Site-archief

Jonge dode mol

J. Bernlef

.

Met Pasen maakte ik een wandeling door een voormalig afgraafgebied van veen dat nu een natuurgebied is geworden. Aan de randen van dit gebied in een grasweiland zoals een grasweiland zou moeten zijn, met paardenbloemen en klaver en allerlei soorten gras in verschillende hoogtes (dus niet zo’n mono-cultuurweiland zoals de meeste weilanden van boeren in Nederland) waren allemaal molshopen. Bij een van die molshopen lag een dode mol. Het deed me denken aan een gedicht dat ik ooit las van J. Bernlef (1937-2012) over een dode mol.

Dat gedicht ‘Jonge dode mol’ heb ik terug kunnen vinden in de bundel ‘Gedichten 1970-1980’ uit 1988.  Oorspronkelijk verschenen in de bundel ‘Brits’ van Bernlef uit 1974.

.

Jonge dode mol 

.

Nog nooit had ik zo iets

gezien, zo innig in

zijn dood besloten

op een kinderhand

.

De graafpoten langszij

gestrekt tot in het kleinste

kootje als sierleeuwtjes

verfijnd verstard

de blinden stijf gesloten

.

Ondoorgrondelijk zwart

zaad dat zij snel met

smalle vingers teruglegt

niet begraaft

.

‘want zie je, zij eten aarde

maar deze had geen trek

kijk maar hoe schoon zijn handen nog

hoe dun en dicht zijn bek’.

.

Lunchpauzegedichten

Jan Arends

.

Dichter Jan Arends (1925-1974) was ook schrijver en vertaler. Hij heeft een klein oeuvre van verhalen en gedichten nagelaten. Het werk van Jan Arends bevat veel autobiografische elementen en geeft een kritische visie op de Nederlandse maatschappij vanuit een persoonlijk perspectief. Zijn leven (bijvoorbeeld ervaringen met strenge vorst in de hongerwinter van 1944) en zijn literaire werk zijn sterk met elkaar vervlochten. Arends had een zeer complexe en moeilijke jeugd. Op later leeftijd verbleef hij geregeld in psychiatrische inrichtingen al gaat het verhaal dat hij ‘minder gek was’ dan dat hij zich voordeed en kwam een opname in een psychiatrisch ziekenhuis hem soms goed uit in een tijd dat de sociale voorzieningen voornamelijk uit verschillende vormen van liefdadigheid bestonden.

In januari 1944 heeft Jan Arends een eerste gedicht in een illegaal krantje gepubliceerd. Vanaf 1949 wordt af en toe een gedicht van hem gepubliceerd in tijdschriften. Uiteindelijk debuteert hij in 1965 bij De Bezige Bij met de bundel ‘Gedichten’. Als schrijver was hij toen al gedebuteerd met een verhaal in Maatstaf in 1955. Zelf hoorde ik voor het eerst van de schrijver Arends in de jaren ’70 nadat hij met zijn verhalenbundel ‘Keefman’ enig succes had.

Op 21 januari 1974, twee dagen voordat zijn gedichtenbundel ‘Lunchpauzegedichten’ verschijnt, pleegt hij zelfmoord door uit het raam van zijn woning op de vijfde etage van een flat in Amsterdam te springen. In deze bundel staan grillige, donkere maar ook wrang-geestige gedichten. Mijn exemplaar is uit 2015 en een elfde druk waaruit maar blijkt dat zijn werk nog altijd wordt gewaardeerd. Uit deze bundel, met een nawoord van Menno Wigman, koos ik het gedicht gericht aan mededichter A. Roland Holst zonder titel.

.

 Voor A. Roland Holst

.

Wat

doet

een man?

.

Hij

geeft de zee

namen.

.

Hij

gaat

naar het strand.

.

Hij

geeft

de zee

een naam.

.

Hij

geeft

zijn taal

aan de zee.

.

Hij

geeft

aan de zee

de mond

van de aarde.

.

Hij

geeft

alle namen

aan de zee.

.

 

Het recht om te doden

Anna Świrszczyńska

.

De Poolse dichter Anna Świrszczyńska (1909-1984) schrijft in haar poëzie over haar ervaringen in de Tweede Wereldoorlog, het moederschap, het vrouwelijke lichaam en sensualiteit, maar ook over mensenrechten en het feminisme. Ze begon haar gedichten in de jaren dertig van de 20e eeuw te publiceren. Tijdens de nazi-bezetting van Polen werd ze lid van de Poolse verzetsbeweging. Ze was militaire verpleegster tijdens de Opstand van Warschau in 1944. In die tijd wachtte ze ooit 60 minuten op haar executie (die niet plaatsvond). Begrijpelijk hadden haar ervaringen en herinneringen aan deze oorlogsjaren grote invloed op haar werk. In 1974 schreef ze de in het Engels vertaalde bundel over deze periode en het lijden dat ze toen meemaakte en zag getiteld ‘Building the Barricade’.

In 2003 verscheen in een vertaling van Karol Lesman bij Plantage de bundel ‘Heb medelijden, tijd’ Poolse poëzie van de twintigste eeuw. In deze bundel is haar gedicht ‘Het recht om te doden’ opgenomen.

.

Het recht om te doden

.

Het vertederende vliegenjong

een uur geleden geboren

warmt zich in de zon

op de hand van mijn kind.

.

Ik heb het doodgeslagen.

.

Mensen zeggen dat vliegen ziektes overbrengen.

Vliegen

zeggen misschien hetzelfde over mensen.

.

Mensen zijn sterker.

.

Poëzieweek aanbieding

MUGzines

.

Iedereen kan mugzines gratis lezen, met Nederlandse en Vlaamse hedendaagse actuele poëzie van gearriveerde dichters en aanstormend talent. Maar er zijn ook de ware liefhebbers die poëzie graag van papier lezen. Voor die kenners hebben we een aanbieding speciaal in de Poëzieweek.

Wanneer je nu donateur wordt ontvang je niet alleen 5 keer een MUGzine op papier via de post, maar als extra krijg je een nummer van de reeds verschenen edities naar keuze én een exemplaar van GUMzine. Donateur ben je al vanaf € 20,- per jaar.

De GUMzine is een leuk hebbedingetje waarin je zelf je dichterlijke vaardigheden en poëtische overpeinzingen in kan noteren, een soort Poesie album 2.0. Dus wacht niet langer en word donateur! Dat doe je door een mailtje te sturen aan mugazines@yahoo.com

Nico Scheepmaker (1930-1990) schreef al over een Poesie album in zijn bundel ‘Hopper’s Holland’ uit 1974 en was toen al verrassend actueel in de tweede strofe.

.

Poesie album

.

Leven is nemen, maar evenveel geven:

geef met je hart en je portomonnee!

Neem ook van alles, maar nooit meer dan twee.

Want leven is leven en láten leven!

.

Ben je een meisje, voel je dan jongen.

Ben je een jongen, voel je dan meid.

Raak allereerst van jezelf doordrongen,

dan raak je jezelf ook minder gauw kwijt.

.

Als je verliefd bent: geef je volkomen!

Zorg dat je lichaam steeds wordt gevoed.

Niemand kan leven alleen van zijn dromen:

vrede is oorlog die is uitgewoed.

.

En ben je verdrietig of eenzaam op aarde,

trek je dan op aan het feit dat je leeft!

Niets op de wereld heeft evenveel waarde

als het leven dat jij aan de mensen geeft.

.

 

Poëzie uit het Koninkrijk

Tsjead Bruinja

.

Op woensdag 23 november vindt er in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag een bijzondere poëziemiddag plaats met voormalig dichter des vaderlands Tsjead Bruinja (1974). Op deze middag, die toegankelijk voor iedereen (aanmelden kan hier, onderaan de pagina) zal Bruinja zijn bundel ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie 101 gedichten uit het koninkrijk van 1945 tot nu’, presenteren. In zijn periode als dichter des vaderlands (2019-2020) deed hij onderzoek (vooral in de collectie van de KB) naar de volle breedte van de poëzie in het Koninkrijk Nederland, dus ook naar poëzie in andere talen en dialecten.

Toen ik hier voor het eerst van hoorde moest ik meteen denken aan de bundel ‘Minnezinne in moerstaal’ van Ria Westerhuis en Delia Bremer uit 2019 waarin de dames 49 dichters (en dus 49 gedichten) verzamelden in vele dialecten en talen, van Utregs, Limburgs, Drents tot plat Haags, Achterhoeks, Deventers, Vlaams, Suid-Afrikaans en Schleswig-Holsteins.

Bruinja gaat alleen weer een stuk verder want hij verzamelde poëzie vanuit alle windstreken maar ook van dichters wier wortels niet in Nederland liggen maar in landen als Irak, Iran, Amerika, Suriname, de Antillen, Aruba, Indonesië etc. Hiermee streeft hij naar een veel inclusiever verhaal over de poëzie in Nederland.

Op de presentatie gaat Arno Kuipers, collectiespecialist van de KB, in gesprek met Tsead Bruinja over zijn speurtochten in de KB en zullen de dichters Nina Werkman, Lamia Makaddam, Frans Budé en Raj Mohan voordragen.

Om alvast in de stemming te komen hier een gedicht van Lamia Makaddam (1971) uit haar bundel ‘Je zult me vinden in elk woord dat ik schrijf’ dat in 2020 verscheen getiteld ‘Kamerplanten’.

.

Kamerplanten

 

Ik koop geen kamerplanten meer.
Ze gaan altijd dood en daar erger ik me aan.
Ik verzorg ze zoals ik een kind zou verzorgen.
Liggen ze er slapjes bij dan geef ik ze een beetje water.
In oorlogstijd verplaats ik ze van hoek naar hoek
en geef ze nog wat water.
Wanneer een blad naar de tuin van de buren dwarrelt
geef ik ze nog meer water.
En wanneer een van de kinderen laat thuiskomt
houd ik de planten onder stromend water.
En een keer liet ik ze een week lang in bad liggen
omdat mijn man ging slapen zonder mij een kus te geven.

.

Het onkruid in onze borst

.

De boom waarin ik de wind dacht te horen waaien
hakte ik omver.
Voor de maan die me liet weten dat het nacht was
sloot ik mijn ogen.
Ik liet de liefde achter op tafel en rende achter de gedichten aan.
Ik verloor mezelf in het leven en betrad een boek zonder titel.
Sinds vanochtend zit ik in een tuin die ik met de hand heb getekend
en spreek ik een man toe die ik gemaakt heb uit tuinafval.
Ik vertelde hem over het leven dat na de dood begint
over het dode onkruid dat wij in onze borst dragen
niet omdat het van goud is, maar omdat wat uit de boom valt
onze doden zijn.
En de takken die breken, dat is onze tijd.

.

 

Marty Feldman

Thoughts While Shaving God’s Face

.

Ik ben in de loop der tijd al heel wat mensen tegen gekomen op het internet waarvan ik niet wist dat ze (ook) dichter waren of gedichten schreven. Acteurs, schrijvers en journalisten maar ook regisseurs en comedians. Op de  website The Famous People werd ik opnieuw verrast door een naam die ik niet kende al dichter; Marty Feldman.

Ik ken Marty Feldman (1934-1982) vooral als acteur met de bolle uitpuilende ogen die speelde in films als Young Frankenstein uit 1974 en Silent Movie uit 1976. Maar Feldman was ook regisseur, deed televisieshows en ook een radioshow. Maar hij schreef dus ook gedichten. Op zoek naar een gedicht kwam ik op een website die helemaal gewijd is aan Marty Feldman

Op deze website is heel veel over zijn leven en werk te vinden, bijvoorbeeld een quote van één van mijn favoriete Engelse comedians Eddie Izzard: ‘Als Monty Python de Han Solo, Luke Skywalker, Prinses Leia, Chewbacca, C-3PO en R2-D2 van de komedie was, was Marty Feldman hun Obi -Wan-Kenobi’. Om maar aan te geven wat de invloed van Feldman was in zijn relatief korte leven.

De gedichten van Feldman zijn kort en grappig met een serieuze ondertoon en in zijn gedichten zit ook veel zelfspot. Zoals in het gedicht ‘Thoughts While Shaving God’s Face’. De naam O.L. Jagger in het gedicht verwijst naar een Amerikaans evangelist

.

Thoughts While Shaving God’s Face

.

God made me in his own Image

And I am sure he was trying to please

For in his own Image he made me

Even O.L. Jagger agrees

.

This morning I looked in my mirror

And I thought as I looked upon God

That, if in his own image he made me

Then God looked remarkably odd

.

Stiftgedichten

Dimitri Antonissen

.

Via een berichtje op Instagram over ‘Drie tips van poëziecurator Michaël Vandebril, werd ik getriggerd om eens te kijken welke (nieuwe) dichters hij tipte. Een van de namen die ik niet kende was die van Dimitri Antonissen (1974) een Belgisch journalist en redacteur. Wat echter interessanter is, is het gegeven dat hij naast zijn werk ook stiftdichter is. Gewapend met een krant en een stift schrapt hij alle woorden tot de poëzie komt blootliggen. Overdag maakt hij -als deel van de hoofdredactie van ‘Het Laatste Nieuws’- de krant. ’s Avonds wist hij met een zwarte stift alle woorden opnieuw uit tot je letterlijk tussen de lijnen kan lezen. Het resultaat zijn verrassende, prikkelende en soms ontroerende gedichten.

In 2010 verscheen zijn debuut ‘Schrap me’ een eerste collectie stiftgedichten en nu in 2022 verschijnt opnieuw een bundel stiftgedichten bij PoëzieCentrum met als titel ‘Stiftgedichten’. In dit nieuwe boek is zijn werk van de voorbije jaren verzameld. Dimitri Antonissen hoopt vooral dat je zelf voortaan alles schrapt. In een handige appendix legt hij uit hoe je aan de slag gaat en je eigen stiftgedicht maakt.

Waarschijnlijk weet je als regelmatige lezer van dit blog dat ik een zwak heb voor stiftgedichten getuige voorbeelden als dezedeze, deze, of deze dus elk nieuw initiatief op dit gebied draag ik een warm hart toe, Hieronder een voorbeeld uit de bundel van Dimitri Antonissen.

.

Praten in bed

Philip Larkin

.

In het Volkskrant magazine van zaterdag staat een uitgebreid interview met dichter Mustafa Stitou (1974) naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwste bundel ‘Waar is het lam?’. In dat interview staan interessante dingen te lezen over Stitou, als mens en als dichter en aan het slot van het stuk staat geschreven dat er een poëziebundel van de Engelse dichter Philip Larkin (1922-1985) ligt, en dat het oog van Stitou die ochtend viel op het gedicht ‘Talking in bed’. Over echtelieden die in bed steeds minder met elkaar praten. Het stuk gaat dan verder met een herinnering van Stitou maar, zoals dat bij mij werkt, ben ik meteen nieuwsgierig naar het gedicht.

Op dat moment vroeg ik me af hoeveel mensen er naar aanleiding van dit stukje op zoek gegaan zijn naar de tekst van het gedicht ‘Talking in bed’. Ik vermoed dat de meeste mensen er over heen lezen, of hoogstens als aanleiding zien voor de herinnering van Stitou.

Maar ik dus niet. Ik ging op zoek en had het gedicht als snel gevonden op de website Allpoetry.com. Het gedicht beschrijft het moment waarop echtelieden in bed niet meer met elkaar praten. Een bijzonder gedicht en alle reden om het hier te delen. Op de bundel van Stitou kom ik binnenkort terug.

.

Talking in bed

.

Talking in bed ought to be easiest,
Lying together there goes back so far,
An emblem of two people being honest.
Yet more and more time passes silently.
Outside, the wind’s incomplete unrest
Builds and disperses clouds in the sky,
And dark towns heap up on the horizon.
None of this cares for us. Nothing shows why
At this unique distance from isolation
It becomes still more difficult to find
Words at once true and kind,
Or not untrue and not unkind.

.

 

Lucebert

Liefde

.

Ik wilde vandaag gewoon een keer een liefdesgedicht plaatsen. Dat werd na enig zoeken het gedicht ‘Liefde’ van Lucebert (1924 – 1994). Lucebert, het pseudoniem van Lubertus Jacobus Swaanswijk, was de voorman van de experimentele dichtersgroep de Vijftigers. Ik nam het gedicht ‘Liefde’ uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1974. .

.

Liefde

. ..

ik droom dus ben ik niet .

.

ik droom dat iemand de deur intrapt

niet voor de grap maar voor een politieke moord .

.

ik droom dat ik niet ben .

.

ik droom dat ik dood ga

niet voor de grap maar voor niets .

.

ik droom dat er een ik is .

.

ik droom dat ik eet en drink

voor de grap maar ook voor jou .

.

Bij de supermarkt

Daniël Billiet

.

De Vlaamse schrijver, leraar, dichter en scenarist Daniel Billiet (1950) stopte met lesgeven op het voortgezet onderwijs om nieuwe technieken te bedenken voor het brengen van poëzie in de klas. Ondertussen is hij voltijds schrijver, omdat “lesgeven zo tijdrovend is en er daar buiten nog een heel grote wereld naar mij ligt te lonken. In 1974 debuteerde hij met de bundel ‘De rib van Magdalena’. Toen hij er later achter kwam dat er nauwelijks poëzie werd geschreven voor jongeren is hij zich vooral daar op gaan toeleggen.

Billiet werkte mee aan poëziepagina’s in verschillende tijdschriften, organiseerde poëziemanifestaties en stelde bloemlezingen samen. Hij is een van de belangrijkste hedendaagse Nederlandstalige jeugddichters. Door zijn verschillende onderwerpen, zijn ritmische beeldende taal en zijn gevoel voor humor wordt Daniël Billiet in Vlaanderen gerekend tot een van de belangrijkste schrijvers van de nieuwe romantiek.

Uit de bundel ‘Waarom het nooit bananen regent’ uit 2020, via de Plint Poëziekalender & meesterwerken uit het Rijksmuseum 2021 het gedicht ‘Bij de supermarkt’.

.

Bij de supermarkt

.

Ze komt uit een ver en onverstaanbaar

hoofddoekenland. In lagen kleren zit ze

en wacht. Ze heeft het druk met al haar

vrienden. Ze eten uit haar gerimpelde hand.

.

Als ik haar vrolijk toelach, knikt ze

zo heftig dat ik bang word

dat haar hoofd er af knakt

de straat op rolt tussen haar vrienden.

.

Ook al guurt de wind soms scherp

de hoek om, de vogels weten het zeker

daar zit ze. Altijd. En wacht.

.

%d bloggers liken dit: