Site-archief

Schuldbekentenis

Jotie T’Hooft

.

Vandaag heb ik de bundel ‘Verzamelde gedichten’ van Jotie T’Hooft uit 1981 uit mijn kast genomen. Johan Geerard Adriaan T’Hooft (1956-1977) was een Vlaams dichter en schrijver.  De belangrijkste thema’s in zijn te korte leven waren: druggebruik, dood en zelfmoord, erotiek en seks, kortom die dingen die voor hem een vluchtweg betekenden voor de vervreemding en de desoriëntatie die zijn leven beheersten. In die zin kan men hem ook beschouwen als een neoromantisch dichter. Hij werd ook wel de ‘Rimbaud van de Vlaamse poëzie’ genoemd.

T’Hooft was enig kind  Al heel snel bleek hij een gevoelig jongetje en hij raakte gefascineerd door taal en de dood. Aanvankelijk een voorbeeldige jongen met uitstekende schoolrapporten, deden er zich op de middelbare school ernstige aanpassingsproblemen voor:  door zijn zwakke resultaten, opstandige karakter en zijn onhandelbaar gedrag, werd hij van verschillende scholen gestuurd. Zijn vader was bibliothecaris, en mede daardoor  begon hij al vroeg met het lezen van auteurs als Franz Kafka en Hermann Hesse.  Poëzie en muziek (David Bowie, Nico, Frank Zappa, Lou Reed) en drugs markeerden zijn vluchtwegen, op zijn veertiende was hij al verslaafd.

Uiteindelijk zou zijn drugsverslaving hem teveel worden. Nadat zijn vrouw en grote geliefde Ingrid Weverbergh hem verliet na ernstig door hem mishandeld te zijn (door zijn drugsverslaving veranderde het goedaardige karakter van T’Hooft) diende hij zichzelf een overdosis cocaïne toe waarna hij overleed. Na tweemaal eerder een poging tot zelfmoord te hebben ondernomen was deze poging geslaagd. Hij liet 12 afscheidsgedichten voor Ingrid achter met toestemming deze te laten publiceren. Een van die gedichten, de eerste uit dit deel van de ´Verzamelde gedichten´ is getiteld ´Schuldbekentenis´.

.

Schuldbekentenis

.

Ja, ik geef het toe, ik beken het openlijk:
mijn lichaam was altijd een toren zonder uitkijk.
Ik heb hem steen voor steen in folianten gepend
ik heb mij geplooid naar de tijd en de trend.
.
De stenen die ik uit de wand verwijderd heb
zijn de woorden waar ik dit gedicht mee schep:
ik kijk naar de wereld waarin gij woont
en al zie ik onscherp en ben ik vreselijk stoned
.
er is iets dat mij niet ontgaan kan
mijn toren is gebouwd in mijn eigen toren.
Ik weerhield mijn lijf niet in de groei tot man
maar ik zaag geduldig aan de pijlers die mij schoren.
.
Het lijkt niet erg duidelijk misschien
mijn keel snoert dicht en mijn tong heb ik gebroken
toen ik spreken leerde. Ik heb niemand ontzien.
Ik ben wereld, in mij is onstuitbaar de doodsbloem
.
ontloken.

.

Staying alive

Raymond Carver

.

Wanneer je een dikke poëziebundel  koopt met de titel ‘Staying alive’ dan kan het nog alle kanten opgaan. Als zo’n bundel een ondertitel heeft ‘real poema’s for unreal times’ dan zegt dat nog niet zoveel. Maar dan staat er op de achterflap een uitleg bij deze titel: ” Staying alive is een internationale bloemlezing van levensbevestigende gedichten geïnspireerd door het geloof in de mens en het spirituele in een tijd waarin veel in de wereld onwerkelijk, onmenselijk en hol voelt. Dit zijn gedichten met een grote persoonlijke kracht die onze inspiratie verbindt met onze menselijkheid, ons helpen om ons staande te houden in het leven en trouw te blijven aan onszelf”. 

Eerlijk gezegd zegt dit me nog steeds niet veel maar de bundel begint met citaten van Franz Kafka en Emily Dickinson over poëzie. Emily Dickinson zegt bijvoorbeeld: “If I read a book and it makes my whole body so cold no fire ever can warm me I know that is poetry. If I feel physically as if the top of my head were taken off, I know that is poetry.”

Wanneer ik dan naar de inhoud kijk en de dichters die zijn opgenomen in deze bloemlezing uit 2002, samengesteld door Neil Astley, dan word ik al enthousiaster: Robert Frost, Sylvia Plath, Stevie Smith, John Berryman, E.E. Cummings, Robert Frost, Ezra Pound, Anne Sexton en Adrienne Rich, ruim 460 pagina’s van redelijk bekende tot heel bekende dichters.

Al lezend bleef ik hangen bij een gedicht van Raymond Carver getiteld ‘Happiness’ oorspronkelijk uit ‘All of us’ uit 1996. Het gedicht gaat over hoe eenvoudig een gevoel van geluk kan worden gevonden in de meest eenvoudige dingen om ons heen. Op https://www.aresearchguide.com/happiness.html staat een nadere analyse van dit gedicht.

Raymond Clevie Carver, Jr. (1938 – 1988) was een Amerikaans schrijver en dichter. Hij werd vooral bekend door zijn puntige, schijnbaar laconiek geschreven korte verhalen. Het grootste deel van zijn leven kampte hij met ernstige alcolholproblemen en zat hij financieel volledig aan de grond. Maar op zijn veertigste slaagde hij erin zijn leven op orde te krijgen. Hij schrijft vooral over relaties die stuklopen, de uitzichtloosheid van het leven en het vergetelheid zoeken in de drank. Carver wordt tegenwoordig beschouwd als een van de grootste Amerikaans auteurs van de 20ste eeuw en de belangrijkste kracht achter de heropleving van de Amerikaanse short story. De stijl van Raymond Carver wordt ook wel literair minimalisme genoemd.

.

Happiness

.

So early it’s still almost dark out.
I’m near the window with coffee,
and the usual early morning stuff
that passes for thought.

.

When I see the boy and his friend
walking up the road
to deliver the newspaper.

.

They wear caps and sweaters,
and one boy has a bag over his shoulder.
They are so happy
they aren’t saying anything, these boys.

.

I think if they could, they would take
each other’s arm.
It’s early in the morning,
and they are doing this thing together.

.

They come on, slowly.
The sky is taking on light,
though the moon still hangs pale over the water.

.

Such beauty that for a minute
death and ambition, even love,
doesn’t enter into this.

.

Happiness. It comes on
unexpectedly. And goes beyond, really,
any early morning talk about it.

.

 

Het verlorene zal ik zoeken

Thomas Graftdijk

.

Thomas Graftdijk (1949 – 1992) was medeoprichter van het tijdschrift Soma en in 1974 van De Revisor. hij trad op als vertaler van het werk van Elias Canetti, Hermann Hesse en Rainer Maria Rilke. Postuum verschenen van hem nog vertalingen van het werk van Friedrich Nietzsche, Sigmund Freud, Thomas Mann en Franz Kafka. Daarnaast was hij dichter maar als zodanig is hij wat in de vergetelheid geraakt.

Hij publiceerde drie dichtbundels ‘Lachend op de achterste rij’ in 1970, ‘Treurarbeid’ in 1977 en ‘Positieve helden’ in 1980. Werk van Graftdijk werd gepubliceerd in onder andere Maatstaf, De Revisor, Raster en De Gids. Uit Raster 26 uit 1983 het gedicht ‘Het verlorene zal ik zoeken’.

.

Het verlorene zal ik zoeken

.

Het verlorene zal ik zoeken

in dit nevel-leven dat ik veins met zwak belichaamd zelf

in de vermoeide natuur, die ik ophef met mijn zachte

erts

.

Het verlorene zal ik zoeken

in het hoofd met jaarringen om de koeieogen

dat ik vrees in de donkere spiegels van mijn bankroet

.

Valsemunter, reeds bevroedend het verdwenene in de

toekomst

reeds in tijdnood redde ik het vuil dat eenzaam brandt

en gaf niet op de wil een weerlicht in de nacht te

scheppen, terwijl ik op mijn arrestatie wachtte

.

Kindse boer die van de bossen en de wolven

droomde, vrijend om de zuiverheid

ondanks het nut dat ik in honderd bevlekkingen

wou telen, voltrokken aan de mannequins van mijn

begeerte

Ondanks hun deeg dat goed was om mijn kiespijn te

verzachten

hun knutselen dat ik als kunst verstond:

illusies te proberen het vergeefse

te betrappen het verzuimde, te horen langverstomde

ruzies

in het geritsel van de telefoon (haarscheurtjes

in de samenzwering tegen mijn persoon)

te dulden de paniek, naakt en onherstelbaar

van mijn voldongen zoon

.

Ziehier mijn zaligheid: in nooddruft het verlorene

te vinden, te vullen het gemis van groot wit ding

mijn schulden uit verboden bron te voldoen

(de bloedpis van een vis, uitmiddelpuntig

zwemmend om een eiland van ellende)

en me te verzoenen met de legende

.

Dat mijn vorst zal komen op een dag

.

O wereldwijze, in solovlucht galopperend

op de valwind

van bevrijdende herinneringen.

.

2015-10-11-15-31-42

Rainer Maria Rilke in Praag

Praag 2013

.

Twee weken geleden was ik in Praag en daar viel met de grote hoeveelheid bustes en platen aan gevels op. Vrijwel elke bekende Tsjech heeft daar een herdenkingsplaat. Of het nu gaat om een huis waar je gewoond hebt ( Franz Kafka) waar je overleden bent of waar je geboren bent, er hangt een aandenken. Zou het stadsgezicht in Nederland ook behoorlijk wat interessanter maken denk ik. Nu wordt dit natuurlijk hier ook wel gedaan, alleen in Den Haag weet ik vele voorbeelden. Maar toch. En dan graag in het Nederlands en Engels een uitleg (voor de toeristen, weten zij gelijk ook dat we trots zijn op onze literaire helden.

Hieronder het borstbeeld van Rainer Maria Rilke aan het gebouw waar hij 4 jaar naar de Volksschule ging  in Praag.

.

foto (24)

 

%d bloggers liken dit: