Maandelijks archief: juli 2016
Zij die vielen
Jules Deelder, laatste keer dichter van de maand
.
Ten tijde van het Europees Kampioenschap voetbal in Duitsland schreef Jules Deelder het gedicht ‘Nationaal gedicht’ waarin hij een verwijzing naar een ander gedicht van hem gebruikte namelijk het gedicht ‘Zij die vielen’ uit de bundel ‘Renaissance gedichten ’44-’94’, uit 1994.
Waar het eerste gedicht over voetbal en de oorlog gaat, is het tweede volledig gewijd aan de oorlog. Zoals je van Deelder mag verwachten.
.
Nationaal gedicht
(21-6-’88)
Oooooooo!
Hoe vergeefs
des doelmans hand
zich strekte
naar de bal
die één minuut
voor tijd
de Duitse doel-
lijn kruiste
Zij die vielen
rezen juichend
uit hun graf
.
Zij die vielen
.
Op een glooiing langs de weg
Eergens tussen Verdun en Metz
Liggen onder zwarte kruizen
Naast vele ‘unbekannte’ Duit
Schers ook Max Rust en Karl
Knoche voor lul het Laatste
Oordeel af te wachten met
.
Naast zich Kurt Engel en
Oswald Granat en Friedrich
Held en Emil Waghals dáár
Weer naast en iets verderop
Heinz Pardon en Oskar Fried-
Hof en Gottlob Puf die uit-
Gerekend kanonnier was en
.
In ’t enige door bloemen ge-
Markeerde graf Otto Blümchen
Geflankeerd door – zonder
Dollen – Ernst Kopfschutsz
En Franz Schlemiel met dáár
Weer naast – o ironie – the
One and only Jakob Krieg
.
Nieuwe bundel MUG books
Poëziebus 2016, verzameld werk
.
Ook dit jaar mocht ik met MUG books de bundel van de Poëziebus uitgeven. De nieuwe bundel is een hebbedingetje want weer gevuld met gedichten van veel nieuw talent en een aantal bekende dichters. Vijfentwintig dichters uit Nederland en Vlaanderen die dit jaar mee gaan op de Poëziebustour door beide landen.
De bezetting bestaat dit jaar uit 11 vrouwen en 14 mannen in alle leeftijdscategorieën van jonkies als Lies Jo Vandenhende, Maartje Smits en Michiel van Opstal tot gelouterde en bekende dichters al Jana Beranová, Edith de Gilde en Gijs ter Haar.
Een mooie mix van min of meer traditionele dichters, slampoeten en spoken worddichters. In de bundel met een persoonlijk voorwoord van bedenker Joz Knoop, staan van alle deelnemende dichters een korte bio en een gedicht. Voor elk wat wils en zeer te genieten. Voor € 10,- bestel je de bundel nu al via http://poeziebus.nl/product/poeziebus-2016-verzameld-werk/
Uit de bundel heb ik gekozen voor een jong talent Burnice Hiwat of Bnice zoals ze zichzelf noemt. Zij is afgevaardigd in de bus door Rythm & Poetry. Bnice is gezegend met een fijne stem en het spelen met woorden en het verwoorden van emotie is haar passie en vrijheid. Bnice zegt wat Burnice Hiwat doorkrijgt en opschrijft.
Van haar het gedicht NS niet stoppen en van Youtube haar voordracht tijdens de presentatie van de bundel ‘Ode aan Rotterdam’.
.
NS niet stoppen
.
Jij kiest voor later
Ik ga voor ’t Nu.
We zitten niet op 1 lijn.
AJU met die paraplu!
.
Jij, de stoptrein.
Ik, de intercity,
Vastberaden.
Die zit niet.
.
Jij staat stil
Bij elke halte
Je blaast agressief
Als een locomotief.
Je spoort niet!
Zeg pardon!?!
Jij staat op het foute perron…
.
Laat niet alles zo over je heen komen.
Maar focus je op jouw dromen.
Op 1 ding:
Jouw eindbestemming!
.
Wie wil vertraging?
Ik niet!
Leef en geniet ongeremd.
Je bent nergens voor bestemd.
Dus kies uit.
Wat is jouw plaats?
Je bent nog niet te laat.
.
Terugblik op de Poëziebustour 2015
Theo Huijgens
.
Van 1 tot en met 7 augustus gaat de Poëziebus weer rijden door Nederland en Vlaanderen. Om iedereen alvast enthousiast te krijgen zal ik de komende week een paar flashbacks plaatsen over de Poëziebustour 2015. Het proggramma, de steden die worden aangedaan en informatie over de dichters is allemaal terug te vinden op http://poeziebus.nl/
.
Maar zoals gezegd en geschreven, een terugblik. Een dichter die in 2015 met de bus mee reed is Theo Huijgens. In de bundel van de Poëziebus 2015 staat over hem: Theo is dichter en professioneel chaoot en kunstenaar. Zijn voordracht is een onbedoelde performance vol onnavolgbare menselijkheid.
Van Theo staat het volgende gedicht in de bundel.
.
Je hebt bloemen in je bilnaad
Nu nog niet, maar morgen wel
ik telde margrieten en viooltjes
Nu nog niet, maar morgen wel
Ik rook ze toen ik wakker werd
Nu nog niet, maar morgen wel
En ook al zijn ze door mij geplant,
nu nog niet maar morgen wel,
ik pluk ze, één voor één
Nu nog niet, maar morgen wel…
.
Kees van Kooten
Aan het werk
.
Iedereen kent Kees van Kooten van het legendarische duo van Kooten en de Bie of als schrijver van verhalen. Dat Kees van Kooten af en toe ook een gedicht schrijft (zoals wel meer schrijvers) is minder bekend. In de bundel ‘Aan het werk; Nieuwe verhalen, gedichten en beschouwingen van 81 auteurs uit Nederland en Vlaanderen’ uit 1981 staat het gelijknamige gedicht ‘Aan het werk’.
.
Aan het werk
.
Ik kijk mijn zoon.
Hij slaapt, ik schrik
en zie; daar ligt mijn vader.
Ik vraag hen wie ik wezen wil
en of ik die al nader.
Zij zwijgen dat ik verder moet.
.
Ik kus zijn halsslagader:
Barbara, klopt zij, Barbara.
(zijn mond geurt nog naar tandpasta)
.
Aan het werk dus, aan het werk!
De slagen der stomheid
zien te verslaan
door kakelend op
mijn handen te staan.
.
foto: nufoto.nl
Poem from a Bus Shelter
Clare Shaw en Louise Crosby
Al eerder schreef ik over poëzie in comics. Meestal waren dat komische plaatsjes waarin poëzie als onderwerp voor kwam en soms waren het gedichten verwerkt in een comic of stripverhaal. Dichter Clare Shaw en kunstenaar Louise Crosby hebben samen een project opgezet met als naam ‘Poem from a Bus Shelter’ waarbij Crosby een visuele interpretatie geeft van de woorden van Shaw. Hierdoor krijgt de tekst een extra laag of lading.
Op hun website http://seeingpoetry.co.uk/ staan verschillende voorbeelden van hun samenwerking. Poem from a Bus Shelter was het eerste minibook dat ze samen in 2014 uitgaven.
.
Zwarte zwanen
Paul Marijnis
.
In het kader van de (bijna) vergeten dichters vandaag aandacht voor dichter, schrijver en journalist Paul Marijnis (1946 – 2008). Marijnis debuteerde pas in 1993, toen hij 47 was met de roman ‘De zeemeermin’. Hij is de auteur van een klein oeuvre dat bestaat uit drie romans, een verhalenbundel en twee dichtbundels te weten ‘Gilette’ uit 1998 en ‘Rode zoenen’ uit 2002. Voor de laatste ontving hij in 2003 de J.C. Bloem-poëzieprijs.
Uit de bundel ‘Gilette’ het gedicht ‘Zwarte zwanen’.
.
Zwarte zwanen
.
Een vlugge glimp van witte lingerie
onder roetwolk van rokken: zwarte zwanen
die, gekoppeld in een zelfde rêverie,
als kanten schuitjes door de vijver varen:
kokette weduwen die niet om hun doden
blijven treuren – zwart is in de mode.
Eén kijkt soms even of haar spiegelbeeld
zich onder water net zo erg verveelt.
.
Ik ben bang voor de honger
Gedichten die mannen aan het huilen maken
.
Uit de fijne bundel, samengesteld door Nick Muller, ‘Gedichten die mannen aan het huilen maken’ koos Arie Boomsma voor het gedicht ‘Ik ben bang voor de honger’ van Jan Arends (1925 – 1974).
Als motivatie waarom hij juist dit gedicht koos zegt Arie: Wat mij zo treft in het gedicht ‘Ik ben bang voor de honger’is de schaamte, dat het leven zo anders is gelopen dan gehoopt. Maar wat schuilt er toch veel schoonheid in mineur. het gedicht is om te grienen zo mooi.
.
Ik ben bang voor de honger.
.
Ik ben bang
voor de honger.
.
Ik heb vrees
voor honger.
.
Ik ben mijn leven bang
voor honger geweest.
.
Ik ben jong
en sterk geweest
en ik was er zeker van
dat er bloemen zouden zijn
vrouwen
een huis.
.
Dat ik de dingen zou beheersen
.
en misschien was dat ook zo geweest.
.
Maar ik ben altijd bang
voor honger geweest
en daarom ben ik dit geworden.
.
Quo Vadis?
Bijbelsch
.
In 1999 gaf Jules Deelder bij De Bezige Bij de bundel ‘Bijbelsch’ uit. Uit de NBD-Biblion recensie van Bibi Dumon Tak: “Verzen vol taalfratsen die ondubbelzinnig op de bijbel slaan. En het zou Deelder niet zijn als hij dat woord consequent laat eindigen op sch. Verder veel tering en tyfus en naaien en neuken. En natuurlijk een verwijzing naar dope als Johannes de Doper ter sprake komt. Maar op zijn best is Deelder in ‘Jezus in Oostenrijk’, waar ‘Grüss Gott’ kroeskut wordt en ‘Gutentag’ kuttentak. Op de achterzijde staat de dichter zelf in de stijl van een icoon als heilige afgebeeld, met links van hem zijn eigen initialen en rechts van hem (als apostelen) die van zijn vrouw en de naam van zijn dochter. Maar omdat je God ook te vriend moet houden, staan er tussendoor ook ootmoedige woorden en blijken van dank. Want je weet maar nooit.”
.
Uit deze bundel heb ik voor het gedicht ‘Quo Vadis?’ gekozen.
.
Quo Vadis?
Op de A20 staat
een man met baard
Ik stop en vraag
waarheen hij vaart?
Ten hemel luidt
daarop zijn antwoord
Ik ga niet verder
dan Rotterdam
O prima dan pak ik
daar de metro…
.
Das magazin
Literair tijdschrift
.
In de kringloopwinkel kocht ik vier exemplaren van Das Magazin of Das Mag. Dit literaire tijdschrift, volgens de website http://dasmag.nl/het grootste literaire magazine van Nederland, verschijnt vier keer per jaar. Mijn exemplaren zijn van 2012 en 2013.
In Das magazine korte verhalen, briefwisselingen, columns, foto’s, illustraties en poëzie. Uit de zomer editie van 2013 met als titel ‘Het jong’ een gedicht van Ellen Deckwitz met als titel ‘Vlies’.
.
Vlies
.
Ze zeiden dat ons hoofd niet meer is
dan een knokenkap. Een thuis
waarin het spookt.
.
Maar in de hoek lag iets. We tilden het op
en ontdeden het van zijn vlies. Het was teer nog
maar het ademde,
.
het begreep hoe we spartelden.
.
Laat onze handen maar neerdalen.
De vingers zullen zich hoe dan ook spreiden
in een majeurakkoord. Op deze polsen
.
zitten geen wonden maar stukjes weefsel
in de vorm van landen waarvan we weten
dat ze bestaan.
.
Frits Ekkel
Aart van Zoest
.
Op zoek naar de dichter Frits Ekkel (vader van Jonge Helden Daan en Willem Ekkel) kom ik op de website van Aart van Zoest (1930) http://aartvanzoest.nl/.
Op zijn site heeft van Zoest, overduidelijk een groot fan van de poëzie van Ekkel, twee gedichten van hem geplaatst. Of het hier Frits Ekkel, vader van, betreft weet ik niet maar het gedicht dat ik aantrof kan ik zeer waarderen. daarom hier het gedicht ‘gedicht’.
.
gedicht
om het gedicht hangt vaal
schijnsel, de schim van een lamp
of een kaars op zijn eind
door de gordijnen komt
licht zonder zon, de dag
is ontwricht en voor je het weet
is het huis er ontheemd en
er worden regels vermist
ik breng alles in het geweer
en besluit tot een vuist
op papier, tot een sluitend
tegengedicht
maar geen woord
dat van zich laat horen
geen woord dat er juicht of
vooraan wil staan
wat verschijnt gaat timide
zijn weg en vergruist
het is een dag vol omissies
en muizenissen en lege seconden
die moe zijn gestreden
ik zwicht en blijf achter
zonder verweer
het gedicht en blijf achter
zonder verweer
het gedicht is een kooi
een schande
het werkt bijna nooit
is levenloos
leeft niet langer
dan een amoebe in hooi
wat ik wil is een
raadsel, een noest in het hout
een spoor van een voet in
het zand, wat ik wil
is een misverstand
het gedicht wordt een lus
om mijn hals
een moet in mijn wang van
een blijvende bittere kus
.