Site-archief
Studio Haiku
Lotte Dodion
.
Vorig jaar had ik contact met de Vlaamse dichter Lotte Dodion (1987), ik wilde haar vragen voor een bijdrage in MUGzine. Ze antwoorde toen dat ze heel erg druk was met een nieuw project dat heeft geresulteerd in een boek getiteld ‘Studio Haiku’ een handleiding voor haiku avonturiers. In ‘Studio Haiku’ gidst dichter en haiku-reisgids Lotte Dodion je stap voor stap door de wonderlijke mogelijkheden van de haiku. De haiku is een korte en krachtige Japanse dichtvorm die aan een aantal voorwaarden moet voldoen:
Een haiku bestaat uit drie regels waarin regel 1 vijf klemtonen of lettergrepen heeft, regel 2 zeven klemtonen of lettergrepen en regel 3 vijf lettergrepen of klemtonen.
De regels met betrekking tot de verdeling van de lettergrepen over de verschillende regels van het gedicht slaan voornamelijk op zogenaamde Westerse Haiku gedichten. Traditioneel Japanse Haiku wil nog wel eens afwijken van deze regels. Zo schreef de meest bekende Japanse dichter aller tijden Matsuo Basho (1644-1494) eens een haiku waarvan de tweede regel maar liefst 9 lettergrepen had.
Daarnaast heeft de traditionele haiku nog een aantal kenmerken:
- omgeving als onderwerp (kan natuur zijn, maar bijvoorbeeld ook een bepaalde ruimte of een specifiek gebouw)
- probeer een twist in de haiku te verwerken
- houd het zo zintuiglijk mogelijk
- probeer geen emoties in de haiku te verwerken: probeer juist emoties bij de lezer op te wekken
- vermijd stereotype Japanse zaken, zoals de kersenbloesem
Uit het boek ‘Studio Haiku’ van Lotte Dodion blijkt dat de haiku en het schrijven van deze vorm van Japanse poëzie een heerlijk speelveld is om je gedachten, gevoelens, observaties én kwinkslagen te vangen.
Veel meer over de haiku kun je lezen op deze website over Japanse dichtkunst.
Uit het boek van Lotte hier een aantal voorbeelden.
.
In de ochtendkoelte
maakt het geluid van de bel
zich van de bel los.
Yosa Buson
.
Een meer is mijn hart.
Op de oever sluipt de schaduw
van een zwarte tijger.
Kaneko Tôta
.
In mijn fantasie
kijk je nog één keer om en
dan pas verdwijn je.
Lotte Dodion
.
Het lange spoor 4
Jan Lauwereyns
.
De Vlaamse neurowetenschapper en dichter Jan Lauwereyns (1969) promoveerde in 1998 aan de K.U.Leuven op een proefschrift over doelgerichte visuele waarneming en verrichtte neurowetenschappelijk onderzoek in Tokyo, Japan (1998 – 2002), Maryland, U.S.A. (2002 – 2003) en Wellington, Nieuw Zeeland (sinds eind januari 2003). Naast zijn wetenschappelijke werk publiceerde Lauwereyns dichtbundels zoals ‘Nagelaten sonnetten’ (1999), ‘Blanke verzen’ (2001), ‘Buigzaamheden’ (2002) en ‘Vloeistof en welvaart’ (2008). Ook werkte hij samen met wetenschapper en dichter Leo Vroman en zijn vrouw Tineke in de bundel ‘Zwelgen wij denkend rond’.
Voor de bundel ‘Hemelsblauw’ uit 2011 kreeg hij de VSB Poëzieprijs. Uit de bundel ‘Tegenvoetig, tweebenig’ uit 2004 het gedicht ‘het lange spoor 4’.
Het lange spoor 4
Onderaards krioelen, gericht op sjouwen
van immense korrels zand, rotsblokken,
mieren, bladluizen, honderdpoten.
Dit is de tweeledigheid der schepping,
op en om, vervolgens op en nogmaals om.
Zandberg, zanddal, stoffelijkheid migreert.
Onder en boven lopen, woeker, woeker,
op het karkas van arme geelkuifkaketoe.
.
Dichters in Durban
Novib
.
In 1997 werd het eerste internationale poëziefestival in Zuid Afrika georganiseerd. Nadat Nelson Mandela in 1994 werd verkozen tot president in de eerste non-raciale verkiezingen ooit in Zuid Afrika was er een tijd van vrijheid en vernieuwing in Zuid Afrika. Dit leidde tot Poetry Africa in de Zuid Afrikaanse havenstad Durban. Vele dichters die tijdens het apartheidsregime vervolgd werden of in ieder geval hun stem niet konden laten horen gaven hier acte de présence. Ook Nederlandstalige dichters waren aanwezig in Remco Campert en Hugo Claus. Maar ook dichters uit India, Mexico, Canada, Duitsland, Japan, Mauritius, Zimbabwe en nog een aantal landen waren vertegenwoordigd. Vanuit Zuid Afrika waren er dichters die poëzie schreven in het Engels, het Afrikaans en het Zulu.
De organisatie, het Centre of Creative Arts onder de bezielende leiding van Adriaan Donker en Breyten Breytenbach had zich laten inspireren door Poetry International in Rotterdam. Het festival werd dan ook geopend door Obed Mlaba, burgemeester van Durban en Bram Peper, burgemeester van Rotterdam.
De Novib bundelde in 1997 een aantal van deze dichters in ‘Dichters in Durban’ en ik koos voor het gedicht ‘Veteraan’ van Tatamkhulu Afrika in een vertaling van Hugo Claus.
.
Veteraan
.
Achter de omgekeerde ruggen
van de heuvels hoor ik nog altijd
de hoest van motors die plots zwenken
en de blauwe
rook van de lucht is de blauwe
rook van geweren en de grauw-
blauwe rook van de jaren.
En er is daar een gezang dat ik mij rekkend wil bereiken,
een harmonie van razernij die mij lieflijker
toeklinkt dan om het even welke liefde.
Maar de heuvels zijn hoog,
hoger dan mijn begerig hart, en mijn voeten
zijn verstrikt in de wieren.
Soms lijkt het alsof ik
een phut-phut-phut hoor
als een kind dat knalt met een kinderlijk
speelgoedgeweer en ik weet
dat de verre kogels opnieuw zoeken naar
de levenden tussen de gebeenten.
Maar er zijn daar geen levenden meer,
alleen doden, en zij zijn dood
zoals ik dood ben, alhoewel ik ademhaal
en mijn gehuil is dat van een wolf
tussen de schedels en mijn stap
is die van een schaduw in een plek van uilen.
.
Japanse overlijdensgedichten
Zen Monniken
.
In Japan is het een lange traditie dat je niet alleen je testament opmaakt (meestal vlak voor) je overlijden maar ook een zogenaamd overlijdensgedicht schrijft, een zogenaamde Jisei ( 辞世 ). Deze vorm van poëzie is voortgekomen uit het Zen Boeddhisme. Een Jisei is een meestal maar niet exclusief een Haiku. Yoel Hoffmann stelde het boek ‘ Japanese Death Poems: Written by Zen Monks and the Haiku Poets on the Verge of Death’ samen.
De Jisei, vaarwel gedichten aan het leven, zijn niet, zoals je misschien zou denken, donkere zware gedichten. Vaak representeren ze de persoon die het gedicht schreef bij leven of hoe die persoon naar zijn/haar leven keek of juist naar de dood. Sommige overlijdensgedichten zitten vol humor of zijn juist heel hoopvol.
Hier zijn twee voorbeelden uit het boek (in het Engels en Japans).
.
Van de beroemde Haiku dichter Basho is deze Jisei
“旅に病んで 夢は枯野を かけ廻る” Stricken on a journey, My dreams go wondering around, Withered fields Basho wist dat hij ging sterven en dat hij niet meer thuis zou komen, hij wist echter dat zijn dromen niet zouden stoppen met rondreizen. . Moriya Sen-an schreef deze Jisei, en moet wel erg van alcohol hebben gehouden. “我死なば 酒屋の瓶の 下にいけよ。せめて滴の 盛りやせんもし” Burry me when I die beneath a sake barrel in a tavern. With luck, the cask will leak .
Regenboog
Hiroshi Kawasaki
.
Kawasaki (1930-2004) was kort na de oorlog bouwvakker, klusjesman en kantoorbediende. Vanaf 1951 verschijnen gedichten van zijn hand in tijdschriften. Hij was één van de oprichters van het literaire tijdschrift Kai (1953). Hij debuteerde met zijn bundel ‘Hakucho’ (Zwaan) in 1955 en schreef daarna vele dichtbundels, luisterteksten, kinderboeken en essays. In 1980 nam hij deel aan Poetry International en in de bundel ‘Honderd dichters uit vijftien jaar Poetry International 1970 – 1985’ zijn twee gedichten van hem opgenomen in vertaling van Noriko en Pim de Vroomen. Hier het gedicht ‘Regenboog’.
.
Regenboog
.
Verstrooid stond ik stil in het gras.
‘Jullie twee daar, gaan jullie trouwen?
hoorde ik zeggen.
Ik antwoordde: ‘Ja!’
‘Welnu, als dat het geval is’ – met die woorden
verscheen er een prachtige regenboog.
.
Beter laat dan..
Toyo Shibato
.
Toen Toyo Shibata op 92-jarige leeftijd vanwege rugklachten moest stoppen met klassieke Japanse dans, raadde haar zoon Kenichi haar aan gedichten te gaan schrijven. De gedichten die ze schreef stuurde ze op naar de lokale krant die ze publiceerde. Zeven jaar later (op 98 jarige leeftijd) bundelde ze haar haiku-achtige verzen. Haar debuut raakte de harten van vele Japanners: er werden er meer dan anderhalf miljoen van verkocht. ” In eenvoudige, lichtvoetige verzen haalt Toyo herinneringen op aan haar leven, haar man en haar familie en mijmert ze over haar zoon en haar verzorgers. Intussen laat ze zien dat je altijd kunt dromen, hopen en liefhebben, ook als je hoogbejaard bent. Ze spoort haar lezers aan tijd te maken om naar de lucht te kijken en momenten van vriendschap te koesteren. Haar toon is monter, de levenswijsheid klinkt in elk woord door en het optimisme spat er vanaf.” (bespreking van haar bundel ‘Geef de moed niet op’ van uitgeverij Lebowski, op nrclux.nl.
Op 101 jarige leeftijd overlijdt Toyo Shibato een natuurlijke dood.
.
Een voorbeeld van een (in het Engels vertaald) gedicht van haar:
.
My Reply
In my ears the wind
Invited me
In intoxicating tones
“Shall we go now
To the other side?”
So, I
Quickly replied
“I’ll stay here
Just a bit longer
There are still some things
Left undone”
The wind
With a pout on her face
Swiftly returned from whence she
came.
.
Gedichten in een vreemde vorm
Haiku’s
.
Twee voorbeelden van hoe mooi poëzie kan zijn ook al begrijp je er misschien niets van in eerste instantie (of in tweede instantie). De eerste is een Hawaiiaanse haiku van Ye Mimi.
De tekst luidt in het Engels (met als titel practise your haiku by ear):
slope of saw-tooth grass/ bevy of ringdoves
floating conversation/ beer
De tweede is van de Japanse dichter Matsuo Basho. De Engelse vertaling is van Yumi Taga die ook de kalligrafie voor zijn rekening nam. De tekst in het Engels luidt:
An old pond
A frog jumps in
The sound of water
.
Poetry for peace contest
Helle van Aardeberg
Vandaag was de uitreiking van de Poetry for peace prize in de Japanse ambassade te Den Haag.
De Japanse ambassadeur Koezuka reikte de eerste prijs van deze internationale poëzieprijs (ingesteld door Japan en de Verenigde Naties) uit aan de Leidse dichter Helle van Aardeberg van Amerikaanse origine. Uit de 740 inzendingen wereldwijd werd haar gedicht Explosion Affected Reflection, over de verschrikking van de atoombom, als beste gekozen.
.
Explosion Affected Reflection
Blasted into a wasteland,
behind an old torn photo
Father silently weeps
for what were once his people
their voices and love forsaken
while Mother has grown old
torn in recollection with grief
her children’s young kisses
still innocent upon het cheek;
memorizing, unborn babies
hear exploding bombs
as yet she stares, despondent,
out the broken window,
in remembrance for peace