Site-archief

Strand

Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot

.

In een antiquariaat in Roosendaal vond ik een soort tijdschriftje dat werd uitgegeven door de Nederlandse Filmacademie in Amsterdam. Ik heb er naar gezocht maar kon er niets over vinden op het wereldwijde interweb. Ik heb wel wat foto’s genomen van een artikeltje. Het betreft hier een gedicht en een foto van twee jonge mannen die toen nog volkomen ombekend waren; Boudewijn de Groot (1944) en Lennaert Nijgh (1945 – 2002).  De Nijgh was in 1965 student aan de Filmacademie en had blijkbaar een gedicht ( of een ‘zegliedje’ zoals Marijke het in haar redactioneel commentaar noemt) ingestuurd naar dit magazine en om het wat extra cachet te geven was hij samen met zijn jeugdvriend Boudewijn de Groot naar het strand getrokken om daar in het zand het gedicht in het zand te schrijven. Fotograaf Peike Reintjes legde dit tafereel vast. Ik vond dit zo heerlijk obscuur en bijzonder dat ik het jullie niet wilde onthouden.

.

Strand

.

Waar kan je liggen in het zand

totdat je hele lijf verbrandt;

waar kan je zuipen als een beest,

waar vind je vrienden voor elk feest,

waar kan je zwemmen als een rat,

waar word je zelfs van binnen nat?

Dat is aan de rand van Nederland,

dat is aan ons onvolprezen  strand.

.

Harry Potter Villa

Canzonetta

.

Gedichten en verzen zijn er in veel vormen. De vrije vorm is veruit de meest beoefende onder dichters maar onder de vaste versvormen is zoveel moois te vinden. Neem nou de canzonetta. De canzonetta stamt uit de 16de en 17de eeuw in Italië en was een meerstemmige vocale compositie met speelser karakter dan het madrigaal. In de romantiek soms gegeven aan instrumentale delen van een sonatevorm. In later eeuwen werd de canzonetta ook een klein lyrisch gedicht.

Een canzonetta bestaat uit minimaal 2 keer 8 regels (maar meerdere strofen van 8 regels kan ook), met een rijmschema ababcdcd en het metrum is vrij. Op de onvolprezen website van Google met versvormen staat een mooi voorbeeld met de titel ‘Harry Potter Villa’ (geen dichter bekend).

.

Harry Potter Villa

.

De spanning zakt ons danig in de benen:

Vandaag gaan wij naar Harry Potter toe.

Wat zal het worden: griezelen of wenen?

Het laatste boek… Maar nog is er geen clou.

We moeten daarvoor tot het voorjaar wachten,

Al roepen we “helaas”, of soms zelfs “boe”!

Daaraan veranderen zelfs hog’re machten

Geen zak, maar het is wel een heel gedoe.

.

De zaal is vol, een uitverkocht theater.

De film begint, de deuren gaan nu toe.

Er komt een eind aan eindeloos gesnater,

Want ieder is op zoek nu naar een clue.

Je hoort geen popcorn, zelfs geen chipsgekraak.

Er is geen commentaar, geen mens roept “boe”!

Men is bevreesd voor Voldemort zijn wraak.

Wat nu? Maar dat wordt nog een heel gedoe.

.

We weten al dat Harry zal gaan winnen

En Hermelien groeit naar haar Ronnie toe.

Ook Ginny Wemel zal haar vriend beminnen,

Maar dát is in het voorjaar pas de clou.

Voorlopig zijn er eerst nog duist’re moorden.

Het is zo spannend, (mensen roep geen “boe”!)

Het wachten is nu op de slotakkoorden.

Dat duurt nog lang en wordt een heel gedoe.

.

Kringloopvers

Bas Boekelo

.

Zoals dat met bijzondere dingen gaat, zeker als ze aanslaan bij een groter publiek, komen er afgeleiden of variaties op het thema. Zo ook bij de Takhmis. Hierover schreef ik een paar dagen geleden al en op Het Vrije Vers zijn ook van deze variant al een aantal voorbeelden te vinden. Bas Boekelo verzon de variant en op voorspraak van Jaap van den Born werd de variant het Kringloopvers genoemd, wat volgens mij een heel adequate benaming is. Er zijn heel weinig regels voor deze variant maar een belangrijke is wel dat regel 1 en de laatste regel citaten zijn uit een bestaand gedicht moeten zijn.

Light verse dichter Remko Koplamp (1953) kwam met een variant, waarin uit twee heel verschillende gedichten geciteerd wordt: de eerste regel komt uit het gedicht ‘Februarizon’ van Paul Rodenko (1920 – 1976) en de laatste regel komt uit het gedicht ‘de ballade van de Katholiek’ van Anton van Duinkerken (1903 – 1968).

.

Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open

Naar binnen toe was slechts een kwestie van techniek

Ik fluister zacht of zij haar blousje los wil knopen

Terwijl ik bezig ben mijn broek reeds af te stropen

Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek!

.

Lachez tout

Simon Vinkenoog

.

Ter gelegenheid van het bondscongres van de Dienstenbond FNV in 1989 werd een eenmalige uitgave gepubliceerd getiteld ‘Congressen’ gedichten. Deze bundel werd samengesteld door Coot van Doesburgh (1943), gedrukt in een oplage van 2.000 stuks en niet commercieel verhandeld. In het voorwoord stelt Coot van Doesburgh zichzelf drie vragen: waarom heeft men haar gevraagd? Op de achterkant van de bundel staat dat ze (behalve voor privégebruik nog nooit in haar leven een gedicht heeft geschreven. Waarom een dichtbundel en wat heeft dat met de Dienstenbond te maken? En waarom de keuze van deze gedichten en geen andere?

Het antwoord op de eerste vraag wil ze niet geven. Maar op de achterkant staat te lezen dat ze gevraagd is gezien haar vermogen een kritisch oog te paren aan een poëtisch oor. Op de tweede vraag geeft ze als antwoord: Geen idee. Wanneer men aan een congres van de Dienstenbond FNV denkt, is een bloemlezing van gedichten niet direct het eerste dat men daarmee associëert, en schrijft ze, daarom is het een initiatief dat alleen maar toe te juichen is. En daar ben ik het helemaal mee eens.

Op de derde vraag zegt ze dat ze heeft gezocht naar gedichten die een zeker werkgever-werknemer element uitademt. Maar schrijft ze meteen erna, zo hier en daar slipte er iets tussendoor dat leuk, mooi of aardig van gedachte was. En dat maakt deze bundel juist zo leesbaar.

Verrassende keuzes zijn het zeker. Zo is een tekst van Elvis Costello opgenomen ‘Tramp the dirt down’, een gedicht van Frank Martinus Arion, een vers van Annie M.G. Schmidt maar ook Riekus Waskowsky en Jacques Plafond (Wim T. Schippers), er valt kortom veel te genieten in deze bundel.

Ik koos voor een gedicht van Simon Vinkenoog (1928 – 2009) uit ‘Eerste gedichten 1949 – 1964’ uit 1966 getiteld ‘Lachez tout’.

.

Lachez tout

.

Soms kan ik niet meer op mijn benen staan,

en waarom zou ik ook?

BAM – daar lig ik –

.

nu vlug weer opgestaan,

daar ben ik.

Ik kan u één ding leren:

als u niet meer op uw benen kunt staan,

u kunt zich gerust laten vallen.

.

Lévi Weemoedt

Jesaja II, vers 6

.

Vandaag een vrolijk stemmend vakantiegedicht van de meester van het korte vers met glimlach Lévi Weemoedt (1948). Uit zijn bundel ‘Rijk verleden’ uit 1999 het gedicht ‘Jesaja II, vers 6’.

.

Jesaja II, vers 6

.

’t Wordt eind’lijk rustig, zo’k vernam,

in ’t Vrederijk van onze Heer:

.

o, daar verkeert de wolf bij ’t lam,

de panter ligt bij ’t bokje neer,

de leeuw en ’t muisje spelen dam,

de bij rijdt paardje op een beer!

.

En slechts mijn buren, ’t echtpaar Stam,

gaan krijsend tegen elkaar tekeer.

.

Sonnet

Jan Kuijper

.

In de bundel ‘De 200 bekendste, mooiste, tederste, leukste sonnetten’ uit 1985, samengesteld en ingeleid door Robert-Henk Zuidinga, staan sonnetten uit de Nederlandse literatuur vanaf de 16e eeuw tot heden. Het sonnet, een van de bekendste en meest geliefde vaste versvormen wordt ook nu nog door veel dichters beoefend. In de bundel kwam ik twee sonnetten tegen van dichter Jan Kuijper.

En zoals zo vaak, wanneer ik in dit soort bloemlezingen of verzamelbundels dichters tegen kom die ik nog niet ken, was ik meteen nieuwsgierig naar Jan Kuijper (1947). Op zijn Wikipediapagina staat te lezen dat hij de door de experimentele Vijftigers verketterde dichtvorm van het sonnet in ere herstelde. Tussen 1973 en 2013 schreef hij 9 dichtbundels en van 1984 tot en met 1993 was hij redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor.

In 1980 ontving hij de Herman Gorterprijs voor de bundel ‘Oogleden’, in 1990 de Jan Campertprijs voor de bundel ‘Tomben’ en in 2011 de Filter-vertaalprijs voor ‘Liefdesliederen uit het Middelnederlkands van Hadewijch’.

In de genoemde bundel is hij met maar liefst drie sonnetten opgenomen, ik koos voor de grappigste ‘In de beperking’ dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Sonnetten’ uit 1973.

.

In de beperking

.

Er was ’s nachts iets in mijn luier beland.

’t Moest nu nog heel vroeg in de morgen zijn.

‘k Kon nu niet meer slapen; maar ‘k was nog te klein

om over het hekje van mijn ledikant

te klimmen. – Buiten, in de zonneschijn,

hield een merel boven op een gootrand

zijn mededingers zingend op afstand;

er waren grenzen aan zijn broedterrein.

.

‘k Wist niet waarom de zwarte vogel floot;

voor mij had hij een muzikaal moment,

maar dan urenlang. – Ik was wel gewend

het papier te bewerken met potlood,

maar hechtte aan zelfbeperking geen belang.

Nu had ‘k geen keus dan dan keutel en behang.

.

 

Middeleeuws dagboek van de liefde

Henric van Veldeke

.

In de kringloop kwam ik een alleraardigst boekje tegen getiteld ‘Middeleeuws dagboek van de liefde’ een vertaling van ‘Medieval; Lovers’ Book of days’ maar dan met Nederlandse gedichten en dichters. In dit boekje uit 1995 dat werd samengesteld en vertaald door Textcase in Groningen staan versjes en gedichten van middeleeuwse schrijvers en dichters. Of zoals op het boekje zelf te lezen staat: In dit dagboek vindt u een keur van Middelnederlandse liefdespoëzie, rijkelijk aangevuld met schitterende illustraties uit de middeleeuwen. De gedichten en de schilderijen hebben in de loop van zo’n vijf- tot zevenhonderd jaar niets aan schoonheid en zeggingskracht verloren.

Vaak zijn de dichters anoniem omdat er domweg geen namen bekend zijn van degene die het schreven en in een aantal andere gevallen staan er de namen bij van degene die het schreef. Zoals in het geval van Henric van Veldeke (uit de 12e eeuw).

.

Die minne bede ich

.

Die minne bede icht ende mane,

Die mich hevet verwonnen al

Dat ich die schonen daartoe spane

Dat zij mere mijn geval

Geschiedt mir als den zwane

De zinget als er sterven zal,

Zo verlieze ich teveel daarane.

.

Maar ook een alleraardigste versje van een anonieme schrijver uit de 13e eeuw:

.

O lieve herte,

Mij doet smerte

Uw verre wezen;

Waar ik u bij

Zo waar ik vrij

Ende al genezen.

.

 

Tienkamp

Theo Danes

.

Een van de leuke en bijzondere kanten van het schrijven over poëzie is toch wel dat poëzie zo uiteenlopend, verschillend en gevarieerd is. Van geëngageerde gedichten over het wereldleed, naar heel persoonlijke, verinnerlijkte gedichten tot speelse verzen en rijmen. Ik mag dan ook graag tussen alle ‘serieuze’ poëzie door ook graag bundel met light verse lezen. Niet dat light verse niet serieus is, integendeel, het is een serieuze vorm van poëzie maar in haar vorm en inhoud toch vaak wal lichter en luchtiger van toon.

Een bundel die ik graag herlees is ‘Atletische verzen’ van Ivo de Wijs en Theo Danes. In deze bundel uit 2006 louter luchtige en grappige gedichten in light verse over atletiek. Zo ook het gedicht ‘Tienkamp’ van Theo Danes. Onwillekeurig moest ik bij het lezen van dit gedicht denken aan mijn oud bibliotheekcollega en Volkskrant columnist Ionica Smeets en haar columns met als titel ‘Ionica zag een getal’. Voor degene die deze column kennen zal dit niet als een verrassing komen.

.

Tienkamp

.

Ben je tienkamper, dan zoek je

Als een wiskundefanaat

In het meerkamppuntenboekje

Waar je met je punten staat:

.

‘Virtueel heb ik de beker

Ver ging beter dan gepland

Maar na Kogel zal ik zeker

Zakken in het klassement

.

Ha! De supertijd bij Horden

Bracht mij 80 punten meer

Polsstok moet 5 meter worden

Door het puntverlies bij Speer

.

46+ bij Discus

Was niet ingecalculeerd

Bij de Sprint liep ik wat mis, dus

Is dat flink gecompenseerd’

.

Tienkampers zijn nooit verwonderd

Als de uitslag wordt vermeld

Ze zijn na de 1500

Afgemat en uitgeteld

.

Götterdämmerung

Johnny van Doorn

.

Johnny the Self-kicker schreef in 1963 een brief naar het tijdschrift ‘Podium’ waarin hij uiteen zette dat hij in financiële nood verkeerde en zich gedwongen zag het tijdschrift vier verzen toe te sturen uit zijn nieuwe bundel ‘DE NIEUWE MONGOLEN’. De vier bijgevoegde gedichten; ‘De terreur van de tongval’, ‘Vers’, ‘Op de rand van het verdoemd voorgevoel’, en ‘De stofnaalden der opwaartsgelegen stelsels’ zouden uiteindelijk niet in de bundel ‘Een nieuwe mongool’ verschijnen. Toch zorgde deze brief ervoor dat Johnny van Doorn (1944 – 1991) met deze gedichten zou debuteren.

In de bundel ‘Droom vrijuit’ uit 2014 waarin alle gedichten van Johnny van Doorn zijn opgenomen staat achterin deze brief in zijn geheel afgedrukt. Hoewel de titels van zijn proza bij mij en vele anderen beter bekend zijn (‘Gevecht tegen het zuur’ en ‘De geest moet waaien’) heeft Johnny van Doorn onmiskenbaar zijn stempel gedrukt op de poëzie in de jaren ’60. In ‘Droom vrijuit’ zijn de bundel ‘Een nieuwe mongool’ uit 1966 en ‘De heilige huichelaar’ uit 1968 in zijn geheel opgenomen evenals een aantal losse gedichten die in tijdschriften zijn gepubliceerd.

Zo ook het gedicht met de altijd intrigerende titel ‘Götterdämmerung’.

.

Götterdämmerung

.

3 ijslollies pers ik

Hardhandig in haar zwangere

Gecorsetteerde buik &

Sardonisch hijg ik in

Haar te kleine oren

Een kompleet giftige

Maalstroom van

Woorden & woorden:

Van tot tot teen

Schiet een zwavelige

Vlam door haar heen &

Akelig gillend ver-

Koolt ze onder haar

Pikante peignoir

Tot 5 vierkante cm.

Grijs bitter as &

Vol valsigheid

Kondig ik met een

Krijsende Eucalyptastem

De GötterDämmerung &

Het Laatste Oordeel

Aan &

Op de hoek van een

Op zijn grondvesten

Trillend huizenblok

Verziek ik met een

Laatste Caballero

M’n astmatische

Bronchiën &

Ik leg me bij

De ernstige

Situatie neer.

.

                                                                                                                                                              Max Brückner , printed by Otto Henning

Er is light!

Het Vrije Vers

.

Ik heb op dit blog al vaak geschreven over allerlei versvormen. Vaak putte ik hierbij uit verzen die op de de website http://www.hetvrijevers.nl staan. Hetvrijevers.nl is een initiatief van Quirien van Haelen en is opgericht in 2009. De site is een vrijplaats voor light verse en gerelateerde vormvaste uitingen. De redactie van Hetvrijevers bestaat uit: Jaap van den Born, Inge Boulonois, Arjan Keene, Peter Knipmeijer en Remko Koplamp.

De website begint met de mededeling: Bevrijd van vormloosheid. Op deze website hoef je dan ook niet op zoek te gaan naar gedichten en verzen die in de vrije vorm geschreven zijn. Nee, op Hetvrijevers.nl staan juist verzen en gedichten in vooraf vastgestelde vormen. En dat zijn er velen. Als je kijkt op de categorie Versvormen op dit blog kun je vele voorbeelden lezen. Maar naast de vele vaste versvormen is ook de light verse zeer goed vertegenwoordigd op de website.

En nu is er dan een boek uitgegeven door Hetvrijevers met de titel ‘Er is light!’. Deze bundel werd uitgegeven naar aanleiding van het feit dat Hetvrijevers tien jaar bestaat. Deze bijzondere bloemlezing bevat het beste, mooiste en geestigste werk dat in het afgelopen decennium op Het vrije vers is gepubliceerd. Aan de bundel droegen maar liefst 65 dichters bij, zowel de crème als de crème de la crème van light verse, waaronder Ivo de Wijs,  Drs. P, Patty Scholten, Jaap van den Born, Driek van Wissen en Frank van Pamelen.

De bundel is als hardcover verkrijgbaar (€ 20,55) en als paperback (€17,55) uitsluitend via de website https://www.mijnbestseller.nl/shop/.

Uit de bundel twee voorbeelden van Hans Mooi (Ambitie) en Louise Dorren (Het eekhoornvrouwtje).

.

Ambitie

.

Je bent gedreven en je schrijft

wat aan je kunstig brein ontglipt.

Maar je beseft: wie schrijft die blijft

vaak zitten met zijn manuscript.

.

Het eekhoornvrouwtje

.

Omwille van de vruchten van haar schoot

loopt zij zich ’t vuur gedurig uit de sloffen

met eten halen, voeden, nestje stoffen

haar vent, jawel, haar vent verzet geen poot

.

die ongelijkheid laat haar echter koud

wat haar betreft heeft zij het wel getroffen

omdat zij simpelweg van eikels houdt.

.

%d bloggers liken dit: