Site-archief

Allerliefste

Breyten Breytenbach

.

In 2019 werd de bundel ‘Allerliefste’ 25 liefdesgedichten die iedereen gelezen moet hebben, van Breyten Breytenbach ( 1939) gepubliceerd. In deze tweetalige bundel zijn de 25 mooiste, meest onvergetelijke liefdesgedichten van Breyten Breytenbach samengebracht. Ik las ze en de titel is geen vorm van overdrijving, iedereen zou deze gedichten moeten lezen. Het is niet alleen een heel mooie introductie met de poëzie van Breytenbach (voor wie hem als dichter nog niet kent) maar de gedichten zijn ook gewoon heel erg mooi.

Breyten Breytenbach is een Zuid-Afrikaanse schilder, schrijver maar vooral dichter. Tijdens zijn studie werd hij een fel tegenstander van de apartheid in Zuid-Afrika.  In de jaren ’60 van de vorige eeuw vestigde hij zich in Parijs, waar hij met een Franse vrouw van Vietnamese afkomst trouwde. Vanwege de toenmalige rassenwetgeving in Zuid-Afrika kon hij daardoor niet meer terug naar zijn geboorteland. Op grond van de Wet op de Gemengde Huwelijken (1949) en de Ontuchtwet van 1950 was het een misdrijf om een seksuele verhouding met iemand van een ander ras te hebben.

In Frankrijk was hij medeoprichter van Okhela, een groep die in ballingschap de apartheid bestreed. Hij bezocht in 1975 illegaal Zuid-Afrika en werd daar verraden, in hechtenis genomen en voor hoogverraad tot negen jaar gevangenisstraf veroordeeld. Na veel druk van buitenaf werd hij in 1982 vrijgelaten. Hij keerde naar Parijs terug en nam daar de Franse nationaliteit aan.

In zijn poëzie is Breytenbach niet altijd de activist die de buitenwereld in hem zag. Michael Titlestad (1964) professor Engelse literatuur aan de Universiteit van Witwatersrand, noemt Breytenbach “een meester in self-styling, hij is enigmatisch, een estheticus en ongrijpbaar postmodern. Hij is arrogant en zonderling.” En Danie Marais (1971) die in 2006 debuteerde met de dichtbundel ‘In die buitenste ruimte’ (die driemaal werd bekroond) zei over Breytenbach: “Ik verwachtte de Che Guevara der letteren. In plaats daarvan kreeg ik verbijsterend mooie liefdesgedichten onder ogen. Ik was dol op zijn lyriek, zijn rijke buitenaardse beelden en de donkere romantiek – de bedwelmende mengeling van seksualiteit en een poëtische doodwens.”

Dat er dus een bundel met zijn liefdesgedichten is verschenen is niet zo verwonderlijk. Een bundel gedichten gekozen door Annemiek Recourt en vertaald door Laurens van Krevelen, waarin zijn activisme en politieke engagement niet aanwezig is. Een gedicht uit deze bundel is getiteld (soos van vlerke) of in de Nederlandse vertaling (als van vleugels).

.

(als van vleugels)

.

Allerliefste, ik stuur je een palmtortel
want niemand zal een boodschap die rood is neerschieten.
Ik werp mijn palmtortel hoog in de lucht en ik
weet dat alle jagers zullen denken dat het de zon is.
Kijk, mijn tortel komt op en mijn tortel gaat onder
en waar hij vliegt daar schitteren oceanen
en bomen worden groen
en hij kleurt mijn boodschap zo rood over je vel

Want mijn liefde reist met je mee,
mijn liefde moet als een engel bij je blijven,
als vleugels, wit als een engel.
Je moet van mijn liefde blijven weten
als van vleugels waarmee je niet kunt vliegen

.

(soos van vlerke)

.

Allerliefste, ek stuur vir jou ’n rooiborsduif
want niemand zal ’n boodskap wat rooi is skiet nie.
Ek gooi my rooiborsduif hoog in die lug
en ek weet al die jagters sal dink dis die son.
Kyk, my duif kom op en my duif gaan onder
en waar hy vlieg daar skitter oceane
en bome worden groen
en hy kleur my boodskap so rooi oor jou vel

Want my liefde reis met jou mee,
my liefde moet soos ’n engel by jou bly,
soos vlerke, wit soos ’n engel.
Jy moet van my liefde bly weet
soos van vlerke waarmee jy nie kan vlieg nie

.

Ode aan de taal

Breyten Breytenbach

.

Het is alweer even geleden dat ik hier aandacht besteedde aan een Zuid-Afrikaans dichter en daarom vandaag een gedicht van één van de belangrijkste en bekendste dichters die Zuid-Afrika heeft voortgebracht; Breyten Breytenbach. Terugzoekend op dit blog blijkt zelfs dat ik nog geen stuk aan alleen deze dichter heb gewijd, wat toch een omissie te noemen is.

Breyten Breytenbach (1939) is een Zuid-Afrikaanse schrijver en schilder bekend om zijn verzet tegen de apartheid , en de daaruit voortvloeiende gevangenisstraf door de Zuid-Afrikaanse regering. Hij wordt informeel beschouwd als de nationale dichter laureaat door Afrikaans sprekende Zuid-Afrikanen van de regio. Hij heeft ook de Franse nationaliteit.

Zijn geëngageerde politieke dissidentie tegen de destijds regerende Nationale Partij en het blanke suprematie beleid van apartheid, dwong hem in 1960 van Zuid-Afrika te vertrekken naar Frankrijk, waar hij trouwde met een Franse vrouw van Vietnamese afkomst, Yolande, waardoor hij niet mocht en kon terugkeren naar Zuid-Afrika: daar was de wet op het verbod op gemengde huwelijken van 1949 en de immoraliteitswet (1950) van kracht, welke maakten dat het voor een blanke strafbaar was om seksuele betrekkingen te hebben met een persoon van een ander ras.

Tijdens een illegale reis naar Zuid-Afrika in 1975 werd hij gearresteerd en veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf wegens hoogverraad. In 1982 werd hij echter eerder vrijgelaten als gevolg van internationale protesten, en keerde hij terug naar Parijs waar hij het Franse staatsburgerschap kreeg.

Tijdens zijn gevangenschap schreef Breytenbach het gedicht ‘Ballade van ontroue bemindes’ (Ballade van ontrouwe geliefden). Geïnspireerd door François Villon ’s ‘Ballade des Dames du Temps Jadis’.  Breytenbach vergeleek Afrikaner dissidenten Peter Blum , Ingrid Jonker , en zichzelf met ontrouwe geliefden, die de Afrikaanse poëzie hadden verraden door afstand te nemen (in gedachten en fysiek) van Zuid-Afrika.

Nadat in 1994 vrije verkiezingen (waaraan ook het ANC mee kon doen) de regerende Nationale Partij ten val brachten en een einde maakte aan de apartheid, werd Breytenbach in januari 2000 gasthoogleraar aan de Universiteit van Kaapstad in de Graduate School of Humanities. Ook is hij betrokken bij het Gorée Institute in Dakar ( Senegal ) en aan de New York University , waar hij lesgeeft in het Graduate Creative Writing Program.

In 2017 verscheen ‘De zingende hand’ gedichten uit 2006-2017. Deze tweetalige bundel biedt een rijke selectie uit de gedichten die Breyten Breytenbach in die tien jaar schreef. In De zingende hand overtreft Breytenbach zichzelf in het spel van taal en betekenis. Zijn humor blijft zelfs zijn zwartste visioenen beschijnen. De gedichten werden vertaald door Laurens van Krevelen. Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘ode aan taal’.

.

ode aan taal

.

vogelen

.

ik wil je openvouwen als een vleugel

kijken hoe sterk de pennenveren nog vloeien

de leefrimpels van je hart

van mond naar hand voelen popelen

zien hoe je als een schip

het vaarwater laat bloeien

met de vlucht van de zon

.

voor je als een schaduw uit de mouw

weer aan je nachtwerk begint:

schaduw in de tuimelende ruimtezerk

van steen

.

ode aan taal

.

vogelen

.

ek wil jou oopvou soos ’n vlerk

kyk hoe sterk die penvere nog vloei

die leefrimpels van jou hart

van mond na hand voel popel

sien hoe jy soos ’n skip

die vaarwater laat bloei

met die vlug van die son

.

voor jy soos ’n skadu uit die mou

weer jou nagwerk begin:

skadu in die tuimelende ruimteserk

van klip

.

 

 

Ik herhaal je

Ingrid Jonker

.

In de kringloopwinkel kocht ik het boek ‘Ik herhaal je’ gedichten van Ingrid Jonker ( 1933 -1965) met gedichten in het Afrikaans en in vertaling naar het Nederlands van Gerrit Komrij. Ook in dit boek een biografie van Ingrid Jonker door Henk van Woerden. Op de achterkant van het boek staat onder andere te lezen dat Nelson Mandela bij de opening van het Zuid-Afrikaanse parlement in 1994 het gedicht ‘Het kind dat doodgeschoten is door soldaten bij Nyanga’ voordroeg.

Nu wist ik dat ik al een keer aandacht had besteed aan deze gebeurtenis en dat klopt https://woutervanheiningen.wordpress.com/2013/06/03/nelson-mandela-en-ingrid-jonker/ . Daar is echter alleen het Engelse gedicht te lezen en omdat ik, terwijl ik het gedicht in het Nederlands las, me realiseerde dat Engels niet voor iedereen vanzelfsprekend makkelijk is, wil ik deze klaagzang tegen het apartheidsregime in de vorm van een gedicht hier ook in de Nederlands vertaling delen. 

.

Het kind dat doodgeschoten is door soldaten bij Nyanga   
.

Het kind is niet dood
het kind heft zijn vuist naar zijn moeder
die Afrika schreeuwt   de geur schreeuwt
van vrijheid en heide
in de townships van het omsingelde hart
.
Het kind heft zijn vuist naar zijn vader
in de optocht van de generaties
die Afrika schreeuwen   de geur schreeuwen
van gerechtigheid en bloed
in de straten van zijn gewapende trots
.
Het kind is niet dood
noch bij Langa noch bij Nyanga
noch bij Orlando noch bij Sharpeville
noch bij het politiebureau van Philippi
waar het ligt met een kogel door zijn hoofd
.
Het kind is de schaduw van de soldaten
op wacht met geweren pantserwagens en knuppels
het kind is aanwezig bij alle vergaderingen en wetgevingen
het kind loert door de vensters van huizen en in de harten van moeders
het kind dat alleen maar wilde spelen in de zon bij Nyanga is overal
het kind dat een man is geworden trekt door heel Afrika
het kind dat een reus is geworden trekt door de gehele wereld
.
Zonder pas 
.

Dichter in verzet

Frank Martinus Arion

.

De Curaçaose schrijver, dichter en taalwetenschapper Frank Martinus Arion (1936 – 2015) studeerde Nederlandse taal en letterkunde aan de universiteit van Leiden. Hij kon moeilijk aarden in Nederland en zocht het gezelschap van o.a. Cola Debrot, de toenmalig gevolmachtigd minister van de Nederlandse Antillen in Den Haag. Samen met Debrot gaf Arion zijn debuutbundel met poëzie uit in 1957 met de titel ‘Stemmen uit Afrika’.

Hierna richtte hij met nog twee andere een Antilliaans tijdschrift op, ‘Encuentro Antilliano’ (vrij vertaald: Antilliaanse vergadering). In 1973 verscheen ‘Dubbelspel’ zijn eerste roman. Dit werd een groot succes en hij kreeg er de van der Hoogtprijs voor. Het daarmee gewonnen geld gaf hij aan een organisatie tegen Apartheid. Hij was een groot tegenstander van Apartheid en zeer sociaal bevlogen.  Toen in 2006 de Campagne Nederland Leest! in de bibliotheken van Nederland werd gelanceerd was ‘Dubbelspel’ de eerste titel in een reeks en van het boek werden er meer dan 700.000 weggegeven aan leden van bibliotheken in Nederland.

In 1992 werd hij tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau verheven. In december 2008 maakte hij bekend zijn lintje terug te willen geven aan de Staat der Nederlanden, omdat hij meende dat Nederland bezig was aan een herkolonisatie van de Antillen, door sanering van de Antilliaanse schulden te koppelen aan meer justitiële controle. Arion was ook erelid van de Haagse Kunstkring.

Uit zijn debuutbundel ‘Stemmen uit Afrika’ het gedicht ‘Eens zijn alle negers’.

.

Eens zijn alle negers

tamtammend uitgevaren

uit hun zwart-ompaalde

negorijen.

.

hun prauwen schoten

over de rivieren,

dwalend door ’t woud.

.

eens, maar eens is ver

en eens is lang geleden.

.

nu gaan zij als karbouwen,

mak geslagen, lam,

beroofd van hun tam-tam

en slepen stenen aan

waar anderen bouwen.

.

Arion Stemmen uit Afrika

arion

Foto: Serge Ligtenberg