belfast, 1977’ in ‘Honderd dichters uit vijftien jaar Poetry international 1970-1984, samengesteld door Remco Campert, Jan Eijkelboom, Joke Gerritsen en Martin Mooij.

Het gedicht van Raine werd door Jan Eijkelboom vertaald naar ‘Vliegen naar Belfast, 1977’.

.

Vliegen naar Belfast, 1977

.

Lachen was mogelijk

toen de motoren fluitend kookten

.

bedenken hoe de wolken waren-

geschepte sneeuw, appelcharlotte,

.

schuimpudding… ik genoot

van de Ierse zee, de schepen, weeffouten

.

in een grote lap donker linnen.

Toen Belfast onder ons, een radio,

.

de achterkant eraf gerukt,

in de agrarische abstractie

.

van velden. Ingewikkeld,

ordelijk en net. De vensters

.

glommen als druppels soldeer-

alles was bedraad.

.

Ik dacht aan huwelijkscadeaus,

witte theedingen

.

op een dressoir geëtaleerd,

toen wij de wolken ingingen

.

en nergens waren-

een bruid met een sluier, lachend

.

om het gebeuren, slechts

half bang voor een leeg huis

.

met gordijnen overkokend

uit het slaapkamerraam.

.

Hong Kong

Albert Hagenaars

.

Met een naam die naar de hofstad verwijst en een gedicht dat de titel draagt van een stad waar de afgelopen jaren veel aan de hand was kom je vanzelf in mijn vakantiegedichten. Albert Hagenaars (1955) schrijver en dichter heeft als belangrijkste thema’s in zijn boeken reizen, interculturele relaties, vervreemding en identiteit. In zijn bundel ‘Drijfjacht’ De ongebundelde gedichten 1979 – 2004 uit het jaar 2005 bevat het gedicht ‘Hong Kong’ waarin het thema interculturele relaties als uitgangspunt dient voor het gedicht.

.

Hong Kong

.

voor Lai Lai Hui

.

Over het gladde water van de haven kringelt

de wierook uit de tempels die de stad haar naam gaf

en mij de roes in de vrouw die jij elke nacht werd.

.

In de tempel van Man Mo met haar begroeide

daken en versleten tegels gingen ze ooit door

de knieën: de soldaat en de koopman en de arts

.

maar nooit de dichter. Wij wachtten, jij en ik

en je moeder die volgens haar wetten over ons

heerste, wachtten tot het ene stokje uit de koker

.

zou vallen waarmee de priester onze toekomst

moest duiden maar ik wist het al; toen jij je benen

om de mijne klemde en trok. Er vielen er vier.

.

1000 dagen

1.000 of 1.000.000

 

Vandaag heb ik volgens WordPress mijn 1000ste bericht aaneengesloten geplaatst op dit blog. In realiteit is het al meer dan 7 jaar dat ik dagelijks een bericht plaats.

In juli 2013 kreeg ik mijn 1000ste like en nu dus mijn ‘1000’ ste bericht. Leuk voor de statistieken ( en eerlijk is eerlijk, daar ben ik wel van) maar waar ik echt naar uitkijk is het 1.000.000 bezoek aan mijn blog sinds ik er in oktober 2007 mee begon. Dat miljoenste bezoek verwacht ik ergens dit najaar.

Dan mag de vlag echt uit.

In de bibliotheek

Herman de Coninck

.

Veel mensen gaan jaarlijks op vakantie maar er zijn ook heel veel mensen die door allerlei redenen niet op vakantie gaan. In de bibliotheek proberen we ook in de vakantie die mensen iets extra’s te bieden. Dat kan zijn een extra activiteit voor kinderen maar ook de Vakantie bieb, een collectie digitale boeken die voor iedereen te lezen zijn (digitaal). Als hommage aan de vakantievierders die niet naar verre oorden reizen maar gewoon thuisblijven en een goed boek (digitaal of van papier) leszen in de tuin of op het balkon of waar dan ook, het gedicht ‘In de bibliotheek’ van Herman de Coninck.

Het gedicht verscheen in ‘Nieuw Wereldtijdschrift’ jaargang 11, nummer 4 uit 1994.

.

In de bibliotheek

.

Voor Octavio

.

Er is een boek,

‘Het woordenboek der engelen’ geheten.

Vijftig jaar lang heeft niemand het geopend,

Weet ik, want toen ik het deed

Krakte de cover, verkruimelden

De bladzijden. Daar ontdekte ik

.

Dat engelen ooit zo talrijk waren

als vliegensoorten.

In de schemering

Maakten ze de lucht dik.

Je had twee armen nodig

Om ze van je af te slaan.

.

Vandaag schijnt de zon

Door de hoge ramen.

De bibliotheek is een rustige plek.

Engelen en goden opeengepakt

In donkere, ongeopende boeken.

Het grote geheim ligt

Op een schap waar Mrs. Jones

Elke dag op haar ronde voorbijgaat.

.

Ze is erg groot, ze houdt haar hoofd

Daar nog bovenuit, of ze luistert.

de boeken fluisteren.

Ik hoor niks, maar zij wel.

.

Atomium

Bart Chabot

.

Brussel als reisbestemming is zeker de moeite waard. En zelfs het Atomium, het futuristische gebouw dat werd neergezet ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1958, is een bezoekje waard. Al was het maar voor de foto. Grappig feit is dat de bollen van het Atomium destijds in aluminium werden uitgevoerd. Waarschijnlijk was de reden dat aluminium op dat ogenblik aanmerkelijk beter bestand was tegen corrosie dan staal. Van 2004 tot 2006 onderging het monument een twee jaar durende opknapbeurt. Het Atomium was gedurende die tijd gesloten voor het publiek. Er werd onder meer aluminium bekleding vervangen door een speciaal type roestvast staal.

Bart Chabot publiceerde in 2004 in zijn bundel ‘Greatest hits, Volume I, het gedicht ‘het atomium, brussel 1958’.

.

het atomium, brussel 1958

.

zeer belangrijk bericht

.

gezien het grote gevaar

verbonden aan wijde

of lange kleding

bij het stijgen

per rollende trap

verzoeken wij het publiek

zich te ontdoen

van lange mantels

vooraleer

zich op de roltrappen te begeven

.

het bestuur wijst

alle verantwoordelijkheid af

in geval van ongeluk

houdt de kinderen bij de hand

draag uw hond

.

het bestuur

.