Site-archief

Hondenmand

Eva Meijer

.

Vrienden hebben twee hondjes en allebei hebben ze een hondenmand waar menig hond jaloers op zou zijn (als ik een hond was dan toch). Ik dacht dat poezen vooral heerlijk languit de dag slapend aan zich voorbij laten gaan maar ik weet inmiddels beter, honden kunnen dat minstens zo goed. Toen ik het tafereel van een alsmaar verder wegdoezelende hond in zijn luxueuze, zacht gevoerde en ruime hondenmand zag moest ik denken aan het gedicht ‘Hondenmand’ van dichter, filosoof, schrijver, kunstenaar en singer-songwriter Eva Meijer (1980).

In haar bundel ‘Het witste woord’ uit 2023 staat dit gedicht. Wanneer ik het gedicht leest, zie ik iemand in die hondenmand liggen bekleed met zachte woorden. En ik denk terug aan het gedicht dat ik hier gisteren plaatste met de titel ‘Woorden’. Een ander bijzondere overeenkomst is dat Eva Meijer in 2023 ook een roman schreef getiteld ‘Dagen van glas’ , dezelfde titel als de dichtbundel van Eric Vandenwyngaerden waarover ik drie dagen geleden schreef.

.

Hondenmand

.

Ik slaap in een kartonnen doos. Jij slaapt in een opengelsagen koffer.

.

Ik schrijf dat we dezelfde taal spreken, jij schrijft dat we hetzelfde

voelen. Het is dus de vraag of een taal spreken hetzelfde is als voelen.

.

De wereld is bekleed met woorden.

Je schrijft dat je de hondenmand niet hebt weggegooid maar

gerepareerd en schoongemaakt en dat de honden erom strijden. Als de

een water gaat drinken springt de ander erin.

.

Woorden zijn bekleed met gevoel.

Hondenmand, koffer, kartonnen doos.

.

Ik pas trouwens goed in die doos, het past echt precies.

.

Dagen van glas

Eric Vandenwyngaerden

.

Ik weet niet precies waardoor het komt maar de laatste weken heb ik een bijzondere focus op Vlaamse dichters. Zo ook vandaag. Dit keer betreft het de dichter Eric Vandenwyngaerden (1955), voormalig stadsdichter van Diest (2010-2012). Over zijn bundel ‘Toegevoegde tijd’ uit 2019 schreef Christina Vanderhaeghe destijds op Meander Magazine: “Zoals Szymborska’s onsterfelijke hand van het schrijven, zo laat Vandenwyngaerden zijn onuitgesproken verzet tegen zijn eindigheid op papier achter”. Roger Nupie (De Boekhouding) schreef over deze bundel: Deze poëzie levert boeiende gedichten op, waarbij het niet draait om het ego, maar om het wij-gevoel: wat dat (nog) inhoudt, wat ervan overblijft, wat mettertijd verglijdt.”

Je begrijpt dat ik bijzonder nieuwsgierig was naar zijn laatste bundel ‘Dagen van glas’ in eigen beheer uitgegeven begin van dit jaar. De bundel bestaat uit zes delen en de titel is goed gekozen: in alle delen komt de breekbaarheid terug. Of het nu gaat om de polsbreuk van de muze van de dichter, een periode van breekbaarheid (de Coronatijd), het breken van glas of de breuk met het leven (de dood). Deze laatste breuk komt (uiteraard) terug in het titelgedicht, een eerbetoon aan Lutgart Simoens  (1928-2020), een van Vlaanderens meest populaire radiocoryfeeën van de 20ste eeuw.

En voor wie nu denkt dat dit een volkomen onbekende is, niets is minder waar. Simoens was een jaar lang te horen bij het zeer goed beluisterde programma De Avondspits van Frits Spits op radio 3. Hij bezorgde haar ook haar bijnaam ‘De engel van Vlaanderen’.  Veel van de gedichten zijn opgedragen aan dichters, schrijvers of specifieke gedichten. In het hoofdstuk ‘Dagen van glas’ zijn alle gedichten opgedragen aan bekende Vlamingen (en een Nederlander Menno Wigman) die tussen 2017 en 2022 zijn overleden.

Uit deze bundel heb ik uiteindelijk gekozen voor het gedicht uit dit laatste hoofdstuk opgedragen aan zanger Arno Hintjens (voormalig zanger van TC Matic) omdat ik altijd graag luisterde naar de muziek van TC Matic. Het gedicht is getiteld ‘Oostende’.

.

Oostende

.

Over het water. Over de wind die waait

en wilde haren.

De tijd zet aan. Het leven bijt

en ondermijnt. Hoe huid verkleedt

zich.

.

Hoe hij zich in het kind in hem te

slapen

legt en danst een tango tot hij valt.

.

‘Il est tombé du ciel’, zingt hij. En

krast

zijn bleek geworden woorden door de

nacht.

.

De scène trilt. In rimpelingen gaat de

spiegel-

deken. Alles verdrinkt – de hemel

tekent zwart.

.