Maandelijks archief: november 2023
Poëzieweek 2024
Gratis mini poëziemagazine en Weesgedichten
.
Van 25 t/m 31 januari 2024 is het weer zover; de nationale poëzieweek. Of eigenlijk de internationale Poëzieweek want Nederland en Vlaanderen trekken hierin samen op. Op de officiële website van de Poëzieweek kun je onder andere alle activiteiten die er in deze week zijn terug vinden. Twee activiteiten waar ik aan verbonden ben zijn: Weesgedichten en MUGzine voor gebruikers van de bibliotheken in Noord en Zuid Holland.
Als lid van de Raad van Toezicht van de Zoek naar Schittering en als directeur van een openbare bibliotheek heb ik een rol gehad in het faciliteren van het geweldige initiatief van de bibliotheek Aalst Weesgedichten. En schreef ik vorig jaar rond deze tijd dat we nog niet mee konden doen, want een Vlaamse activiteit, inmiddels zijn er een groot aantal Zuid Hollandse bibliotheken die zich hebben aangemeld voor deelname aan de pilot die in januari in Zuid Holland gaat draaien. Wil je dat er in jouw bibliotheek in Nederland ook aan deze activiteit meegedaan kan worden, laat dit dan blijken en meld je aan op de website van Weesgedichten. Hopelijk kan dit initiatief dan in 2025 landelijk worden uitgerold.
Het andere initiatief is de speciale editie van MUGzine, het leukste en kleinste poëziemagazine van Nederland en Vlaanderen. Speciaal voor de Poëzieweek kunnen de bibliotheken in Noord en Zuid Holland exemplaren van de special van MUGzine bestellen. In samenwerking met ProBiblio, de provinciale ondersteuningsorganisatie voor bibliotheken, wordt deze special gemaakt. Met hierin dichters die een relatie hebben met bibliotheken. In deze special poëzie van Meliza de Vries, Anne van den Dool, Lemuel de Graav en de Vlaamse Lut de Block, uiteraard kunst (wordt nog bekend gemaakt welke kunstenaar) en informatie over Wolk, de poëzie app. Ook van mij en van Marianne Hermans, de andere initiatiefnemer van MUGzine, zal er een gedicht in deze special verschijnen.
Dus neem een kijkje op de websites van de Poëzieweek, Weesgedichten, MUGzines of ga zelf aan de slag met een poëzieactiviteit. Om alvast in de sfeer te komen hier een gedicht van Meliza de Vries getiteld ‘Monumentaal’.
.
Monumentaal
.
Soms wil je een reisgids zijn: samengevat, op hoogtepunten gesorteerd,
een grote oplage. Van steden die andere mensen niet willen missen. De kliffen.
Trekpleister over schaafwonden: gaas dekt zelden geschiedenis af.
De muren die omvielen, schuttingen die we plaatsten.
De wallen, de grachten, de torens. Waarin een raaf zijn nest bouwt van takken
en menselijk tekort van ballonnen, spaarzegels, een dop van een whiskyfles.
Wat laat je achter als je hier bent, zolang je er bent.
Grijze haren in een afvoerputje, krantenkoppen van gister,
een medaille van een marathon, heipalen onder je huis.
Applaus dat niet geschikt is voor agendapunten, de rondvraag die rechttrekt
vlak voor jou. De berm waarin je terecht komt met dezelfde antwoorden
op vragen die klinken als een kettingkast. Je trapt door. Wind tegen.
En soms denk je aan stenen. Hoelang het duurt voordat een rots als kiezelsteen
in je achtertuin belandt. Hoe kleiner je bent, hoe verder je komt
dan een klif van kalksteen of krijtgesteente. Misschien dat iemand je oppakt.
Een hand die zachter aanvoelt dan zeewater. Dat je in een broekzak thuiskomt
of gemengd wordt met cement tot beton. Misschien ben je niet de eerste steen
die hier gelegd is, misschien niet de laatste die zal slijten. Hoe dan ook
dat je er bent is monumentaal genoeg.
.
Eventjes
Hannes Meinkema
.
Hannes Meinkema (1943), schrijver, feminist en literatuurwetenschapster (pseudoniem van Hannemieke Stamperius) schreef ook poëzie. Ik schreef al eerder over haar werk dat uit heel veel romans, essays en verhalen bestaat en uit precies 1 dichtbundel ‘Het persoonlijke is poëzie’ uit 1979. Binnen bepaalde kringen is haar werk bekend maar bij het grote publiek is ze vooral een schrijver die in de jaren ’70 en ’80 enige bekendheid verwierf met bijvoorbeeld de roman ‘En dan is er koffie’.
De reden dat ik hier opnieuw over haar schrijft ligt gelegen in het feit dat ik een gedicht van haar las uit die ene poëziebundel die ze publiceerde waarin een gevoel beschreven wordt dat ik herken van vrienden met jonge kinderen en drukke banen. Het steeds maar aan staan, elk moment van de dag, vooral bij mensen die thuis werken (in maar ook na de Corona periode). De hoofdpersoon in dit gedicht blijft eventjes zitten in de auto die voor de deur van haar huis geparkeerd staat voor ze naar binnen gaat (waar er waarschijnlijk meteen een beroep op haar wordt gedaan). Ik ken voorbeelden van mensen die juist ook het huis ontvluchten en naar buiten gaan waar ze even alleen en met rust gelaten worden.
Het feit dat dit gedicht uit 1979 stamt (of al eerder) geeft maar aan dat dit iets is dat van alle tijden is en waarvoor eigenlijk geen oplossing is. Behalve dan eventjes te blijven zitten in een auto die geparkeerd staat voor je eigen huis.
.
Eventjes
voor Maja
ik ga eventjes werken zegt ze tegen de kinderen
eventjes
moeten jullie me niet storen
.
en de preciuese beelden die ze maakt
zijn de schrijnende en
levenslange
bronsgeworden veelheid van gevoel
van iemand die als ze het niet langer uithoudt
eventjes
in de auto voor de deur alleen moet zitten zijn.
.
Gebed
Adriaan Jaeggi
.
Voor mensen die in bibliotheken werken is de blog van Mark Deckers een must om te lezen. Hij duidt de ontwikkelingen in het bibliotheekwerk, verduidelijkt en beschouwd zaken die voor bibliotheekmedewerkers en leidinggevenden van belang zijn. Maar op zijn blog is veel meer te lezen dan alleen maar heel specifieke dingen voor bibliothecarissen. Zo besteedde hij al eens aandacht aan mijn blog (een paar keer al) in het kader van de landelijke Gedichtendag.
Maar ook in heel specifieke stukken is zijn liefde voor poëzie nooit ver weg. Zo las ik in een stuk over de overheid en de bibliotheek een gedicht van Adriaan Jaeggi (1963-2008). In 2002 verscheen Jaeggi’s eerste officiële dichtbundel, ‘Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten’, na eerder twee romans te hebben gepubliceerd. Twee gedichten uit deze debuutbundel werden opgenomen in Gerrit Komrijs bloemlezing Nederlandse Poëzie. In 2006 en 2007 was Adriaan Jaeggi is Amsterdams eerste stadsdichter. In 2008 verscheen de bundeling van de gedichten die hij als Amsterdamse stadsdichter had geschreven: ‘Het is hier altijd laat van licht; Amsterdamse stadsgedichten’. Ook maakte hij deel uit van de zogeheten Poule des Doods, een gezelschap dichters dat, op initiatief van de dichter F. Starik, bij toerbeurt met een gedicht de begrafenis begeleidt van iemand die eenzaam is gestorven.
Maar terug naar het blog van Mark Deckers. In dat stuk heeft hij dus een gedicht van Jaeggi opgenomen. Gezien de aard van het gedicht en het feit dat het is beletterd en aangebracht in de OBA (de openbare bibliotheek van Amsterdam) doet mij vermoeden dat dit een stadsgedicht was. Hoe dan ook een toepasselijk gedicht voor in een bericht over bibliotheken.
.
Gebed
.
(uit te spreken in een bibliotheek)
.
Boek, vertel me hoe te leven
hoe ik de liefde moet overwinnen
vertel hoe anderen dat deden
wat de weg is, hoe
de kost te winnen
.
Boek, wij spreken in iconen
als Jolly Roger: avontuur,
een bloedend hart voor
liefde, eclips wijst ons
de toekomst
.
Kien, Bandini, Biberkopf,
Schveyk, Tiuri, Windvaantje,
Horse Badorties, Oblomov,
Owen, Rosenberg, Sassoon:
Egidius.
.
Boek, vertel me hoe te branden
als een tijger in de nacht.
Vertel het ook aan anderen, als
ze radeloos zijn en dwalen, als
hun afgod naar ze lacht.
.
Boek, wij zijn allang verloren
wees ons dus steeds genadig. Ik
getuig
dat er één is van elk van ons
en elk boek is mijn profeet.
Zorg dat iedereen dat weet.
.
Boek, vertel ons hoe we leven.
.
Gers
Elfie Tromp
.
In Rotterdam wordt het tijdschrift ‘Gers!’ uitgegeven. Een stadsglossy van en voor Rotterdammers. In #19 uit 2018, met als thema circulair en duurzaam Rotterdam, staat een uitgebreid vraaggesprek met dichter, schrijver, performer, columnist en theatermaker Elfie Tromp (1985). Elfie is in 2023 en 2024 stadsdichter van Rotterdam. Ik ken haar al lang, ze droeg voor op het podium van poëziestichting Ongehoord! en ze organiseerde naar aanleiding van het verschijnen van de derde editie van het tijdschrift STRAK, dat ze samen met Jerry Hormone oprichtte, een lanceerfeest waar ik een bijdrage aan mocht leveren. Ook stond Elfie met twee gedichten in MUGzine #4.
Maar nu lees ik dus een interview met haar in Gers! over hoe ze bewust probeert te leven, recycling, hommels, geveltuintjes en over wat zij vindt dat een levensmotto zou moeten zijn: Doe alles met aandacht. En het gaat over haar dichtbundel ‘Victorieverdriet’ (2018). Deze bundel schreef ze over haar liefdesverdriet maar zegt ze in het interview: “De bundel gaat over meer dan alleen liefde; het gaat ook over hoe waardig om te gaan met het noodlot en de kwetsbaarheid van het leven. Hoe je je uiteindelijk weer moet openstellen voor nieuwe liefde en daar altijd even kwetsbaar in blijft”.
In het gedicht ‘Een stad in een stad’ wordt dat gevoel verwoord. In het artikel staat alleen de laatste strofe opgeschreven. Ik heb het hele gedicht uit ‘Victorieverdriet’ overgenomen zodat je kunt lezen wat Elfie bedoelt.
.
Een stad in een stad
.
Thuis was ik burgemeester
hier zit ik op een fiets
trek tegelijkertijd langs de paden binnen in mij
in New Orleans ben ik een stad in een stad
goedheid wordt niet altijd beloond
van iemand houden met alles wat je hebt
is geen garantie
.
mijn handtekening was een kras geworden
ik verliet mezelf
.
fietsend in die pittige hitte
druipt teleurstelling uit mijn poriën
wegvegen heeft geen zin
er komt altijd meer
elke week klinkt het tornado-alarm
donderopera’s
heavymetalregen slaat neer
ik brokkel af
ik sloop
.
mijn stad beweegt altijd
niets is in steen gehouwen
.
onder het huis waar ik slaap klinkt gekwetter
buidelratbaby’s veilig in hun hol
buigend naar de planken
piep ik met alles wat ik heb
onder mij blijft het stil
.
New Orleans is fantastisch voor peddelaars
en naakte worstelaars
vingers verdwijnen diep ik konten
de winnaar tongt met de verliezer
de opgedofte toeschouwers juichen
.
laat die tieten vechten!
roept Moe Joe
haar lichaam pulseert
wordt een groot orgaan
zo verwerkt ze
die korrelige substantie
die voor leven moet doorgaan
Moe Joe vertelt me over de vier witte agenten te paard
ze werd getaserd op de maat van haar muziek
vier apparaten op haar blote huid
voltage voltage voltage voltage
.
dagenlang zat ze opgesloten
hoe durf ik
witte vrouw
mijn lichaam te vergelijken
met een stad vol giftige geschiedenis
van ongelijkheid en geweld?
.
verzet moet onze adem worden
staat in helderzwarte letters
op een bord in een gazon
activisme is hier alledaags
elk concert stilgelegd voor bezinning
elke muur beklad met mening
misschien ligt het aan jou
spot de supermarktmuur
.
een zwarte veteraan zwaait met een Confederation flag
om zijn militaire geschiedenis te eren
een witte moeder strikt een bonnet om het hoofd
van haar zwarte dochter
.
ze hebben de beelden neergehaald
je weet wel, van de drie generaals
Jefferson, Beauregard en Lee
ooit monumenten van trots en macht
nu symbolen van schande en schaamte
traditie is veilig
we willen iets vasthouden
in dit continue loslaten
.
ik denk aan de sokkels in mij
de beelden die ik daar opzette en vereerde
wogen op het laatst te zwaar
.
niets is in steen gehouwen
.
zelfs steen niet
tijd is een spier
die pijn en liefde beweegt
ik trap door
.
pulseren
verteren
worstelen
loslaten
schudden
dansen
veranderen
.
dat is de aard van de geschiedenis
.
Lieke Marsman
Man met hoed
.
Lieke Marsman (1990) debuteerde als dichter in Tirade. Haar eerste bundel, ‘Wat ik mijzelf graag voorhoud’, verscheen in 2010. Ze kreeg daarvoor de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs, de Liegend Konijn Debuutprijs en de C. Buddingh’-prijs. In 2014 verscheen haar tweede bundel, ‘De eerste letter’.
In de bundel ‘Man met hoed’ zijn deze eerste twee bundels van Lieke Marsman bijeengebracht. De bundels worden bovendien aangevuld met vroeg en minder vroeg werk, en met enkele vertalingen. Laura Demelza Bosma schrijft in haar recensie van deze bundel op Meandermagazine.nl :
“Hoewel de dichteres allerlei thema’s aansnijdt die stof tot nadenken (en navoelen) brengen, zorgt ze er eerst voor dat haar lezer met haar op één lijn komt zitten. Daarna komt ze met gedachtenladders, die kunnen alle kanten op maar beloven hoe dan ook diepgang én amusement. In een enkele zin kan Marsman ogenschijnlijke contradicties verenigen, zoals bijvoorbeeld kwetsbaar en cool.”
In april 2018 werd in Marsmans bovenrug een kwaadaardige bottumor ontdekt die met succes operatief kon worden verwijderd. Als gevolg van deze ingreep kon Marsman haar rechterarm weliswaar bewegen, maar niet meer omhoog doen. In ‘De volgende scan duurt 5 minuten’ uit 2018, beschreef ze dit proces. Deze dichtbundel werd in het Engels vertaald door de in Nederland opgegroeide Britse dichteres Sophie Collins.
In 2021 kwam van Marsman de dichtbundel ‘In mijn mand’ uit. In diezelfde maand werd zij voor de periode van 2021-2023 benoemd tot Dichter des Vaderlands. In 2023 verscheen de bundel ‘Ter gelegenheid van poëzie’ met gedichten en stukken die ze schreef als dichter des vaderlands.
Uit de bundel ‘Man met hoed’ komt het gedicht ‘Jarig’ dat oorspronkelijk verscheen in ‘Wat ik mijzelf graag voorhoud’ uit 2010.
.
Jarig
.
Ik dacht dat ik mezelf een boek ging geven,
maar het werd een plant
Ik had geen plaats voor een plant,
want ik had er al veel te lang aan gedacht
.
Soms word ik ’s nachts wakker en kijk ik of mijn buik nog plat is
Meestal is het te donker om iets te zien
Dat is niet gek, het is nacht
.
Meestal is mijn buik vol
Zo vol als een buik nadat ik cake heb gegeten
Cake, mijn hele verjaardag lang
.
Druif
Joris Miedema
.
Afgelopen zondag mocht ik samen met nog 19 dichters de presentatie van het drieluik van Joris Miedema (1978), luister bijzetten. In de Alkenaer (waar ook het podium Reuring van Alja Spaan wordt georganiseerd) had Joris Miedema, samen met uitgeverij Opwenteling, een bijzondere presentatie bedacht. In het afgelopen jaar werden maar liefst drie dichtbundels van Miedema gepubliceerd: ‘Algen uit een andere dimensie’, ‘De vlucht van de levenloze libellen’ en ‘Sloppenwijk van het hiernamaals’.
Alle 20 dichters was gevraagd een gedicht uit een van de drie bundels te kiezen en dat tijdens de presentatie in een soort medley voor te dragen. In drie rondes (ca. 7 dichters per ronde) werden gedichten uit elke bundel voorgedragen. Elke ronde werd muzikaal voorgegaan door een klankkunstenaar Auke. Verschillende bekende dichters maar ook mijn collega, directeur van de bibliotheek in Alkmaar en een paar minder bekende dichters zorgden voor een mooie middag.
Het experiment van Joris en zijn vriendin werkte heel goed. Juist door de verschillende stemmen, de verschillende gedichten en vooral ook de bijzondere gedichten van Joris, was er sprake van een veelzijdig en interessant programma. Het was bijzonder leuk om hier deel van uit te maken. Ik koos uit de bundel ‘Sloppenwijk van het hiernamaals’ het gedicht ‘druif’, een gedicht met een twist, een beetje raar maar zo lekker. Als iets het werk van Joris Miedema kenmerkt dan is het zijn ongebreidelde fantasie, zijn licht surrealistische manier van denken en schrijven, maar vooral dat in al die kolder steeds een serieuze gedachte zit.
.
druif
.
elke dag vroeg een vrouw bij de groenteboer
aan mij of ik druif was
ze bedoelde
natuurlijk droef
tot er na een aantal dagen
ineens ’s morgens
op mijn kussen een druif lag
ik droomde normaal gesproken
abnormaal veel over fruit
.
zelfs de lagen achter de realiteit
waren van fruit
voor een schilder van stillevens als ikzelf
was het verschrikkelijk om de connectie
met een onderwerp te verliezen
wat ik ook probeerde
ik wist me ineens geen druif meer voor de geest te halen
wel een overvloed aan bananen, stervruchten
en soms granaatappels
.
toen ik naar aanleiding
van een eerdere scan
terug moest naar het ziekenhuis
omdat er een tumor gevonden zou zijn
bleek ik bij nacontrole
toch volledig schoon
gelukkig was ik al van het dak gesprongen
ik denk niet dat ik met zoveel geluk had kunnen leven
.
Binnentuin met echtpaar
Ester Naomi Perquin
.
In 2020 bestond de bibliotheek Schiedam 100 jaar. Naar aanleiding van dat heugelijke feit is er destijds een jubileumboek gemaakt. In dat boek staan veel interviews en stukjes geschreven door onder andere Maarten ’t Hart en Abdelkader Benali. Maar er staat ook een gedicht in van Ester Naomi Perquin (1980).
Dit gedicht is getiteld ‘Binnentuin met echtpaar’ en wie de bibliotheek kent in Schiedam, in de Korenbeurs, herkent in deze titel gelijk de bibliotheek. De Schiedammer Korenbeurs of Koopmansbeurs is een rijksmonument uit 1786-’92. In de Korenbeurs werden moutwijn, granen en spoeling (restproduct na de eerste distillatie) verhandeld. Deze handel stond in direct verband met de in Schiedam gevestigde stokerijen voor jenever. De Beurs wordt gezien als een van de monumenten van de Schiedamse jeneverindustrie.
Sinds 2015 is de openbare bibliotheek in dit prachtige gebouw gevestigd. Het gebouw is vierkant en bij binnenkomst blijkt het eigenlijk te bestaan uit 4 buitenmuren waartegen een etage is gebouw en het binnenste gedeelte is open, een soort vide maar dan heel groot en onder een glazen dak. Door het licht dat er dus invalt is het mogelijk veel grote planten en bomen te plaatsen. Dat is dan ook gedaan. Vandaar de ‘binnentuin’ uit de titel van het gedicht van Ester Naomi Perquin.
.
Binnentuin met echtpaar
.
Dit werd het volmaakte. Woorden en gebladerte, waarin we samen
onze intrek namen, waar we lazen. We sloegen de bladzijdes om,
werden te oud voor dagelijkse schaamte, werden te zwaar
om te dragen, te groot voor op schoot, werden
goed in verlaten, goed in de dood.
.
Volleerde lezers, die hier all;e jaren bleven. Nog zitten we hier, nog
heb ik je lief. Tegen zwoele slangen en de wijde wereld in.
Midden in elk einde groeit een lus naar het begin –
ik weet dat niets voor eeuwig blijft.
.
Maar wat dan nog? Hier is steeds een nieuw verhaal. Tijd is gewicht
dat onder zichzelf bezwijkt, taal is slechts taal. Sla om.
Je bent mijn rots, mijn bron, mijn zon, mijn licht.
.
Volmaaktheid kent geen tegengif.
.
Levensgevaarlijk gedicht
Paul Snoek
.
Daags na de verkiezingen had ik een bericht klaar staan om te plaatsen maar in plaats daarvan heb ik voor een gedicht van Paul Snoek (1933-1981) gekozen met als titel ‘Levensgevaarlijk gedicht’. Dit gedicht van de Vlaamse dichter komt uit de bundel ‘Schildersverdriet’ uit 1982. Over woorden die sissen als slangen, levensgevaarlijk zijn, doorzichtig als kwallen en die giftige inkt in je mond spuiten.
.
Levensgevaarlijk gedicht
.
Er zijn woorden die sissen als slangen.
Vleesetende woorden met een muil vol tanden.
Woorden die gevaarlijk slapen onder hete stenen
Of die webben weven om hun prooi te vangen.
.
Sommige zijn doorzichtig als glazen kwallen
en spuiten giftige inkt uit je mond.
Andere zijn geslepen tot vlijmscherpe messen
of druipen als etter uit verzworen ogen.
.
Woorden dragen soms bedrieglijke maskers.
Zij kennen de knepen van de camouflage
om als wandelende takken vruchten te dragen
of om een ander woord bekoorlijk te betoveren.
.
Het is maar een woord voor een woord
om eensklaps van gedaante te verwisselen,
om als een tijdbom duizend eeuwen
te overwinteren in een klompje ijs.
.
Want leg ’s avonds een onschuldig woord
als een wicht in zijn wieg te slapen,
’s morgens stoot je tussen de lauwe lakens
op een koude, splinternieuwe handgranaat
.
Menhir in Mexico
Jan Bervoets
.
In 2009 nam Joris Lenstra afscheid van Ongehoord Rotterdam, een poëziepodium waar hij sinds 2006 in de organisatie zit. In 2007 wordt in de centrale bibliotheek van Rotterdam het eerste podium georganiseerd. De mensen die Ongehoord Rotterdam organiseerden waren naast Joris Lenstra, Hein van de Assem, Ton Huizer, Yvonne Koenderman en Frida Winklaar. In 2010, na het afscheid van Joris neemt een nieuw bestuur het over van deze club. Hein en Yvonne blijven, Corina Kappen en ikzelf treden toe.
Door de jaren heen heeft het podium van poëziestichting Ongehoord! vele goede en bijzondere dichters op haar podium mogen begroeten. Een selectie: Daniel Vis, Roel Weerheim, (Marieke) Lucas Rijneveld, Frans Terken, Daniël Dee, Elfie Tromp, Lotte Dodion, Gijs ter Haar, Alja Spaan, Els de Groen, Demi Baltus, Myrte Leffring, Joz Knoop, Meliza de Vries, Evy Van Eynde, Kira Wuck, Jana Beranová, Lies Jo Vandenhende, A.C.G Vianen, Judith Herzberg en natuurlijk de ons ontvallen Rieneke Minderman, Derrel Niemeijer en Wim den Hertog.
Hoewel de podia in de bibliotheek van Rotterdam inmiddels tot het verleden behoren, organiseert poëziestichting Ongehoord! nog steeds de Ongehoord! Poëziewedstrijd (twee jaarlijks) en worden er incidenteel podia georganiseerd in Maassluis, Den Haag en Rotterdam.
Toen Joris Lenstra in 2009 afscheid nam van Ongehoord Rotterdam verscheen een klein bundeltje met gedichten van dichters die ooit het podium betraden. Een van die dichters was Jan Bervoets (1942). Bervoets publiceerde vanaf de jaren ’80 in onder andere Maatstaf, De Revisor en De Gids. Van zijn hand is het gedicht ‘menhir in mexico’ opgenomen in de bloemlezing van Poëziepodium Ongehoord Rotterdam uit 2009.
.
menhir in mexico
.
verschrikkelijk zoals dit weer is voorspeld
met een saffieren mes
zijn ingewanden blootgelegd
en alle gieren vreten aan de wolken
.
welke tornado wil hier nog aarden
als zelfs de huizen onhandelbaar blijken
en er dagelijks doden vallen
in een ritmiese kadans
.
zoveel natuurgeweld lijkt wel retories
de geldigheidsduur van een ademtocht
is zevenmaal verzekerd
men staat in de rij voor het product
.
slechts een oude galsteen blijft nog achter
en wijst de laatkomers de weg
.