Site-archief
Ode aan de taal
Breyten Breytenbach
.
Het is alweer even geleden dat ik hier aandacht besteedde aan een Zuid-Afrikaans dichter en daarom vandaag een gedicht van één van de belangrijkste en bekendste dichters die Zuid-Afrika heeft voortgebracht; Breyten Breytenbach. Terugzoekend op dit blog blijkt zelfs dat ik nog geen stuk aan alleen deze dichter heb gewijd, wat toch een omissie te noemen is.
Breyten Breytenbach (1939) is een Zuid-Afrikaanse schrijver en schilder bekend om zijn verzet tegen de apartheid , en de daaruit voortvloeiende gevangenisstraf door de Zuid-Afrikaanse regering. Hij wordt informeel beschouwd als de nationale dichter laureaat door Afrikaans sprekende Zuid-Afrikanen van de regio. Hij heeft ook de Franse nationaliteit.
Zijn geëngageerde politieke dissidentie tegen de destijds regerende Nationale Partij en het blanke suprematie beleid van apartheid, dwong hem in 1960 van Zuid-Afrika te vertrekken naar Frankrijk, waar hij trouwde met een Franse vrouw van Vietnamese afkomst, Yolande, waardoor hij niet mocht en kon terugkeren naar Zuid-Afrika: daar was de wet op het verbod op gemengde huwelijken van 1949 en de immoraliteitswet (1950) van kracht, welke maakten dat het voor een blanke strafbaar was om seksuele betrekkingen te hebben met een persoon van een ander ras.
Tijdens een illegale reis naar Zuid-Afrika in 1975 werd hij gearresteerd en veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf wegens hoogverraad. In 1982 werd hij echter eerder vrijgelaten als gevolg van internationale protesten, en keerde hij terug naar Parijs waar hij het Franse staatsburgerschap kreeg.
Tijdens zijn gevangenschap schreef Breytenbach het gedicht ‘Ballade van ontroue bemindes’ (Ballade van ontrouwe geliefden). Geïnspireerd door François Villon ’s ‘Ballade des Dames du Temps Jadis’. Breytenbach vergeleek Afrikaner dissidenten Peter Blum , Ingrid Jonker , en zichzelf met ontrouwe geliefden, die de Afrikaanse poëzie hadden verraden door afstand te nemen (in gedachten en fysiek) van Zuid-Afrika.
Nadat in 1994 vrije verkiezingen (waaraan ook het ANC mee kon doen) de regerende Nationale Partij ten val brachten en een einde maakte aan de apartheid, werd Breytenbach in januari 2000 gasthoogleraar aan de Universiteit van Kaapstad in de Graduate School of Humanities. Ook is hij betrokken bij het Gorée Institute in Dakar ( Senegal ) en aan de New York University , waar hij lesgeeft in het Graduate Creative Writing Program.
In 2017 verscheen ‘De zingende hand’ gedichten uit 2006-2017. Deze tweetalige bundel biedt een rijke selectie uit de gedichten die Breyten Breytenbach in die tien jaar schreef. In De zingende hand overtreft Breytenbach zichzelf in het spel van taal en betekenis. Zijn humor blijft zelfs zijn zwartste visioenen beschijnen. De gedichten werden vertaald door Laurens van Krevelen. Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘ode aan taal’.
.
ode aan taal
.
vogelen
.
ik wil je openvouwen als een vleugel
kijken hoe sterk de pennenveren nog vloeien
de leefrimpels van je hart
van mond naar hand voelen popelen
zien hoe je als een schip
het vaarwater laat bloeien
met de vlucht van de zon
.
voor je als een schaduw uit de mouw
weer aan je nachtwerk begint:
schaduw in de tuimelende ruimtezerk
van steen
.
ode aan taal
.
vogelen
.
ek wil jou oopvou soos ’n vlerk
kyk hoe sterk die penvere nog vloei
die leefrimpels van jou hart
van mond na hand voel popel
sien hoe jy soos ’n skip
die vaarwater laat bloei
met die vlug van die son
.
voor jy soos ’n skadu uit die mou
weer jou nagwerk begin:
skadu in die tuimelende ruimteserk
van klip
.
Ballade van het optipessimisme
Ernst van Altena
.
De dichter, schrijver en vertaler Ernst Rudolf van Altena (1933 -1999) werd vooral bekend als vertaler van chansons van Jacques Brel. Hij vertaalde tijdens zijn leven meer dan 1500 chansons, van Brel maar ook van Charles Aznavour, Gilbert Bécaud en Boris Vian. Daarnaast kende ik hem van de bloemlezingen die hij samenstelde ( https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/05/28/van-vroeger-en-thans/) en van zijn vertalingen van de Franse dichter François Villon ( https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/04/26/gek-slecht-en-gevaarlijk-te-kennen/ ).
Toch dreigt zijn naam als dichter wat te vervagen (het lot van vrijwel alle dichters). En dat is toch jammer want Ernst van Altena was een begenadigd dichter. Zo publiceerde hij in 1970 de bundel ‘Als je erdoor bent is het water heerlijk’. In de bundel ‘Weerspiegeling’ bloemlezing uit de Nederlandse poëzie van 1880 tot heden uit 1971 werd dan ook prompt het gedicht ‘Ballade van het optipessimisme’ uit de bundel uit 1970 opgenomen.
Toen ik dit gedicht las moest ik glimlachen. Een serieus gedicht waarin wat zwaardere onderwerpen niet geschuwd worden, in een makkelijk leesbare versvorm (rijm) met kwinkslagen maar heerlijk om tot je te nemen. Reden genoeg om het gedicht hier te delen.
.
Ballade van het optipessimisme
.
Je kunt natuurlijk in het zand gaan rusten,
je ogen sluiten… branden in de zon.
Vergeten dat op andere verre kusten
een menner staat te brallen op ’t balkon.
Die menner haalt met woorden en met daden
de ochtendkrant en zelfs de avondbladen.
En boven brandt de zon en jij beneden,
jij denkt aan al wat jong is, blond en groen.
Voor optimisme is geen enkele reden,
maar zeg nou zelf, wat moet je zonder doen?
.
Je kunt natuurlijk binnen manneschouders
verliefd gaan bouwen aan een kindje blond.
Vergeten dat op dit moment veel ouders
hun blonde zoon zien weggaan naar het front.
Die zoon haalt zwartomrand de commentaren
en voor jouw zoon duurt dat misschien nog jàren.
En ach… voor het verlies maak je een tweede
en verder peinzen smoor je in een zoen…
Voor optimisme is geen enkele reden,
maar zeg nou zelf, wat moet je zonder?
.
Je kunt natuurlijk in een charter kruipen
en vliegen naar een zondoorstoofde staat.
Vergeten dat zo’n land lijdt aan de stuipen
van clericaal fascisme, derde graad.
De schrijvers zitten daar in kille cellen
en jij ligt op hun stranden te vervellen.
Maar Lorca is alweer zo lang geleden,
de Guardia Civil houdt z’n fatsoen.
Voor optimisme is geen enkele reden,
maar zeg nou zelf, wat moet je zonder doen?
Prince
Prins zeg nou zelf, dat wij dat gisteren deden,
moeten wij dat vandaag soms niet meer doen?
Voor zonnen, vrijen, reizen is geen reden…
maar kun je het niet zònder reden doen?
.
Lied
François Villon
.
Op 16 oktober 2019 https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/10/16/ballade-voor-de-meisjes-van-plezier/ en 26 april 2018 https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/04/26/gek-slecht-en-gevaarlijk-te-kennen/ schreef ik al over de Franse dichter François Villon (1431 – ca. 1463). Nu heb ik een nieuw bundeltje in mijn bezit uit 1969 getiteld ‘Verzamelde gedichten’ vertalingen van Ernst van Altena. Ondanks het feit dat Villon meer dan 500 jaar geleden leefde, is zijn poëzie nog steeds populair. Mijn editie is een 5e druk (1e druk 1963). De bundel beschikt over een groot aantal aantekeningen met duidingen van personen en situaties waarover Villon dicht.
In de bundel staan een groot aantal balladen, renvooien en rondelen. Maar er staat meer in, zoals een lied ( ‘Chanson’).
.
Lied
.
Thuis terug uit kille cel
waar ‘k haast stierf in barre nood…
Dacht Fortuna dat ‘k genoot?
Dan vergist zij zich toch wel!
Hooglijk trekt ze na dit spel
zich nu zonder slag of stoot
thuis terug.
.
Zo is ’t leven mij een hel.
Ach, ik wou meteen wel dood,
om te rusten in God’s schoot,
want zo komt mijn ziel dan snel
thuis terug.
.
Chanson
.
Au retour de dure prison,
Ou jái laissié presque la vie,
Se Fortune a sur moy envie,
Jugiez s’elle fait mesprison!
Il me semble que, par raison,
Elle deust bien estre assouvie
Au retour.
.
Se si plaine est de desraison
Que vueille que de tout devie,
Plaise a Dieu que l’ame ravie
En soit lassus en sa maison,
Au retour.
.
Ballade voor de meisjes van plezier
Balladen van Villon
.
In 1948 publiceerde L.J.Veen’s uitgeversmij N.V. in Amsterdam de bundel ‘Ballades de Villon’ of ‘Balladen van Villon’.
Volgens Wikipedia is een ballade een lied waarin een verhaal wordt verteld. De vorm is in de middeleeuwen is ontstaan. Een ballade bestaat uit een aantal korte strofen waarin gebeurtenissen verteld worden die zich vaak in een adellijk milieu afspelen. Elementaire thema’s als dood en wraak maken er de kern van uit en ze lopen meestal tragisch af.
De ballade heeft vaak als vorm AaBC, waarbij a dezelfde melodie, maar een andere tekst heeft dan A en waarin C een afsluitend refrein is, dat na iedere strofe weer onveranderlijk terugkomt.
Er is meestal een sprongsgewijze vertelling, veel herhaling en het lied eindigt vaak dramatisch. Er is veel directe rede en het is veelal ook gehuld in een magische of mythische sfeer.
François Villon, 1431– in of na 1463, was een Franse dichter, dief, landloper en vagebond. Villon is de beroemdste dichter uit Frankrijk van de late middeleeuwen. Hij was de schrijver van onder andere ‘Ballade des pendus’, ‘De ballade der gehangenen’.
De werkelijke naam van Villon is zeer waarschijnlijk François de Montcorbier, ook bekend als François des Loges. De naam Villon heeft hij misschien van zijn voogd overgenomen, Guillaume de Villon, die Villon in huis nam nadat zijn moeder na het overlijden van zijn vader hem aan diens zorgen overliet.
In deze bundel staan verschillende ballades van Villon zowel in het Frans als in de Nederlandse vertaling van Bert Decorte. De bundel eindigt met het grafschrift van Villon:
.
Regen heeft ons doorweekt en afgelikt,
de zon heeft ons geroosterd zwart en blauw,
eksters en kraaien de ogen uitgepikt
en ‘t laatste stoppelhaar uit baard en brauw.
Nooit heeft men kans dat men wat zitten zou,
nu hier, dan daar, volgens de winden waaien
en naar ‘t hun lust ons dansen doen en draaien,
van vooglen meer doorbekt dan vingerhoeden.
Laat onze broederschap dus liefst maar zwaaien,
maar bidt de Heer dat Hij ons allen hoede.
.
Prins Jezus, gij die Heer zijt over allen,
laat over ons de hel geen zege brallen;
aan haar betalen wij noch tol noch boete.
Mensen laat hier geen spot u welgevallen,
maar bidt de Heer dat Hij ons allen hoede.
.
Na deze nogal religieuze tekst op het graf van Villon als tegenwicht een ballade van zijn hand, de ‘Ballade voor de meisjes van plezier’ of ‘La belle heaulmiere aux filles de joie’.
.
Ballade voor de meisjes van plezier
.
Jij, Jeanetton de kapselstikster,
zit nimmer om een knaap te kniezen,
en jij, Kaatje de beurzenstrikster,
stuur ‘t mansvolk niet meer in de biezen.
Je zal je schoonheid vlug verliezen
als de ouderdom op je zal fluiten,
want voor de liefde is de oude vieze
lijk waardeloos geworden duiten.
.
Meisjes, kreeg ik ‘t u wijs gemaakt
dat het geen tranen zijn met tuiten,
die ‘k schrei, omdat ge in onbruik raakt
lijk waardeloos geworden duiten.
.
Gek, slecht en gevaarlijk te kennen
François Villon
.
Dichters zijn over het algemeen gevoelige, etherische wezens, ineffectieve dromers die geobsedeerd zijn door metaforen en het juiste ritme en rijm. Tenminste dat is de romantische kijk die nog steeds een grote groep mensen heeft van dichters. Over het algemeen zijn ze in ieder geval onschadelijk. Nou, niet altijd. Op het internet vond ik een lijst met moordenaars, oplichters, harken, een afperser, verschillende revolutionairen, hartenbrekers, duellisten, dronkaards, een opiumduivel, een serieuze excentrieke en zelfs een fascistische dichter. Deze mannen (want het zijn allemaal mannen) zijn gek, slecht en gevaarlijk om te kennen.
François Villon was een moordenaar, dief en een all-round low-life. Hij was ook de beste lyrische dichter in Frankrijk in de 15e eeuw. Geboren in 1431 of 1432, werd hij opgevoed door een professor in kerkelijk recht in Parijs. Nadat hij in 1452 de universiteit verliet, zakte hij snel af door een reeks vechtpartijen, gevangennemingen en ballingschap. Veel van wat we van hem weten komt uit de gegevens van het archief van de gevangenis. In 1455 was Villon betrokken bij een dronkenmans ruzie in Parijs, die eindigde toen hij een priester doodstak. Hij werd uit Parijs verbannen vanwege deze misdaad, maar hij ontving koninklijke gratie. Hij werd opnieuw verbannen in 1456 voor het leiden van een bende rovers die 500 gouden kronen van het College de Navarre stalen. Hij zat zijn gevangenisschap uit in Blois in 1457 en in Moulins in 1461. Villon verschijnt voor het laatst in Parijse verslagen in 1462 voor diefstal. Nadat hij was vrijgelaten, was hij betrokken bij een nieuwe vechtpartij en ter dood veroordeeld, maar in plaats daarvan werd hij verbannen. Na 1463 verdwijnt hij volledig. Ondanks zijn levensstijl was Villon een meester in de ingewikkelde poëtische vormen van de ballade, de rondeau en het chanson. Zijn langere werken raken de kosmologie, satire en religieuze symboliek. Zijn werk staat vol met thema’s van mislukte liefde, melancholie, menselijk leed, verloren tijd en de alomtegenwoordigheid van de dood, met karakters als prinsen en prostituees die vastzitten in Parijse bordelen en drinkgelegenheden. Rimbaud herleefde zijn werk in de 19e eeuw, terwijl Rossetti het in het Engels vertaalde en ons de prachtige zin gaf “Where are the snows of yesteryear?
Van de hand van Francois Villon, in vertaling van Ernst van Altena, het gedicht ‘Ballade des dames du temps jadis’ of in het Nederlands ‘Ballade van de dames uit vroeger tijden’.
.
Ballade van de dames uit vroeger tijden
.
Zeg mij: waar, in welk ver domein
Is Flora, die schoon van gezicht was;
Archipiades, rank en fijn
En Thais, die haar volle nicht was
Nimf Echo die tot zang verplicht was
Als men haar riep langs stroom of meer
En die goddelijk slank en licht was
En waar is de sneeuw van weleer
Heloise, ach waar is zij
Die zo schoon was en veel verstand had
Abelard trok de monnikspij
Voor haar aan, toen men hem ontmand had
En de Vorstin die een galant had
Buridan, die zij zonder meer
In de Seine wierp als een landrat
En waar is de sneeuw van weleer
Vorstin Blanche, die blank als ijs
Met haar stem menig man bekoord heeft;
Berthas, Alice en Beatrijs;
Arembourg voor wie ’t Maine-oord beeft;
En Jeanne die men wreed gesmoord heeft
Ginds in Rouaan, bij ’t Britse heir
Maagd, weet Gij waar elk hunner voortleeft
En waar is de sneeuw van weleer
Oh Prins, verklaar mij waar hun woon is
Want anders zing ik keer op keer
Deze keerzang die droef van toon is
Ach, waar is de sneeuw van weleer
.