Maandelijks archief: april 2010
Gedichten op vreemde plekken
Deel 15: Muur van een wooncomplex
.
Op de buitenmuur van het wooncomplex ‘Batavia’ in Zeeburg, Amsterdam is in stenen letters een ode van de dichter Gerrit Kouwenaar geplaatst.
De tekst luidt als volgt:
.
Ik lig als een schip op de rede
van een stad die eeuwen bestaat
Ik ben vastgelegd aan een heden
Maar draag een verleden naam
Ik huis hier tussen mijn muren
Zoals mensen binnen een huid
Ruimte kijkt uit door mijn ramen
ik ben voor de mensen gebouwd
.
.
.
Dochter één van de winnaars poèziewedstrijd Jotie ´t Hooft
7 mei 2010
.
Tot mijn grote genoegen (en het hare) is mijn oudste dochter verkozen tot één van de prijswinnaars van de Jotie ’t Hooft poëzieprijs 2010 in haar leeftijdscategorie.
In totaal werden 411 gedichten ingestuurd door 199 dichters. Er waren 4 leeftijdscategorieën.
Op vrijdag 7 mei zullen wij afreizen naar Oudenaarde om haar prijs in ontvangst te nemen (haar gedicht wordt opgenomen in een uit te geven bundel).
tevens maakt ze kans op de hoofdprijs in haar categorie.
Het thema van haar categorie was Eenhoorn.
.
Binnenkort zal ik haar gedicht hier publiceren.
.
.
Gedichten op vreemde plekken
Deel 9: De onderrug
.
Niet alleen de arm maar (van oudsher) ook de onderrug leent zich prima voor poëzie. Waar tot voor kort de onderrug vooral werd voorzien van een zogenoemd arschgewei, zien we hier een aanzienlijk prozaïscher (of moet ik zeggen poëtischer) manier om de onderrug te sieren.
(met dank aan Robine voor de tip!)
.
.
<!– /* Style Definitions */ p.MsoNormal, li.MsoNormal, div.MsoNormal {mso-style-parent:""; margin:0cm; margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:"Times New Roman"; mso-fareast-font-family:"Times New Roman";}a:link, span.MsoHyperlink {color:blue; text-decoration:underline; text-underline:single;}a:visited, span.MsoHyperlinkFollowed {color:purple; text-decoration:underline; text-underline:single;}p {mso-margin-top-alt:auto; margin-right:0cm; mso-margin-bottom-alt:auto; margin-left:0cm; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:"Times New Roman"; mso-fareast-font-family:"Times New Roman";}@page Section1 {size:612.0pt 792.0pt; margin:70.85pt 70.85pt 70.85pt 70.85pt; mso-header-margin:35.4pt; mso-footer-margin:35.4pt; mso-paper-source:0;}div.Section1 {page:Section1;}–>
Twas brillig,and the slithy toves
Did gyreand gimble in the wabe;
All mimsy were the borogoves,
And the mome raths outgrabe.
– Excerpt from the nonsensepoem Jabberwocky from Lewis Carrolls Through the Looking-Glass and WhatAlice Found There.
.