Maandelijks archief: oktober 2014
Afvaart
Gerrit Achterberg
.
Vanaf 1925 publiceerde Gerrit Achterberg gedichten in onder andere De Gids, Opwaartsche wegen en De vrije bladen. Zijn debuutbundel ‘De afvaart’ verschijnt echter pas in 1931. In ‘De Afvaart’ zijn alle elementen die het oeuvre van de dichter kenmerken al aanwezig. Bijvoorbeeld de twee centrale figuren, de ‘ik’ en de overleden ‘u’. De critici vonden het werk destijds vaag, eigenaardig maar ook zeer dichterlijk. Het werd vergeleken met het werk van Leopold en A. Roland Holst.
Uit deze bundel het titelgedicht.
.
Afvaart
Toen ik het einde had bereikt
van mijn verdorven heden,
stond God op uit het slijk,
en weende;
en ik stond naast hem, ziende neder
op een verloren eeuwigheid.
En hij zei: je had geen gelijk;
maar dat is nu voorbij, van heden
tot aan die andere eeuwigheid,
is maar één schrede.
Surplus van liefde, waar moet gij nu heen?
hul u in eigen hoede
en slaap ten overvloede,
en in de morgenstonden… ineen.
Maar neen, laat nog de ziel vermoeden,
achter den horizon van steen,
het landschap dat niet kan verbloeden
omdat het ligt te spiegelen.
Van poëzie bezeten,
door demonen besprongen,
rotten de woorden
bij hun geboorte,
en liederen worden aas voor honden.
.
Met dank aan http://www.kb.nl/ en http://www.waterwereld.nu
Foto: http://www.geheugenvannederland.nl/
Winnaar Ongehoord! Poëziewedstrijd
Zondag 16 november 2014
.
Ook dit jaar werd door de stichting Ongehoord! een poëziewedstrijd georganiseerd. Voor de 3e keer (na de wedstrijd te hebben geadopteerd van mijn blog waar ie al 3 jaar liep) wordt dit jaar het felbegeerde beeldje van kunstenares Lillian Mensing vergeven aan de winnaar van deze poëziewedstrijd.
Opnieuw waren er zeer veel inzendingen (ruim 200). Het bestuur heeft op democratische wijze en volledig blind (dat wil zeggen dat men alleen de gedichten te lezen kreeg met daarboven een nummer in volgorde van binnenkomst, zonder naam) uit alle inzendingen een ‘shortlist’ gekozen van iets meer dan 50 gedichten. Uit deze shortlist heeft de jury bestaande uit Joz Knoop, Edwin de Voigt en Robbert Meijntjes de drie winnaars gekozen.
Alle drie worden uitgenodigd om op een podium van Ongehoord! te komen voordragen, de winnende gedichten worden gepubliceerd op de website van Ongehoord! (http://www,stichtingongehoord.com) en op dit blog en de nummer 1 krijgt het beeldje.
De prijsuitreiking vindt als gezegd plaats op 16 november in het Bibliotheektheater in Rotterdam. De toegang is gratis. De zaal gaat open om 13.00 uur en de prijsuitreiking begint om 14.00 uur. Als speciale muzikale gast hebben we dit jaar Patty van Trossel (of La Pat) weten te strikken.
Het beloofd weer een mooie en interessante middag te worden. Maak dus een paar uurtjes vrij in je agenda en kom op 16 november naar Rotterdam.
.
Prijswinnares van 2013 Anneke Wasscher
Als je groot bent
Het moest maar eens gaan sneeuwen
.
Het afgelopen weekend heb ik weer eens de bundel ‘Het moest maar eens gaan sneeuwen’ van Tjitske Jansen uit 2003 gelezen. Opnieuw heb ik genoten van haar taal en haar poëzie. Al eerder schreef ik over deze bundel en voor eenieder die deze bundel nog niet kent of nooit heeft ingezien kan ik alleen maar zeggen: Lezen!
Uit deze bundel het gedicht ‘Als je groot bent, wil je dan niet meer spelen?’.
.
Als je groot bent, wil je dan niet meer spelen?
Als je groot bent
wil je dan niet meer spelen
of mag het dan niet meer?
Is er een leeftijd waarop iemand je komt vertellen:
‘Vanaf heden is spelen verboden,’ en wie
zou degene zijn die mij dat kwam vertellen?
Toen ik weer de zon in liep, zag ik de buurvrouw
met een gieter achter mijn vader aanrennen.
Het mocht dus nog! Opgelucht
ging ik vissen in de beek. Ik nam mee:
een emmer en een tak met daaraan een touw.
Een haakje had ik niet nodig.
.
Doe maar
Dicht maar
.
Op dit blog schrijf ik vrijwel altijd over poëzie voor volwassenen en maar zelden over poëzie voor jeugdigen of jongeren. Daar ga ik nu verandering in brengen met aandacht voor de gedichtenwedstrijd ‘Doe maar, dicht maar’. De allereerste keer dat ‘Doe maar, dicht maar’ werd georganiseerd is volgens mij in 1985 geweest. Een gedichtenwedstrijd met een geschiedenis dus. Dit jaar dus alweer de 29ste editie.
Doe Maar Dicht Maar is een landelijke dichtwedstrijd voor schoolgaande jongeren tussen de 12 en 19 jaar. Alle jongeren mogen meedoen. Je hoeft dus niet een briljante schrijver te zijn of ervaring met dichten te hebben. Ook hoef je niet per se een ‘klassiek’ gedicht te schrijven, maar mag je bijvoorbeeld ook een rap of een songtekst maken.
De honderd beste gedichten winnen een plek in de ‘Doe Maar Dicht Maar’ dichtbundel. Daarnaast krijgen de tien beste dichters een uniek cadeau met hun gedicht erop.
Dit jaar zitten in de jury Edward van de Vendel, Ester Naomi Perquin en Pim te Bokkel.
Alle informatie over de wedstrijd staat op de website van het Poëziepaleis http://www.poeziepaleis.nl/projecten/doe-12 en 19 jaar, gedichtenbundel
maar-dicht-maar/dmdm/de-wedstrijd
.
Een voorbeeld uit de editie van 2012, een gedicht van Josje Veenhoven met de titel ‘Gesecondenlijmd”.
.
Gesecondenlijmd
Een traan rolt over mijn wang
in de gloeiende hitte
maar genoeg is het niet
om mijn hart schoon te maken
Om de breuk te herstellen
het stof weg te vegen
blij worden
jou vergeten
Ik blijf ergens hangen
loskomen lukt niet
en hoe graag ik ook wil
ik kom niet weg
Gesecondenlijmd aan jou
of meer aan hoe je was
beseffen kan ik niet
dus blijf ik zitten.
Vast.
.
Tripel
Democratische versvorm
.
Volgens deelnemers aan ‘Het vrije vers’ is de Tripel de eerste , in 2011 volgens democratische weg, ontstane versvorm.
De Tripel beslaat drie kwatrijnen (3 x 4 regels) met als rijmschema abab, waarbij a mannelijk en b vrouwelijk. Elk kwatrijn eindigt met hetzelfde woord, maar in een andere betekenis. Dit woord noemen we het tripelwoord (vrouwelijk of onzijdig). De eerste regel van het eerste kwatrijn is ook de eerste regel van de andere twee kwatrijnen. Die openingsregel noemt drie elementen, elk der elementen staat éénmaal op rijmpositie. In eerste instantie was de volgorde verplicht: ABC CAB BCA. maar dit is later losgelaten. Het metrum is amfibrachys.
.
Van Remko Koplamp de tripel ‘Lang leve de jarige’.
Lang leve de jarige
Mijn pa in de kroeg om de hoek
innemend op vele manieren
verzint wel bij ieder bezoek
een list om de teugels te vieren
.
De hoek van mijn pa in de kroeg
je hoort er gekraak van plankieren
drie dames zijn amper genoeg
om hier zijn verjaardag te vieren
.
De kroeg om de hoek van mijn pa
de plek om eens goed te versieren
met steevast het hiep hiep hoera
men sluit er de tent pas na vieren
.
Afgunst
Zichtbaar alleen
.
Uit mijn bundel ‘Zichtbaar alleen’ het gedicht ‘Afgunst’ met de foto van Ruben Philipsen.
.
Afgunst
Eerst is er
een klein gloeiend kooltje,
het brandt de jaloezie in
en laat haar
littekens, blijvend
in het vlees
En dan is daar
de wind
Gloeien wordt branden,
hitte verstikt de gedachte
aan afstand, of
het wegsnijden
van de bron
En de wind
doet zijn werk
De behoefte tot blussen en rust
wordt altijd overschaduwd
door wat niet is, niet heeft,
niet mag, niet kan
Dus waait de wind
en gloeit en schroeit
het door
.
Weer twee en niet alleen
Erotisch gedicht van Jo Govaerts
.
In de categorie erotische gedichten vandaag een gedicht van Jo Govaerts. Jo Govaerts (1972) debuteerde in 1987 met de bundel ‘Hanne Ton’, die genomineerd werd voor de Cees Buddingh-prijs. Na haar studies Oost-Europese Talen en Culturen in België en Polen publiceerde zij in 1997 ‘De vreugde van het schrijven, een bloemlezing’ vertaalde gedichten van Wislawa Szymborska. Poëzie schrijven is voor haar een omgangsvorm met de werkelijkheid, een uitdrukkingsvorm waartoe ze gedreven wordt dank zij de fysische mogelijkheid om met de pen om te gaan. Denken en beelden worden gekanaliseerd in woorden, die in gedachten tot een gedicht worden gekneed voordat het aan het papier wordt toevertrouwd. Jo Govaerts schrijft ook een blog op http://www.jogovaerts.be/
Hier nu een gedicht van haar hand uit de bundel ‘Apenjaren’ uit 1998 dit titelloze gedicht.
.
Alsof dit niet te voorspellen is
maar het is niet te
voorspellen, want oog om oog,
hand om hand, omhoog omlaag,
komt hier opnieuw uit alles of niets
wat iedereen herkennen gaat
als iets unieks
.
Zo wil ik altijd
overhoop met je liggen,
in die stilte
na de storm, in dat zachte
slagveld van vervlochten uitgevochten
weer twee en niet alleen
.