Site-archief

Poëzieles

Farelcollege

.

Door mijn vriend Bart, docent aan het Farelcollege in Ridderkerk, werd ik gevraagd om een poëzieles te verzorgen voor een groep 3 VWO. Nu had ik al eerder een poëziegastles gegeven aan eerstejaars HAVO/VWO leerlingen en aan eerstejaars mavoërs en dat was met elfjes, acrostichons (naamgedichten) en luules maar voor 3 VWO is dat te eenvoudig.

Aan de hand van een filmpje op Youtube over het thema van de Poëzieweek, de natuur, liet ik de leerlingen kiezen om een beschrijvend gedicht te maken over de natuur, een protestgedicht over de natuur of een gedicht te schrijven waarin dingen gebeuren die normaal niet kunnen in het echte leven (bomen die tegen je spreken, de zee die menselijke trekken krijgt, of een dier dat praat). De opdracht was verder dat men gebruik moest maken van poëtische stijlfiguren als alliteratie, beeldspraak, metaforen, of rijm (binnenrijm, eindrijm).

Ondanks dat de leerlingen wat moeilijk op gang te krijgen waren (op een aantal uitzonderingen na, die heb je gelukkig altijd) kwam men uiteindelijk op stoom en werd door iedere leerling een gedicht ingeleverd. Verrassend genoeg zaten er allerlei vormen tussen die ik niet had voorzien. Zo waren er gedichten op rijm, rapgedichten, prozagedichten en zelfs een experimenteel gedicht.

Het mooie aan het geven van een gastles vind ik dat zelfs de grootste twijfelaars zal ik ze maar noemen, uiteindelijk iets maken waarvan ze soms zelf staan te kijken. Van de gedichten heb ik er een gekozen van Bryannah omdat ik in dit gedicht naast een paar mooie zinnen ook poëtische elementen heb gevonden.

Ik wil Bart en de leerlingen van 3 VWO van het Farelcollege hartelijk danken, ik heb de les heel leuk gevonden en de inzet en het uiteindelijke enthousiasme was hartverwarmend.

.

De ritselende bladeren wapperen als de wind zingt

een glimlach reflecteert op blauw aqua.

De oceaan zwemt naar land,

een melodie rinkelt.

De golven keren terug naar hun amices.

De cyclus continueert zonder een verstoring.

.

 

GeenPunt

De Rotterdamse taalglossie

.

Van mijn collega bibliotheekdirecteur in Rotterdam kreeg ik GeenPunt, De Rotterdamse taalglossie. Dit is alweer de tweede editie van een magazine  vol interessante taalfeitjes en – weetjes, inspirerende interviews, praktische taaltips én prachtige poëzie. Wat wil je ook als Derek Otte, tot begin dit jaar stadsdichter van Rotterdam (inmiddels heeft Dean Bowen het stokje van hem overgenomen), de eindredacteur van deze glossie is. In GeenPunt dus op een aantal manieren aandacht voor poëzie. Het leuke van Derek Otte is dat hij op verschillende manieren aandacht besteed aan poëzie, niet alleen maar de wat bekendere poëzie van beroemde dichters maar ook aan cafés in de stad die bordjes hebben hangen met volkspoëzie. Soms verzonnen door de kroegbazen zelf (opvallend alle vier vrouwen!) in andere gevallen bestaand of door klanten verzonnen.

Maar ook mooie foto’s van straatpoëzie, gedichten in de openbare ruimte, stukjes over straatnamen die naar dichters verwijzen (Aagje Deken, Bilderdijk, Frederik van Eeden) maar ook Elfjes die gemaakt werden door deelnemers aan de taalsafari en de taalklassen. Daarnaast nog heel veel interessante informatie maar ik beperkt me hier even tot de stukken over poëzie. GeenPunt is een prachtig initiatief en een geweldig magazine met voor elk wat wils. Ik hoop dat dit een lange traditie van magazines over taal mag worden.

Daarom hier niet alleen een Elfje en een cafégedicht maar ook een gedicht van Frederik van Eeden met begeleidende foto’s.

.

Elfje

.

Creatief

Dingen maken

Gedachten los laten

Voelen hoe het is

Gemis

.

Cafégedicht

.

Iedereen praat

over mijn zuipen

maar niemand

over mijn dorst.

.

Zonnebloem

.

Ik ken een plant, niet fraai van loof

niet schoon, niet rank gesteeld.

Haar vorm is lomp, haar bloem is grof,

geen dichter zingt er ooit zijn lof

of nam haar tot zijn beeld.

.

Toch heeft zij iets wat mij behaagt.

Zij keert zich naar het licht,

van af het eerste morgen-uur

wendt zij naar ’t vrolijk zonnevuur

haar groot en geel gezicht.

.

Ik wilde dat ik als die bloem

naar ’t licht mij wenden kon.

Zij draagt de kleur der vrolijkheid

en richt haar kelk ten allen tijd

naar ’t helder licht der zon.

.

 

%d bloggers liken dit: