Site-archief

Zwaanzang

Anneke Brassinga over Lucebert

.

In de categorie dichters over dichters, vandaag het gedicht ‘Zwaanzang voor Lucebert’ dat Anneke Brassinga schreef. In de bundel ‘Huisraad’ uit 1998. Anneke Brassinga (1948) debuteerde als dichter in 1987 maar had toen al verschillende dichtbundels vertaald (zoals ‘Ariel’ van Sylvia Plath). Ze debuteerde met de bundel ‘Aurora’ waarna nog verschillende bundels zouden volgen. Brassinga heeft verschillende literaire prijzen op haar naam staan, zo kreeg ze onder andere de Herman Gorterprijs, de Paul Snoekprijs, de Ida Gerhardt Poëzieprijs, de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooft-prijs.

In haar bundel ‘Huisraad’ staat het gedicht van vandaag, ‘Zwaanzang voor Lucebert’ dat op het eerste oog misschien wat raadselachtig klinkt maar als je weet dat de motieven in deze bundel allusies (toespelingen of zinsspelingen) zijn op andere literatuur (die van Lucebert in dit geval), natuurbeelden, de interesse in woordconstructies en ironie om de eigen persoon op afstand te houden, dan krijgt dit gedicht al meer betekenis.

.

Zwaanzang voor Lucebert

.

Ons gevederd vriendje kan niet meer fietsen

wij voeren een leeg rijwiel mee aan de hand-

van ons kanarie zijn de pootjes afgeknipt

door een vroegoud kind met tuinschaar dat hem

op de roltrap naar den hoge heeft gepleurd

vanuit de broeihoop, bijenkast, vliegengodkast.

.

Onder het negenenzestigen is hij verrast.

Laat ons hopen dat hij zich volledig heeft gebeft

aan de wijbeense zwerk en de eenvouds verlichte

klatering hem nu ontsluit als veren een zwaan

in het buitendijks onvertogene. Van tedere woede

zijn wij beroofd.

.

Roeien

Anne Sexton

.

Anne Sexton (1928 – 1974)  was een belangrijke Amerikaanse dichter die in 1967 de Pulitzerprijs voor Poëzie won met de bundel ‘Live or Die’ uit 1966. Anne Sexton wordt als dichter gerekend tot de ‘confessional poets’, sterk autobiografisch schrijvend, steeds sterk haar vrouwelijke identiteit benadrukkend, met blootlegging van de meest intieme details uit haar leven. In mijn zoektocht naar informatie over haar las ik ergens dat zij ‘een persoon was zonder huid, geen beschermende laag, alleen een massa blootliggende zenuwcellen, ze voelde elke pijn en kon het beschrijven’. In de jaren ’40 van de vorige eeuw was ze een tijdje fotomodel en in de jaren ’50 leed ze aan anorexia en manische depressiviteit. Haar psychiater stimuleerde haar poëzie te gaan schrijven. 

Ze volgde workshops aan de Universiteit van Boston bij de dichters John Holmes en Robert Lowell en kreeg haar gedichten gepubliceerd in vooraanstaande tijdschriften als The New Yorker, Harper’s Magazine en Saturday Review. Ze was bevriend met dichters Sylvia Plath en W.D. Snodgrass, die beiden grote invloed hadden op haar werk. Haar bundels hadden in de jaren zestig veel succes.

Na de zelfmoord van Sylvia Plath schreef ze ook steeds vaker over de vraag of dat ook voor haar niet de beste keuze zou zijn. Sexton had vanaf 1956 al meerdere keren een suïcidepoging gedaan. In 1974 pleegde ze uiteindelijk zelfmoord.  Sexton zette de thema’s van haar dichtbundels zorgvuldig uiteen. Eén verzameling die ze maakte, werd gepubliceerd na haar dood in 1975 en onderzoekt het thema van haar zoektocht naar God. De titel is ‘The Awful Rowing Toward God’. De poëzie in dit boek voelt, net als de dichter in haar leven, elke pijn in die zoektocht naar God. Sexton deed de laatste controle over de gedichten in dit boek (voor dat ze gepubliceerd werden) op de dag van haar zelfmoord.

In het bijzonder vermakelijke boek ‘Olijven moet je leren lezen’ van Ellen Deckwitz stelt ze dat je het gedicht ‘Rowing’ (en Briar Rose) zeker niet mag missen als je poëzie van Anne Sexton wil lezen. Reden genoeg om ‘Rowing’ het eerste gedicht uit de bundel ‘The Awful Rowing Toward God’ hier met jullie te delen.

In het gedicht volg je de dichter gedurende haar jeugd, volwassenheid, tot op middelbare leeftijd. In elk van deze stadia erkent ze de negatieve kanten in haar leven, maar benadrukt ze ook hoe ze bleef roeien, in de hoop een soort van geluk te bereiken, en hopelijk God, die haar depressie en verdriet in zijn handen kon nemen en het uit haar hart kon verwijderen.

.

Rowing

.

A story, a story!
(Let it go. Let it come.)
I was stamped out like a Plymouth fender
into this world.
First came the crib
with its glacial bars.
Then dolls
and the devotion to their plastic mouths.
Then there was school,
the little straight rows of chairs,
blotting my name over and over,
but undersea all the time,
a stranger whose elbows wouldn’t work.
Then there was life
with its cruel houses
and people who seldom touched-
though touch is all-
but I grew,
like a pig in a trenchcoat I grew,
and then there were many strange apparitions,
the nagging rain, the sun turning into poison
and all of that, saws working through my heart,
but I grew, I grew,
and God was there like an island I had not rowed to,
still ignorant of Him, my arms, and my legs worked,
and I grew, I grew,
I wore rubies and bought tomatoes
and now, in my middle age,
about nineteen in the head I’d say,
I am rowing, I am rowing
though the oarlocks stick and are rusty
and the sea blinks and rolls
like a worried eyebal,
but I am rowing, I am rowing,
though the wind pushes me back
and I know that that island will not be perfect,
it will have the flaws of life,
the absurdities of the dinner table,
but there will be a door
and I will open it
and I will get rid of the rat inside me,
the gnawing pestilential rat.
God will take it with his two hands
and embrace it.

As the African says:
This is my tale which I have told,
if it be sweet, if it be not sweet,
take somewhere else and let some return to me.
This story ends with me still rowing.

.

Sylvia Plath

The Couriers

.

Regelmatig neem ik een dichtbundel uit mijn kast en soms word ik verrast omdat ik vergeten was dat ik de bundel in mijn bezit had. Als je zoals ik, ruim 10 meter poëzie hebt staan is het niet zo vreemd dat je weleens vergeet wat je allemaal hebt. Misschien toch eens, als ik er de tijd voor heb, maar ja wanneer is dat?, de boel eens op dichtersnaam rangschikken.Nou ja dat komt wel een keer. Tot die tijd laat ik me gewoon verrassen door de bundels die ik in bezit blijk te hebben.

Vandaag was het ‘Ariel’ van Sylvia Plath uit 1968 waar mijn oog op viel. (1932 – 1963). Ik was pas drie weken oud toen Sylvia Plath een einde aan haar leven maakte en nog steeds is deze Amerikaanse dichter een veel en graag gelezen dichter. Haar tweede bundel ‘Ariel’ is misschien wel de bekendste omdat ze een breuk met haar eerdere werk markeren. De bundel heeft een zeer dramatische uitwerking, vooral door de uiterst oprechte en intieme beschrijvingen van Sylvia’s psychische gesteldheid en de autobiografische gedichten.

Een van die gedichten (het tweede in de bundel) is ‘The Couriers’ en dat gedicht wil ik vandaag graag hier met jullie delen. Geen makkelijk gedicht, ik kwam vele beschrijvingen tegen waarin de schrijvers hun frustratie uitten over de complexiteit van dit gedicht, maar ook een van Jon Rosenblath die denk ik de sleutel heeft gevonden. Hij schrijft: “Ik geloof dat de eerste drie strofen symbolen van het huwelijksleven vertegenwoordigen, en de volgende drie tegensymbolen die liefde vertegenwoordigen die niet wordt gehinderd door huiselijkheid. De koeriers, die (volgens hem) de andere poëzie van Plath vertegenwoordigen, adviseren de lezer om de eerste reeks symbolen te verwerpen en bieden beelden van een uitdagender leven, maar een met grotere integriteit.” Oordeel zelf zeg ik.

.

The Couriers

.

The word of a snail on the plate of a leaf?
It is not mine. Do not accept it.
.
Acetic acid in a sealed tin?
Do not accept it. It is not genuine.
.
A ring of gold with the sun in it?
Lies. Lies and a grief.
.
Frost on a leaf, the immaculate
Cauldron, talking and crackling
.
All to itself on top of each
Of nine black Alps.
.
A disturbance in mirrors,
The sea shattering its grey one–
.
Love, love, my season.

.

Poesie 1

Thom Gunn

.

In de Morvan (Frankrijk) kocht ik in een kringloopwinkel een deel van de in serie uitgegeven pocketbundels ‘Poesie’, in dit geval Nummer 69-70 uit 1979 met de titel ‘La nouvelle Poesie Anglaise’. Het feit dat in dit deel Engelse dichters met Engelse gedichten staan heeft me doen besluiten het bundeltje te kopen. Helaas is mijn Frans dermate slecht dat ik Franse poëzie niet kan lezen, maar Engelse wel. In dit bundeltje gedichten van Seamus Heaney, Adrian Henri, Ted Huges, Philip Larkin, Sylvia Plath en Thom Gunn.

De laatste dichter kende ik wel van naam maar niet van werk en omdat de gedichten (ook) in het Engels zijn opgenomen kocht ik dit bundeltje en ik werd niet teleurgesteld. Het gedicht ‘Courage, a tale’ dat oorspronkelijk verscheen in ‘Jack Straw’s Castle’ uit 1976, bracht meteen een glimlach op mijn gezicht. Reden genoeg dit gedicht hier met jullie te delen.

Thom Gunn (1929 – 2004) was een Engelse dichter die werd geprezen om zijn vroege verzen in Engeland, waar hij werd geassocieerd met The Movement (waartoe ook Philip Larkin behoorde), en zijn latere poëzie in Amerika, zelfs nadat hij naar een lossere, vrij-vers stijl overstapte. Nadat hij van Engeland naar San Francisco was verhuisd, schreef Gunn over homogerelateerde onderwerpen, met name in zijn beroemdste werk, ‘The Man With Night Sweats’ uit 1992, evenals over drugsgebruik, seks en zijn bohemien levensstijl. Hij won grote literaire prijzen; zijn beste gedichten zouden een compacte filosofische elegantie hebben. Of dat ook opgaat voor ‘Courage, a tale’ laat ik aan de lezer over.

.

Courage, a tale

.

There was a Child

who heard from another Child

that if you masturbate 100 times it kills you.

.

This gave him pause;

he certainly slowed down quite a bit

and also kept count.

.

But, till number 80,

was relatively loose about it.

There did seem plenty of time left.

.

The next 18

were reserved for celebrations,

like the banquet room in a hotel.

.

The 99th time

was simply unavoidable.

.

Weeks passsed.

.

And then he thought

Fuck it

it’s worth dying for,

.

and half an hour later

the score rose from 99 to 105.

.

.

Staying alive

Raymond Carver

.

Wanneer je een dikke poëziebundel  koopt met de titel ‘Staying alive’ dan kan het nog alle kanten opgaan. Als zo’n bundel een ondertitel heeft ‘real poema’s for unreal times’ dan zegt dat nog niet zoveel. Maar dan staat er op de achterflap een uitleg bij deze titel: ” Staying alive is een internationale bloemlezing van levensbevestigende gedichten geïnspireerd door het geloof in de mens en het spirituele in een tijd waarin veel in de wereld onwerkelijk, onmenselijk en hol voelt. Dit zijn gedichten met een grote persoonlijke kracht die onze inspiratie verbindt met onze menselijkheid, ons helpen om ons staande te houden in het leven en trouw te blijven aan onszelf”. 

Eerlijk gezegd zegt dit me nog steeds niet veel maar de bundel begint met citaten van Franz Kafka en Emily Dickinson over poëzie. Emily Dickinson zegt bijvoorbeeld: “If I read a book and it makes my whole body so cold no fire ever can warm me I know that is poetry. If I feel physically as if the top of my head were taken off, I know that is poetry.”

Wanneer ik dan naar de inhoud kijk en de dichters die zijn opgenomen in deze bloemlezing uit 2002, samengesteld door Neil Astley, dan word ik al enthousiaster: Robert Frost, Sylvia Plath, Stevie Smith, John Berryman, E.E. Cummings, Robert Frost, Ezra Pound, Anne Sexton en Adrienne Rich, ruim 460 pagina’s van redelijk bekende tot heel bekende dichters.

Al lezend bleef ik hangen bij een gedicht van Raymond Carver getiteld ‘Happiness’ oorspronkelijk uit ‘All of us’ uit 1996. Het gedicht gaat over hoe eenvoudig een gevoel van geluk kan worden gevonden in de meest eenvoudige dingen om ons heen. Op https://www.aresearchguide.com/happiness.html staat een nadere analyse van dit gedicht.

Raymond Clevie Carver, Jr. (1938 – 1988) was een Amerikaans schrijver en dichter. Hij werd vooral bekend door zijn puntige, schijnbaar laconiek geschreven korte verhalen. Het grootste deel van zijn leven kampte hij met ernstige alcolholproblemen en zat hij financieel volledig aan de grond. Maar op zijn veertigste slaagde hij erin zijn leven op orde te krijgen. Hij schrijft vooral over relaties die stuklopen, de uitzichtloosheid van het leven en het vergetelheid zoeken in de drank. Carver wordt tegenwoordig beschouwd als een van de grootste Amerikaans auteurs van de 20ste eeuw en de belangrijkste kracht achter de heropleving van de Amerikaanse short story. De stijl van Raymond Carver wordt ook wel literair minimalisme genoemd.

.

Happiness

.

So early it’s still almost dark out.
I’m near the window with coffee,
and the usual early morning stuff
that passes for thought.

.

When I see the boy and his friend
walking up the road
to deliver the newspaper.

.

They wear caps and sweaters,
and one boy has a bag over his shoulder.
They are so happy
they aren’t saying anything, these boys.

.

I think if they could, they would take
each other’s arm.
It’s early in the morning,
and they are doing this thing together.

.

They come on, slowly.
The sky is taking on light,
though the moon still hangs pale over the water.

.

Such beauty that for a minute
death and ambition, even love,
doesn’t enter into this.

.

Happiness. It comes on
unexpectedly. And goes beyond, really,
any early morning talk about it.

.

 

Poëzie als therapie

Perie J. Longo

.

Op de website https://www.huffpost.com las ik een bijzonder aardig artikel van John Lundberg over poëzietherapie. Dit artikel sluit heel mooi aan bij de blogpost die ik op 1 oktober schreef https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/10/01/anti-stress-poezie/ . Omdat ik het artikel in zijn geheel te interessant vond om er een korte samenvatting van te geven heb ik hieronder de vertaling van dit artikel gezet.

 

Kan poëzie genezen?

Ik ken een paar dichters waarvan ik denk dat ze wat therapie zouden kunnen gebruiken (inclusief ikzelf), maar tot voor kort had ik deze kunstvorm nooit als een serieus therapeutisch hulpmiddel beschouwd. Sommige therapeuten blijken poëzie zeer effectief te vinden bij het helpen van patiënten om geestesziekten het hoofd te bieden en te overwinnen. In een artikel voor het Psychiatric Centres Information Network instrueert geregistreerd poëzietherapeut Perie J. Longo ons dat ‘het woord therapie tenslotte afkomstig is van het Griekse woord therapeia, wat betekent: verpleegkunde of genezing door dans, lied, gedicht en drama.’ Ik had geen idee. Er zijn een paar basale, geaccepteerde methoden voor poëzietherapie.

In één groepsmethode selecteert de therapeut een gedicht dat een probleem belicht waar de patiëntengroep mee te maken heeft en dat kan helpen een dialoog over het onderwerp te openen. Door bijvoorbeeld Emily Dickinson te lezen, kunnen patiënten zich realiseren dat eenzaamheid niet uniek is. Het lezen van Roethke’s “The Waking” zou kunnen dienen om een ​​discussie te richten op het stap voor stap nemen van het leven. Natuurlijk moet dit zorgvuldig worden beheerd: gedichten betekenen verschillende dingen voor verschillende mensen, en een gedicht dat de ene patiënt verheft, kan de andere depressief maken.

Een tweede methode van therapie roept patiënten op om hun eigen gedichten te schrijven. Longo organiseert poëzieworkshops voor patiënten die veel lijken op workshops in de academische wereld. Wanneer het gedicht van een patiënt ter discussie komt, lezen een paar mensen het om de ritmes en de muziek te laten bezinken, waarna de groep het stilzwijgend in overweging neemt totdat iemand een vraag of mening hierover heeft. Natuurlijk worden gedichten in poëzietherapie niet bekeken vanwege hun waarde als kunst, maar als een venster naar de psychologie van de dichter en, bij uitbreiding, als een middel om te genezen. Volgens Longo zijn er twee belangrijke facetten aan dergelijke genezing: het definiëren van, en helpen verbindingen te leggen tussen,  jezelf en anderen.

Als je ooit een gedicht hebt geschreven, weet je dat het schrijven van een gedicht dat eerste facet zeker kan bereiken. Elk gedicht dat ik heb geschreven, heeft me in elk geval een gevoel gegeven dat ik mezelf definieerde. Voor een patiënt met een psychische aandoening kan deze handeling van bijzonder belang zijn. Longo vroeg een patiënt eens hoe het voelde om een ​​gepubliceerde kopie van een gedicht dat hij had geschreven vast te houden. De man antwoordde eenvoudig: “Ik voel me eindelijk iemand.” Wat betreft de connectie met anderen, citeert Longo de dichter Stephen Dobyns, uit zijn boek Best Words, Best Order: Essays on Poetry, waarin Dobyns schreef: “Ik geloof dat een gedicht een venster is dat hangt tussen twee of meer mensen die anders wonen in verduisterde kamers. “Longo beschreef een workshop waarin op raadselachtige manier verbinding werd gemaakt: Vaak neem ik een zin uit een gedicht en herhaal het voor elk groepslid om hun gedachten mondeling in te vullen, voordat ze hun eigen gedicht schrijven.

Op een dag begon ik met zo’n zin: “Ik heb het recht.” Terwijl we in de woonkamer rondgingen, werden de meest ontroerende lijnen gesproken: ik heb het recht om midden in de nacht een kopje melk te krijgen; Ik heb het recht om te ademen; Ik heb het recht om mijn gitaar te spelen; Ik heb het recht om mijn haar te kammen, enzovoorts. Plots zei een jonge man die suïcidaal was: “Ik heb het recht om een ​​pistool te krijgen om mezelf neer te schieten.” Een vrouw, die heel stil in zichzelf had gezeten elke keer dat ze naar de groep kwam, wat niet vaak was, sprak zich uit. Zich tot hem wendend, zei zij zacht maar krachtig: “En ik heb het recht het van u af te nemen.” Op dat moment was de stilte verbluffend.

Longo spreekt ook een derde potentieel voordeel van het schrijven van poëzie: dat het schrijven van een gedicht kan helpen om de emoties over een complexe kwestie op te helderen. Vorm speelt hier een sleutelrol omdat het vereist dat je je gedachten in een structuur manipuleert – ik heb af en toe het gevoel dat ik bij het schrijven van een gedicht chaotische ideeën tot een soort stilte heb gedwongen. Longo noemt een radicale formele techniek: ‘een vak in het midden van de pagina tekenen en woorden beperken tot die ruimte. Emoties zullen op deze manier geen opschudding verwekken, maar worden beschermd in het kader dat natuurlijk is in de volgorde van de poëzie.’ Het is logisch dat poëzie aanzienlijke genezende effecten kan hebben en ik vraag me af of die effecten misschien wat dichters naar de kunst trekken. Ik weetdat er dichters zijn die serieus van mening zijn ​​dat als ze niet regelmatig zouden schrijven, ze gek zouden worden.

En er zijn beroemde voorbeelden – zoals Plath – van degenen die worstelden met hun demonen op de pagina. In sommige gevallen, zou men kunnen beweren, heeft poëzie het erger gemaakt. Experts benadrukken dat poëzie een hulpmiddel is dat, op een verkeerde manier gebruikt, een patiënt pijn kan doen in plaats van genezen. Maar velen denken dat het een aanzienlijk potentieel heeft. In een Time Magazine-artikel over poëzietherapie gaf Yale-psychiater Albert Rothenberg aan dat ‘poëzie op zichzelf niet geneest’, maar hij merkte het voordeel op van de unieke focus op verbalisatie, die volgens hem ‘de levensader van psychotherapie’ is.

.

Het gedicht dat wordt aangehaald in de tweede alinea van dit artikel is ‘The waking’ van Theodere Roetkhe (1908 – 1963). Dit is het titelgedicht in de villanelle vorm uit zijn bundel ‘The waking’ waarvoor hij in 1953 de Pulitzerprijs kreeg.

.

The waking

.

I wake to sleep, and take my waking slow.
I feel my fate in what I cannot fear.
I learn by going where I have to go.
.
We think by feeling. What is there to know?
I hear my being dance from ear to ear.
I wake to sleep, and take my waking slow.
.
Of those so close beside me, which are you?
God bless the Ground! I shall walk softly there,
And learn by going where I have to go.
.
Light takes the Tree; but who can tell us how?
The lowly worm climbs up a winding stair;
I wake to sleep, and take my waking slow.
.
Great Nature has another thing to do
To you and me; so take the lively air,
And, lovely, learn by going where to go.
.
This shaking keeps me steady. I should know.
What falls away is always. And is near.
I wake to sleep, and take my waking slow.
I learn by going where I have to go.

.

Sylvia Plath

Koeriers

.

Over Sylvia Plath (1932 – 1963) schreef ik al enkele malen. Maar toen ik de bundel ‘Ariel’ (oorspronkelijk uit 1965 maar in mijn geval in vertaling door Anneke Brassinga uit 1980) weer eens in handen nam en herlas wist ik dat ik uit de bijzondere bundel nog een gedicht wilde delen. Het betreft hier het gedicht ‘Koeriers’ of ‘The Couriers’ zoals het in het Engels luidt.

.

Koeriers

.

Het woord van een slak op het bord van een blad?

Het is niet van mij. Neem het niet aan.

.

Azijnzuur in een verzegeld blik?

Neem het niet aan. Het is niet puur.

.

Een ring van goud, en daarin de zon?

Leugens. Leugens en droefenis.

.

Rijp op een blad, de smetteloze

Heksenketel, zwetsend en knetterend

.

In zichzelf, op elke top

Van negen zwarte alpen.

.

Beroering in spiegels,

De zee die de zijne, zo grijs, verbrijzelt –

.

Liefde, liefde, mijn seizoen.

.

The Couriers

.

The word of a snail on the plate of a leaf?
It is not mine. Do not accept it.

Acetic acid in a sealed tin?
Do not accept it. It is not genuine.

A ring of gold with the sun in it?
Lies. Lies and a grief.

Frost on a leaf, the immaculate
Cauldron, talking and crackling

All to itself on the top of each
of nine black Alps.

A disturbance in mirrors,
the sea shattering its grey one-

Love, love, my season.

.

Kamala Das

Indiase vrouwelijke dichters

.

In 2016 verscheen op ‘The better India’ een lijstje van de 8 beste vrouwelijke dichters die India heeft voortgebracht. Zeven van hen werden in de 20ste eeuw geboren en 1 van hen in de 16e eeuw. Bovenaan het lijstje staat Kamala Surayya of Madhavi Das of Kamala Das, zoals ze bekend is geworden door haar Engelstalige poëzie.  Kamala Das werd in 1934 geboren in Punnayurkulam in Kerala en overleed in 2009. Ze werd bewonderd voor haar gedurfde en eerlijke behandeling van de seksualiteit van vrouwen in een tijd waarin maar heel weinig vrouwen de moed hadden om erover te praten. Twee van haar poëziebundels zijn ‘Summer in Calcutta’ en ‘The Descendants’. Haar populariteit in Kerala is voornamelijk gebaseerd op haar korte verhalen en autobiografie, terwijl haar oeuvre in het Engels bekend staat om de vurige gedichten en expliciete autobiografie.

Haar eerste dichtbundel, ‘Summer In Calcutta’, was een verademing in de Indiase Engelse poëzie. Ze schreef vooral over liefde, het verraad en de daaruit voortvloeiende angst. Das verliet de zekerheden die werden geboden door een archaïsch, en enigszins steriel, estheticisme voor een onafhankelijkheid van lichaam en geest in een tijd waarin Indiase dichters nog steeds werden geregeerd door ‘negentiende-eeuwse dictie, sentiment en geromantiseerde liefde’. Haar tweede dichtbundel ‘The Descendants’ was nog explicieter. Zoals in het gedicht ‘The looking Glass’:

Gift him what makes you woman, the scent of
Long hair, the musk of sweat between the breasts,
The warm shock of menstrual blood, and all your
Endless female hungers …

Door haar directheid werd ze vergeleken met Marguerite Duras en Sylvia Plath. Tijdens haar leven kreeg Das (die op 65 jarige leeftijd moslim werd toen ze een relatie kreeg met wetenschapper Sadiq Ali en toen de naam Kamala Surayya aannam) verschillende literaire prijzen waaronder The Asian Poetry Prize (1998) The Asian World Prize (2000) en de Kent Award for English Writing from Asian Countries (1999). Uit haar eerste poëziebundel ‘Summer in Calcutta’ uit 1965 het gedicht ‘Words’

.

Words

.

All round me are words, and words and words,
They grow on me like leaves, they never
Seem to stop their slow growing
From within… But I tell my self, words
Are a nuisance, beware of them, they
Can be so many things, a
Chasm where running feet must pause, to
Look, a sea with paralyzing waves,
A blast of burning air or,
A knife most willing to cut your best
Friend’s throat… Words are a nuisance, but.
They grow on me like leaves ona tree,
They never seem to stop their coming,
From a silence, somewhere deep within…

.

Sylvia Plath

The fearful

.

Na de roman ‘Je zegt het’ van Connie Palmen uitgelezen te hebben had ik een sterke aandrang poëzie van de twee hoofdpersonen te lezen: Ted Hughes en Sylvia Plath. Van Ted Hughes heb ik pasgeleden nog een gedicht geplaatst en nu is het de beurt aan Sylvia Plath. In haar poëzie lees ik nu verschillende aspecten terug van haar leven dat door Palmen zo beeldend is verwoord in haar roman. En toen ik het gedicht ‘The Fearful’ las, wist ik dat dit gedicht over Assia Wevill ging, de vrouw met wie hij een affaire had tijdens het huwelijk met Sylvia Plath en met wie hij, later zou trouwen. Voor wie het boek gelezen heeft ongetwijfeld een gedicht ter herkenning, voor wie dit niet heeft, een mooi persoonlijk gedicht met een vileine inhoud.

.

The Fearful

.

This man makes a pseudonym
And crawls behind it like a worm.This woman on the telephone
Says she is a man, not a woman.

The mask increases, eats the worm,
Stripes for mouth and eyes and nose,

The voice of the woman hollows—-
More and more like a dead one,

Worms in the glottal stops.
She hates

The thought of a baby—-
Stealer of cells, stealer of beauty—-

She would rather be dead than fat,
Dead and perfect, like Nefertit,

Hearing the fierce mask magnify
The silver limbo of each eye

Where the child can never swim,
Where there is only him and him.

.

Liederen van de blauwkraanvogel

Antjie Krog

.

Antjie Krog (1952) debuteerde op haar achttiende met de dichtbundel ‘Dogter van Jefta’. Inmiddels is ze één van de belangrijkste dichters van Zuid-Afrika. Haar poëzie is persoonlijk, zintuiglijk en sterk geëngageerd. Thema’s die in het werk van Krog aan de orde komen zijn het moederschap en het ouder worden, de diepe verbondenheid en de worsteling met de ongelijkheid en het racisme in haar land. Ze neemt daarbij geen blad voor de mond. Haar stem is afwisselend woedend, kwetsbaar, hoopvol en radeloos. Haar werk is veelvuldig bekroond, onder ander met de prestigieuze Herzog-prijs, en Krogs dichterschap wordt vergeleken met dat van Sylvia Plath en Wislawa Szymborska.

In 2003 verscheen bij Uitgeverij Podium/Novib de bundel ‘Liederen van de blauwkraanvogel’ uit. In deze bundel koos Krog uit een enorm archief van de Engelsman Wilhelm Bleek. Deze verzamelde transcripties, poëzie en vertellingen van de Kaapse Bosjesmannen of Khoisan. Deze spraken een taal, het |Xam, waarvan de laatste spreker inmiddels is overleden (waarmee het |Xam een dode taal werd).

Krog las en vertaalde deze gedichten naar het Afrikaans en Robert Dorsman verzorgde de Nederlandse vertaling. Voor het goed verstaan van dit volk en hoe men leefde moet je de hele bundel lezen maar ik koos voor een gedicht getiteld ‘Het doden van een witte springbok’ of zoals de Afrikaanse titel is ‘Die doodmaak van ’n wit springbok’.

.

Het doden van een witte springbok

.

(|Han#Kass’o heeft dit van de vader van zijn moeder gehoord)

.

je maakt een witte springbok niet dood

je mag er alleen maar naar kijken

want het voelt alsof de springbok helemaal wil verdwijnen

een gewone springbok zal nooit naar de plaats komen

waar een witte springbok dood heeft gelegen

alle springbokken maken juist dat ze uit de buurt komen

laat daarom je boog zakken

daarom kijk je alleen maar naar een springbok die wit is

ook al is hij nog zo dichtbij

.

Met dank aan uitgeverijpodium.nl
%d bloggers liken dit: