Site-archief

Depressie

Anton Ent

.

Ziek zijn wil niemand. Geen loopneus, maagpijn maar ook niet neerslachtig of depressief. Poëzie over ziek zijn, waar je een beetje beter van wordt helpt dan weer wel. In 2007 stelde Mario Molegraaf de bundel ‘Ik wou wel weer een beetje ziek zijn’ samen met daarin Honderd gedichten waarvan je beter wordt. Of poëzie je kan genezen weet ik niet al heb ik eerder op dit blog een artikel geplaats van Perie J. Longo waarin wordt beargumenteerd dat het inderdaad mogelijk is. Ook schreef ik al eens over ‘The emergency poet’ waarin Deborah Alma mensen hielp met het vinden van gedichten om de geest op te vrolijken, te troosten en te helpen omgaan met alle druk van de moderne tijd.

Hoe dan ook is het fijn dat zoveel dichters zich hebben uitgesproken in hun poëzie over ziek zijn en beter worden. Een voorbeeld uit deze verzamelbundel is van dichter Anton Ent (1939) dichter, prozaschrijver en essayist. Zijn gedicht ‘Juffrouw’ over een depressie komt uit zijn bundel ‘Kootwijkerzand’ uit 1999.

.

Juffrouw

.

Een depressie is een juffrouw met een bruine hoed

die zich per se naakt over mij buigen moet,

haar borsten hangen en ik word niet heet.

.

Dat mijn ziel maar niet vergeet

hoe een man haar overdag behoedt.

.

Demonisch is het innerlijk kasteel

waar bruinhoed troont met hagedissenkeel.

.

Libretto

Peter Holvoet-Hanssen

.

‘Libretto’ Lied- en muziekdoosgedichten uit 2022 is een bloemlezing van liedgedichten en ‘muziekdoosgedichten’ uit eerdere werken van de Vlaamse dichter Peter Holvoet-Hanssen (1960). Holvoet-Hanssen debuteerde in 1998 met de bundel ‘Dwangbuis voor Houdini’. Hiervoor ontving hij in 1999 de Vlaamse Debuutprijs. In 1999 verscheen ‘Strombolicchio. Uit de smidse van Vulcanus’ waarvoor hij in 2001 de Dirk Martensprijs ontving. Naast deze blijken van waardering ontving hij ook nog onder andere de Louis Paul Boonprijs voor ‘Blauwboek’ in 2019 en de Paul Snoekprijs voor ‘Navagio’ in 2010.

In 1994 richte hij samen met zijn partner Noëlla Elpers het Kapersnest op om interesse voor (jeugd)literatuur en (kunst)geschiedenis bij kinderen aan te wakkeren. Noëlla Elpers verzorgde ook de samenstelling, het voorwoord en de pentekeningen in ‘Libretto’.  Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘Wolk van de Zwarte God’.

.

Wolk van de Zwarte God

.

het regent op Watou

in de verte roept een pauw

‘Claus! Claus!’

en iedereen is moe

.

het blaft en het waait

stap over de stormgrens

een man in pyjama

loopt zijn voordeur achterna

.

dan zwaluwt de kerk

hier drinkt Gerrit op de hoek

daar zinkt Eddy in het gras

gedichten doe de luiken toe

.

zing van het korreltje zand

en bevlieg dit dodenland

hop dans duivencirkels tien

de weg is anders dan voorzien

.

Dichter op verzoek

Paul Demets

.

Op mijn vraag een paar weken geleden, aan welke dichter ik weer eens aandacht zou moeten besteden, antwoorde Alex Gentjens: Paul Demets. Paul Demets (1966) is dichter en poëzierecensent voor De Standaard, Cobra.be, Awater en Ons Erfdeel. Hij debuteerde in 1999 met de dichtbundel ‘De papegaaienziekte’ welke werd bekroond met de Prijs voor Letterkunde van de Provincie Oost-Vlaanderen. In 2011 verscheen ‘De bloedplek’, waarvoor hij de Herman de Coninckprijs ontving. In 2018 volgde de bundel ‘De klaverknoop’, die werd bekroond met de Jan Campert-prijs. Van 2016 tot 2019 was Demets plattelandsdichter van de provincie Oost-Vlaanderen. In 2022 kwam zijn meest recente bundel uit getiteld ‘Bijendans’. Het onderstaande titelloze gedicht uit uit ‘Bijendans’.

.

Die hand. We moesten onze troep opruimen,
maar we zijn het vergeten. In de maïs woekert

 

de builenbrand, grijze vuisten rond de stronken.
We moesten onze troep opruimen. En ook die

 

van jullie, moeder, vader. Maar we hebben alles
in de grond gestopt, aarde erover. De hitte ploegt

 

het boven. De nectar is zoek. Waar komen jullie vandaan,
van ver over de akker aangewaaid, vanachter

 

de dode wilgen, jullie gezichten zwart, gegroefd?
Er zwermt iets boven de mestvaalt, in dit knekelhuis

 

een stal vol karkassen. Wasmul in de korf. We zijn
de enigen goed in het vlees, vacuüm verpakt.

 

Die hand. Ze wijst aan wie mans genoeg is om het huis
te verlaten. Hier worden geen dieren meer opgehaald.

.

Je rug

Rutger Kopland

.

Of ik niet aan Valentijnsdag doe op dit blog? Jawel hoor maar eigenlijk zelden op 14 februari. Dichten over de liefde kan en mag altijd. Dus ook daags na Valentijnsdag. Zoals Rutger Kopland (1934-2012) in zijn gedicht ‘Je rug’ uit de bundel ‘Geluk is gevaarlijk’ een keuze uit de gedichten, uit 1999. Oorspronkelijk verscheen dit gedicht in de bundel ‘Geduldig gereedschap’ uit 1993.

.

Je rug

.

Tot ik je rug zag – alsof je iets wilde met mij

.

daarom streelde ik met mijn ogen je rug
ach, hoe lang al kende ik die

 

ik wilde het niet denken deze gemeenplaats
maar het waren mijn ogen die dachten
alles in ons is geschiedenis alles

 

er moet zelfs een tijd zijn geweest waarin wij
nog niet eens bestonden, zo lang al

 

ik wilde je rug strelen zonder mijzelf te zoeken
onder je huis en ook jou zocht ik daar niet
wij zijn daar onvindbaar

 

liefde is een woord voor iets anders
dan ik zocht, niet de liefde heeft ons gemaakt

 

wij zijn gemaakt met onverschillig aandachtig
geduldig gereedschap, hetzelfde
dat ons weer afbreekt

 

we kennen de zwijgende anatomische prenten
die laten zien hoe het is

 

de witte wervels en ribben en schouderbladen
de witte weerloze krekel
waarmee het begint en ophoudt

 

daarom streelde ik met mijn ogen je rug

.

Weggaan

Dubbelgedicht

.

Dit keer een dubbelgedicht met twee gedichten die dezelfde titel hebben namelijk ‘Weggaan’. Het eerste gedicht is van Rutger Kopland (1934-2012) uit de bundel ‘Het orgeltje van Yesterday’ uit 1968. Het tweede gedicht is van Anton Korteweg (1944) en komt uit zijn bundel ‘Comfortabel ongelukkig’ uit 1999.

.

Weggaan

.

Weggaan is iets anders

dan het huis uitsluipen

zacht de deur dichttrekken

achter je bestaan en niet

terugkeren. Je blijft

iemand op wie wordt gewacht.

.

Weggaan kun je beschrijven als

een soort van blijven. Niemand

wacht want je bent er nog.

Niemand neemt afscheid

want je gaat niet weg.

.

Weggaan

.

Als een auto die lang in de regen gestaan heeft

optrekt en wegrijdt, blijft waar hij stond achter

een plek die zich van de rest van de straat

onderscheidt, even nog, tot hij ook nat is

en niet afzonderlijk meer bestaat.

.

Dat is wat blijft als je weggaat.

.

Beste meneer Bloem,

Selectie uit 20 jaar Mr. J.C. Bloemprijs

.

In 2001 werd voor de 1e keer de Mr. J.C. Bloemprijs beschikbaar gesteld door de gemeente Steenwijkerland waar dichter J.C. Bloem (1887-1966) de laatste jaren van zijn leven woonde. Sindsdien wordt de prijs elke twee jaar uitgereikt aan een dichter uit het Nederlandse taalgebied. Het geld is bedoeld (als aanmoedigingsprijs) voor een tweede bundel (Inleiding pagina 6). Dit laatste klopt niet helemaal, je zou denken dat het hier dus een prijs voor debutanten betreft maar een snelle check levert meteen al op dat niet klopt. Neem bijvoorbeeld Hagar Peeters die in 2005 de prijs kreeg voor ‘Koffers zeelucht’. Peeters debuteerde in 1999 met de bundel ‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag’. Een ander voorbeeld is Maria Barnas, winnaar van de prijs in 2009 met ‘Er staat een stad op’ uit 2007, terwijl zij als dichter debuteerde in 2003 met ‘Twee zonnen’.

Wanneer een dichter is genomineerd wordt deze gevraagd een gedicht te schrijven op de persoon Bloem, zijn werk of een regel of titel uit zijn oeuvre. Niet alle dichters gaven hieraan gehoor. Van de gedichten die wel geschreven werden daaruit is een overzicht gemaakt (van dichters uit Nederland en Vlaanderen). Deze zijn in de bundel bijeengebracht samen met twee lezingen van Willem Thies over Bloem die rijk zijn aan zijwegen die je na lezing verder wil bewandelen maar de hoofdweg die hij kiest (het hart in het werk van Bloem en de betekenis, een analyse, van het gedicht ‘November’) is duidelijk analytisch en zeer verteerbaar.

De dichters die in de bundel zijn vertegenwoordigd worden geïntroduceerd middels een korte biografie, citaten, een overzicht van hun werk en iets over het gedicht dat is opgenomen. In de inleiding wordt de dichters die genomineerd zijn geweest voor de Mr. J. C. Bloemprijs en geen gedicht hebben aangeleverd gevraagd dit alsnog te doen. Alle genomineerden staan vermeld achterin de bundel. Men hoopt dat men zo een tweede (vermeerderde druk) van deze bundel kan uitgeven waarin meer genomineerde dichters staan.

Als ik kijk naar dichters die wel zijn genomineerd maar die geen bijdrage in de vorm van een gedicht hebben geleverd dan zijn dit niet de minste: Ilja Leonard Pfeijffer en Rodaan al Galidi (2003), Mark Boog (2005), Micha Hamel en Erik Jan Harmens (2007), Peter Swanborn (2011), Maud Vanhauwaert (2015) Maarten van der Graaff (2017), Daniel Vis en Charlotte Van den Broeck (2019) en Marieke Lucas Rijneveld (2021), en dit is nog maar een greep. Me dunkt dat je met gedichten van deze dichters een aardige (extra) bundel kunt vullen.

Desalniettemin staan er nog genoeg dichters van naam in deze bundel met een gedicht die deze bundel bijzonder de moeite waard maken. Zoals het gedicht van Sylvie Marie (1984) ‘Het leven zou zoveel leuker zijn’. Sylvie Marie werd in 2013 genomineerd met de bundel ‘Toen je me ten huwelijk vroeg’.

.

Het leven zou zoveel leuker zijn

.

zonder aanmodderen, deze lamme sofa,

staren, sterren, altijd dat raam.

.

ik zocht het op ; er zijn geen wedstrijden,

noch is er een wereldrecord janken

en toch trekken we jassen aan

als zwachtels, slenteren we ons suf.

 

waarom kiezen we niet eens

voor de donder, vegen we met regen

nooit gewoon de vloer aan,

wie weet wat er dan komt aangewaaid?

.

ja, waarom hebben de tegels

waarop we onze schoenen slijten geen

namen als martha, albert, julia, roger ?

heel eenvoudig hinkelspel had dan gezegd

wie van wie moet houden.

.

 

De beste liefdesgedichten

Jaime Sabines

.

Ik vind het leuk om te googelen op termen als ‘de mooiste gedichten, de mooiste liefdesgedichten, de tien mooiste liefdesgedichten, de mooiste liefdesgedichten ter wereld’ en ga zo maar door omdat je nooit weet waar je op stuit. Het valt me op dat je dan telkens nieuwe en verrassende website onder ogen krijgt en dat regelmatig lijstjes tevoorschijn komen waarin gedichten staan van mij volstrekt onbekende dichters.

Zo kwam ik op een Spaanstalige website terecht waar de 5 beste liefdesgedichten staan. Allemaal van mij onbekende dichters. Ten onrechte onbekend want enig onderzoek liet zien dat het hier niet om gedichten van de eerste de beste dichters gaat. Zoals bijvoorbeeld bij het gedicht ‘Ik hou van je om tien uur ’s ochtends en om elf uur’ van de Mexicaanse dichter Jaime Sabines (1926-1999).

Deze dichter van Libanese en Spaanse afkomst stond bekend als de ‘sluipschutter van de literatuur’ omdat hij deel uitmaakte van een groep die literatuur in realiteit veranderde. Zijn gedichten beschrijven de ervaring van gewone mensen op plaatsen zoals de straat, het ziekenhuis en de speeltuin.

En één van die gedichten ‘Ik hou van je om tien uur ’s ochtends en om elf uur’ staat dus in het lijstje van de 5 beste liefdesgedichten.

.

Ik hou van je om tien uur ’s ochtends en om elf uur
en om twaalf uur. Ik hou van je met heel mijn ziel en
met mijn hele lichaam, soms op regenachtige middagen.
Maar om twee uur ’s middags, of om drie uur, als ik
Ik denk aan ons tweeën, en jij denkt aan de
eten of dagelijks werk, of amusement
die je niet hebt, ik begin je doof te haten, met
de helft van de haat houd ik voor mezelf.
Dan hou ik weer van je, als we naar bed gaan en
Ik voel dat je op de een of andere manier voor mij gemaakt bent
je knie en je buik vertellen me dat mijn handen
overtuig mij ervan, en dat er geen andere plaats in is
waar ik kom, waar ik ga, beter dan jij
Lichaam. Je komt heel om mij te ontmoeten, en
we verdwijnen allebei even, we komen erin
in de mond van God, totdat ik je vertel dat ik het heb
hongerig of slaperig.

Elke dag hou ik van je en ik haat je hopeloos.
En er zijn ook dagen, er zijn uren, wanneer niet
Ik ken je, in die zin dat je mij vreemd bent zoals de vrouw
van een ander maak ik me zorgen om mannen, ik maak me zorgen
Ik word afgeleid door mijn verdriet. U denkt waarschijnlijk niet
in jou voor een lange tijd. Je ziet wie
zou ik minder van je kunnen houden dan van mij?

.

Het licht

Don Paterson

.

De in 1963 geboren Don Paterson is een Schots dichter, schrijver en (jazz) muzikant. Hij debuteerde in 1993 met de bundel ‘Nil Nil’ waar hij de Forward poëzieprijs won voor het beste debuut. In 1997 volgde zijn tweede bundel ‘God’s Gift to Women’ en daar ontving hij de TS Eliot Prize en de Geoffrey Faber Memorial Prize voor. Zijn gedichtenbundel ‘Landing Light’ (2003) won zowel de TS Eliot-prijs en de Whitbread Poëzieprijs 2003. Paterson is geen veelschrijver maar wat hij schrijft valt erg in de smaak.

Naast eigen dichtbundels was hij redacteur van ‘101 Sonnets: From Shakespeare to Heaney’ (1999) en stelde hij bloemlezingen samen van het werk van Robert Burns (2001) en de bundel ‘New British Poetry’ samen met Charles Simic (2004). Daarnaast schrijft hij literaire kritieken en aforismen.

Hoewel Don Paterson sinds het begin van de jaren negentig als schrijver werkt, verliet hij aanvankelijk de school om een ​​carrière in de muziek na te streven. Hij verhuisde in 1984 naar Londen, nam wat lessen van gitarist Derek Bailey en toerde, en nam muziek op, met Ken Hyder’s Talisker. Hij heeft ook toneelmuziek (en drama) geschreven voor radio en toneel, en een aantal verschillende jazz- en ‘straight’-ensembles.

Hij heeft ook enige tijd als recensent van videogames voor de Times gewerkt. Maar hij is ook geïnteresseerd in taalkundige en cognitieve benaderingen van ars poetica, en er komt een uitgebreid werk over poëtische theorie,  ‘The Poem: Lyric, Sign, Metre’ .

In 2005 nam samensteller Daan Bronkhorst het gedicht ‘Het licht’ van Paterson op in de bundel ‘Zo’n gelukkige dag’ Dichters voor Amnesty International. Het gedicht komt uit de bundel ‘In zo’n intieme ballingschap’ uit 2004 in een vertaling van Jan Eijkelboom.

.

Het licht

.

Toen ik het bed bereikte was hij al blind.

Dertien jaren gingen voorbij, toch was mijn geest

nog even donker als op de dag van mijn wijding.

Nu was ik schaamteloos. Ik vroeg hem om het licht.

‘Is ons dat niet geleerd, dat alles ijdel is?

En besefte je niet hoe waar dat is?

Er is geen licht, domoor. Dringt dat nu tot je door?

En hij lachte, en verliet ons toen. Ik was gebroken.

.

Ik ging naar mijn kamer om mijn spullen in te pakken,

mijn bedelnap, mijn mantel en kom; de bidmat

wilde ik achterlaten. Die nacht daar, rafelig en omlijst

in een vierkante late zon. En puur uit gewoonte-

nee, minder, uit niets want ik was het niet meer-

zag ik mijzelf zitten voor één laatste keer.

.

 

Meisjes van 40

Jolies Heij

.

Dichter en performer Jolies Heij (1964) ken ik al vele jaren. Regelmatig kwam en kom ik haar tegen op podia en andere poëzie-evenementen, zo was ze deelnemend dichter aan de Poëziebustoer van 2019. Jolies studeerde Duitse Taal- en letterkunde in Utrecht en Freiburg im Breisgau in Duitsland. Vanaf 1999 is ze actief als (slam) dichter en sinds 2008 doet ze mee aan diverse slampoetrywedstrijden in Nederland en Duitsland. Ze was winnares van Slam by the Sea, ze deed mee bij Kargadoorslam, U-slam, iPoetry, Slamersfoort, in Delft, Zeist en Vlissingen. Ze won de tweede prijs bij ‘Het woord in de wijk’, een schrijfwedstrijd over de Utrechtse wijk Zuilen.

Ze treed zoals gezegd regelmatig op bij allerlei podia in het land en haar werk werd gepubliceerd bij onder andere Meander, De Contrabas en Pomgedichten. Haar stem klinkt amusant, versneld en bewust articulerend. Ze is serieus en grappig, gebruikt daadkrachtige beelden, schuwt provocaties niet en neemt totaal geen blad voor haar mond. En elke keer als ik haar hoor of zie optreden denk ik: Ik moet eens over Jolies schrijven.

Op 2 juli jongstleden, op de dag van de roos, droegen we beide voor in het Westbroekpark in Den Haag (samen met nog enkele dichters). Opnieuw werd ik gegrepen door haar puntige en ironische poëzie. Ik kocht haar debuutbundel ‘Lolita zei…’ waar ze in 2016 mee ‘debuteerde’ en uit die bundel koos ik het gedicht ‘Meisjes van 40’ waar alles in zit wat me zo inneemt voor Jolies.

.

Meisjes van 40

.

ze raadt korte rokjes aan

ook al staan

haar benen als zuilen

haar spijkerhakkentiktakken

menig gat in de grond

bezaaid met handkussen

.

talloze gulle minnaars

heeft ze achter zich gelaten

.

maar niemand bezat het paspoort

niemand die koning mocht heten

of de bolster strelen

dit territorium ligt braak

nooit door laarzen aangestampt

of door pummels bemest

.

ze doet maar alsof

ze ergens tussen het hangende vel

een onderkomen heeft bewaard

voor koeriers

voor avonturiers

ook rovers

zijn niet te versmaden

.

daarom schikt zij haar lichaam

voordat het verlepte rozen braakt

en kobolds op doorzakpaarden

te gebocheld en afgedankt

.

er schuilt een zekere lijdzaamheid

in dit volharden

.

niemand ziet

hoe zij aaiend het hart

onder de riem draagt

.

meisjes van 40

zijn niks wijzer

hooguit wat aftandser

en zitten beter in hun harnas

.

 

Nikola

Ruben van Gogh

.

Ruben van Gogh (1967) is dichter, bloemlezer en presentator. Van Gogh is lid van het Utrechts StadsDichtersgilde. Hij debuteerde in 1996 met ‘De Man van Taal’. Daarop volgde in 1999 de bundel ‘De hemel in, de hemel uit’. Vervolgens schreef hij de bundel ‘Zoekmachines’ en in januari 2006 verscheen zijn vierde bundel, ‘Klein Oera Linda’, een bundel met afwijkende typografie die een alternatieve wijze van poëzie lezen vereist. Op Gedichtendag 2013 verscheen ‘Hier begint het leven’. En in 2017 verschijnt de bundel ‘Nikola, een soort van antenne’.

Voor NIKOLA — a Techno Opera in 4D Sound (2012) schreef Ruben van Gogh het libretto in gedichten. In deze opera bevonden het publiek en cast zich in een grid van zestien speakerzuilen. De zang kwam van overal, ruimtelijk gemixt uit de speakers, maar ook voortgebracht door een zich in dezelfde ruimte ronddwalend koor. Iedere bezoeker kreeg zo zijn eigen, eenmalige en unieke opera-ervaring. In de bundel ‘Nikola, een soort van antenne’, die in een beperkte oplage van 70 stuks werd gedrukt, is het de lezer die onderhevig is aan ‘de Nikola’; hij/zij verneemt, ieder voor zich, rondzwevende gedachten, waarbij in het midden blijft van wie die gedachten zijn, of door wie zij worden opgeroepen. Bij iedere lezer opnieuw. Vandaar dat ieder exemplaar van deze bundel een eigen eenmalige en unieke volgorde van gedichten kent.

Uit deze bijzondere bundel een gedicht zonder titel.

.

steeds vaker
constateer ik
dat ik constateer

.

bezie ik
mijn kijken
naar de wereld
als een waarneming

.

die zelden nog
de reële is

.

maar meer

.

en meer het beeld
van een beeltenis

.

teken
van betekenis

.

%d bloggers liken dit: