Afzetten

Anne van den Dool

.

Met enige regelmaat maak ik het mee dat collega’s zich verwonderen over het feit dat ik naast mijn werk ook dichter ben en me veel met poëzie bezig hou. Diezelfde verwondering heb ik wanneer ik hoor dat een collega actief is als dichter. Zo schreef ik al over Mirjam Noach, polderdichter van de Haarlemmermeer, Gino van Weenen en Meliza de Vries. Allemaal collega’s in het bibliotheekvak. Sinds een paar dagen is daar een nieuwe naam aan toe te voegen: Anne van den Dool.

In ‘bibliotheekblad’ (vakblad voor de openbare bibliotheek) stond een artikel over jonge bibliothecarissen en één daarvan is Anne van de Dool (1993). Zij is collectiespecialist bij de bibliotheek Bollenstreek maar voor deze blog belangrijker, ze schrijft proza, recensies en poëzie. Daarnaast is ze actief als docent van De Schrijfschool (waar nog een aantal dichters actief zijn zag ik).

Anne van den Dool studeerde Film- en Literatuurwetenschap en Neerlandistiek aan de universiteit van Leiden. In 2014 debuteerde ze met de roman ‘Achterland’ bij uitgeverij Querido. Ze schreef voor nrc.next, Tirade en DW B (Het literaire tijdschrift DW B is een creatief laboratorium voor literatuur en de kruisbestuiving met beeldende kunst, fotografie, architectuur, theater). Het gedicht ‘Afzetten’ werd in 2017 op http://www.dwbarchief.be gepubliceerd.

.

Afzetten

.

Je afzetten doe je nooit in

stapjes maar altijd met het

felle wegtrekken van iemand die zich

wegduwt van de zijwand van een zwembad,

handen die zich nog even

om de richel verkrampen en dan loslaten,

golfslagsnel over de wegwijsstrepen van het diepe.

.

In de zomer leken alle meisjeslichamen zich opeens tegen

hun springplankachtige kinderlijkheid te hebben afgezet:

ze vervormden zich als

bladerdeeg dat ombolt in de oven,

en ik vroeg me af of mijn juli dan

zoveel kouder was geweest dan de hunne,

of ik te veel in het koele water had gelegen,

uit te veel meel en te weinig bloem bestond –

.

en ik zou mezelf oprekken in

kleedhokjes zonder noemenswaardige deuren,

mijn armen langer strijken, mijn billen boller knijpen,

want wat je aandacht geeft

groeit, zo gold dat althans voor planten

en alles wat in je hoofd vlinderslaat.

.

De meisjes keken elkaar aan tijdens hun borstslag en tuurden hoe ik mezelf

lossig had vast gewreven, mislukt, duidelijk,

extra plakjes bladerdeeg die niet meer in de vorm pasten,

en ik moest mezelf wijsmaken dat

iedereen in dit zwembad zich vast zo voelde:

.

als gladde tegels die je handen loslaten

voordat je voet zich

afzetten kan.

.

Geplaatst op 17 januari 2019, in Bibliotheken, Favoriete dichters, jonge dichters en getagd als , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Markeer de permalink als favoriet. 3 reacties.

  1. Gelezen in fijne woorden van een afscheid

  2. Mooi gedicht.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: