Categorie archief: Muziek

Swift en Dickinson

Familiebanden

.

In een NRC magazine van vorige maand lees ik een stuk over Taylor Swift, de zangeres uit Amerika met miljoenen fans en volgers (de zogenaamde Swifties). In maart van dit jaar maakte zij bekend dat ze verre familie is van de 19e-eeuwse dichter Emily Dickinson (1830-1886). Beide blijken af te stammen van dezelfde 17e-eeuwse Engelse immigrant in Connecticut. Dat ze dit weet komt door ancestry.com waar je de genealogie van je familie kan laten uitzoeken. Leuk feitje maar veel meer is het niet. Zou je denken.

Maar Taylor Swift haar album ‘Evermore’ verscheen precies op de geboortedag van Dickinson (10 december). Een andere link is dat haar nieuwste album ‘The Tortured Poets Department’ (opnieuw een verwijzing naar poëzie) op de 200ste geboortedag van dichter Lord Byron (1788-1824) verscheen, namelijk op 22 januari van dit jaar. Overigens zijn er geen andere verwijzingen in de teksten van Swift naar beide dichters. Wel naar Patti Smith (1946) en Dylan Thomas (1914-1953) overigens.

Voor de songtekst van het gelijknamige nummer op het album van Taylor Swift kun je deze link aanklikken. Voor hier plaats ik liever een gedicht van Emily Dickinson dat misschien wel een beetje slaat op het voorgaande ‘I’m Nobody! Who are you?’ uit ‘The Poems of Emily Dickinson’ uit 1955. In een commentaar op dit gedicht op Internet las ik: “Dickinsons willekeurige gebruik van hoofdletters in haar werk roept vragen op, maar de praktijk komt in dit korte gedicht goed tot zijn recht. ‘I’m Nobody! Who are you?’ schreef ze. De verteller is misschien niemand, maar ze maakt van zichzelf iemand met die hoofdletter N. Dit is een gedicht over bekendheid en de publieke belangstelling. Misschien is het een toepasselijke mantra voor de social media-onthouders van vandaag die liever genieten van de luxe van anonimiteit, net zoals Dickinson deed.”

Als je dat afzet tegenover hoe Taylor Swift omgaat met haar bekendheid en haar gebruik van social media dan is duidelijk dat er naast de overeenkomst (familieband) ook hele grote verschillen zijn.

.

I’m Nobody! Who are you?

.

I’m Nobody! Who are you?
Are you – Nobody – too?
Then there’s a pair of us!
Don’t tell! they’d advertise – you know!

.

How dreary – to be – Somebody!
How public – like a Frog –
To tell one’s name – the livelong June –
To an admiring Bog!

.

Democratie is een oud vrouwtje

Freek de Jonge

.

Voor Sinterklaas (ja de oude baas was me welgezind dit jaar) kreeg ik de bundel ‘Zij kon het lonken niet laten’  liedteksten uit het Nederlands cabaret van 1945 tot nu, bijeengebracht en ingeleid door Guus Vleugel. Dit werkje uit 1989 blijkt opnieuw weer opmerkelijk actueel. Lezend over Liefde en Lust, Algemeen leed, Bijzonder leed, Gerel en gelal én Misstanden (hoofdstukken in de bundel) stuitte ik op een tekst van Freek de Jonge (1944).

Deze tekst of lied / gedicht ‘Demokratie is een oud vrouwtje’ las ik en ik moest meteen aan de huidige situatie denken. Misschien gevoed door het feit dat ik afgelopen weken naar ‘Eigen Volk Eerst’ keek van PowNed op televisie, een zorgwekkende serie over rechts extremisme in Nederland. Deze tekst komt uit het theatervoorstelling (muziekvoorstelling) ‘Stroman en trawanten’ uit 1984.

.

Demokratie is een oud vrouwtje

.

Demokratie is een oud vrouwtje
Dacht ik zoekend naar een beeld
Links is zij rood aangelopen
Aan de rechterkant vergeeld
Toen ze lang geleden jong was
Was ze een veel begeerde bruid
Ze had links en rechts verkering
Maar die ging vaak voortijdig uit
.
Ik zie het oude vrouwtje lopen
Met een stok over de straat
Geen controle meer op kringspier
Waardoor ze almaar windjes laat
Mensen halen hun neus op
Vinden dat ze stinkt
Zij loopt kreupel verder
Daar ze op twee gedachten hinkt
.
De oude vrouw wil oversteken
Geluk ligt aan de overkant
Maar wat ze ook met haar stok zwaait
Niemand pakt haar bij de hand
Mensen lopen langs haar heen
Verkeer rijdt door door rood
Als niemand haar gaat helpen
Loopt dat oude vrouwtje dood
.
Daar komt een jongeman aan
Kloek marcherend niet bedeesd
Je voelt die gaat haar helpen
Die is padvinder geweest
Maar als hij heel dicht bij haar is
Staat hij plotseling stil
Het lijkt of wat hij net van plan was
Opeens niet meer zo nodig wil
.
Schichtig kijkt hij om zich heen
Trekt hand door schuine lok
Dan loopt hij op het vrouwtje toe
Pakt resoluut haar stok
Schopt haar benen onderuit
De stok beukt op haar rug
Ik wou dat ik wat doen kon
Maar God wat gaat het vlug
.
De oude vrouw bloedt langzaam dood
Onder de slagen van het beest
En ik eerst nog denken
Die is padvinder geweest
Mensen lopen langs haar heen
Verkeer rijdt door door rood
Ik dacht hij gaat haar helpen
Wist niet van wal in sloot
.
Die jongeman is het fascisme
En hij is nooit alleen
Als ratten in riolen
Woekert het gajes om hem heen
Zie je dus ooit dat oude vrouwtje
Pak dan snel haar hand
Want als het aan die jongen ligt
Haalt ze nooit de overkant

.

Stasi poëzie

Wolf Biermann

.

Ik kreeg het boek ‘The Stasi Poetry Circle’  the creative writing class that tried to win he cold war, van Philip Oltermann cadeau en ben er momenteel in aan het lezen. Een wonderlijk, bizar maar waargebeurd verhaal over een groep Stasi agenten (de Stasi was de afkorting voor het Ministerium für Staatssichterheit) die een werkgroep creatief schrijven (dichten) vormen. Dit werd gedaan onder begeleiding van een gevestigd schrijver om poëzie te schrijven die uitdrukking moest geven aan de wil om de staat en maatschappij van de DDR te dienen én die voldeed aan eisen van literaire kwaliteit.

De reden om een werkgroep van medewerkers met dichterlijke ambities te vormen was omdat men zich ernstig zorgen maakte in de jaren 1970  over de hang naar westerse muziek en literatuur onder haar jongeren, een hang die ze interpreteerde als sociaal-culturele staatsondermijning. Al te populaire, kritische kunstenaars, zoals Wolf Biermann, konden onschadelijk worden gemaakt door ontneming van het DDR-burgerschap en uitzetting naar West-Duitsland, maar dat middel kon alleen al om praktische redenen slechts incidenteel, in individuele gevallen, worden toegepast. Daarom was het noodzakelijk om te tonen dat zuiver dichterschap en absolute loyaliteit aan DDR-staat hand in hand konden gaan: ook de Stasi had zijn dichters en – na een poëziecursus te hebben doorlopen – wellicht goede dichters bovendien.

Omdat ik nog aan het lezen ben wil ik hierbij graag verwijzen naar het uitstekende artikel van Hans van der Heijde op Tzum uit 2022 over dit boek. In dit artikel (en ik het boek) wordt verwezen naar een bundel ‘Wir über uns’ waarin de pennenvruchten van deze groep in zijn opgenomen. Aan het einde van het artikel schrijft van der Heijde dat dit boek, ook antiquarisch, nergens te vinden is. Ik heb nog gezocht op namen van de dichters die in het boek voorkomen maar ook daar vond ik niets van.

Wolf Biermanns teksten werden in de jaren 60 en 70 steeds kritischer voor het DDR regime, hij mocht dan ook niet in het openbaar optreden in de DDR. Na een tournee door West-Duitsland in 1976 werd hem de toegang tot het land ontzegd en werd hij geëxpatrieerd. Vanaf dat moment werd Biermann, levend in de Bonds Republiek Duitsland (West Duitsland), een van de belangrijkste invloeden op vele politieke zogenaamde Liedermachers en ontving hij vele prijzen voor zijn werk.

Een liedtekst / gedicht van Bierman (1936) dat tot op de dag van vandaag actueel is, is ‘Soldaat, soldaat’ of in het Duits ‘Soldat, Soldat’ dat Biermann schreef in 1965.

.

Soldaat soldaat

.

Soldaat soldaat in grijze standaard
Soldaat soldaat in uniform
Soldaat soldaat, je bent zo veel
Soldaat soldaat, dit is geen spel
Soldaat soldaat, ik denk het niet
Soldaat soldaat, jouw gezicht
Soldaten lijken allemaal op elkaar
Levend en als lijk
.
Soldaat soldaat, waar gaat dit heen?
Soldaat soldaat, wat heeft dat voor zin
Soldaat soldaat, in de volgende oorlog
Soldaat soldaat, er is geen overwinning
Soldaat, soldaat, de wereld is jong
Soldaat soldaat, zo jong als jij
De wereld heeft een diepe duik genomen
Soldaat, je staat op de rand
.
Soldaat soldaat in grijze standaard
Soldaat soldaat in uniform
Soldaat soldaat, je bent zo veel
Soldaat soldaat, dit is geen spel
Soldaat soldaat, ik denk het niet
Soldaat soldaat, jouw gezicht
Soldaten lijken allemaal op elkaar
Levend en als lijk

.

Soldat Soldat

.

Soldat Soldat in grauer Norm
Soldat Soldat in Uniform
Soldat Soldat, ihr seid so viel
Soldat Soldat, das ist kein Spiel
Soldat Soldat, ich finde nicht
Soldat Soldat, dein Angesicht
Soldaten sehn sich alle gleich
Lebendig und als Leich
.
Soldat Soldat, wo geht das hin
Soldat Soldat, wo ist der Sinn
Soldat Soldat, im nächsten Krieg
Soldat Soldat, gibt es kein Sieg
Soldat, Soldat, die Welt ist jung
Soldat Soldat, so jung wie du
Die Welt hat einen tiefen Sprung
Soldat, am Rand stehst du
.
Soldat Soldat in grauer Norm
Soldat Soldat in Uniform
Soldat Soldat, ihr seid so viel
Soldat Soldat, das ist kein Spiel
Soldat Soldat, ich finde nicht
Soldat Soldat, dein Angesicht
Soldaten sehn sich alle gleich
Lebendig und als Leich

.

Zijn

Eva De Roovere

.

Eva De Roovere (1978) ken je misschien van haar bescheiden hitje ‘Fantastig toch’ uit 2009, een heerlijk vrolijk liedje van de Vlaamse zangeres. In 2013 Kwam er echter ook een dichtbundel van haar hand uit met de titel ‘Positron’ uitgegeven door Poëzie Centrum.

Op de achterkant van de bundel schrijft Eva: “Positron is geschreven in studio’s tussen twee opnames in, tijdens autoritten, backstage voor en na concerten, voor vrienden en collega’s, over alles en niets bijzonders, zomaar ergens en nergens tussendoor en gewoon voor mezelf. En nu dus ook voor u: een gedichtenbundel over verloren dagen, maskers, woestijnen en schaamhaar. Deze keer niet gezongen.

Toch loopt de dichtbundel gelijk op met haar CD uit 2013 getiteld ‘Viert’. Lezend in deze bundel valt me steeds weer op hoe gemakkelijk De Roovere de taal gebruikt en beheerst, creatief, speels maar zeker ook serieus en zelfs filosofisch. Zoals in het gedicht ‘Zijn’ uit de bundel.

.

Zijn

.

Het er-zijn valt zwaar

En het besef van het zijn

En de zijnden rondom

Maken dat de vraag naar zingeving aan de orde komt

Zoiets als een fin-de-siècle-gevoel

Maar dan tijdens de eindejaars-periode

Er zijn: het in-de-wereld-zijn

Of beter: het met-de-wereld-zijn

Beseffen dat zijn an sich niet genoeg is

Maar dat er invulling nodig is

In samenwerking met wat rondom is / bestaat

En in de waarom-vraag de angst voor het niets ontdekken

Want in het waarom dreigt het iets over het hoofd te worden gezien

Maar het is nooit nergens

De angst maakt het iets

En ergens

.

Wakker

Jim Morrison

.

Iedereen kent Jim Morrison (1943-1971), zanger van de band The Doors, een van de eerste leden van de Club van 27 (artiesten die op de leeftijd van 27 jaar zijn overleden) of van zijn graf op begraafplaats Père Lachaise in Parijs. Wat minder mensen weten is dat Jim Morrison ook poëzie schreef. Op zichzelf niet verwonderlijk als je de teksten van zijn liedjes kent.

Jim Morrison was gefascineerd door literatuur, las enorm veel en was fanatiek bezig met het maken van poëzie. Zijn muziek toont invloeden van jazz en blues en zijn teksten waren vaak zeer filosofisch en dichterlijk van aard. Van Morrison is een aantal dichtbundels uitgegeven, zoals ‘The Lords & The New Creatures’, ‘Wilderness en ‘The American Night’.

Omdat zijn poëzie veel minder bekend is dan zijn muziek wil ik hier een gedicht van hem delen getiteld ‘Awake’.

.

Awake

.

Shake dreams from your hair
My pretty child, my sweet one.

.
Choose the day and
choose the sign of your day

.
The day’s divinity
First thing you see.
A vast radiant beach

.
in a cool jeweled moon
Couples naked race down by it’s quiet side

.
And we laugh like soft, mad children
Smug in the woolly cotton brains of infancy
The music and voices are all around us.

.
Choose, they croon, the Ancient Ones
The time has come again
Choose now, they croon,

.
Beneath the moon
Beside an ancient lake

.
Enter again the sweet forest
Enter the hot dream
Come with us

.
Everything is broken up and dances.

.

Bram Vermeulen en John Donne

Gedichten over sterven en de dood

.

In de krant kijk ik altijd even bij de overlijdensberichten. Niet omdat ik bijzonder geïnteresseerd ben in wie er nu weer is overleden ( ik ken die mensen vrijwel nooit) maar om te kijken of en hoe er met poëzie wordt omgegaan in overlijdensberichten. Afgelopen zaterdag las ik twee berichten naast elkaar. Boven de een was een strofe van het lied ‘Testament’ van Bram Vermeulen (1946-2004) geplaatst. Boven de ander staat een strofe uit het gedicht ‘Sweetest love, I do not go’ van John Donne (1572-1631). Beide strofes gaan eigenlijk over het zelfde namelijk dat wanneer iemand sterft hij of zij niet weg is zolang ze niet worden vergeten. Het gedicht van Donne lees je hier.

Op de websites van verschillende uitvaartondernemingen kun je gedichten lezen die toepasselijk zijn voor allerlei overlijdens (vader/moeder, partner, kind, algemeen, zelfdoding, bij ziekte etc.). Maar er zijn zelfs zeer uitgebreide particuliere websites met heel veel gedichten om uit te kiezen of inspiratie uit op te doen. Dat zijn wel vaak wat oppervlakkige en soms wat pathetische verzen maar veel mensen voelen zich daar prettig bij. Ik hou erg van poëzie bij overlijdensberichten die slaat op de persoon die is overleden of die de voorkeur voor een dichter van de overledene weergeeft.

De keuze voor een gedicht van een 16e-17e eeuwse Engelse dichter (Donne) vind ik daarom heel bijzonder. De keuze voor de liedtekst van Bram Vermeulen heb ik vaker gezien. Omdat het een prachtige tekst is van Bram Vermeulen plaats ik de tekst hier helemaal.

.

Testament

.

Als ik dood ga, huil maar niet.

.

ik ben niet echt dood moet je weten
het is maar een lichaam dat ik achterliet
dood ben ik pas als jij die bent vergeten.

.

En als ik dood ga, treur maar niet
ik ben niet echt weg moet je weten
het is de heimwee die ik achterliet,
dood ben ik pas als jij dat bent vergeten.

.

En als ik dood ga, huil maar niet
ik ben niet echt dood moet je weten
het is het verlangen dat ik achterliet
dood ben ik pas als jij dat bent vergeten
dood ben ik pas als jij me bent vergeten.

.

Raar is leuk

Harrie Jekkers en Koos Meinderts

.

Op de website Nederlands34 van de studenten aan de lerarenopleiding in Aalst, las ik een zeer leuk stuk over het gebruik van teksten en gedichten in de klas. In de post uit 2018 schrijft ene Lauriens over het gebruik van de tekst van het liedje ‘Raar is leuk’ van Harrie Jekkers en Koos Meinderts (Klein orkest) . Nu heb ik al heel lang een zwak voor het werk van beide heren (zo schreef ik al eens over de bundel van Meinderts ‘Het regent zonlicht’ en het nummer ‘Ik hou van mij’  van Jekkers) dus toen ik dit artikel las wist ik dat ik hier iets over wilde schrijven.

In de blogpost gaat Lauriens in op de tegengestelden of antoniemen in de tekst van ‘Raar is leuk’ en op de woordenschat (iets waarover zowel Meinderts als Jekkers in grote mate beschikken). Ook schrijft Lauriens dat raar zijn best wel leuk is, iets dat ik zeker ook onderschrijf. Daarom, en omdat het gewoon een heel leuk nummer is hier de tekst. Het gedicht werd genomen uit de poëziebundel ‘Er staat een taart in lichterlaaie!’ voor kinderen van 10-12 jaar uit 2008

.

Raar is leuk 

.

Vuur is koud en kledder nat
De zee is lekker droog
De ballon die stijgt omlaag
En de baksteen valt omhoog
De lucht is lekker groen
En het gras toevallig blauw
De kat die blaft de hele dag
En de hond die zegt: miauw

.

Raar is leuk, gewoon dat is zo saai
Keer het om, geef de boel een draai
Raar is leuk, gewoon dat is zo saai
Aap niet na, je bent geen papegaai

.

De zon is lekker vierkant
De ruit toevallig rond
Met koorts dan ben je beter
En ziek zijn is gezond
Links is lekker rechts
En hier toevallig daar
Ik word morgen tachtig
En mijn oma zeven jaar

.

Raar is leuk, gewoon dat is zo saai
Keer het om, geef de boel een draai
Raar is leuk, gewoon dat is zo saai
Aap niet na, je bent geen papegaai

.

Wie steelt, krijgt een beloning
Wie weggeeft is een dief
Voor braaf zijn krijg je strafwerk
En klieren dat is lief
Achmed komt uit Holland
En Johan is een turk
Mijn moeder is een kerel
En mijn vader draagt een jurk

.

Raar is leuk, gewoon dat is zo saai
Keer het om, geef de boel een draai
Raar is leuk, gewoon dat is zo saai
Aap niet na, je bent geen papegaai
Je bent geen papegaai

.

So long, Marianne

Een lied bij een overlijden

.

Gistermiddag las ik op de social media dat Marianne Cramer, vriendin van Karel Tiberius en een van de eerste en trouwste donateurs van MUGzine onverwacht is overleden. Ik wil hier mijn deelneming betuigen en haar vriend en familie heel veel stekte wensen met dit verlies. Ik las op Facebook dat het haar lievelingsnummer ‘So long, Marianne’ van Leonard Cohen is. Daarom hier de tekst en een live registratie van dit wonderschone nummer.

,

So long, Marianne

.

Come over to the window, my little darling,
I’d like to try to read your palm.
I used to think I was some kind of Gypsy boy
before I let you take me home.
.
Now so long, Marianne, it’s time that we began
to laugh and cry and cry and laugh about it all again.
.
Well you know that I love to live with you,
but you make me forget so very much.
I forget to pray for the angels
and then the angels forget to pray for us.
.
Now so long, Marianne, it’s time that we began …
.
We met when we were almost young
deep in the green lilac park.
You held on to me like I was a crucifix,
as we went kneeling through the dark.
.
Oh so long, Marianne, it’s time that we began … Your letters they all say that you’re beside me now.
Then why do I feel alone?
I’m standing on a ledge and your fine spider web
is fastening my ankle to a stone.
.
Now so long, Marianne, it’s time that we began …
.
For now I need your hidden love.
I’m cold as a new razor blade.
You left when I told you I was curious,
I never said that I was brave.
.
Oh so long, Marianne, it’s time that we began …
.
Oh, you are really such a pretty one.
I see you’ve gone and changed your name again.
And just when I climbed this whole mountainside,
to wash my eyelids in the rain!
.
Oh so long, Marianne, it’s time that we began …

.

                                                                                                                                                                       Foto: Hans Franse

 

Yout scene

Linton Kwesi Johnson

.

Sinds ik mijn draaitafel weer na jaren aan de gang heb luister ik naar LP’s die ik ooit in de jaren ’80 en ’90 kocht. Daaronder zit ook de LP ‘Voices of Victory’ van de Jamaicaanse, in Engeland woonachtige zanger en dichter Linton Kwesi Johnson (1952). Van hem heb ik ook de bundel ‘Selected Poems’ uit 2006. Al eerder plaatste ik daaruit een gedicht ‘Yout Rebels’ en vandaag wil ik daar een gedicht aan toevoegen dat qua titel wel op Yout Rebels lijkt maar toch net iets anders is namelijk ‘Yout Scene’.

Op de website Vannessaak  staat een interessante verhandeling over dit gedicht. Over de plaats van zwarte dichters en schrijvers binnen de Engelstalige literatuur en ook over het gebruik van ‘non-standard dialects’ waardoor meer emotie in het gedicht komt. Linton Kwesi Johnson is een belangrijk dichter en zanger die vanuit zijn ervaringen en achtergrond zich in zijn gedichten en liedjes verzet tegen ongelijkheid en racisme. Voor een beter begrip van de tekst is het handig om het voor jezelf hard voor te lezen.

.

Yout Scene

.

last satdey

i nevah deh pan no faam,

so I decide fi tek a walk

doun a Brixton

an see wha gwaan.

.

di bredrin dem stan-up

ouside a Hip City *

as usual, a look pretty;

dem a lawf big lawf

dem a talk fread talk

dem a shuv an shuffle dem feet,

soakin in di sweet musical beat.

.

but when nite come

policeman run dem dung;

beat dem dung a grung,

kick dem ass,

sen dem paas justice

to prison walls of gloom.

.

but di breddah dem a scank:

dem naw rob bank;

is packit dem a pick

an is woman dem a lick

an is run dem a run when di wicked come.

.

.

* Desmond’s Hip City, a popular record shop in the 60’and ’70 for Jamaican music

.

Laatste wens

Paul van Vliet

.

Op 25 april overleed Paul van Vliet (1935-2023), cabaretier, schrijver, zanger, stichter van het leukste (en kleinste) theatertje van Nederland Pepijn in Den Haag én ambassadeur van Unicef. Zijn teksten waren menselijk, gevoelig en herkenbaar voor een groot publiek. In De Posthoorn, aan het Korte Voorhout in Den Haag, waar regelmatig het poëziepodium Poëzie in de Posthoorn wordt georganiseerd, had Paul van Vliet een vaste tafel waar hij zijn teksten schreef (tafel 20 in het restaurant, tafel 60 op het terras). Dezelfde plek waar ook Wim de Bie en ook Paul Verhoeven regelmatig werden gespot.

Paul van Vliet schreef naast theaterteksten dus ook liedjes en hoewel deze liedjes geen hogere poëzie zijn, zijn ze wel degelijk poëtisch en hebben ze zich in het collectief geheugen van veel Nederlanders genesteld. Teksten zoals ‘Meisjes van dertig’, ‘Er is nog zoveel niet gezegd’ en ‘Meisjes van dertien’. In 2013 ontving van Vliet de Groenman-taalprijs omdat ‘hij alle lagen van onze taal aanboort en dat doet met een uitgebalanceerde combinatie van humor, weemoed en lichte spot’. Diezelfde lichtheid en milde spot klinkt door in ‘Laatste wens’ waarin hij vooruitkijkt naar zijn eigen sterven. Laten we hopen dat zijn wens geuit in dit liedvers is uitgekomen.

.

Laatste wens 

.

Ik ben niet bang
Om dood te gaan
Ik ben alleen maar bang
Voor de manier waarop
Ja goed het is nog niet zover
En als je ‘t niet wilt
Daarover praten
Dat ik liever stop
Dan hou ik er meteen weer over op.

.

Maar toch, je weet het nooit
Het is natuurlijk onzin
Maar je denkt wel es van ‘als’
En ‘hoe’ en ‘wat’
En het is ook daarom dat…
Nee alles werkt nog goed
En functioneert nog
Zoals het moet maar toch…

.

Ja kijk, ik ben zo bang
Dat als het zover is
Dat er dan mensen
Gaan beslissen over mij
Mijn lichaam en mijn leven
En mijn dood
Omdat ze vinden dat ikzelf
Dat niet meer kan
En…dat zíj dat dan…

.

Dus daarom zeg ik het
Je toch maar liever nu
Voor het geval dat
Als ik dan…
Wou ik je vragen of
Jij…als het kan
Ervoor wil zorgen
Dat ik niet in zo’n ziekenhuis
Maar bij ons thuis
En in mijn eigen bed
Op de manier zoals ik wil…

.

Het laatste restje zelfrespect
Dat je een mens moet laten
Is toch, dat hij zelf mag zeggen
Hoe hij wil dat hij vertrekt.
Jij kent mijn lichaam beter
Dan zo’n dokter of zo’n
Zuster met een thermometer
En hoe het met mij gaat
Hoef jij niet af te lezen
Van zo’n apparaat
Jij hoeft mijn hartslag
Niet te meten
Jij zal na al die jaren
Beter weten
Hoe het daarmee staat…

.

Jij hebt het kloppen
Van mijn bloed
In jou gevoeld…, ja toch?
Jij kent mijn adem en mijn angsten en mijn zweet
Jij kent toch ieder plekje van mijn huid
En als iemand weet
Wat ik daaronder voel
Ben jij dat toch…?

.

Dus, als het zover is
Laat mij dan thuis
Dat jij niet op bezóek komt
Maar d’r bént
Gewoon zoals altijd
Mijn eigen bed, mijn eigen huis
Vertrouwd, bekend

.

Ja, God
Ik zit maar wat te zeuren
En het is nog niet zover
Maar goed
Dan weet je ‘t vast
Voor straks
Mijn laatste wens:
Mijn eigen huis
Mijn eigen bed
En jouw intensive care.

.