Site-archief

Dans

Federico Garcia Lorca

De in Andalusië geboren dichter en (toneel)schrijver Federico Garcia Lorca (1898-1936) geldt als een van de belangrijkste schrijvers van de 20ste-eeuwse Spaanse literatuur. Hij behoorde tot de Generatie van ’27 en wordt door velen gezien als de grootste dichter die Spanje heeft voortgebracht. De Generatie van ’27  combineerde een avantgardistische en grondhouding met klassieke dichtvormen en esthetiek, met een opvallende aandacht voor het onderbewuste. Uiteindelijk zou de beweging uitmonden in een grote variëteit aan stijlen, met het surrealisme als meest markante verschijningsvorm. Andere dichters van deze generatie zijn onder andere Pedro Salinas, Jorge Guillén, Dámaso Alonso, Rafael Alberti en Vicente Aleixandre (die in 1977 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg toegekend),

Garcia Lorca is zo beroemd dat er zelfs een vliegveld (dat van Granada) naar hem vernoemd is. Veel van zijn werk is in het Nederlands vertaald. Zijn beroemdste gedichten komen  uit ‘Zigeunerromances’ of ‘Romanero Gitano’ uit 1928. Deze gedichten zijn een gestileerde nabootsing van de ballades en gedichten die op het Spaanse platteland verteld werden. Zijn biograaf Ian Gibson zou hierover schrijven: “Zonder twijfel de beroemdste, meest gelezen, voorgedragen en bestudeerde dichtbundel van de hele Spaanse literatuur”. García Lorca beschrijft het werk als een ode aan Andalusië.

Uit deze bundel komt het gedicht ‘Dans’ dat komt uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ vertaald en toegelicht door Bart Vonck uit 2009.

.

Dans

.

Carmen is aan het dansen

door de straten van Sevilla.

Met haren wit

en fonkelende ogen.

.

Meisjes,

doe de gordijnen dicht!

.

Op haar hoofd kronkelt

een gele slang,

en ze droomt dat ze danst

met vroegere vrijers.

.

Meisjes,

doe de gordijnen dicht!

.

De straten liggen verlaten,

en in de verte verloren

zoeken Andalusische harten

oude doornen.

.

Meisjes,

doe de gordijnen dicht.

.

Ochtend aan het raam

T.S. Eliot

.

De Amerikaans-Britse dichter, toneelschrijver, cultuurfilosoof en literatuurcriticus T.S. Eliot (Thomas Stearns Eliot) was een van de belangrijkste dichters en literaire figuren uit de 20ste eeuw. Hij was tevens een van de grootste vernieuwers van de poëzie in dit tijdsgewricht. T.S. Eliot (1888-1965) kreeg voor zijn werk in 1948 de Nobelprijs voor Literatuur.

In 1914 verbleef hij enige tijd in Bedford Square in Londen. In 1915 schreef hij het stadsgedicht ‘Morning at the Window’ dat hij op zijn tijd daar inspireerde en dat verwantschap toont met andere stadsgedichten uit die tijd als ‘Preludes’ en ‘Rhapsody on a Windy Night’.  Het gedicht vertoont de invloed van Ezra Pound en Charles Baudelaire. ‘Morning at the Window’ werd gepubliceerd in ‘Pufrock and other Observations’.

In ‘T.S. Eliot Gedichten’ samen gesteld en van commentaren voorzien door W. Bronzwaer uit 1983, is naast het originele gedicht van Eliot in het Engels ook de vertaling van Bert Voeten én een vertaling van D.A.M. Binnendijk opgenomen. Omdat het twee verschillende Nederlandse vertalingen zijn van hetzelfde gedicht plaats ik ze hierbij alle twee. Voor de liefhebber en kenner van het Engels uit te maken welke beter smaakt.

.

Morning at the Window

.

They are rattling breakfast plates in basement kitchens,

And along the trampled edges of the street

I am aware of the damp souls of housemaids

Sprouting despondently at area gates.

.

The brown waves of fog toss up to me

Twisted faces from the bottom of the street,

And tear from a passer-by with muddy skirts

An aimless smile that hovers in the air

And vanishes along the level of the roofs.

.

Ochtend aan het raam

.

Ze rammelen met ontbijtborden in kelderkeukens,

En langs drabbige kanten van de straat

Zie ik de klamme zielen van werkmeiden

Moedeloos aan hun souterrains ontspruiten.

.

Op bruine golven gooit de mist grimassen

Naar boven uit de diepte van de straat,

En rukt een vrouw met een beslijkte rok

Een doelloos lachje af dat in de lucht

Weifelt en langs de dakranden verdwijnt.

.

(Vertaling Bert Voeten)

.

Ochtend aan het raam

.

Zij ramm’len met ontbijtbordjes in ’t souterrain,

En langs de afgetrapte hoeken van de straat

Zie ik de klamme zielen der dienstboden

Land’rig ontluiken aan de keldergaten.

.

Bruine mistgolven werpen tot mij op

Verwrongen gelaten uit de put der straat,

En rukken van een modd’rige passant

Een glimlach los, die doelloos in de lucht

Rondzweeft en wegsterft langs de rand der daken.

.

(Vertaling D.A.M. Binnendijk)

.

Opruiming

Seamus Heaney

.

De beroemde Ierse dichter, toneelschrijver, vertaler en winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur in 1995,  Seamus Heaney (1939-2013) heeft vele zogenaamde ‘ding-gedichten’ geschreven. Uitgaand van concrete, vaak agrarische instrumenten uit een ver verleden, werkt de dichter in deze bonkige, aardse teksten toe naar een meer metafysische overweging of historische implicatie. Maar niet uitsluitend agrarische instrumenten, ook het instrument van de dichter, de pen, verwerkte hij in een prachtig gedicht met de titel ‘Digging’ waarin hij zijn pen met (toch weer) de spade van zijn vader vergelijkt.

Maar Heaney schreef ook andere poëzie, zoals sonnetten cycli. In literair tijdschrift Bzzlletin jaargang 30 (2000-2001) zijn een paar gedichten uit sonnettencycli opgenomen in het Engels en in vertaling. De vertalingen zijn het resultaat van de gezamenlijke inspanningen van dichter Frans Hoppenbrouwers, taalwetenschapper Stijn Hoppenbrouwers en literatuurwetenschappers Perro de Jong en Jan Frans van Dijkhuizen. De vertalers schrijven erbij dat de in Bzzlletin gepubliceerde vertalingen niet als een eindproduct beschouwd moeten worden, maar dat het een work in progress is.

Specifieke problemen bij het vertalen, zoals Heaneys Noord-Ierse achtergrond, met z’n talloze dialectwoorden, subtiele halfrijmen (en deze dan omzetten naar gangbaar Nederlands eindrijm) leveren soms grote problemen op, zo schrijven de vertalers en verwijzen hierbij naar andere vertalingen waar dit (in hun ogen) nogal eens mis is gegaan.

Van de twee voorbeelden koos ik het meest toegankelijke gedicht ‘Clearanses 3’ waarbij de titel vreemd genoeg niet is vertaald (opruiming). Hier te lezen in het Engels en in de Nederlandse vertaling.

.

Clearanses 3

.

Als verder iedereen weg was naar de mis
Was ik met aardappels schillen helemaal de hare.
Het verbrak de stilte, één voor één gelost
Zoals soldeer dat loskomt van de bout.
Het water in de emmer deed ze glanzen.
En zo een ochtend lang: het zachte plonzen
Van elkanders werk was schrale troost,
Iets dat ons bijeen bracht, en bij zinnen.
.
Dus, terwijl de dorpspastoor aan haar bed
Uit alle macht de gebeden der stervenden inzette
En sommigen meebaden en anderen huilden,
Dacht ik aan haar hoofd geneigd naar mijn hoofd,
Haar adem in de mijne, het spel van onze messen –
Nooit dichter bijeen heel de rest van ons leven.
.
.
Clearanses 3
.
When all the others were away at Mass
I was all hers as we peeled potatoes.
They broke the silence, let fall one by one
Like solder weeping off the soldering iron:
Cold comforts set between us, things to share
Gleaming in a bucket of clean water.
And again let fall. Little pleasant splashes
From each other’s work would bring us to our senses.
.
So while the parish priest at her bedside
Went hammer and tongs at the prayers for the dying
And some were responding and some crying
I remembered her head bent towards my head,
Her breath in mine, our fluent dipping knives –
Never closer the whole rest of our lives.

De mug en de wolf

Ivan Krylov

.

Terwijl de oorlog die Rusland is begonnen tegen de Oekraïne voortduurt zou je soms bijna vergeten dat Rusland vele prachtige schrijvers en dichters heeft voortgebracht. In de bundel ‘Bij mij op de maan, Russische kindergedichten’ uit 2018, staat een schat aan gedichten van Poesjkin, Krylov, Achmatova, Majakovski en Brodski. Gedichten van schrijvers en dichters die voor volwassenen schreven maar die dus ook poëzie voor kinderen schreven.

Vertaler en samensteller Robbert-Jan Henkes kreeg voor zijn vertaling van deze bundel de Aleida Schotprijs en de Filter Vertaalprijs. NRC noemde dit boek een poëtische goudmijn, tijdloos en briljant, de Nederlandse kinderpoëzie is in één klap met honderden nieuwe gedichten uitgebreid.

Een van de dichters uit deze bundel is Ivan Krylov (1769-1844). Krylov is Ruslands bekendste schrijver van fabels en waarschijnlijk de meest epigrammatische van alle Russische auteurs. Voordat hij op 40 jarige leeftijd dit genre ontdekte was hij toneelschrijver en journalist. . Hoewel veel van zijn eerdere fabels losjes gebaseerd waren op die van Aesopus en La Fontaine , waren zijn latere fabels origineel werk, vaak met een satirische inslag.

Dat dit geen bezwaar was om ook in een bundel vol poëzie voor kinderen te worden opgenomen blijkt uit zijn ‘gedicht’ ‘De mug en de wolf’. En bij de laatste twee zinnen moet je dan onwillekeurig toch weer denken aan de oorlog die nu woedt.

.

De mug en de wolf

.

Een mug

Onder de brug

Bij de Tataren

Of de Khazaren

Kreeg bezoek van een wolf,

Die hem stopte

En bij hem aan het deurtje klopte.

Binnen begon hij meteen te happen

En te klappen met zijn kaken.

Maar de mug was vlug

En wist op de kast

Te ontsnappen.

De wolf was woest:

– Ik ga je kraken, gast!

– Ja, vast! zei de mug,

Hou je maar koest.

Je kan me niet pakken,

Ik laat me niet zakken,

Jij kan er niet bij

Ik blijf lekker vrij!

Maar de wolf

Sprong

En heeft toen met zijn tong

De mug opgelikt

En doorgeslikt.

.

Hieruit kan men enigszins leren

Hoe de sterken de zwakken kunnen ruïneren.

.

Stad van schrijvers

Antwerpen

.

In 2004 was Antwerpen Wereldboekenstad of zoals het officieel heette World Book Capital 2004. Vanwege haar bijzonder rijke aanbod als boekenstad (Antwerpen beschikt over prachtige archieven, bibliotheken en musea alsmede twee grote boekenbeurzen, uitgeverijen en boekhandels, literaire festivals en een veelvoud aan literaire organisaties). Enige jaren geleden heb ik samen met een aantal collega bibliotheekdirecteuren een bezoek gebracht aan Antwerpen en toen viel me al op dat de gemeente een ambtenaar speciaal voor boeken en literatuur had, iets wat ik nergens ooit ben tegen gekomen.

Wat Antwerpen ook boekenstad maakt is het grote aantal schrijvers dat er woont en werkt. In 2004 zette de stad samen met partners een uitgebreid programma op, ABC2004. Artistiek coördinator was Michaël Vandebril.  Met steun van de Antwerpse bibliotheken werd het project ‘Levende schrijvers’ opgezet, een portrettengalerij van 26 ‘Antwerpse’ auteurs. Een deel is in Antwerpen geboren en getogen in de stad een ander deel is er komen wonen en werken.

De fotograaf Andy Huysmans portretteerde dichters, romanciers, scenaristen en theaterauteurs in hun huiselijke omgeving. Alle schrijvers werd gevraagd een gedicht of tekstfragment te kiezen bij de foto. Alle foto’s en gedichten/tekstfragmenten verschenen in een boek met de titel ‘Levende schrijvers’.  Veel dichters dus met bekende namen als Bart Moeyaert, Hugo Claus, Peter Holvoet-Hanssen, Joke van Leeuwen en Ramsey Nasr. Maar ook Marcel van Maele (1931 – 2009). Deze dichter, beeldhouwer, prozaïst en toneelschrijver schreef ‘rebelse’ poëzie, in taal vol neologismen die breekt met semantische en syntactische  regels. Hij was een van de leidende figuren van het tijdschrift Labris (1962-1976), waarin een experimentele stijl prominent aanwezig was. Hij was lid van de Zestigers . Van Maele was de laatste 20 jaar van zijn leven volledig blind.

In de bundel is hij met foto en het gedicht ‘Onverwoord’ opgenomen.

.

Onverwoord

.

Als fluistervinken ingedut

wachten woorden op mondig worden

en dromen forellen en metgezellen,

flarden heimwee en zaligheid.

.

En de dichter, hij nadert

de bron waarin de woorden worden

en legt er een oorsprong ver

zijn oren te kijk.

.

En later als het water luider wordt,

als de klanken zich verbeelden,

als de taal haar tanden in de tongen slaat,

spring in ’t veld oplaaiend lawaai.

.

En hoe bij het doven van de geluiden

woorden ontstaan, hoe ze naar handen tasten

zodat de dichter ze kneden moet. En hij die

watertandend naar woorden dorst mag mee

naar zee.

.

Wys my die plek

Zuid Afrikaans dichter

.

Christian Frederik Louis Leipoldt (1880 -1947) was dichter, toneelschrijver, arts, verslaggever en voedselexpert. Hij was een van de leidende figuren in de poëzie van de Tweede Taalbeweging. De slogan van het Afrikaanse Taalgenootschap dat de Tweede Taalbeweging was gestart was “Afrikaans schrijven en spreken, Hollands leren, allebei lezen”. De beweging was vooral gericht tegen de om de verengelsing van het Zuid-Afrikaanse volk – iets dat toen ook al een actueel onderwerp was – tegen te gaan.

Behalve poëzie schreef Leipoldt romans, toneelstukken, verhalen, kinderboeken, kookboeken en een reisdagboek. Hij wordt gerekend tot de grootste Afrikaanse dichters. Van zijn hand is het onderstaande titelloze gedicht dat ik voor de liefhebbers in de Nederlandse vertaling en in het Afrikaans heb opgenomen.

.

Toon me de plaats waar we naast elkaar stonden,
Eens, toen je de mijne was –
Vroeger, voordat je liefde voor mij stierf,
Vroeger, toen je de mijne was.
Kijk, zij is hetzelfde: de zilveren zee
Schittert in de zonnestralen, net zoals zij voorheen
Eens schitterde, als een welkom
Voor onze liefde die standhoudt en alles goedmaakt.

.

Toon me de plaats waar we samen knielden,
Eens, toen je de mijne was –
Vroeger, toen één ziel ons samen hield,
Vroeger, toen je de mijne was.
Kijk, hij is hetzelfde: de hemel, zo blauw,
Lacht ons net als voorheen toe,
En blijft stralen als een welkom
Voor onze liefde die standhoudt en alles goedmaakt.

.

Toon me de plaats waar we samen liepen,
Eens, toen je de mijne was –
Vroeger, toen onze harten zoveel hoopten,
Vroeger, toen je de mijne was.
Kijk, het is hetzelfde! Behalve voor jou.
Wie van ons heeft het meeste leed te dragen?
Jij, die bent vergeten – of ik, die moet boeten
Voor mijn liefde die standhoudt en alles goedmaakt?

.

En in het Afrikaans:

.

Wys my die plek waar ons saam gestaan het,
Eens, toe jy myne was ?
Vroeer, voor jou liefde vir my getaan het,
Vroeer, toe jy myne was.
Kyk, dis dieselfde: die silwer see
Blink in die sonskyn, soos lang verlee
Dit eenmaal geblink het, ’n welkomsgroet
Vir ons liefde wat uithou en alles vergoed.

.

Wys my die plek waar ons saam gekniel het,
Eens, toe jy myne was ?
Vroeer, toe een siel vir ons saam besiel het,
Vroeer, toe jy myne was.
Kyk, dis dieselfde; die hemel, blou,
Lag soos voorheen op my en op jou
Dit skitter nog altyd ?n welkomsgroet
Vir ons liefde wat uithou en alles vergoed.

.

Wys my die plek waar ons saam geloop het,
Eens, toe jy myne was ?
Vroeer, toe ons harte nog soveel gehoop het,
Vroeer, toe jy myne was.
Kyk, dis dieselfde! Net jy nie. Vra,
Wie van ons twee moet die meeste dra?
Jy, wat vergeet het ? of ek wat boet
Vir my liefde wat uithou en alles vergoed?

.

Ik heb je lief

Nâzim Hikmet

.

Nâzim Hikmet (1902-1963) is de meest geliefde en gelezen dichter van Turkije. Met zijn poëzie veranderde hij het aanzien van de Turkse literatuur. Naast dichter was hij roman-, toneel- en memoiresschrijver. Tijdens de Eerste Wereldoorlog begint hij in Istanboel gedichten te schrijven. Hij studeert politieke economie aan de universiteit en moet omwille van zijn communistische gedachtegoed uit Turkije vluchten. In 1928 keert hij terug en wordt in 1938 opgepakt en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 jaar; zijn boeken zouden aanzetten tot ongehoorzaamheid en rebellie. In 1950 komt hij eindelijk vrij en vlucht naar de Sovjet-Unie. In 1963 sterft hij er en wordt in Moskou begraven.

Als dichter wilde Hikmet schrijven over de universele gevoelens, hij zei daarover: “Ik wil dat alles wat eigen is aan de mens ook eigen is aan mijn poëzie”. Hij schreef over de liefde, de dood, vrede en revolutie, vreugde en verdriet, hoop en hopeloosheid. Ook zei hij: “Als de lezer een gedicht wil lezen over het 1 meifeest dan moet hij bij mij zijn, en als hij een gedicht wil lezen over zijn onbeantwoorde liefde, dan moet hij ook mijn boeken lezen”, om zijn brede interesse en thematiek maar aan te geven.

Ik koos uit de bundel ‘De mooiste gedichten van Nâzim Hikmet’ uit 2007 een liefdesgedicht getiteld ‘Ik heb je lief’ geschreven op 27 augustus 1960.

.

Ik heb je lief

.

Zoals men brood in zout dipt en eet, zo heb ik je lief,

zoals ik ’s nachts, door koorts uit mijn slaap gehaald,

mijn brandende mond aan de waterkraan druk, zo

[heb ik je lief,

zoals men een zwaar pakje van de post waar men inhoud, noch

[afzender van kent,

haastig, blij en nieuwsgierig opent, zo heb ik je lief,

zoals ik voor de eerste keer over de oceaan zou vliegen

[zo heb ik je lief,

zoals de avond zacht over Istanbul valt

en me ontroert, zo heb ik je lief,

zoals ik zou roepen ‘Goddank, we leven!’, zo heb ik je lief.

.

In de beperking toont zich de meester

Johann Wolfgang von Goethe

.

De waarde van lezen ligt voor mij vooral in het ontdekken van nieuwe werelden, inzichten en verhalen. En natuurlijk geldt dit ook voor het lezen van poëzie. De uitspraak ‘In de beperking toont zich de meester’ kende ik, maar dat deze uitspraak van de Duitse wetenschapper, toneelschrijver, romanschrijver, filosoof, dichter, natuuronderzoeker en staatsman Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) was wist ik dan weer niet.

Dat ik nu weet dat Goethe deze uitspraak deed komt door het gedicht ‘Natuur en Kunst’ of ‘Natur und Kunst’ in het Duits, dat ik las in de bloemlezing ‘Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren’ De Westeuropese poëzie in honderd gedichten uit 1996. Hierin zijn 100 bekende en/of beroemde gedichten opgenomen die gerekend kunnen worden tot de beste uit vijf West-Europese taalgebieden; het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Spaans. Samensteller Peter Verstegen sloeg geen enkele beroemde dichter over in dit ruim 400 pagina’s tellende overzicht.

Dichters als Dante, Petrarca, Shakespeare, Keats, Baudelaire, Rimbaud, Goethe en Rilke, ze zijn allemaal vertegenwoordigd. De gedichten zijn opgenomen in de oorspronkelijke taal en in een vertaling en voorzien van commentaar door Peter Verstegen. Voor de volledigheid deel ik hier het gedicht ‘Natuur en Kunst’ in de vertaling en in het Duits.

.

Natur und Kunst

.

Natur und Kunst, sie scheinen sich zu fliehen,
Und haben sich, eh’ man es denkt, gefunden;
Der Widerwille ist auch mir verschwunden,
Und beide scheinen gleich mich anzuziehen.

.

Es gilt wohl nur ein redliches Bemühen!
Und wenn wir erst in abgemeßnen Stunden
Mit Geist und Fleiß uns an die Kunst gebunden,
Mag frei Natur im Herzen wieder glühen.

.

So ist’s mit aller Bildung auch beschaffen:
Vergebens werden ungebundne Geister
Nach der Vollendung reiner Höhe streben.

.

Wer Großes will, muß sich zusammen raffen;
In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister,
Und das Gesetz nur kann uns Freiheit geben.

.

Natuur en Kunst

.

Natuur en kunst lijken elkaar te mijden,

Maar eer je ’t weet komen zij tot elkaar;

Ook mijn afkerigheid is niet meer waar,

Ze lijken mij gelijkelijk te verleiden.

.

Slechts de intentie telt! Zolang wij maar

Eerst aan de kunst een aantal uren wijden

Met geest en ijver, is het geen bezwaar

Als de natuur het hart weer komt bevrijden.

.

Zo is het met cultuur van elke rang:

Vergeefs zullen door niets gebonden geesten

Naar vervolmaking van het hoogste streven.

.

Naar grootheid streven vergt veel zelfbedwang;

In de beperking pas toont zich de meester,

En wetten slechts kunnen ons vrijheid geven.

.

Andy Warhol

Biologica

Leo Vroman

.

Het thema van de Poëzieweek mag dit jaar dan Natuur zijn, in 2018 verscheen van dichter Leo Vroman (1915-2014) postuum de bundel ‘En toch is alles wat we doen natuur’ de mooiste gedichten over het leven in en rondom ons. Vroman was een Nederlands-Amerikaans dichter, (toneel)schrijver, tekenaar, schilder, bioloog en hematoloog. In Nederland is hij echter vooral bekend als dichter. Zelf beschouwde hij zich allereerst als wetenschapper. Vroman woonde en werkte vanaf 1947 in de Verenigde Staten en werd in 1951 Amerikaans staatsburger. Desalniettemin geldt hij als een van de belangrijkste Nederlandse dichters van de vorige eeuw.

Vromans werd tijdens zijn leven meerdere malen bekroond. Zo ontving hij onder andere in 1950 de  Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor ‘Gedichten, vroegere en latere’ in 1964 de P.C. Hooft-prijs voor zijn oeuvre, en in 1996 de VSB Poëzieprijs voor ‘Psalmen en andere gedichten’.

Vromans gedichten zijn levendig en herkenbaar, al sinds zijn debuut in 1946. Hij behoort tot geen enkele stroming binnen de literatuur, maar heeft een speelse, grillige, soms surrealistische stijl. Criticus Kees Fens noemde Vroman ooit ‘de vlakbijste dichter’ van Nederland, wat iets zegt over de toegankelijkheid van zijn poëzie.

Zoals gezegd verscheen in 2018 de bundel ‘En toch is alles wat we doen natuur’ en uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Biologica’ dat eigenlijk voor zichzelf spreekt.

.

Biologica

.

Ik was altijd al omgeven

door al die schattige vormen

van het aardse leven.

Neem nou die regenwormen.

Als kind al, hoe mij zo’n regen-

worm dringend moest doorboren

tussen mijn vingertjes door en

terug naar de natte grond,

daar kon ik gewoon niet tegen.

Drukte ik niet vaak met mijn meest

innige liefde mijn mond

zoetsappig op zo’n beest?

Hoe dieren elkander vinden!

Eerst even snuffelen,

dan elkaar knuffelen

en dan verslinden.

Heerlijk te worden omgeven

door al dat leven.

.

Voor Leonard Nolens

Bart Meuleman

.

De Vlaamse theatermaker, toneelschrijver, essayist en dichter Bart Meuleman (1965) debuteerde in 1997 met de bundel ‘Kleine criminaliteit’. Bundels van Meuleman werden genomineerd voor de VSB Poëzieprijs en de Herman de Coninckprijs. In 2008 verscheen van zijn hand de bundel ‘omdat ik ziek werd’. In deze bundel geen mooie poëzie, zoals op de achterflap staat te lezen maar gedichten vol rauwe regels over de kwelling van het bewustzijn en het verlangen daarvan bevrijd te zijn.

Maar in deze bundel staat ook een gedicht voor een andere Vlaamse dichter Leonard Nolens. In de rubriek ‘dichters over dichters’ hier het gedicht ‘voor leonard nolens’.

.

voor leonard nolens

.

laat iemand die

.

ademt en gehoorzaamt

en kraakt in de nacht

die dagelijks zijn eiland verschoont

.

zo iemand

.

onvermoeibaar oversteekt, uit talloze

doden opstaat, die met ganzen spreekt en waakt

over stofgoud en distels

.

laat hem een schrikwekkende voorbeeld zijn.

.

wat achter hem ligt is onvoorstelbaar.

.

%d bloggers liken dit: