Site-archief
So long, Marianne
Een lied bij een overlijden
.
Gistermiddag las ik op de social media dat Marianne Cramer, vriendin van Karel Tiberius en een van de eerste en trouwste donateurs van MUGzine onverwacht is overleden. Ik wil hier mijn deelneming betuigen en haar vriend en familie heel veel stekte wensen met dit verlies. Ik las op Facebook dat het haar lievelingsnummer ‘So long, Marianne’ van Leonard Cohen is. Daarom hier de tekst en een live registratie van dit wonderschone nummer.
,
So long, Marianne
.
Come over to the window, my little darling,
I’d like to try to read your palm.
I used to think I was some kind of Gypsy boy
before I let you take me home.
.
Now so long, Marianne, it’s time that we began
to laugh and cry and cry and laugh about it all again.
.
Well you know that I love to live with you,
but you make me forget so very much.
I forget to pray for the angels
and then the angels forget to pray for us.
.
Now so long, Marianne, it’s time that we began …
.
We met when we were almost young
deep in the green lilac park.
You held on to me like I was a crucifix,
as we went kneeling through the dark.
.
Oh so long, Marianne, it’s time that we began … Your letters they all say that you’re beside me now.
Then why do I feel alone?
I’m standing on a ledge and your fine spider web
is fastening my ankle to a stone.
.
Now so long, Marianne, it’s time that we began …
.
For now I need your hidden love.
I’m cold as a new razor blade.
You left when I told you I was curious,
I never said that I was brave.
.
Oh so long, Marianne, it’s time that we began …
.
Oh, you are really such a pretty one.
I see you’ve gone and changed your name again.
And just when I climbed this whole mountainside,
to wash my eyelids in the rain!
.
Oh so long, Marianne, it’s time that we began …
.
Foto: Hans Franse
School der Poëzie
Huub Oosterhuis
.
Afgelopen week overleed (1933-2023) theoloog en dichter. Hij publiceerde een groot aantal liederen en gedichten en beïnvloedde de modernistische denkbeelden over liturgie en kerkelijk leven in Nederland. Op Facebook las ik in commentaren op zijn overlijden dat niet iedereen gecharmeerd was van zijn werk, in veel gevallen door zijn afkomst en zijn werk dat vele raakvlakken heeft met religie en de kerk.
Toch schreef Oosterhuis ook veel poëzie die geen raakvlakken heeft met religie. Hij was bijvoorbeeld de bedenker en de oprichter van de School der Poëzie. School der Poëzie ontleent haar naam aan de verzamelbundel van tachtiger Herman Gorter (1897) en het beroemde gedicht van vijftiger Lucebert (1952). Oosterhuis zocht naar een manier om jongeren te bereiken met poëzie. Van oudsher was en is de drempel naar poëzie hoog, zeker voor lager opgeleide jongeren. Intensieve lessen in poëzie én de mogelijkheid om poëzie te zien, uit te spreken en beluisteren in een wervelende show waarin de jongeren zelf de hoofdrol spelen bleek een effectieve aanpak om jongeren te bereiken.
In de bundel ‘Handgeschreven’ verzamelde gedichten 1950-2020 dat verscheen in 2020 staat het gedicht over de School der Poëzie.
.
School der Poëzie
.
Ik wou dat ik een beetje zwart was
dat ik in een ver groen land woonde
niet in een klas zat maar in een tuin-
dan komt de grote Ilonka
met tassen vol gedichten
en zegt dag donkere mooie jongen
en leert mij lezen
.
dan mocht ik van haar
ook zelf gedichten schrijven hele vele
dan zou ik schrijven
.
ik zie de zon
als watervallen stralen
ik hoor de vogels krenkelen
in de boomtoppen
van mijn geboortewoud.
.
Dan zou zij mooi mooi zeggen
en nog eens mooi-
dan zou ik zeggen dank u wel
.
maar wou liever
ik bemin u
zeggen
.
grote Ilonka lieve.
.
Na de regen
Mark Boog
.
Op Facebook las ik in een bijdrage van dichter Mark Boog dat hij plezierig verrast was dat hij in een verzamelbundel was opgenomen (Gedichten van het nieuwe millennium’ twintig jaar 21e-eeuwse poëzie uit Nederland en Vlaanderen). Tegelijkertijd was hij minder blij met het feit dat ze zijn naam niet goed gespeld hadden (Marc in plaats van Mark). Voor iemand wiens naam een ei bevat (waar de meest gangbare vorm van die naam met eij wordt geschreven, een herkenbare irritatie.
Alle reden voor mij om een gedicht van Mark Boog te delen (elke aanleiding is er een nietwaar). Boog (1970) is dichter en romanschrijver. In 1995 debuteerde hij als dichter in het tijdschrift De Appel. Daarna was hij actief in een schrijverscollectief dat onder meer het tijdschrift Mondzeer en de Reuzenkreeft uitgaf.
In 2000 debuteerde Mark Boog met de bundel ‘Alsof er iets gebeurt’, waarmee hij de C. Buddingh’-prijs won. In 2006 won hij de VSB Poëzieprijs voor zijn bundel ‘De encyclopedie van de grote woorden’.
In de derde bloemlezing van Avier (Stichting Literaire Activiteiten Avier) uit 2014 is Mark Boog opgenomen met het gedicht ‘Na de regen’.
.
Na de regen
.
Toen bleek ook de ontheffing ongeldig.
Het was na de regen. We liepen
door de met herfstbladeren gevulde straten.
Alles glom, trots op zijn verdriet,
en onze handen zochten vanzelf onze zakken op.
In elk geval, de termijn was vestreken.
Je knikte, meer in het algemeen dan naar mij,
en de lucht barstte open, zon wrong zich
door majestueus grijs de grommende wolken,
sloeg met stomheid het plaveisel, ons,
gedierte dat scharrelde zonder vergunning.
We zwegen, keken omlaag, maakten iets kapot.
.
Poëzie op de begraafplaats
Dichter bij de dood
.
Nu ik medeorganisator ben van het project Dichter bij de dood in Den Haag op de bijzondere oude begraafplaats Oud Eik en Duinen, lees ik ook weer meer over de geschiedenis van deze begraafplaats en van de rituelen rondom begrafenissen in Nederland. En daarbij hou ik altijd een open oog voor de poëzie op en rond de dood en begraafplaatsen.
Zo kwam ik op de website https://geschiedenisvanzuidholland.nl/ een bijzonder aardig artikel tegen van Rita Hulsman. In dit artikel over begraafplaatsen in Zuid Holland is ook een stukje opgenomen over kindersterfte.
Op vrijwel alle begraafplaatsen zijn vakken met kindergraven te vinden. In de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw was de kindersterfte erg hoog. Op sommige stenen waren hartroerende teksten aangebracht. Op de oude begraafplaats van Waddinxveen ligt een zerk uit 1887 voor een jong meisje met dit vers:
Haar moeders weelde en lieveling
De vreugd en wellust van haar vader
Zij was de paarl in den ring
Die beider harte saam omving
Juweel in de echtelijke krone
En wat er onder ’t ouderdak
Van zegen en van weelde sprak,
Zij was er geur, en glans, en tone.
Ben je geïnteresseerd in begraafplaatsen of wil je een poëziepodium bezoeken op de begraafplaats Oud Eik en Duinen?
Op 19 september 2021, voorafgaand aan de poëziemanifestatie op Allerzielen (2 november) op begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag, organiseren Dichter bij de dood en de stichting Ongehoord! een dichterspodium in de oude aula op de begraafplaats. De deelnemende dichters aan Dichter bij de dood op Allerzielen geven op deze middag acte de présence en zullen (naast een gedicht over de dood) vrij eigen werk ten gehore geven. Toegang is gratis, aanvang 14.00 uur tot ca. 16.30 uur. Begraafplaats Oud Eik en Duinen is te vinden op de Laan van Eik en Duinen 40 in Den Haag. Hou de Facebookgroep van Dichter bij de dood in de gaten voor meer informatie https://www.facebook.com/dichterbijdedood/
.
Dichter van de maand juni
Antjie Krog
.
Het is alweer een half jaar geleden dat ik een dichter van de maand had (Peter Verhelst) en nadat ik op Facebook om suggesties vroeg kwamen er heel veel namen los (meer dan 30). Voorlopig kan ik dus nog wel even voort. De dichter van de maand krijgt elke zondag een plek op dit blog in een bepaalde maand.
Teruglezend is de Zuid Afrikaanse dichter Antjie Krog (1952) geen onbekende op dit blog. Magda Haan stelde voor haar dichter van de maand te maken en omdat het alweer even geleden was dat ik een Zuid Afrikaanse dichter in het zonnetje zette, is Antjie Krog dichter van de maand juni en zal ik elke zondag in juni een gedicht van haar plaatsen.
Als eerste gedicht van deze bekende en (ook in Nederland) zeer gewaardeerde dichter een gedicht uit de bundel ‘Kleur komt nooit alleen’ uit 2002 getiteld ‘dichter wordende”.
.
dichter wordende
.
om op een ochtend wakker te worden midden in klank
met vocaal en klinker en diftong als voelspriet
om met aarzelende zorg de lichtste beroering
van licht en verlies in klank te ijken
.
om jezelf onmiddellijk geknield te vinden
boven de hoorbaar kloppende wand
van een woord – zoekend naar het precieze
ogenblik waarop een versregel volloopt in klank
.
wanneer de betekenis van een woord zwicht,
begint te glijden en zich eindelijk overgeeft aan geluid
van dat ogenblik af smacht het bloed naar de incantatie
van taal – de enige waarheid staat geveld in klank
.
de dichter dicht met haar tong
zij haalt adem – ja, diep uit haar oor
.