Site-archief

Woekeren

Lies Jo Vandenhende en Ard Zacht

.

Tijdens de Corona crisis zie je overal nieuwe initiatieven ontstaan, ook op poëziegebied. Een van die nieuwe en frisse initiatieven is het project ‘Woekeren’ van Lies Jo Vandenhende en Ard Zacht. Lies Jo ken ik van haar deelname aan de Poëziebus en van een optreden bij Ongehoord! maar Ard Zacht kende ik nog niet.

Tijdens de Lockdown hebben Lies Jo en Ard (de een in Antwerpen en de ander in Amsterdam) een dromerig landschap over nabijheid en groeipijn gemaakt in 5 audiogedichten. Teksten zijn verzorgd door Lies Jo (LJMV) en de muzikale begeleiding is verzorgd door Ard. De cover werd ontworpen door Sadrie Alves.

Ard Zacht is een multi-instrumentalist en sound designer en hij geeft in de 5 audiogedichten een eigen draai aan het gesproken woord door een gedetailleerde compositie en een experimenteel sound design. Arda werkt verder onder andere samen met artiesten als Wordbites, Charlotte Beerda en Emily Vierthaler.. Hij is ook de oprichter van Either ID waarin hij kunstenaars uit verschillende disciplines verbindt.

Lies Jo is dichter en performer en in haar werk onderzoekt ze de kruisbestuiving tussen papier en podium (een van de redenen dat ze mee werd gevraagd in de Poëziebustier van 2016). In 2019 werd Lies Jo opgenomen in de officiële auteurslijst van Literatuur Vlaanderen, die daar blijkbaar bestaat. Lies Jo verzorgd poëzielessen en workshops en haar werk werd al opgenomen in Deus Ex Machina, Kluger Hans en DW B. Ze werkt aan een debuutbundel.

Vanaf afgelopen vrijdag 8 mei is hun eerste ‘single’ uit en op 15 mei is de releasedatum van de EP met deze audiogedichten en te beluisteren via alle streamingdiensten zoals Spotify. Maar een audiogedicht is nu al te beluisteren via Spotify https://open.spotify.com/track/2SHtdz7S3fFcSlb4pgOn9v?si=Copbe4noT5qSjg40x77t7Q

Als je naar de prachtige (Vlaamse) taal van Lies Jo luistert in combinatie met de sferische, soms melancholieke muziek van Ard, weet je dat dit een aanvulling is op het poëtisch landschap en is hete hopen dat het niet bij deze ene samenwerking blijft.

.

Foto’s: Sadrie Alves en Latifa Saber

 

Op het station

Dubbelgedicht

.

Vandaag een dubbelgedicht met als onderwerp; het station. Twee totaal verschillende dichters met elk een gedicht dat bij dit onderwerp past, in dit geval een treinstation en een metrostation. Allereerst Theun de Winter (1944) met het gedicht ‘In de hal van het Centraal Station’ uit de bundel ‘De gedichten’ uit 1972. Het gedicht verscheen ook in ‘Elf gedichten voor Piet Keizer’, in 1973 uitgegeven als hommage aan de grote Ajaxied, die dat jaar dertig jaar werd.

Het tweede gedicht is van Boelat Okoedzjava (1924 – 1998) en is getiteld ‘Liedje over de metro’. Okoedzjava is geboren in Georgië, schreef proza maar is vooral populair geworden in de Sovjet Unie als dichter en chansonnier met melancholieke en soms satirische liedjes over de oorlog, liefde, dood en eenzaamheid.  Het gedicht komt uit ‘Spiegel van de Russische poëzie’ uit 2000.

.

In de hal van het Centraal Station

.

In de hal
van het Centraal Station
kon ik mij
met moeite een
volwassen handtekeningenjager
van het lijf
houden
die dacht dat ik
een van de Cats was
Mijn dochter heeft al
jullie platen
.
Persoonlijk werd ik
veel liever voor
een Beach Boy aangezien
in welke situatie
ik zou signeren
met Carl Wilson
.
Als Beach Boy had ik
geld genoeg om
mijn gebit
te laten behandelen
totdat een geringe
ruimte tussen
mijn twee voortanden
verkregen is –
een plastisch chirurg
en de kapper doen
de rest
.
Daar loopt Piet Keizer
zouden de mensen
denken.

.

Liedje over de metro

.

In mijn metro heb ik altijd volop ruimte,

vanaf de jaren dat ik duimde

blijkt ze immers als een lied te zijn

met ‘Rechts staan, links passeren’ als refrein.

.

De orde is heilig, is wel gedaan:

de reizigers die rechts staan – staan,

maar zij die gaan zijn steeds gehouden

te allen tijde links te houden.

.