Site-archief

Nog een lente

30 dichters gekozen door Meander

.

Meandermagazine, het literair e-magazine voor Nederlandstalige poëzie, kennen we natuurlijk allemaal. Sinds een paar jaar ben ik als bestuurslid verbonden aan deze mooie stichting. Dat Meander al sinds 1995, toen Rob de Vos zijn internetclubje voor amateurschrijvers oprichtte, is waarschijnlijk minder bekend. Meander bestaat dan ook volgend jaar 30 jaar.

In 2010 werd door uitgeverij P de bundel ‘Nog een lente’ 30 dichters gekozen door Meander, uitgegeven. Op de binnenflap staat te lezen: “30 beginnende dichters, waaronder ook al iets bekendere namen als Sylvie Marie, Bo Vanluchene, Yerna Van den Driessche en Maarten Inghels, laten u proeven wat u in de toekomst van hen mag verwachten”. Ik vind dit bijzonder want van de dichter Bo Vanluchene  had ik nog niet gehoord en een aantal andere namen in deze bundel zijn inmiddels niet alleen doorgebroken maar ook zeer bekend en gewaardeerd zoals Ellen Deckwitz, Frouke Arns, Vicky Francken, Lies van Gasse, Lieke Marsman, Delphine Lecompte en David Troch.

De bundel werd samengesteld door Silvie Marie, Jeroen Dera, Bouke Vlierhuis en Elly Woltjes. Het is mooi om te zien dat de bundeling van ‘Wat maakt een gedicht goed?’ uit 2023 in een traditie staat van publicaties door Meander van kwalitatief goede boeken.

Uiteraard wil ik een gedicht hier delen van een van de 30 dichters. Mijn keuze is gevallen op een gedicht van Dennis Gaens getiteld ‘Het einde van de ladder’. Dennis Gaens (1982) is schrijver, radiomaker en docent. Hij debuteerde in 2010 met de dichtbundel ‘ik en mijn mensen’ (genomineerd voor de C. Buddingh-prijs). Zijn tweede bundel, ‘schering en inslag’ (2013) werd genomineerd voor de Jo Peters Poëzieprijs en de J.C. Bloem-prijs. In 2014 begon hij de literaire podcast Ondercast. Daarvoor maakte hij samen met Oscar Wyers het literaire zine Kutgitaar. Hij geeft les bij Creative Writing op ArtEZ en is uitgever en redacteur bij Literair Productiehuis Wintertuin. Gaens trad op bij onder andere Lowlands, Crossing Border, De nacht van de poëzie, Oerol en Geen Daden Maar Woorden.

.

Het einde van de ladder

.

bij gebrek aan windmolens

vechten we met ladders,

dat lijkt er nog een beetje op.

.

in onze gestreken shirts van de ramones en sex pistols

vechten we met slordig afgemeten glazen goedkope wijn

en een enkele opmerking

met gevoel voor richting

.

je vraagt een kind dat een boom beklimt

toch ook niet: ‘En dan?’

.

aan het einde van de ladder

zit precies en niet meer dan dat

.

De Rotterdamse school

Poëziepodcast

.

Als je er bij wil horen tegenwoordig dan doe je dat toch vooral middels een podcast. De podcast is alom vertegenwoordigd en werkelijk over elk denkbaar onderwerp zijn podcasts te beluisteren. Gek genoeg zijn er over poëzie eigenlijk heel weinig podcasts.

Zo heb je de podcast Poëzie vandaag. Dichter Ellen Deckwitz leest iedere ochtend van elke werkdag een Nederlands of vertaald gedicht aan je voor in deze podcast. Daarbij legt ze uit wat de dichter volgens haar heeft bedoeld, geeft ze achtergrondinformatie en vertelt ze waarom de teksten haar zo raken.

Er is de Poëziepodcast van Daan Doesborgh die hij maakt met de SLAA (Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Daan spreekt in deze podcast met dichters over hun werk.

Dan heb je de onvolprezen podcast van Feest der poëzie over vormvaste dichtkunst, klassieke voordrachtskunst en andere klassieke onderwerpen uit de literatuurgeschiedenis.

En zo zijn er nog een aantal wat minder bekende te lezen op deze website.

De leukste podcast over poëzie vind ik persoonlijk De Rotterdamse school gemaakt en gepresenteerd door dichters Daniel Dee en Mark Boninsegna. Poëzie op zijn Rotterdamst, met bravoure en enige baldadigheid bespreken de beide heren de actualiteit, dichters en dichtbundels. Sinds enige tijd nodigen zij ook dichters uit in hun podcast als gast. Inmiddels zijn er 45 afleveringen van deze podcast verschenen en als je je niet door de Rotterdamse inborst van deze twee laat afleiden dan is er veel te genieten. Want er wordt ook serieus over poëzie, dichters en dichtbundels gesproken.

In de laatste aflevering kwam MUGzine aan bod. Lovende woorden van de heren over dit kleinste en meest eigenzinnige poëzietijdschrift en een mooie bespreking van de laatste editie #16 (# 17 staat op de rol voor media april/ begin mei). In deze aflevering draagt Mark Boninsegna het voorwoord, wat vaak al een gedicht op zich is voor en dat deel ik hier graag met jullie. Elke twee weken een nieuwe aflevering die ik graag aanbeveel.

.

Vannacht voel ik de golven van de zee, de

zee die zichzelf herhaalt en luid huilend

overstroomt. Die ene keer per jaar als het

schuim groen oplicht en de vissen lijken te

zweven. Hoe ik, overgeleverd aan de grillen

van Poseidon, opnieuw onsterfelijk word

onder de zoute aanraking van het zand

en het water die nooit volledig in elkaar

opgaan.

.

Colod, cold water surrounds me now

And all I have is your hand

.

 

Simpele dingen zeggen

Thomas Möhlmann

.

Dichter, redacteur, organisator en schrijfdocent Thomas Möhlmann (1975) debuteerde in 2005 met de dichtbundel ‘De vloeibare jongen’. In de jaren hierna publiceerde hij nog verschillende bundels zoals ‘Kranen open’ (2009), ‘Waar we wonen’ (2013), ‘Ik was een hond’ (2017), ‘Game of Poems’, Gedichten van IJs en Vuur, columns en gedichten samen met Ellen Deckwitz en Ingmar Heytze (2019). In 2021 verscheen ‘Dankbaar lichaam’ Een liefdesverhaal in gedichten (2021). Zijn werk werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs, de Jo Peters Poëzieprijs en de Poëziester secundair onderwijs 2020, en bekroond met de Dunya Poëzieprijs en de Lucy B. & C.W. van der Hoogt-prijs.

In de poëzie van Möhlmann komt af en toe een personage langs genaamd Momo in verschillende gedaanten (jongen/meisje) en met verschillende beroepen. In de bundel ‘Dankbaar lichaam’ een liefdesverhaal in gedichten, is deze Momo terechtgekomen in een kleine, hechte gemeenschap. De bundel verhaalt over de liefde die zich tussen hem en een dorpsdochter ontvouwt, inclusief de dramatische gevolgen voor hem, haar, haar vader en de hele gemeenschap. Het verhaal wordt gedeeltelijk door omstanders en betrokkenen, en grotendeels door de twee geliefden verteld.

Wat opvallend is aan deze bundel is dat het een geheel is, de gedichten staan allemaal in dienst van het grote verhaal. Je ziet dat steeds meer bij dichters dat een bundel niet meer bestaat uit losse afzonderlijke gedichten die zich soms tot elkaar verhouden maar meestal niet, maar juist een afgerond verhaal proberen te vertellen als ware het een roman in dichtvorm. Toch zijn de gedichten in ‘Dankbaar lichaam’ wel los van elkaar te lezen en te genieten. Zoals het openingsgedicht ‘Simpele dingen zeggen’.

.

Simpele dingen zeggen

.

Dat je tussen aandrang en bevrediging

een pauze kunt inlassen, bijvoorbeeld

door taal, dat blaffen of ademhalen helpt

in dat soort dingen zeggen was hij goed

.

dat de maan en de zon elkaar op hopeloze

liefjes najagen, het licht op je onderarmen

valt als een mes, je glas halfvoller wordt

met elke slok, hij had er de woorden voor

.

het geeft niet als je stokt, het is niets, je

staat overeind met je mond vol tanden

je weet er geen draai aan te geven, geen

grap te bedenken die deze situatie redt

.

je staat overeind, bijvoorbeeld door taal

gewoon adem blijven halen, of blaffen.

.

 

Kapitein in hangmat

Sterren lezen

.

Kasper Peters (1973), is ook wel bekend als De brommerdichter, naast dichter is hij poëziedocent aan scholen in Noord-Nederland en de Groningse kunstacademie Minerva. Daarnaast is hij prozaschrijver en maakt hij theaterproducties. In 1994 was hij mede-oprichter van het poëziecollectief De Dichters uit Epibreren, waarbij hij tot 1997 betrokken was.  De Dichters uit Epibreren was een gezelschap bestaande uit twee dichters (Bart FM Droog en Tjitse Hofman) en een muzikant Jan Klug. Tussen 1994 en 2011 traden ze op talloze podia en festivals in binnen- en buitenland op met een unieke mix van poëzie, muziek en beeldbewerking. Tevens waren zij uitgevers van een online poëziekrant: Rottend Staal.

Van 2015 tot 2017 was Peters de zevende stadsdichter van Groningen. Peters heeft onder meer geschreven voor Roet, Rottend Staal Nieuwsbrief, Dagblad van het Noorden, Tzum, Passionate, Krakatau en Tirade. Zijn werk is opgenomen in talrijke bloemlezingen.  In 2022 kwam zijn laatste bundel uit ‘Kapitein in hnagmat’ met poëzie voor jong en oud. Ellen Deckwitz zegt over deze bundel op de achterflap: ‘De gedichten van Kasper Peters geven je nieuwe ogen. Het zijn vuurwerkbommen van fantasie, luikjes naar ontelbare nieuwe werelden. Lees!’

Alle reden dus om een gedicht uit deze bundel hier te plaatsen. En omdat ik nu eenmaal in een bibliotheek werk het gedicht over de bibliotheek ‘Sterren lezen’ .

.

Sterren lezen

.

boeken in de bieb
lijken op sterren

,

ze zijn er altijd
het is alleen nog wachten
op de nacht

,

bij de deur van de bieb
lenen ze de hemel uit

.

Roeien

Anne Sexton

.

Anne Sexton (1928 – 1974)  was een belangrijke Amerikaanse dichter die in 1967 de Pulitzerprijs voor Poëzie won met de bundel ‘Live or Die’ uit 1966. Anne Sexton wordt als dichter gerekend tot de ‘confessional poets’, sterk autobiografisch schrijvend, steeds sterk haar vrouwelijke identiteit benadrukkend, met blootlegging van de meest intieme details uit haar leven. In mijn zoektocht naar informatie over haar las ik ergens dat zij ‘een persoon was zonder huid, geen beschermende laag, alleen een massa blootliggende zenuwcellen, ze voelde elke pijn en kon het beschrijven’. In de jaren ’40 van de vorige eeuw was ze een tijdje fotomodel en in de jaren ’50 leed ze aan anorexia en manische depressiviteit. Haar psychiater stimuleerde haar poëzie te gaan schrijven. 

Ze volgde workshops aan de Universiteit van Boston bij de dichters John Holmes en Robert Lowell en kreeg haar gedichten gepubliceerd in vooraanstaande tijdschriften als The New Yorker, Harper’s Magazine en Saturday Review. Ze was bevriend met dichters Sylvia Plath en W.D. Snodgrass, die beiden grote invloed hadden op haar werk. Haar bundels hadden in de jaren zestig veel succes.

Na de zelfmoord van Sylvia Plath schreef ze ook steeds vaker over de vraag of dat ook voor haar niet de beste keuze zou zijn. Sexton had vanaf 1956 al meerdere keren een suïcidepoging gedaan. In 1974 pleegde ze uiteindelijk zelfmoord.  Sexton zette de thema’s van haar dichtbundels zorgvuldig uiteen. Eén verzameling die ze maakte, werd gepubliceerd na haar dood in 1975 en onderzoekt het thema van haar zoektocht naar God. De titel is ‘The Awful Rowing Toward God’. De poëzie in dit boek voelt, net als de dichter in haar leven, elke pijn in die zoektocht naar God. Sexton deed de laatste controle over de gedichten in dit boek (voor dat ze gepubliceerd werden) op de dag van haar zelfmoord.

In het bijzonder vermakelijke boek ‘Olijven moet je leren lezen’ van Ellen Deckwitz stelt ze dat je het gedicht ‘Rowing’ (en Briar Rose) zeker niet mag missen als je poëzie van Anne Sexton wil lezen. Reden genoeg om ‘Rowing’ het eerste gedicht uit de bundel ‘The Awful Rowing Toward God’ hier met jullie te delen.

In het gedicht volg je de dichter gedurende haar jeugd, volwassenheid, tot op middelbare leeftijd. In elk van deze stadia erkent ze de negatieve kanten in haar leven, maar benadrukt ze ook hoe ze bleef roeien, in de hoop een soort van geluk te bereiken, en hopelijk God, die haar depressie en verdriet in zijn handen kon nemen en het uit haar hart kon verwijderen.

.

Rowing

.

A story, a story!
(Let it go. Let it come.)
I was stamped out like a Plymouth fender
into this world.
First came the crib
with its glacial bars.
Then dolls
and the devotion to their plastic mouths.
Then there was school,
the little straight rows of chairs,
blotting my name over and over,
but undersea all the time,
a stranger whose elbows wouldn’t work.
Then there was life
with its cruel houses
and people who seldom touched-
though touch is all-
but I grew,
like a pig in a trenchcoat I grew,
and then there were many strange apparitions,
the nagging rain, the sun turning into poison
and all of that, saws working through my heart,
but I grew, I grew,
and God was there like an island I had not rowed to,
still ignorant of Him, my arms, and my legs worked,
and I grew, I grew,
I wore rubies and bought tomatoes
and now, in my middle age,
about nineteen in the head I’d say,
I am rowing, I am rowing
though the oarlocks stick and are rusty
and the sea blinks and rolls
like a worried eyebal,
but I am rowing, I am rowing,
though the wind pushes me back
and I know that that island will not be perfect,
it will have the flaws of life,
the absurdities of the dinner table,
but there will be a door
and I will open it
and I will get rid of the rat inside me,
the gnawing pestilential rat.
God will take it with his two hands
and embrace it.

As the African says:
This is my tale which I have told,
if it be sweet, if it be not sweet,
take somewhere else and let some return to me.
This story ends with me still rowing.

.

Hoi feest

Ellen Deckwitz

.

De laatste tijd lijkt het alsof ik Ellen Deckwitz (1982) regelmatig tegenkom op televisie (Mondo boekenclub) op internet (tijdens de E. du Perronlezing van afgelopen week waar ze als winnaar voor haar bundel ‘Hogere Natuurkunde’ de E. du Perronprijs kreeg) en op de radio. Hierdoor ben ik poëzie van haar gaan (her)lezen en zo kwam ik in mijn boekenkast de bundel ‘Hoi feest’ uit 2012 tegen.

In deze bundel staan bijzondere gedichten. Hoi feest richt zich op mislukte haarverfbeurten, de frustraties van de puberteit, konijnen, de lichamelijkheid van religie en de ruimtelijkheid van het lichaam. Licht van toon en helder van vorm dansen de gedichten je hoofd binnen, tot je midden in de nacht wakker wordt en denkt: ‘Hoi feest?’

Uit de vele titelloze gedichten koos ik de volgende.

.

Het ergste zal zijn

dat je tegen niemand zeggen kan: weet je nog

.

hoe de naden knapten. Je vest in het stuur

van een tegenligger haakte. Slippers van trappers

glipten en nergens een spatiebalk lag

.

om een pauze in te lassen. Schrik door benen bliksemt

als je naar beneden wordt gestoten,

.

weten waarom je nooit vroeg

hoe fel de kleur tussen wiel en grind valt

.

waar te nemen: dat je kan worden toegedekt,

nog steeds onder de wolken bent,

licht kletst op de grond.

.

Uit een sprookje

Rosa Schogt

.

Er zijn veel dichters. Heel veel. Ik ken er vele van naam en van lezen, en een klein deel persoonlijk. En elke keer weer word ik verrast wanneer ik weer een nieuwe naam ontdek (waarom ken ik deze dichter niet? Waarom nog nooit iets van deze dichter gelezen?). Dat gevoel had ik toen ik de bundel ‘Dansen te ontspringen’ van Rosa Schogt uit 2019 las. Schot is actrice, theaterwetenschapper en redacteur. En dichter dus. Volgens de gegevens op de achterflap speelt, schrijft en geeft ze poëzie- en taallessen en draagt ze haar poëzie graag en met verve voor.

In haar eerste bundel (ze publiceerde al gedichten in De Revisor en in de bundel van Ellen Deckwitz ‘Olijven moet je leren lezen’) smijt Rosa Schogt (1980) met seks, liefde, dood en theater, verfrissend, zinnelijk, helder en grappig. Ze maakt zich zorgen om dingen, maar net niet genoeg om er echt wat aan te doen. Maar dan is er altijd nog de poëzie, en dat helpt. Een beetje. Met zo’n introductie is mijn nieuwsgierigheid gewekt. En eerlijk is eerlijk, haar gedichten zijn grappig en verfrissend, soms wat anekdotisch, met verwijzingen naar haar jeugd maar altijd prettig leesbaar.

Uit de bundel ‘Dansen te ontspringen’ koos ik het gedicht ‘Uit een sprookje’.

.

Uit een sprookje

.

Hij weet niet goed meer waar vandaan,

waarheen hij kwam, er was geen grens,

er was eens maar die liep naar hier,

een kaft, een blad papier

.

Hij is de trol, gebuikt, bebaard,

hij is de sater, is de ork,

de draak, de dwerg die van je houdt,

de reus, de gnoom, de wolf

.

Hij was de hele tijd op weg

naar jou. Hij zag een man, dicht bij het eind

Die zat daar maar, keek bang, benard

Het paard smaakte zeer goed

.

Diens kroon nam hij maar mee, voor jou

Jij bent de mooiste vrouw die hij ooit zag

Gelukkig lang houdt hij je vast

Je bent van hem alleen

.

Meanders Rob de Vos-prijs 2020

Doe mee!

.

De Meander Dichtersprijs is ter ere van de geestelijke vader van Meander, Rob de Vos (20 mei 1955 – 2 april 2018) in 2019 omgedoopt tot de Rob de Vos-prijs. Op deze manier wil Meander zijn werk levend houden en houden we de traditie van de dichtwedstrijd in ere.

Tot 1 oktober 2020 mag iedere deelnemer één gedicht inzenden, geïnspireerd op het thema Dit jaar is het thema een illustratie van dit kunstwerk.


(Klik op de afbeelding om deze te vergroten)
Tegel mdf, gemengde technieken – 2018, kunstenaar Inge Bak.

Het ingezonden gedicht is

  • in het Nederlands geschreven
  • in een Word-bijlage
  • niet langer dan één A4 formaat
  • geïnspireerd op het thema
  • nooit ergens eerder gepubliceerd
  • nooit genomineerd of bekroond
  • niet kwetsend of discriminerend
  • na inzending niet meer te veranderen

Er kan over de uitslag niet worden gecorrespondeerd. Door deelname geeft de dichter toestemming voor het plaatsen van het gedicht op de site van Meander. Juryleden en organisator van Meander zijn uitgesloten van deelname. Bij deelname verklaart de inzender zich akkoord met het wedstrijdreglement. Inzendingen die niet voldoen aan bovenstaande voorwaarden worden uitgesloten.

Er worden tien gedichten genomineerd, daaruit komen drie winnaars voort en zeven eervolle vermeldingen. De genomineerden krijgen persoonlijk bericht. De datum van bekendmaking is in het najaar en wordt tijdig aangekondigd. In december volgt er een algemeen juryrapport dat iedere deelnemer ontvangt. Lees hier de winnende gedichten terug van de Rob de Vos-prijs 2019 En hier de eervolle vermeldingen Deel I en Deel II van vorig jaar.

1e prijs – De Rob de Vos-trofee en € 100,-
2e prijs – Boekenbon € 50,-
3e prijs – Boekenbon € 25,-

Eervolle vermelding is een publicatie van je gedicht op Meandermagazine.

Stap jij in de voetsporen van Vicky Francken, Ellen Deckwitz, Frouke Arns, Merel van der Slobbe en de winnaar van 2019, Mandy Eggerding? Laat je inspireren door ons thema! Gedicht als bijlage in word-document sturen naar e-mailadres: meanderwedstrijd@hotmail.com

In de mail vermelding van naam adres, geboortedatum, e-mailadres plus de titel van het gedicht.

Succes!

Deze wedstrijd kun je ook terugvinden op https://schrijvenonline.org

Awater en Meander

Poëzierecensies en artikelen

.

Wanneer je, zoals ik, graag op de hoogte blijft van de ontwikkelingen op het gebied van poëzie dan zijn er een aantal mogelijkheden. Allereerst kun je je abonneren op mijn blog, maar waarschijnlijk kom je hier al vaker, ik schrijf over alle mogelijke uitingsvormen in beeld en tekst van poëzie. Over poëzie in Nederland en België maar ook over poëzie van daarbuiten, in Europa en de andere continenten. In totaal kun je op dit blog al in 70 verschillende categorieën rond bladeren en dan beperk ik mezelf nog want ik zou er zo nog een aantal tientallen categorieën aan toe kunnen voegen.

Lees je naast dit blog graag artikelen over poëzie en recensies van poëziebundels dan zijn er twee media die ik graag bij je aanbeveel. Dit is de Poëziewebsite Meander en het Poëzoetijdschrift Awater. Over Meander schreef ik hier al vaker, dit is een prachtige poëziewebsite vol recensies, interviews, columns, artikelen over poëzie, klassiekers en actuele informatie en dit is allemaal hier https://meandermagazine.nl te vinden.

Het poëzietijdschrift Awater verschijnt driemaal per jaar en bevat een schat aan recensies en artikelen over poëzie en dichters. Ook hier weer enige actuele informatie en columns. Ook heeft Awater een website en die staat hier https://www.poezieclub.nl .

Meandermagazine is een wekelijkse nieuwsbrief waarop je je gratis kan abonneren. Meander werkt uitsluitend met vrijwilligers (waar ik er één van ben) maar je kunt Meander wel financieel steunen door een donatie te doen middels de donatieknop. Awater is naast de website een tijdschrift waar je een abonnement op kunt nemen. De basisvariant kost 24,50 voor 3 nummers. Daarnaast zijn er nog een aantal uitgebreider varianten van abonnementen.

Het Winternummer van Awater is pas uit en daarin staan onder andere artikelen over Frank Koenegracht, Ellen Deckwitz en T. van Deel en H.H. ter Balkt. Van Frank Koenegracht is het gedicht ‘Laat je zoon studeren’.

.

Laat je zoon studeren

.

Ik ontmoette iemand die mij denken leerde

Een ander wees waar de jenever stond

.

Zo dronk ik diep en in gedachten

Later viel ik op de grond

.

en droomde dat ik heel goed schaakte,

maar tegelijk door blaren liep.

.

Degene die mij wakker maakte

wilde beslist niet dat ik sliep.

.

 

Erotiek in poëzie

Florence Tonk

.

Dat erotiek in poëzie in vele gedaanten komt blijkt uit het voorbeeld van vandaag. Florence Tonk publiceerde in 2006 haar bundel ‘Anders komen de wolven’. In deze bundel staat het gedicht ‘Gemeen gedicht’ waarover Ellen Deckwitz in mei 2015 een bijzonder aardig stuk schreef op https://www.nrc.nl/nieuws/2015/05/07/de-kunst-van-de-cliffhanger-1492623-a151500

In dit stuk gaat het over het gebruik van het enjambement in dit gedicht. Een enjambement is een stijlfiguur waarbij de dichter op een niet-natuurlijke plek een regel afbreekt. Ik werd vooral gegrepen door de inhoud van het gedicht. Waar je in het begin een bepaalde indruk krijgt van de inhoud, een gruizig, broeierig gerommel in het ondermaanse, blijkt in het vervolg van het gedicht dat het hier juist het tegengestelde betreft: “ze heeft het al zolang niet meer gedaan dat er daar / iets verzuurd of haast verdwenen lijkt te zijn” en dan eindigt het gedicht toch weer positief voor de ik persoon in het gedicht.

Wat ik maar wil zeggen is dat een erotisch gedicht niet altijd hoeft te leiden naar opwinding van de lezer, dat het onderwerp een erotische lading of duiding kan hebben zonder dat het éénduidig is of expliciet in de boodschap. In ‘Gemeen gedicht’ is dit laatste het geval.

.

Gemeen gedicht

.

Ze kijkt als ze danst of ze neukt

ze kijkt als ze danst zoals ze denkt

dat men kijkt als men neukt

of ze kijkt alsof er iets klem zit

en hier beduusd van is

misschien danst ze tango in een te rode jurk

gelakte pornoschoenen en een kwabje hier en daar

stappen iets te groot, net of niet op maat

ze heeft het al zolang niet meer gedaan dat er daar

iets verzuurd of haast verdwenen lijkt te zijn

wijn verzacht maar als ze lacht zie je dat

het allemaal zo ernstig is geworden

zelfs in de dans waarin zij wel theater ziet

maar niet kan spelen, ze doet het even verbeten

als het vegen van een vloer, stoephoer

denkt ze als een meisje glanzend langs glijdt

in de armen van een rimpelloze held

voor haar alleen bejaarde schuifelaars

maar met de ogen dicht en iemand

zonder oud geurende jas valt er nog wel wat

te dromen, kijkend of ze klaar gaat komen

.