Site-archief
6 tips
Geplaatst door woutervanheiningen
Voor een goed gedicht
Op de de website letmus lees ik over 6 tips voor een goed gedicht. En meteen moet ik denken aan de inmiddels langlopende rubriek van Meander waarin medewerkers van Meander gevraagd wordt wat een gedicht goed maakt. Het is ook niet voor de eerste keer dat ik schrijf over wat nou een (goed) gedicht maakt. In 2015 schreef ik al over wat Tom Lanoye over deze vraag schreef en ook in 2015 schreef ik over 10 tips van Dennis G. Jerz van de website Setonhill voor het maken van een goed gedicht.
Maar nu dus 6 tips van letmus. Wat zijn deze tips?
- Kies een thema waarover je wil dichten.
- Schrijf allerlei woorden op die bij je opkomen als je aan dit thema denkt, associeer er flink op los en noteer.
- Schrap alle bedachte poëtische woorden. Een gedicht moet zoveel mogelijk je gevoel en waarnemingen weergeven, wees bescheiden.
- Gebruik metaforen, denk ik beeldtaal en vermijd containerbegrippen.
- Maak korte zinnen, vermijd bijvoeglijke naamwoorden. Probeer elke zin iets inhoudelijks mee te geven.
- Ga niet (geforceerd) rijmen, rijmen mag maar alleen als dat vanuit je gevoel is ontstaan
- (heel bijzonder als je een artikel schrijft over 6 tips voor het schrijven van een goed gedicht om dan met 7! tips te komen) Maak een omkeerpunt, schrijf halverwege iets onverwachts zodat je de aandacht vasthoudt.
Als je deze tips, die op zichzelf best een waarde hebben, naast de tips van Jerz en Lonaye legt en daar uit put dan is de kans dat je een gedicht schrijft dat de middelmaat ontstijgt groter dan wanneer je dit niet doet. Bij sommige punten heb ik mijn bedenkingen overigens. Zeker in het licht van de hedendaagse poëzie. Neem punt 5. Als je dat ter harte neemt dan onderscheidt je je in ieder geval van een groot deel van de hedendaagse dichters voor wie lange zinnen, en proza-achtige gedichten tegenwoordig de norm lijken te zijn.
Maar zoals Goethe als schreef in zijn gedicht ‘Natur und Kunst’: In de beperking pas toont zich de meester.
.
Geplaatst in Meander, Over Poëzie, websites over poëzie
Tags: 2015, 6 tips, 7 tips, associeer, beeldtaal, bescheiden, bijvoeglijke naamwoorden, containerbegrippen, Dennis G. Jerz, dichter, gedicht, gedichten, goed gedicht, Goethe, korte zinnen, letmus.nl, Meandermagazine, medewerkers, metaforen, Natur und Kunst, omkeerpunt, poëtisch bedachte woorden, poëzie, rijm, rubriek, thema, tips, Tom Lanoye, waarnemingen, wat maakt een goped gedicht, website, woorden
Poëzieles
Geplaatst door woutervanheiningen
Farelcollege
.
Door mijn vriend Bart, docent aan het Farelcollege in Ridderkerk, werd ik gevraagd om een poëzieles te verzorgen voor een groep 3 VWO. Nu had ik al eerder een poëziegastles gegeven aan eerstejaars HAVO/VWO leerlingen en aan eerstejaars mavoërs en dat was met elfjes, acrostichons (naamgedichten) en luules maar voor 3 VWO is dat te eenvoudig.
Aan de hand van een filmpje op Youtube over het thema van de Poëzieweek, de natuur, liet ik de leerlingen kiezen om een beschrijvend gedicht te maken over de natuur, een protestgedicht over de natuur of een gedicht te schrijven waarin dingen gebeuren die normaal niet kunnen in het echte leven (bomen die tegen je spreken, de zee die menselijke trekken krijgt, of een dier dat praat). De opdracht was verder dat men gebruik moest maken van poëtische stijlfiguren als alliteratie, beeldspraak, metaforen, of rijm (binnenrijm, eindrijm).
Ondanks dat de leerlingen wat moeilijk op gang te krijgen waren (op een aantal uitzonderingen na, die heb je gelukkig altijd) kwam men uiteindelijk op stoom en werd door iedere leerling een gedicht ingeleverd. Verrassend genoeg zaten er allerlei vormen tussen die ik niet had voorzien. Zo waren er gedichten op rijm, rapgedichten, prozagedichten en zelfs een experimenteel gedicht.
Het mooie aan het geven van een gastles vind ik dat zelfs de grootste twijfelaars zal ik ze maar noemen, uiteindelijk iets maken waarvan ze soms zelf staan te kijken. Van de gedichten heb ik er een gekozen van Bryannah omdat ik in dit gedicht naast een paar mooie zinnen ook poëtische elementen heb gevonden.
Ik wil Bart en de leerlingen van 3 VWO van het Farelcollege hartelijk danken, ik heb de les heel leuk gevonden en de inzet en het uiteindelijke enthousiasme was hartverwarmend.
.
De ritselende bladeren wapperen als de wind zingt
een glimlach reflecteert op blauw aqua.
De oceaan zwemt naar land,
een melodie rinkelt.
De golven keren terug naar hun amices.
De cyclus continueert zonder een verstoring.
.
Geplaatst in luule, Nieuws, Over Poëzie, Poëzieweek
Tags: 1 Havo/vwo, 1 MAVO, 3 VWO, Acrostichon, Alliteratie, Bart, beeldspraak, beschrijvende gedicht, Bryannah, dichter, Elfjes, experimenteel gedicht, Farelcollege, gastles, gedicht, gedichten, leerlingen, luule, metaforen, natuur, poëzie, poëzieweek, protestgedicht, prozagedicht, rap gedicht, Ridderkerk, rijm, stijlmiddelen, thema, Youtube
De drang om niemand af te maken
Geplaatst door woutervanheiningen
Een recensie
.
Begin van dit jaar publiceerde uitgeverij Opwenteling de bundel ‘de drang om niemand af te maken’ van Anouk Smies (1975). Deze Rotterdamse dichter debuteerde in 2013 met de bundel ‘Citaten van een roofdier’ en inmiddels is dit alweer haar 4e bundel. Op de omslag van deze sober maar verder mooi vormgegeven bundel staat de titel van links naar rechts en en daarnaast in spiegelschrift nogmaals. De letter is wat klein maar de naam van de auteur staat rechtsboven duidelijk vermeld.
Voor deze bundel interviewde Anouk Smies een oorlogsveteraan, medewerkers van het Huis voor Klokkenluiders en een sekteverlater. De bundel begint met een citaat van Jean de Boisson: “Men kan de mensen verdelen in twee grote groepen: zij die zich door hun gevoel laten bedriegen, en zij die zich door hun verstand laten misleiden”. Zonder op de conclusie vooruit te lopen kun je je afvragen of beide niet twee kanten van dezelfde medaille zijn. En je kan je afvragen bij welke van deze twee groepen de geïnterviewden ( in het geval van het Huis van Klokkenluiders; de klokkenluiders zelf) behoren.
De bundel bestaat uit 4 hoofdstukken: Oorlogsveteraan, Klokkenluider, Dichter en Tijdsgeest wat bij mij meteen de vraag deed rijzen waar de sekteverlater was gebleven. Maar daarover later meer.
In het eerste hoofdstuk, de oorlogsveteraan. In dit hoofdstuk is de oorlog alom aanwezig. In vaak hallucinerende taal en beelden brengt Smies de oorlog dichtbij, soms tussen droom en werkelijkheid dan weer in alledaagse dingen. De herinneringen van de oorlog liggen steeds vlak onder de oppervlakte en kunnen (en worden) elk moment zichtbaar en invoelbaar. Zoals in het gedicht ‘zwart’.
.
Stel jezelf nu de vraag of je op durft te kijken
Als je opkijkt zul je nooit in je leven meer een kleur omschrijven
Je zult je niet afvragen of dat een groot verlies is
Het verlies is al uitbesteed
.
In deze gedichten spreekt een oorlogsveteraan die de smerigheid, het geweld, de ontsporing en de zinloosheid van de oorlog aan den lijve heeft ondervonden. De zinnen zijn indringend en de situaties soms moeilijk voor te stellen.
In het tweede hoofdstuk de klokkenluiders. Een iets ander beeld, dit hoofdstuk is iets minder opgebouwd uit traumatische gebeurtenissen en gewelddadigheid. Hier worden meer processen beschreven, mechanismen, het deel uitmaken van een groep zonder er verantwoordelijk voor te zijn. Toch is in deze gedichten een zekere mate van traumaverwerking aan de orde. Het besef van de eigen daden die (achteraf bezien) niet goed waren. De wisseling tussen het toen (de actieve deelname) naar het nu ( de actieve schaamte). Daar hebben de gedichten in het eerste hoofdstuk en het tweede hoofdstuk iets gemeen. In de situatie het besef dat er iets niet klopt, dat er zaken gebeuren waar je deel van uitmaakt maar waar je het eigenlijk niet mee eens bent, geen deel van wil uitmaken.
In dit hoofdstuk is er sprake van beeldspraak, metaforen en raadselachtige zinnen waar je toch de achterliggende gedachte van begrijpt: En legt de betrokkene zijn ogen in een bakje / terwijl hij tekent voor akkoord (uit het gedicht ‘Genade’). Het bewustzijn van de eigen daden, de twijfel aan die daden en het dan toch uitvoeren. De beschrijving van de innerlijke strijd en worsteling is steeds aanwezig. Het woordgebruik is veelzeggend: mythes, alfamannetje, mietjes, kuddedieren, buigzaamheid; woorden die extra betekenis geven aan de worsteling van de hoofdpersonen, de klokkenluiders.
In het hoofdstuk ‘dichter’ is er ruimte voor lucht en vrijheid, voor introspectie op het eigen leven en werk als dichter. Ogenschijnlijk staat dit hoofdstuk los van de eerste twee terwijl in de taal de verbintenissen heel duidelijk zijn. Ook hier is ruimte voor de twijfel, het kwaad, de zinloosheid van onderdelen van het bestaan.
In het laatste hoofdstuk ‘tijdsgeest’ komt dan toch nog de sekteverlater aan het woord. Een Jehova’s getuige in het gedicht ‘Het hart der Jehova’s is verraderlijk en nietsontziend. In een staccato opgeschreven gedicht wordt in niet mis te verstane bewoordingen een dwingende, valse en onderdrukkende religie gefileerd. En dan valt er iets op zijn plaats, ook hier het terugkijken, de boosheid over wat was, het adresseren van het eigen falen, het domweg (op)volgen van wat anderen vinden of zeggen. Hier manifesteert dit verbindende thema van deze bundel zich.
In het gedicht dat volgt op het Jehova gedicht ‘herkenning’ komt een stukje van de oplossing naar voren, meteen in de eerste strofe:
.
Ik ben een meestervervalser
Succes blijft een keuze
waaruit voortvloeit dat
ik in een quantumspong mijn ware zelf kan zijn
.
En dan is er aan het einde van de bundel het gedicht ‘De zee hoopt’.
.
De zee hoopt
.
Ik houd van het strand
op de dagen dat het me aan Duinkerke doet denken
.
Een vlakte zou niet gezellig mogen zijn
Geen dagopvang voor afval of plezier
.
Geen agenda vol natte gele strookjes
.
Het is gezond
om je verwachtingen
niet op zandophopingen te projecteren
.
Het is goed
om in de naakte natuur
de dagelijkse sleur
als Tell Sell uit te zetten
.
Kijk ik ontkleed me
en wacht tot de wind
van mijn borsten clusterbommen snijdt
.
Tot mijn buikholte
de lever strikt van zijn verslavingen scheidt
.
De zee hoopt
op het geweld dat ik kan zijn
.
En met deze toch troostrijke en positieve woorden leg ik de bundel opzij. Een volwassen bundel vol bijzondere en schurende poëzie, die onderwerpen aansnijdt die niet altijd leuk zijn of hoopvol, maar die een stem geven aan hen die hun verleden met zich meetorsen maar een richting zoeken, een uitweg, een verklaring en toch ook hopen op een betere toekomst. Koop, leen of lees deze bundel, in bijzondere taal neemt Anouk Smies je mee in een wereld die je waarschijnlijk niet kent of niet eerder zo bezag.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Dichter in verzet, Favoriete dichters, Gedichten in thema's, Recensies
Tags: 1975, 2013, 4e bundel, alfamannetje, alledaagse dingen, Anouk Smies, beeldspraak, buigzaamheid, Citaten van een roofdier, de drang om niemand af te maken, De zee hoopt, dichtbundel, dichter, dichter in verzet, dwingende religie, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, geweld, hallucinerende taal, herkenning, Jean de Boisson, Jehova's Getuige, kuddedieren, kwaad, metaforen, mietjes, mythes, onderdrukking, ontsporing, oorlog, Oorlogsveteraan, optimisme, Pijn, poëzie, poëziebundel, raadselachtige zinnen, recensie, Rotterdam, Rotterdamse dichter, schurende poëzie, Sekteverlater, sektevrlater, smerigheid, thema, tijdsgeest, twijfel, uitgeverij Opwenteling, valsheid, verwerking, werkelijkheid, worsteling, zinloosheid, zwart
Dichter over dichter
Geplaatst door woutervanheiningen
William Carlos Williams
.
De meeste dichters kennen veel andere dichters. Hun netwerk is vaak groot. Hierdoor komt het met enige regelmaat voor dat er een gedicht voor of over een andere dichter wordt geschreven. Maar het komt ook voor dat dichters schrijven over een dichter die wordt bewonderd of in dit geval over een dichter die is overleden. In de bundel ‘Bernlef voorgoed gedichten 1960 – 2010’ van dichter, schrijver J. Bernlef staat het gedicht ‘In memoriam William Carlos Williams’.
William Carlos Williams (1883 – 1963) is een van de belangrijke Amerikaanse dichters van de eerste helft van de 20e eeuw. Williams ontwikkelde een duidelijk idee van waaruit hij zijn gedichten schreef. Hij wilde naar een typisch Amerikaanse poëzie: uitgaand van de Amerikaanse taal en zich baserend op het alledaagse leven in Amerika. Williams wilde een heel directe poëzie die aansloot bij de werkelijkheid zoals ze is, en hij had dan ook een afkeer van het gebruik van metaforen en symbolisme in poëzie. De invloed van Williams als dichter groeide langzaam in de jaren ’20 en ’30. In de jaren ’50 ontstond een heel nieuwe belangstelling voor Williams toen hij door dichters van de Beat Generation, zoals Allen Ginsberg, speciale waardering kreeg.
.
In memoriam William Carlos Williams
.
Geplaatst in Dichtbundels, dichters over dichters, Favoriete dichters
Tags: Alan Ginsberg, alledaagse leven, Amerika, Amerikaans dichter, Amerikaanse poezie, Amerikaanse taal, beat generation, Bernlef, Bernlef voorgoed, bewondering, dichtbundel, dichter, dichter over dichter, dichters, dichters over dichters, gedicht, gedichten, gedichten 1960 - 2010, gedichtenbundel, In memoriam William Carlos Williams, J. Bernlef, jaren '20, jaren '30, jaren '50, metaforen, netwerk, Overleden, poëzie, poëziebundel, Symbolisme, typisch, verenigde staten, werkelijkheid, William Carlos Williams
Sneeuwbed
Geplaatst door woutervanheiningen
Paul Celan
.
De van Joodse afkomst en Roemeense dichter Paul Celan (1920-1970) wordt algemeen beschouwd als een der grootste dichters van de tweede helft van de twintigste eeuw. Hij schreef, beïnvloed door het symbolisme en het surrealisme, gedichten waarin hij op zijn eigen wijze zijn ervaringen met de Holocaust verwerkte. Paul Celan was het meest gebruikte pseudoniem van Paul Antschel (een anagram van zijn Roemeense achternaam Ancel). Celan gaat spaarzaam met woorden om en schrijft op de rand van het zwijgen. Hij gebruikt gewaagde metaforen en neologismen, die hij voor een deel haalde uit lectuur van geologische boeken.
Zoals het gedicht ‘Sneeuwbed’ of ‘Schneebett’, dat een voorbeeld is van de anorganische poëzie die Celan schreef. Organische poëzie is levende, dynamische, telkens veranderende poëzie, waar anorganische (niet-levend) poëzie, een kunstwerk op zichzelf dat niet verandert of evolueert.
In 1959 verscheen van Celan de bundel ‘Sprachgitter’ met daarin het gedicht ‘Schneebett’, hier in het Duits en in een vertaling die ik heb gevonden op de website https://mystiekfilosofie.com/ .
.
Sneeuwbed
.
Ogen, wereldblind, in de sterfkrochten: ik kom,
met verharding in het hart,
ik kom.
.
Steile wand maanspiegel. Afdalen.
(Met adem bevlekte schijnsels. Vegen bloed.
Wolkende ziel, nog eens gestalte haast.
Tienvingerschaduw – vastgeklampt.)
.
Ogen wereldblind,
ogen in de sterfkrochten,
ogen ogen:
.
het sneeuwbed onder ons beiden, het sneeuwbed.
Kristal na kristal,
met een tijddiep rooster, we vallen,
we vallen en liggen en vallen.
.
En vallen:
we waren. We zijn.
We zijn één vlees met de nacht.
In de gangen, de gangen.
.
Schneebett
.
Augen, weltblind, im Sterbegeklüft: Ich komm,
Hartwuchs im Herzen.
Ich komm.
.
Mondspiegel Steilwand. Hinab.
(Atemgeflecktes Geleucht. Strichweise Blut.
Wölkende Seele, noch einmal gestaltnah.
Zehnfingerschatten – verklammert.)
.
Augen weltblind,
Augen im Sterbegklüft,
Augen Augen:
.
Das Schneebett unter uns beiden, das Schneebett.
Kristall um Kristall,
zeittief gegittert, wir fallen,
wir fallen und liegen und fallen.
.
Und fallen:
Wir waren. Wir sind.
Wir sind ein Fleisch mit der Nacht.
In den Gängen, den Gängen.
.
Geplaatst in Dichter in verzet, Favoriete dichters, websites over poëzie
Tags: 1920, 1959, 1970, Ancel, anorganische poëzie, Bunde, dichtbundel, dichter, Duits, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, geologische boeken, Holocaust, Joods, kunstwerk, lectuur, metaforen, mystiekfilosofie.com, neologismen, organiscxhe poëzie, Paul Antschel, Paul Celan, poëzie, poëziebundel, poesiebunde, pseudoniem, Roemeens dichter, Roemenië, Schneebett, Sneeuwbed, Sprachgitter, Todesfuge, Vertaling, website, zwijgen
De geboorte van een gedicht
Geplaatst door woutervanheiningen
Jaan Kaplinski
.
In het werk van de uit Estland afkomstige (Estisch heet dat dan) schrijver, dichter, filosoof en vertaler Jaan Kaplinski (1941) nemen de natuur en de filosofie een belangrijke rol in. Vooral de filosofie van het Oosten ( zoals het Boeddhisme en het Daoïsme) vormt een inspiratiebron voor hem. Hoewel Kaplinski’s grootste productie ligt op het gebied van de dichtkunst, schrijft hij ook proza, kinderboeken en theaterstukken.
In 1965 debuteerde hij met de bundel ‘Jäljed allikal’ (Sporen bij de bron) maar hij brak echt door met de bundel ‘Tolmust ja värvidest‘ (Stof en verf) uit 1967. Hierin beschrijft hij met veel metaforen de eenheid tussen mens en natuur en toont hij zich pacifistisch. Vloeiende vrije verzen worden afgewisseld met op rijm geschreven teksten. Hierna publiceerde Kaplinski nog 15 dichtbundels (en vele andere geschriften).
In 1993 verscheen in de reeks Cahiers van de Lantaarn (nummer 60) een keuze uit zijn werk onder de titel ‘De bronmeester van Veskimõisa’. Met een voorwoord van de auteur en in een vertaling van Külli Prosa. Uit deze bundel koos ik het gedicht zonder titel maar met de veelzeggende eerste regel “De geboorte van een gedicht blijft altijd ondoorgrondelijk.” Waarvan akte.
.
De geboorte van een gedicht blijft altijd ondoorgrondelijk.
Soms lijkt het op ontwaken,
hoewel het moeilijk te zeggen is waaruit;
de dag, het leven, de persoon, ‘ik’ – dat alles
is dan als een droom met open ogen
die voor een ogenblik breekt en daartussen
schijnt iets heel toevalligs,
heel nietigs (in de droom natuurlijk): twee stengels
die naast de trap in de wind wiegen, een berkblaadje
voor je voeten op de vloer van de sauna, licht
van opzij vallend door het regenboogvlies van de vrouw,
en daarachter de zwoelte van de nazomer, een verre
donderslag, gillen van buizerds
en de rillende stem van sprinkhanen die
je eigenlijk met niets kan vergelijken. Alle dingen, iedereen
lijken op dat even vreemde als zeer bekende gezicht
dat terugkijkt van de spiegel.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters
Tags: 1941, 1965, 1967, 1993, Cahiers van de Lantaarn, De bronmeester van Veskimõisa, debuutbundel, dichtbundel, dichter, doorbraak, eenheid mens en natuur, Estisch dichter, Estland, Ests dichter, filosofie, filosoof, geboorte van een gedicht, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Jaan Kaplinski, Jäljed allikal, Külli Prosa, kinderboeken, metaforen, natuur, nummer 60, pacifistisch, poëzie, poëziebundel, proza, rijm, schrijver, Sporen bij de bron, Stof en verf, theaterstukken, Tolmust ja värvidest, vertaler, Vertaling
Stoempen
Geplaatst door woutervanheiningen
Wielerpoëzie
.
Het wielerseizoen gaat weer beginnen en de eerste successen voor landgenoten zijn alweer bijgeschreven. Er is een tijd geweest dat het Nederlandse wielrennen in het dal zat en dat het wielrennen als sport geplaagd werd door schandalen en doping. Vandaag de dag zijn er echter weer wielrenners die tot de verbeelding spreken zoals Tom Dumoulin en Matthieu van der Poel. Ondanks alle gedoe rondom het wielrennen zijn er altijd heel veel liefhebbers gebleven van de grote rondes en van de plaatselijke en landelijke klassiekers. In 2014 was dat reden om de bundel ‘De 100 mooiste wielergedichten’ uit de Vlaamse en Nederlandse literatuur samen te laten stellen door dichter Patrick Cornillie.
Patrick Cornillie (1961) is een Vlaamse dichter en schrijver, journalist en auteur van sportboeken en fietsgidsen. Van Cornillie verschenen (wieler)gedichten en verhalen in ‘De Muur’, ‘Deus Ex Machina’, ‘Dietsche Warande & Belfort’, ‘Dighter’, ‘Kreatief’, ‘Van Mensen en Dingen’, ‘Poëziekrant’ en ‘Vlaanderen’.
In deze bundel werd werk gekozen van pioniers ( Jan Kal en Willie Verhegghe), van succesvolle publicisten (Gerrit Komrij en Freek de Jonge) maar ook van nog onbekende fans (Jeroen Wielaert, Wim Schrever). Veel teksten overstijgen dankzij de voorspelbare metaforen de sport an sich, richten zich op winst en verlies, doorzettingsvermogen en opgeven en op leven en dood.
Van Cornillie staat er uiteraard ook een gedicht in deze bundel te weten ‘Speeltijd’ dat in 2010 verscheen in de bundel ‘Roem en kippenvel’.
.
Speeltijd
.
Tussen de lessen moedertaal
was het lang stilzitten
met je broekzakken bol
van de knikkers.
.
Om na het verlossende
belsignaal mee te mikken
naar de prentjes van de coureurs.
.
Het was een kunst om ze
van zeven tegels ver
neer te kegelen: de paarse
van Mercier-BP, de blauwe
van Willem II, de gele
van Mann en Kas-Kaskol.
.
En dan was er nog dat ene idool,
met Faema en opvallend rode V,
waarvoor je nog eens drie
stappen achteruit moest gaan.
.
Zelfs op de speelplaats
van een jongensschool was Merckx
moeilijk te verslaan.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Gedichten in thema's, Vlaamse dichters
Tags: 1961, 2010, 2014, België, De Muur, Deus ex Machina, dichtbundel, dichter, Dietsche Warande & Belfort, Dighter, doorzettingsvermogen, doping, Eddy Merckx, fietsgidsen, Freek de Jonge, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Gerrit Komrij, grote rondes, Jan Kal, Jeroen Wielaert, journalist, klassiekers, Kreatief, leven en dood, Matthieu van der Poel, metaforen, opgeven, Patrick Cornille, poëzie, poëziebundel, Poëziekrant, publicisten, Roem en Kippenvel, samensteller, schandalen, schrijver, Speeltijd, sportboeken, stoempen, themabundel, Tom Dumoulin, Van Mensen en Dingen, verlies, Vlaams dichter, Vlaanderen, Vlaming, wielergedichten, Wielerpoëzie, wielrennen, Willie Verhegghe, Wim Schrever, winst
In andermans handen
Geplaatst door woutervanheiningen
Anna Achmatova
.
De bundel ‘In andermans handen’ bevat een (beknopt) overzicht van de gedichten van Anna Achmatova (1889 – 1966), vertaald, gekozen en ingeleid door Hans Boland. In een goed leesbare inleiding beschrijft Boland het leven van Achmatova en de ontwikkeling die haar poëzie heeft doorgemaakt in waarschijnlijk de meest roerige periode die Rusland (en later de Sovjet Unie) in haar geschiedenis kende (voor, tijdens en na de eerste en tweede wereldoorlog en de revolutie).
Met de dichters Sergej Gorodetski, Osip Mandelstam en Nikolaj Goemiljov en anderen behoorde ze tot ‘Het dichtersgilde’, een literaire groep die zich ook Acmeïsten noemden naar het Griekse woord ‘άχμή’ (akmé): hoogtepunt, bloei. Zij streefden naar een apollinische (rustige) helderheid en zetten zich af tegen de symbolisten, met hun dionysische (extatische) hang naar mystiek, gecompliceerde meerduidigheid en occultisme. In plaats van metaforen voor het hogere te gebruiken verwezen ze liever naar aardse dingen. Ze waren daarbij niet experimenteel zoals in het Futurisme, dat zich gelijktijdig als reactie op het symbolisme ontwikkelde. Hun bijeenkomsten leken op workshops waar nieuwe schrijfwijzen werden ontwikkeld. Een belangrijke techniek die Achmatova zich daarbij al vroeg eigen maakte was die van de metonymen (net als de metafoor een vorm van beeldspraak).
Het gedicht ‘Voor een geliefde’ uit haar bundel ‘Een witte vlucht’ uit 1917 is uit de periode die in de Russische literatuurgeschiedenis de ‘Zilveren eeuw van de poëzie’ wordt genoemd, een periode waarin allerlei literaire scholen ontstonden.
.
Voor een geliefde
.
Je hoeft me niets te zeggen met een duif,
Je hoeft me geen bezorgde brief te sturen,
Blaas niet in mijn gezicht met maartse wind.
Ik ben sinds gister in de Groene Hof,
Onder een schaduwdek van populieren,
Alwaar men rust voor ziel en lichaam vindt.
.
En ik kan het paleis zien hiervandaan,
Omringd door schildwachthuisjes en kazernes,
En de Chinese brug over het ijs.
Jij blijft maar steeds op de veranda staan,
Verwonderd over zoveel nieuwe sterren,
Verstijfd – je wacht al haast drie uur op mij.
.
Ik zal voorbijschieten – een schuwe wezel,
En in een boom springen – een grijze eekhoorn,
En ook zal ik een zwaan zijn, die jou roept;
Dan hoeft de bruidegom niets meer te vrezen,
Als hij moet wachten in de blauwe sneeuwstorm
Waar hij weldra zijn dode bruid ontmoet.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Russische poëzie
Tags: 1889, 1917, 1966, aardse dingen, Acmeïsten, akmé, Anna Achmatova, apolinnische helderheid, beeldspraak, bloei, dichtbundel, dichter, dionisisch, Een witte vlucht, Eerste wereldoorlog, experimenteel, extatisch, Futuristen, gecompliceerdheid, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Hans Boland, Het dichtersgilde, hoogtepunt, In andermans handen, inleiding, literarire scholen, literatuurgeschiedenis, metaforen, metonymen, mystiek, Nikolaj Goemiljov, occultisme, Osip Mandelstam, overzicht, poëzie, poëziebundel, Rusland, Russisch dichter, Russische revolutie, Sergej Gorodetski, symbolisten, tweede wereld oorlog, vertaleingen, vertaler, Voor een geliefde, Zilveren eeuw van de poëzie
Brexit
Geplaatst door woutervanheiningen
John Donne
Dat de Brexit niet alleen heel Groot Brittanië bezig houdt maar ook musici bleek uit het feit dat PJ Harvey tijdens het festival Down the rabbit hole’ voor haar show een gedicht voordroeg van de dichter John Donne getiteld ‘No man is an Island’. John Donne (1572 – 1631) was een Engels metafysisch dichter, satiricus, advocaat en anglicaans priester. Zijn werk omvat sonnetten, liefdespoëzie, religieuze gedichten, Latijnse vertalingen, epigrammen,elegieën, liederen, satirische verzen en preken. Donnes stijl wordt gekenmerkt door dramatisch realisme en sensualiteit. Zijn poëzie is levendig en maakt zowel gebruik van alledaagse woorden als van opvallende metaforen.
.
No man is an island,
Entire of itself,
Every man is a piece of the continent,
A part of the main.
If a clod be washed away by the sea,
Europe is the less.
As well as if a promontory were.
As well as if a manor of thy friend’s
Or of thine own were:
Any man’s death diminishes me,
Because I am involved in mankind,
And therefore never send to know for whom the bell tolls;
It tolls for thee.
.
Geplaatst in Favoriete dichters, Nieuws
Tags: 1572, 1631, Brexit, dichter, Down the rabbit hole, elegieën, epigrammen, festival, gedicht, gedichten, John Donne, Latijnse vertalingen, liederen, liefdespoëzie, metaforen, No man is an island, PJ Harvey, poëzie, poem, poet, poetry, preken, Realisme, religieuze gedichten, satirische verzen, sensualiteit, sonnetten
Kalfsvlies
Geplaatst door woutervanheiningen
Marieke Rijneveld
.
Toen ik op 6 april 2014 samen met Marieke Rijneveld (1991) op het Taalpodium in Zeist stond vertelde ze me dat ze vlak daarvoor een contract had afgesloten bij uitgeverij atlas Contact voor een poëziebundel en een roman. Ik kende Marieke toen al van een optreden in 2012 bij Ongehoord! en wist dat ze over een bijzonder talent beschikte. In juni 2015 verscheen ‘Kalfsvlies’ haar poëziedebuut.
Inmiddels heb ik de bundel gekocht en gelezen en alles wat er al over dit debuut geschreven is, is waar. Het bijzondere ritme van haar poëzie, het gebruik van metaforen, de ongerijmde buitenissigheden in haar gedichten, ik heb het allemaal terug kunnen vinden.
Wat mij steeds weer fascineert als ik haar gedichten lees is dat ik bijna vanzelf haar taal hardop ga spreken terwijl ik lees. De taal die Marieke gebruikt is zowel alledaags als heel bijzonder. Het bijzondere zit hem wat mij betreft in de verbindingen die ze legt, de interpunctie die ze gebruikt (of juist niet gebruikt) en het feit dat ze lange zinnen aan elkaar rijgt die, ondanks dat ze opgedeeld zijn in hoofd- en bijzinnen, toch een geheel blijven vormen.
Voor de gemiddelde poëzielezer die korte zinnen gewend is zal het even wennen zijn. Voor een liefhebber van lange, samengestelde zinnen, zoals ik, is het vooral genieten. Soms moest ik zinnen twee keer lezen om haar bij te blijven maar altijd pakte ik de draad weer op.
De keuze van onderwerpen, het feit dat je soms denkt dat deze jonge dichter zich in een parallel universum bevindt dat hetzelfde universum is als waar jij je als lezer in bevindt maar dan met net even minder kennis van die omgeving, maken het lezen van de gedichten een soms verwarrende maar tegelijkertijd spannende ervaring. Ik betrapte me er tijdens het lezen op, dat ik dacht dat de gedichten een soort bezwering waren, dat Marieke mij, de lezer iets wilde vertellen zonder dat ik meteen doorhad wat precies en dat pas later het kwartje bij mij zou vallen. Als je zo poëzie kan schrijven ben je een bijzonder dichter/schrijver.
Sommige gedichten lezen meer als prozagedichten, of ultrakorte verhalen, maar altijd in diezelfde poëtische sprankelende stijl. Hoewel ik meer van de poëzie dan van de proza ben zal ik haar debuutroman ook zeker gaan lezen.
Uit Kalfsvlies heb ik gekozen voor het gedicht ‘Als het land niet meer plat is’. Over het platteland dat verdwijnt onder druk van de stad.
.
Als het land niet meer plat is
.
Stropakken liggen als blokken roomboter in het weiland, hier heeft het
platteland een berg maar vanaf de berg gezien is alles plat, en we
stotteren terwijl we toch geen last van spraakgebrek, maar elkaar duidelijk
willen maken dat de meeste onderbrekingen ongepland zijn.
.
Je overall is te ruim bij je schouders, we zouden er twee dwergkonijnen
onder kunnen stoppen, dat staat toch beter als ze straks de boerderij een
injectie geven, in laten slapen als de hond van de boer twee sloten
verderop. Sommige onderbrekingen speelden zich af op de hooizolder
.
waar je je bezwete gezicht op mijn blote buik legde, mijn navel
vergeleek met een kijkgat in de schutting, daarachter kon je alles zien
wat zich in mij afspeelde en we zouden de berg onthoofden zoals je een
eitje en dan samen oud en knotwilgen, maar nu staat er een bord met een
.
blije man in pak erop met in zijn hand een stad als een zwarte kever.
Denk aan al die uitgestrooide boeren in de koeien getrokken die als
wandelende graven tussen de bloesems als rouwboeketten lopen, we klampen
ons aan elkaar vast en kijken naar het laatste huis op het platteland dat instort
.
als een composthoop zonder luchtholtes. Iemand zegt dat je meerdere
huizen kunt bewonen, dat een koe met zeven magen zich toch niet vaker
verslikt, en we vragen ons af hoe het je vergaat als je een maag wegneemt
wat je dan nog wel en niet zal kauwen. Mijn hoofd verstikt een dwergkonijn
.
omdat ik gebruikmaak van zijn schouder, ergens fladdert het baasje van de
kever, er zijn onderbrekingen in onderbrekingen, stiltes die naar kuilgras ruiken.
.
Foto: Joost Bataille
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters
Tags: 1991, 2012, 2014, 2015, Als het land niet meer plat is, Atlas-Contact, bezwerend, bijzinnen, buitenissigheden, debuutbundel, debuutroman, dichter, foto, gedicht, gedichten, Joost Bataille, Kalfsvlies, lange zinnen, Marieke Rijneveld, metaforen, ongehoord!, poëzie, poëziebundel, Prozagedichten, schrijfster, spannend, Taalpodium, thema's, verbindingen, verwarrend, voordracht, Zeist