Site-archief

Vakantiegedichten

Mustafa Stitou

.

De komende week heb ik een korte vakantie vandaar dat ik elke dag een vakantiegedicht zal plaatsen zonder al teveel tekst en uitleg. Vandaag nog een laatste wat uitgebreidere blogpost. Over een gedicht van Mustafa Stitou (1974) getiteld ‘Het orakel uit Zalk’.

Klazien uit Zalk was een hoogbejaarde NCRV-coryfee die huismiddeltjes paraat had voor alle denkbare kwalen en situaties. Over dit gedicht zegt Stitou in een interview in De Groene Amsterdammer van 1998: “Het gedicht “Het orakel van Kleusien”  (dat blijkbaar in de uiteindelijke versie toch ‘Zalk’ is geworden) is een bewerking van een column van haar in de Flevopost. Kleusien, dat is Klazien uit Zalk.”

Het gedicht ‘Het orakel uit Zalk’ komt uit de bundel ‘Mijn Vormen & Mijn Gedichten’ uit 2000. Hierin zijn zijn debuutbundel ‘Mijn vormen’ uit 1994 en ‘Mijn gedichten’ uit 1998 samengevoegd.

.

Het orakel van Zalk

.

Hooor de wind
geselt
de grote
note-
boom op het gazon
in huis
zingt de ketel van
de cv
uit volle borst
mee

Zie
de wind snijdt
de kopjes
van bolgewasjes af
de geschubde kattepelzen vertellen
die wind houdt aaan

Strooi beschermend materiaal!
Dicht buitenhokken!
Bescherm dieren de kousenvoeten
– iets slaolie –
zorg voor drinkwater en
met een scheutje melk erin bevriest het ietsmindergauw!

Denk ook aan
eenzame
eenzame mensen.

.

Praten in bed

Philip Larkin

.

In het Volkskrant magazine van zaterdag staat een uitgebreid interview met dichter Mustafa Stitou (1974) naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwste bundel ‘Waar is het lam?’. In dat interview staan interessante dingen te lezen over Stitou, als mens en als dichter en aan het slot van het stuk staat geschreven dat er een poëziebundel van de Engelse dichter Philip Larkin (1922-1985) ligt, en dat het oog van Stitou die ochtend viel op het gedicht ‘Talking in bed’. Over echtelieden die in bed steeds minder met elkaar praten. Het stuk gaat dan verder met een herinnering van Stitou maar, zoals dat bij mij werkt, ben ik meteen nieuwsgierig naar het gedicht.

Op dat moment vroeg ik me af hoeveel mensen er naar aanleiding van dit stukje op zoek gegaan zijn naar de tekst van het gedicht ‘Talking in bed’. Ik vermoed dat de meeste mensen er over heen lezen, of hoogstens als aanleiding zien voor de herinnering van Stitou.

Maar ik dus niet. Ik ging op zoek en had het gedicht als snel gevonden op de website Allpoetry.com. Het gedicht beschrijft het moment waarop echtelieden in bed niet meer met elkaar praten. Een bijzonder gedicht en alle reden om het hier te delen. Op de bundel van Stitou kom ik binnenkort terug.

.

Talking in bed

.

Talking in bed ought to be easiest,
Lying together there goes back so far,
An emblem of two people being honest.
Yet more and more time passes silently.
Outside, the wind’s incomplete unrest
Builds and disperses clouds in the sky,
And dark towns heap up on the horizon.
None of this cares for us. Nothing shows why
At this unique distance from isolation
It becomes still more difficult to find
Words at once true and kind,
Or not untrue and not unkind.

.

 

Doe wat je ’t liefste doet

Het beste van poëzie in het park

.

Poëzie laat zich zeer goed genieten in de buitenlucht. In een tuin of een park, op een landgoed of in het bos, de omgeving draagt dan bij aan de beleving. Van april 2008 tot en met april 2009 was Amsterdam Wereldboekenstad. Binnen die context werden stadsdeelparken omgetoverd tot bloemrijke poëzieparken. Bewoners uit de verschillende stadsdelen leverden eigen dichtregels aan als inspiratiebron voor dichters, het publiek werd aan het schrijven gezet en er werden workshops georganiseerd voor bewoners in de parken. Ook werd er een interactieve poëzietentoonstelling in het Vondelpark georganiseerd.

Initiatief en organisatie waren in handen van Xsaga, en vele organisaties werkten mee aan dit jaarproject waaronder de Openbare Bibliotheek, de School der Poëzie, Kunstenaars & Co en vele culturele instellingen in de stadsdelen.

Mick Witteveen, Jacques Brooijmans en Jos van Hest stelden een bundel samen met de gedichten en foto’s van dit bijzondere project die werd gepubliceerd in 2009. Mustafa Stitou, destijds stadsdichter van Amsterdam, verzorgde het voorwoord.

Uit de vele gedichten van rijpe en groene dichters koos ik uiteindelijk een gedicht van de Westlandse Amsterdammer of Amsterdamse Westlander Jos Zuijderwijk, die op 3 januari 2015 onverwacht kwam te overlijden, getiteld ‘Houdt nooit op’. De inspiratiebron voor dit gedicht, zo lees ik in de bundel, was een dichtregel van Sonja Machielsen ‘Zie de twinkeling van je ogen weerspiegelen in het wateroppervlak’.

.

Houdt nooit op

.

Denkend aan molens bij sloten
waarop recht toe recht aan
tussen twee punten in lage landen
gevaarten steeds heen en weer gaan
soms om op zandbanken te stranden
verbreed ik mijn perspectief
om uit de hoogst wondere
wereld van waterwerken
teer gevoelig te verbijzonderen

Tot de vorst onder de Molen van Sloten
de Ringvaart doet kraken en snerpen
de witte wieken onder zuchtjes draaien
wij op glad ijs al van puur geluk kraaien
samen één te worden bij dat ene open wak

Schat dit houdt nooit op ik heb je lief
en zie de twinkeling van je ogen
weerspiegelen in het wateroppervlak
verwaten in tranen die nooit drogen
en wacht als steeds trots en onverdroten

.

Koppig

Mustafa Stitou

.

Stitou (1974) werd geboren in Marokko en groeide op in Lelystad. Hij studeerde geschiedenis en filosofie. Dankzij Remco Campert stond hij in 1994 op Poetry International. In datzelfde jaar werd zijn debuutbundel ‘Mijn vormen’ genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Op uitnodiging van het Nationaal Comité 4 en 5 mei schreef hij in 1999 een gedicht dat op 4 mei werd voorgedragen.

Hij won in 2004 de prestigieuze VSB Poëzieprijs voor zijn derde bundel ‘Varkensroze ansichten’ evenals de Jan Campert-prijs. Op het Gedichtenbal 2009 werd bekendgemaakt dat Stitou de nieuwe Stadsdichter van Amsterdam werd als opvolger van Robert Anker. Dit was hij tot 18 mei 2010, F. Starik nam daarna het stokje over.

Uit ‘Mijn gedichten’ het gedicht ‘Koppig’ dat doet denken aan de neo-dadaïstische procedés die J. Bernlef en K. Schippers in ‘Barbarber’ in de jaren zestig al toepasten maar ook aan het werk van Vaandrager en Armando uit diezelfde periode.

.

Koppig

.

– En, wat zien we?

– Een konijn natuurlijk!

– Een konijn. En?

– En? Ik zie een konijn.

– En tegelijkertijd een…?

– Konijn zeg ik toch!

– Eend.

– Eend?

– Oren snavel zie je wel?

– Ik zie alleen een konijn.

– En een eend.

– Een konijn!

– Eend!

– Konijn

Konijn, konijn, konijn!

.

eendkonijn

Met dank aan Wikipedia