Site-archief

Anorexia

Jana Arns

.

Afgelopen weekend was ik wat aan het rond browsen op het wereldwijde interweb (naar aanleiding van een bericht over het feit dat er steeds meer Nederlanders een vorm van obesitas hebben) toen ik een al wat ouder artikel tegen kwam over fotomodellen in Frankrijk. Het artikel was uit 2015 en het ging over de Franse Tweede Kamer die maatregel had aangenomen die het inhuren van te magere modellen door modellenbureau’s en modehuizen strafbaar stelt. Verder worden ook boetes uitgevaardigd voor het vergoelijken van anorexia, de ziekte waarbij vooral meisjes zichzelf uithongeren om mager te zijn.

Toen ik dit las moest ik denken aan een gedicht dat ik ooit las over Anorexia Nervosa. Van wie het was wist ik niet meer dus ik heb even moeten zoeken maar ik heb het gevonden. Het betreft het gedicht van de Vlaamse dichter Jana Arns (1983) getiteld ‘A. Nervosa’ uit de bundel ‘Het is het huis dat niet goed alleen kan zijn’ uit 2019. In dit gedicht staat ook een mooie verwijzing naar ‘de voorbeeldmodellen’ die dus vanaf 2015 in Frankrijk verboden zijn.

.

A. Nervosa

.

Ons kind is bang voor suikerspinnen.

Het spiegelpaleis in haar hoofd is beslagen.

Zij is de schim binnen dit spookhuis.

.

Eten is hier hogere wiskunde

met rijstkorrels na de komma,

tafels gedekt met breuken.

.

Het model op de flatscreen juicht haar toe.

Samen snijden ze het brood van de korsten.

Lopen op eetsokjes over onaangeroerde borden.

.

Geen snoep in de gaatjes van haar tanden.

Zij is twaalf ribben,

aangelengd met water.

.

Ode aan de taal

Breyten Breytenbach

.

Het is alweer even geleden dat ik hier aandacht besteedde aan een Zuid-Afrikaans dichter en daarom vandaag een gedicht van één van de belangrijkste en bekendste dichters die Zuid-Afrika heeft voortgebracht; Breyten Breytenbach. Terugzoekend op dit blog blijkt zelfs dat ik nog geen stuk aan alleen deze dichter heb gewijd, wat toch een omissie te noemen is.

Breyten Breytenbach (1939) is een Zuid-Afrikaanse schrijver en schilder bekend om zijn verzet tegen de apartheid , en de daaruit voortvloeiende gevangenisstraf door de Zuid-Afrikaanse regering. Hij wordt informeel beschouwd als de nationale dichter laureaat door Afrikaans sprekende Zuid-Afrikanen van de regio. Hij heeft ook de Franse nationaliteit.

Zijn geëngageerde politieke dissidentie tegen de destijds regerende Nationale Partij en het blanke suprematie beleid van apartheid, dwong hem in 1960 van Zuid-Afrika te vertrekken naar Frankrijk, waar hij trouwde met een Franse vrouw van Vietnamese afkomst, Yolande, waardoor hij niet mocht en kon terugkeren naar Zuid-Afrika: daar was de wet op het verbod op gemengde huwelijken van 1949 en de immoraliteitswet (1950) van kracht, welke maakten dat het voor een blanke strafbaar was om seksuele betrekkingen te hebben met een persoon van een ander ras.

Tijdens een illegale reis naar Zuid-Afrika in 1975 werd hij gearresteerd en veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf wegens hoogverraad. In 1982 werd hij echter eerder vrijgelaten als gevolg van internationale protesten, en keerde hij terug naar Parijs waar hij het Franse staatsburgerschap kreeg.

Tijdens zijn gevangenschap schreef Breytenbach het gedicht ‘Ballade van ontroue bemindes’ (Ballade van ontrouwe geliefden). Geïnspireerd door François Villon ’s ‘Ballade des Dames du Temps Jadis’.  Breytenbach vergeleek Afrikaner dissidenten Peter Blum , Ingrid Jonker , en zichzelf met ontrouwe geliefden, die de Afrikaanse poëzie hadden verraden door afstand te nemen (in gedachten en fysiek) van Zuid-Afrika.

Nadat in 1994 vrije verkiezingen (waaraan ook het ANC mee kon doen) de regerende Nationale Partij ten val brachten en een einde maakte aan de apartheid, werd Breytenbach in januari 2000 gasthoogleraar aan de Universiteit van Kaapstad in de Graduate School of Humanities. Ook is hij betrokken bij het Gorée Institute in Dakar ( Senegal ) en aan de New York University , waar hij lesgeeft in het Graduate Creative Writing Program.

In 2017 verscheen ‘De zingende hand’ gedichten uit 2006-2017. Deze tweetalige bundel biedt een rijke selectie uit de gedichten die Breyten Breytenbach in die tien jaar schreef. In De zingende hand overtreft Breytenbach zichzelf in het spel van taal en betekenis. Zijn humor blijft zelfs zijn zwartste visioenen beschijnen. De gedichten werden vertaald door Laurens van Krevelen. Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘ode aan taal’.

.

ode aan taal

.

vogelen

.

ik wil je openvouwen als een vleugel

kijken hoe sterk de pennenveren nog vloeien

de leefrimpels van je hart

van mond naar hand voelen popelen

zien hoe je als een schip

het vaarwater laat bloeien

met de vlucht van de zon

.

voor je als een schaduw uit de mouw

weer aan je nachtwerk begint:

schaduw in de tuimelende ruimtezerk

van steen

.

ode aan taal

.

vogelen

.

ek wil jou oopvou soos ’n vlerk

kyk hoe sterk die penvere nog vloei

die leefrimpels van jou hart

van mond na hand voel popel

sien hoe jy soos ’n skip

die vaarwater laat bloei

met die vlug van die son

.

voor jy soos ’n skadu uit die mou

weer jou nagwerk begin:

skadu in die tuimelende ruimteserk

van klip

.