Site-archief

Hotel Eden

Herman de Coninck

.

Nog zo’n dichter waar ik een groot bewonderaar van ben, Herman de Coninck (1944-1997). Ook daar wil ik in mijn vakantie graag een gedicht van plaatsen. In dit geval het gedicht ‘Hotel Eden’ uit de bundel ‘Zolang er sneeuw ligt’ uit 1975.

.

Hotel Eden

.

En ’s nachts gingen we naakt zwemmen, we zwommen
onze namen op het water, ik zwom An in twee
grote letters, jij zwom uitgebreid aan de naam
Herman, en met de gouden maan eroverheen
leek het wel of we onze namen definitief
genoteerd hadden op een van de gewijde bladzijden
van het Boek.

.

Nadien kuste ik de waterdruppels
van je gezicht, voorzichtig één voor één
zoals een pointillist toetsjes aanbrengt
op zijn doek ‘naakte vrouw bij maanlicht’,
en in geen enkele vergelijking pasten je
borsten zo mooi als in mijn handen.

.

En in bed, ik kwam al van ver aan-
gerend declamerend ‘Hier Ruk Ik Aan
Met Een Erectie Als Een Pompiersladder
Om Jouw Brand Te Blussen’ en we lachten
en wat maakten we een leven

.

dat we negen maanden later
Tomas zouden noemen.

.

In de boot genomen

Daan de Ligt

.

Van de Haagse dichter Daan de Ligt (1953-2016) is het gedicht ‘In de boot genomen’.

.

In de boot genomen

.

haar naam bracht visioenen van het noorden
weidse meren en de grauwe luchten
stille en zo eenzame gehuchten
haast onverstaanbare gezongen woorden

torenklokken die zacht kaatsend beieren
ijs op de vaart, Abe op zijn noppen
spijkerharde tegendraadse koppen
klunen, skûtsje, wad en kievitseieren

met zwijgzaamheid als deugd en niet als kwelling
doch toen zij sprak veranderde gestaag
de droomvrouw op de veerboot naar Terschelling

die klanken konden maar uit één plaats komen
daar stond mijn oude buurvrouw uit Den Haag
door dromen was ik in de boot genomen

.

Drinken

Bernlef

.

Vanaf vandaag een weekje vakantiegedichten. Om te beginnen met een gedicht van Bernlef (1937-2012) getiteld ‘Drinken’ uit zijn bundel ‘Stilleven’ uit 1979.

.

Drinken

.

Alleen water kan
de fles ontdekken omdat
het stroomt (als het kan)

alle kanten op en dat
belet door dorst van mensen
en allerhand obstakels

zoekt en scharrelt tot in
wat de dronken classicus
een fles noemt (denkend aan statie-
geld en hoe dat later te beleggen).

Drinken is de vorm
van de fles (wat ieder mens
als baby weet en bijna iedereen
vergeet): drinken

Drinken is de vorm

.

Dag eenentwintig

Vakantiegedicht

.

Wanneer je op vakantie bent in een ver en vreemd land waar men een taal spreekt die je niet kent kun je soms denken ‘Waar gaat dit over?’ Er zijn ook gedichten waarbij je dit zou kunnen denken. Zoals het gedicht ‘Coracias garrulus’ van Anneke Brassinga (1948) uit haar bundel ‘Het wederkerige’ uit 2014. Een Coracias garrulus is overigens een vogel, in het Nederlands een Scharrelaar.

.

Coracias garrulus

.

Mijn vriend de scharrelaar speelt feuille morte

in de baltsvlucht, dwarrelt blauwzefirisch serafijns

van aanschijn, zwierend met turquoise vederqueue

braakt hij de finesses van zijn arioso uit:

‘KRAK-AK… KR-R-R-R-AK…’

alsof de hemel op je neerstort,

de engel met het vlammend zwaard.

.

Dag twintig

Vakantiegedicht

.

Ter voorkoming van de verveling in de vakantie. Gerrit Kouwenaar (1923-2014) schreef het gedicht ‘In deftige letters wordt u…’ dat verscheen in de bundel ‘Gedichten 1948-1978’ uit 1982.

.

‘In deftige letters wordt u…’

.

In deftige letters wordt u iets verteld

dus verheeld, zodat uw verveling

even het steen breekt en zich mededeelt

aan het cliché van het origineel

.

want wanneer deze pagina zwart zou wezen

letterlijk zwart als zo’n verzonnen neger, bijvoorbeeld

omdat een verslaafde hongerprofeet

in zijn koude kalkoen bleef steken

.

verscheen er terstond weer een letterzetter, prevelend

viel de marge van deze rouwbrief

niet wat al te breed uit voor de levende lezer? ik

zie niets meer!

.

en ja hoor

daar hakt hij al meteen weer een doorzicht

met het vormend princiep van zijn zethaak-

.

Dag negentien

Vakantiegedicht

.

Dichter K. Schippers (1936-2021) schreef een gedicht dat je zomaar liggend op het strand op je vakantieadres zou kunnen voordragen, en alle omliggenden zouden je begrijpen. Het gedicht ‘Onder de zeebodem’ verscheen in het literaire tijdschrift Randstad uit 1964.

.

Onder de zeebodem

.

Boven de hemel zit de hemel

boven de wolken zit de hemel

ook boven deze wolken

.

Boven de wolken zitten de wolken

boven het zeewater zitten de wolken

ook boven dit zeewater

.

Boven het zeewater zit het zeewater

boven de zeebodem zit het zeewater

ook boven deze zeebodem

.

Boven de zeebodem zit de zeebodem

.

Dag achtien

Vakantiegedicht

.

Ook in de vakantie wil ik graag een gedicht van Charles Bukowski (1920-1994) delen. In dit geval het gedicht ‘Escapade’ in de Nederlandse vertaling die ik haalde van de website van Manu Bruynseraede.

.

Escapade

.

Het einde van elegantie, het einde van

wat er toe doet.

Het oog op de bodem van de fles

is dat van ons

dat terug wenkt.

Oude stemmen, oude liedjes

zijn een slang die wegkruipt

Mannen worden gek van het staren in lege gezichten.

Waarom niet?

Wat kunnen ze anders?

Ik heb dat gedaan.

Het oog op de bodem van de fles

wenkt terug.

Het is alles een trucje.

Alles is een illusie.

Er moet elders iets beters bestaan.

Maar waar?

Niet hier.

Niet daar.

Traag kruipen we het imbeciele in,

we verwelkomen het als een verloren

Ik ben deze wedstrijd met mezelf beu

maar het is in deze stad

de enige sport.

.

Dag zeventien

Vakantiegedicht

.

Uit de bundel ‘Enfin’ uit 2021 van Anton Korteweg (1944) het gedicht ‘Je weet maar nooit’.

,

Je weet maar nooit

.

Mijn leven lang was ik erop gebrand

mijn kinderhand met bijna niets te vullen,

hield de drie erren in ere

-Rust, Reinheid, Regelmaat-

en gunde de plaagzieke zon

die zich achter de wolken verschool

een lach op mijn bleke gelaat.

.

Maar ja, ik moet bergop nu toch behoorlijk plooien

en de  verzuring teistert me steeds vaker,

dus kom maar op met die ene al nakende winter

waarop ik, toch nog onverwacht heet dat,

uiteindelijk echt onderuitga.

.

Zit het een beetje mee, trek ik daarna nog in

bij Hem, die na kotstondig ongeneugt

-eentreffende synopsis van het leven-

mij eindeloos en liefdevol verheugt.

.

Dag zestien

Vakantiegedicht

.

Uit de bundel van Etwin Grootscholten (1969) , voormalig provinciedichter van de provincie Zuid Holland, getiteld ‘Dichter bij Zuid-Holland’ uit 2022,  het gedicht ‘Helder’.

.

Helder

.

een kas is van glas

een vaas is van glas

.

ik zet paprika’s in een vaas

ik zet komkommers in een vaas

ik zet tomaten in een vaas

.

en de bloemen eet ik op

als ik kijk

naar duizend geuren

.

Dag vijftien

Vakantiegedicht

.

In de tweede editie van ‘DW B’ uit 2017 verscheen een gedicht van de Vlaamse dichter Astrid Haerens (1989) getiteld ‘Holidays I’. Een toepasselijker gedicht in de rubriek vakantiegedichten is er niet lijkt me.

 

Holidays I

.

Aan de terrassen van de mediterrane stad
lopen vluchtelingen te bedelen

.

er zijn steegjes in terracotta kleuren
drinkfonteintjes waar je het niet verwacht

.

met dat geld bestellen ze een pint
en laten de helft terug staan

.

ze hebben niet veel maar toch genoeg
voor zo’n grote plas in een glas

.

mijn man kan dat uitleggen hij schrijft iets op
wanneer mijn man huilt is hij trots

.

’s nachts in het hotel doet
de wind in de kamer iets murmelen
als een pas wakker geworden baby.

.

maar wij hebben geen baby, mijn man
en ik kruipen afzonderlijk
over de bodem van de slaap

.

soms wanneer ik schreeuw
schudt hij me wakker
en zegt: schat
hou op

.

dan knik ik en kijk tot het licht
hoe zijn slagader
prachtig gelijk klopt

.