Categorie archief: Versvormen

poëzieles

Acrostichon, Elfje, Haiku of Luule

.
Afgelopen maandag mocht ik weer een gastles poëzie geven bij Bart, vriend en docent van het Farel college in Ridderkerk. Dit keer in klas H1A. In de onderbouw geef ik eerst een korte uitleg van het kleine gedicht en vertel ik iets over het elfje, het acrostichon (het naamgedicht of lettervers) de haiku en de luule. Zoals altijd zijn er leerlingen die heel enthousiast zijn en er zijn er die er eigenlijk helemaal geen zin in hebben.
.
De uitdaging voor mij is dan om ze toch mee te krijgen. En eigenlijk is dat helemaal niet zo moeilijk want als je ze eenmaal aan het schrijven krijgt dan komen ze vaak (onbedoeld) met hele leuke, grappige en zinnige ingevingen. Ironie, zelfspot, binnenrijm, alliteraties, experimentele poëzie en andere vormen van poëtische vormen en stijlmiddelen komen voorbij zonder dat ze weten dat het dat is. Als ik ze dan vertel dat ze iets goeds of leuks hebben geschreven zie je ze soms heel verbaasd glunderen.
Net als de vorige keren heb ik beloofd de leukste en beste hier te delen.
.
Elfje van Damla (betekent druppel in het Turks).  Haar hobby was zwemmen.
.
Zwemmen
altijd vermakelijk
trainingen minder leuk
toch blijft het fun
Bommetje!
.
Een naamgedicht van Aya
.
Ach, we hebben hierna wiskunde
Yeah maar we zijn na wiskunde wel uit
Ach, maar wel eerst wiskunde overleven
.
Deze van Julliët vind ik ook leuk omdat ze de verschillende vormen heeft gecombineerd.
Gedicht
er zijn
meerdere soorten gedichten
zoals haiku en naamgedicht
elfje
.
Of die van Yarah (naamgedicht) net als vele andere leerlingen hebben ze een Y in hun naam en dat is nou eenmaal niet eenvoudig want zoveel woorden zijn er niet met een Y
.
Yoghurt is lekker
Andere woorden zijn er niet voor
Redelijk moeilijk om dit te doen
Als dit niet zou lukken zou ik iets anders doen
Hobby’s als voorbeeld
.
Een elfje van Damian
.
Balen
wat koud!
het sneeuwvlokje valt
de egel gaat slapen
Winter
.
Of deze van Julian
.
Klein
druk dier
hamster op wieltjes
rennen, draaien, spelen, rusten
schattig
.
En nog een elfje van Shivano
.
Zoet
kleurrijk goedje
snoepjes in hand
likken, zuigen, kauwen, slikken
verslavend
.
Tot slot nog een compliment voor Yarah en Jakira die van elk van de vormen een voorbeeld hebben ingeleverd. Ik vond het heel leuk om bij klas H1A een gastles te verzorgen en als ik de vraag weer krijg zal ik hier zeker weer positief op reageren.
.

Harry Potter Villa

Canzonetta

.

Gedichten en verzen zijn er in veel vormen. De vrije vorm is veruit de meest beoefende onder dichters maar onder de vaste versvormen is zoveel moois te vinden. Neem nou de canzonetta. De canzonetta stamt uit de 16de en 17de eeuw in Italië en was een meerstemmige vocale compositie met speelser karakter dan het madrigaal. In de romantiek soms gegeven aan instrumentale delen van een sonatevorm. In later eeuwen werd de canzonetta ook een klein lyrisch gedicht.

Een canzonetta bestaat uit minimaal 2 keer 8 regels (maar meerdere strofen van 8 regels kan ook), met een rijmschema ababcdcd en het metrum is vrij. Op de onvolprezen website van Google met versvormen staat een mooi voorbeeld met de titel ‘Harry Potter Villa’ (geen dichter bekend).

.

Harry Potter Villa

.

De spanning zakt ons danig in de benen:

Vandaag gaan wij naar Harry Potter toe.

Wat zal het worden: griezelen of wenen?

Het laatste boek… Maar nog is er geen clou.

We moeten daarvoor tot het voorjaar wachten,

Al roepen we “helaas”, of soms zelfs “boe”!

Daaraan veranderen zelfs hog’re machten

Geen zak, maar het is wel een heel gedoe.

.

De zaal is vol, een uitverkocht theater.

De film begint, de deuren gaan nu toe.

Er komt een eind aan eindeloos gesnater,

Want ieder is op zoek nu naar een clue.

Je hoort geen popcorn, zelfs geen chipsgekraak.

Er is geen commentaar, geen mens roept “boe”!

Men is bevreesd voor Voldemort zijn wraak.

Wat nu? Maar dat wordt nog een heel gedoe.

.

We weten al dat Harry zal gaan winnen

En Hermelien groeit naar haar Ronnie toe.

Ook Ginny Wemel zal haar vriend beminnen,

Maar dát is in het voorjaar pas de clou.

Voorlopig zijn er eerst nog duist’re moorden.

Het is zo spannend, (mensen roep geen “boe”!)

Het wachten is nu op de slotakkoorden.

Dat duurt nog lang en wordt een heel gedoe.

.

Sonnet

Michel van der Plas

.

Dichter, schrijver, journalist, vertaler, tekstschrijver en samensteller van bloemlezingen Michel van der Plas (1927-2013) debuteerde in 1947 met de verzenbundel ‘Dance for you’, in 1948 gevolgd door de bundel ‘I hear America singing’ een bundel vertalingen van Engelstalige poëzie van Walt Whitman, W.H. Auden, E.E. Cummings en T.S. Eliot. Hierna zouden nog heel veel bundels en boeken van zijn hand verschijnen. Voor zijn werk ontving hij onder andere de Jan Campert-prijs, de Tollensprijs, een eredoctoraat aan de universiteit van Nijmegen en werd hij benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau en Officier in de Leopoldsorde (België).

Michel van der Plas had een voorkeur voor sonnetten en sloot daarbij aan bij een eerdere dichtkunst, die in de jaren 1950 werd overvleugeld door de vrije regelval van de ‘Vijftigers’. Toch heeft hij deze dichtvorm nooit vaarwel gezegd. Een voorbeeld daarvan komt uit de bundel ‘Edelman-Bedelman’ gedichten 1945-1955, uitgegeven in 1960 bij De Blauwe Distel.

.

Sonnet

.

Trouwer dan de wijn is mij haar mond;

trouwer dan de sterren zijn haar ogen;

en elk najaar heeft het groen bedrogen,

maar haar haren blijven zomerblond.

.

Trouwer dan de vogels zijn haar handen,

en die reppen zich welhaast devoot;

trouwer dan de vuurgloed is haar schoot,

en zij roept mijn naam wanneer wij branden.

.

Ach, bij haar wordt alle vrezen wanen

en haar zucht ontwapent iedere klacht:

zij maakt alles nieuw: de dag, de nacht,

en haar lieve lachen en mijn tranen, –

tranen als zij slaapt en mij verwart,

want haar hart is trouwer dan mijn hart.

.

Copla

Hendrik de Vries

.

De Copla is een kort, uit één strofe bestaand, vaak ondeugend gedicht. De colpa’s worden onderverdeeld in cuartetas (of kwarten) die uit vier regels bestaan van elk acht lettergrepen, en seguidillas (strepen), eveneens vierregelig, doch afwisselend van zeven en vijf lettergrepen. De meeste copla’s kunnen gezongen worden en vele ervan zijn reeds zeer oud. Sinds de middeleeuwen is de copla de geliefde vorm waarin Spanjaarden uitdrukking geven aan hun gevoelens van liefde, haat, heimwee, verlangen en smart.

De onderstaande copla is uit het Spaans vertaald door Hendrik de Vries. De Vries vertaalde verschillende copla’s in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. Later schreef hij ze ook zelf, de tweede copla is van zijn hand. Hendrik de Vries (1896 – 1989) was schilder en dichter. Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag werd door de gemeente Groningen de Hendrik de Vriesprijs ingesteld. De Vries ontving voor zijn werk ook de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Constantijn Huygensprijs, de Jan Campertprijs en de P.C. Hooft-prijs voor zijn hele oeuvre.

.

 

Ach, hoe heerlijk zijn de vrouwen,

Ach, hoe zoet is ’t suikergoed;

Ja, een vrouw met suiker,

Moet wel zoeter zijn dan zoet.

.

Ook wanneer ik tusschen de bloemen

Op een baar in de kerk was gelegen —

Als iemand je naam zou noemen

Zou ik zeker het hoofd bewegen.

.

Côte d’Azur

Quirien van Haelen

.

Door een opmerking van Ionica Smeets in een van haar columns in de Volkskrant werd ik (weer eens) gewezen op het wonderlijke gedicht ‘Côte d’Azur’ van Quirien van Haelen (1981). Dit (halve) sonnet valt op door de vele witegels tussen de eerste twee strofes en de laatste strofe én door de opsomming van meisjesnamen. Eigenlijk is dit het ultieme vakantiegedicht. Dat het ook een slim, grappig en ideeënrijk gedicht is kun je heel goed lezen in de analyse van Guus Middag op Oote Oote .

Hoe dan ook is het een heerlijk gedicht om te lezen maar om er volledig van te kunnen genieten lees je eerst de analyse, zeer de moeite waard. En lees het vooral ook helemaal want aan het einde van de analyse blijkt maar eens te meer hoe moeilijk (sommige) redacteuren poëzie soms vinden als het gedicht uit zijn bundel ‘Testosteron’ uit 2008 wordt opgenomen in ‘De Nederlandse poëzie van de twintigste en de eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten’.

.

Côte d’Azur

.

Brigitte, Verona, Eva, Kim, Marieke
Aurora, Mäde, Tina, Claire, Yvon
Yolanda, Nina, Daisy, Sue, Manon
Martine, Lilly, Nancy, Annemieke

Justine, Maria, Ankie, Lindsay, Lieke
Adèle, Judith, Vera, Ann, Marjon
Yvette, Denise

 .

..
 .
 .

Het volgend jaar een busreis naar Lloret
Wellicht haal ik daar wél een heel sonnet

.

De ochtend

Ed. Hoornik

.

Jaren geleden kwam ik in het bezit van een bijzonder bundeltje getiteld ‘Nieuwe griffels schone leien’. Een Ooievaar pocket uit 1957 bevat een bloemlezing uit de poëzie der avant garde samengesteld en ingeleid door Paul Rodenko. Deze bundel is mij vooral heel dierbaar omdat een vorige eigenaar de moeite heeft genomen om van elke dichter die is opgenomen in dit bundeltje, een handtekening te vragen (en te krijgen) voorin de bundel.  Eén van de dichters in die bundel is Ed. Hoornik (1910-1970). Ook van hem staat in dit bundeltje een handtekening.

Ik zat deze pocket weer eens door te lezen en van het een kwam het ander en voor ik het wist was ik aan het lezen in ‘Het menselijk bestaan’ gedichten van Ed. Hoornik uit 1952. In die bundel staat het gedicht ‘De ochtend’ en dit sonnet wilde ik hier met jullie delen, op deze ochtend.

.

De ochtend

.

De zwarte band die om mijn voorhoofd knelt,

wordt, als ik even weg ben uit het schrijven,

losser. Ik adem op. De dag wint veld.

De ziel kan niet zonder het lichaam blijven.

.

Stomme getuigen van het oergeweld,

komen de stoelen hun bestaan bewijzen;

dingen vergeten of teruggesteld,

winnen hun noodzaak weder en herrijzen.

.

Ik treed naar buiten in het morgenlicht.

Ze zijn weer weg, de kleine nachtegalen.

Lichaam en ziel zijn weer in evenwicht.

.

Over mijn vochtig en vermoeid gezicht

vallen de eerste warme ochtendstralen.

Ik adem, ik doe niets dan ademhalen.

.

Poëzie in film

The Bookshop

.

Afgelopen week bekeek ik de film ‘The Bookshop’ uit 2017 van regisseur Isabel Coixet. De film is gebaseerd op de gelijknamige roman uit 1978 van Penelope Fitzgerald , waarin de hoofdpersoon, Florence Green (gespeeld door Emily Mortimer) tegen de stroom in probeert een boekwinkel te openen in de kustplaats Hardborough, Suffolk. Omdat deze film gaat over een boekenwinkel in de jaren vijftig van de vorige eeuw, mag je verwachten dat er ook poëzie in voorkomt. En mijn verwachtingen werden ingelost.

Regelmatig worden titels van gedichtenbundels getoond (niet zo prominent als ‘Lolita’ van Nabokov in de film maar toch) en er wordt geciteerd uit een paar gedichten waaronder een sonnet (XXXIV) van Charles Hamilton Sorley. Maar ook komt in een gesprek tussen de hoofdpersoon en de mysterieuze veellezende kluizenaar Edmond Brundish (gespeeld door een van mijn favoriete Engelse acteurs Bill Nighy) de zin langs ‘Never give a lady a restive horse’. Ik dacht dat dit een zin uit een gedicht zou zijn maar het blijkt de titel van een boek over Victoriaanse etiquette van Thomas Edie Hill (1832-1915) te zijn.

Omdat ik verder zocht kwam ik echter toch een gedicht tegen met diezelfde titel. Op de website deepundergroundpoetry staat een (erotisch) gedicht van Geoffe Cat met deze titel geïnspireerd op het boek van Hill dat uit een bundel komt uit 1968.

.

Never Give a “Lady” a Restive Horse – Sonnet Nineteen

 .

A restive horse, no gift a “Lady” make,
For “Lady’s” stride should simple gestures grace,
Lest in her sport, her seat that posting take,
Decorum speaks, should “Lady” never brace.

.

Though such a rider she, she may protest,
In taming such a horse, her pleasures wrought,
That with its buck and lunge, her sure contest
To still such beast, she shows her measures tau(gh)t.

.

For in such work, from “Lady’s” measure may
In strike and strump, come most “un-Lady’s” gait,
In leap and loft, her seat and measure’s sway,
May “Lady-like”, unsullied state negate.

.

So never gift a “Lady” restive horse,
‘Though she, with seat and measure, may endorse.

.

Jozzonet / sonnet

Joz Knoop

.

Afgelopen zondag mocht ik Poëzie en Picknick in het Park presenteren (en voordragen) in het park achter theater Koningshof in Maassluis in het kader van de Week van de Cultuur. Één van de deelnemende dichters was mijn dichtersvriend Joz Knoop (1957). Joz is de bedenker van het Jozzonet en daar op die prachtige zondagmiddag droeg hij een combinatie voor van het Jozzonet en het sonnet.

Het Jozzonet is al niet makkelijk om te schrijven (het gedicht leest van onder naar boven en weer terug waarbij de middelste regel spiegelt) maar Joz wist er zelfs nog een vaste vorm (het sonnet) in te verwerken. Alle reden om Joz te vragen of ik dit gedicht mocht plaatsen alhier. Je begrijpt dat hij heeft toegestemd, ik kreeg de tekst van hem en daarom hier het gedicht ‘Aan een schone wasvrouwe’ dat hij schreef in de jaren ’90 van de vorige eeuw.

.

Aan een schone wasvrouwe

.

Dominant doet zij de was.

Na de les die ze hem las

deelt ze speels de lakens uit

bij gebrek aan tegengas

.

als ze op zijn vlekken stuit.

Hij die haar zoekt als zijn bruid

zal zijn leven lang haar velen.

Wie haar voelt van huid op huid

.

wil zijn lichaam met haar delen,

laat zich van zijn trots bestelen,

moet gehoorzamen uit hoon.

Elke man, die haar wil strelen

.

raakt zo was kwijt én zijn loon.

Man’lijk vuil zoekt vrouw’lijk schoon.

.

              (omgekeerd)

,

Man’lijk vuil zoekt vrouw’lijk schoon

raakt zo was kwijt én zijn loon.

Elke man, die haar wil strelen

moet gehoorzamen uit hoon

.

laat zich van zijn trots bestelen,

wil zijn lichaam met haar delen.

Wie haar voelt van huid op huid

zal zijn leven lang haar velen.

.

Hij die haar zoekt als zijn bruid

als ze op zijn vlekken stuit.

Bij gebrek aan tegengas

deelt ze speels de lakens uit

.

na de les die ze hem las.

Dominant doet zij de was.

.

GVDKU

Freda Kamphuis

.

Ik ben een fan van experimentele poëzie, om de zoektocht naar de grenzen, de vorm, de inhoud, het anders kijken naar gedichten en poëzie. En hoewel ik experimentele dichters niet direct tot mijn ‘favoriete’ dichters zal bestempelen (ik hou van alle dichters, van alle vormen en stemmen in de poëzie maar ik heb wel degelijk favorieten) heb ik er altijd een gezonde nieuwsgierigheid naar.

Een paar jaar geleden kwam ik in de Slegte in Antwerpen de bundel ‘Titel’ uit 2014 van Freda Kamphuis tegen, toen werd mijn interesse meteen al gewekt maar uiteindelijk kocht ik de bundel, uitgegeven door uitgeverij Voetnoot, niet. Achteraf had ik daar wel spijt van. Gelukkig kwam ik haar bundel ‘GVDKU’ uit 2012 tegen in een tweedehandsboekenwinkel en kocht hem meteen.

De bundel van Kamphuis (1965) bestaat uit vormgedichten, kunstzinnig vormgegeven gedichten, Haiku’s en vrije gedichten. De haiku’s zijn grappig en spitsvondig:

.

Zinnebeeld

.

Het punt van de

dood is dat het

stopt na de zin.

.

Uit de bundel blijkt dat Freda de kunstacademie heeft gedaan, de combinatie van afbeeldingen en tekst is vaak kunstig en bijzonder. Een bundel vol verrassingen. Maar dus ook gedichten die het genieten waard zijn zoals het gedicht ‘Parallel’.

.

Parallel

.

Een rollator schuift traag

onmodieus voorbij, de man

die moeizaam gaat daarachter

kijkt vermoeid, totaal niet blij

zet beide voeten stap voor stap

achter zijn wankel ogend rek.

.

In tegenstelling tot het meisje

met de paarse zonnebril vlakbij

dat zo te zien vooral nog haastig,

dorstig leven wil, met één sprong

op haar fiets verdwijnt en daardoor

net niet ziet hoe hij verschijnt.

.

Kringloopvers

Bas Boekelo

.

Zoals dat met bijzondere dingen gaat, zeker als ze aanslaan bij een groter publiek, komen er afgeleiden of variaties op het thema. Zo ook bij de Takhmis. Hierover schreef ik een paar dagen geleden al en op Het Vrije Vers zijn ook van deze variant al een aantal voorbeelden te vinden. Bas Boekelo verzon de variant en op voorspraak van Jaap van den Born werd de variant het Kringloopvers genoemd, wat volgens mij een heel adequate benaming is. Er zijn heel weinig regels voor deze variant maar een belangrijke is wel dat regel 1 en de laatste regel citaten zijn uit een bestaand gedicht moeten zijn.

Light verse dichter Remko Koplamp (1953) kwam met een variant, waarin uit twee heel verschillende gedichten geciteerd wordt: de eerste regel komt uit het gedicht ‘Februarizon’ van Paul Rodenko (1920 – 1976) en de laatste regel komt uit het gedicht ‘de ballade van de Katholiek’ van Anton van Duinkerken (1903 – 1968).

.

Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open

Naar binnen toe was slechts een kwestie van techniek

Ik fluister zacht of zij haar blousje los wil knopen

Terwijl ik bezig ben mijn broek reeds af te stropen

Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek!

.

%d bloggers liken dit: