Site-archief
Anthem for Doomed Youth
Wilfred Owen
.
Vorige week schreef ik over het gedicht dat Frans Budé schreef over de dag dat Wilfred Owen (1893- 1918) stierf. Aan het eind van het gedicht staat een referentie aan het gedicht ‘Anthem for Doomed Youth’. Omdat dit gedicht niet te vinden is op mijn blog, en ik dat een omissie vind, hier het gedicht met enige duiding.
Het gedicht werd geschreven tussen september en oktober 1917, toen Owen patiënt was in het Craiglockhart War Hospital in Edinburgh waar hij lag te herstellen van shell shock. Het gedicht is een klaagzang voor jonge soldaten wier levens verloren gingen in de Eerste Wereldoorlog. Het gedicht geeft ook commentaar op Owen’s afwijzing van zijn religie in 1915.
In het hospitaal leerde Owen een andere dichter Siegfried Sassoon kennen met wie hij bevriend raakte . Owen vroeg om zijn hulp bij het verfijnen van de ruwe schetsen van zijn gedichten. Het was Sassoon die het begin van het gedicht “anthem” noemde en ook ‘death’ in het oorspronkelijke artikel verving door ‘doomed’; het beroemde epitheton van ‘patient minds’ is ook een correctie van hem. De gewijzigde kopie van het manuscript, in het handschrift van beide mannen, bestaat nog steeds en is te vinden in het Wilfred Owen Manuscript Archive op internet.
Anthem for Doomed Youth
.
What passing-bells for these who die as cattle?
— Only the monstrous anger of the guns.
Only the stuttering rifles’ rapid rattle
Can patter out their hasty orisons.
No mockeries now for them; no prayers nor bells;
Nor any voice of mourning save the choirs,—
The shrill, demented choirs of wailing shells;
And bugles calling for them from sad shires.
.
What candles may be held to speed them all?
Not in the hands of boys, but in their eyes
Shall shine the holy glimmers of goodbyes.
The pallor of girls’ brows shall be their pall;
Their flowers the tenderness of patient minds,
And each slow dusk a drawing-down of blinds.
.
Ik herhaal je
Ingrid Jonker
.
In de kringloopwinkel kocht ik het boek ‘Ik herhaal je’ gedichten van Ingrid Jonker ( 1933 -1965) met gedichten in het Afrikaans en in vertaling naar het Nederlands van Gerrit Komrij. Ook in dit boek een biografie van Ingrid Jonker door Henk van Woerden. Op de achterkant van het boek staat onder andere te lezen dat Nelson Mandela bij de opening van het Zuid-Afrikaanse parlement in 1994 het gedicht ‘Het kind dat doodgeschoten is door soldaten bij Nyanga’ voordroeg.
Nu wist ik dat ik al een keer aandacht had besteed aan deze gebeurtenis en dat klopt https://woutervanheiningen.wordpress.com/2013/06/03/nelson-mandela-en-ingrid-jonker/ . Daar is echter alleen het Engelse gedicht te lezen en omdat ik, terwijl ik het gedicht in het Nederlands las, me realiseerde dat Engels niet voor iedereen vanzelfsprekend makkelijk is, wil ik deze klaagzang tegen het apartheidsregime in de vorm van een gedicht hier ook in de Nederlands vertaling delen.
.
Het kind dat doodgeschoten is door soldaten bij Nyanga
.
Het kind is niet dood
het kind heft zijn vuist naar zijn moeder
die Afrika schreeuwt de geur schreeuwt
van vrijheid en heide
in de townships van het omsingelde hart
.
Het kind heft zijn vuist naar zijn vader
in de optocht van de generaties
die Afrika schreeuwen de geur schreeuwen
van gerechtigheid en bloed
in de straten van zijn gewapende trots
.
Het kind is niet dood
noch bij Langa noch bij Nyanga
noch bij Orlando noch bij Sharpeville
noch bij het politiebureau van Philippi
waar het ligt met een kogel door zijn hoofd
.
Het kind is de schaduw van de soldaten
op wacht met geweren pantserwagens en knuppels
het kind is aanwezig bij alle vergaderingen en wetgevingen
het kind loert door de vensters van huizen en in de harten van moeders
het kind dat alleen maar wilde spelen in de zon bij Nyanga is overal
het kind dat een man is geworden trekt door heel Afrika
het kind dat een reus is geworden trekt door de gehele wereld
.
Zonder pas
.
Lyriek
Literaire kunst door H.J.M.F Lodewick
.
Ik heb al eerder geschreven over het boekje Literaire kunst van lodewick uit 1962. Hierin staat alles uitgelegd over deze vorm van kunst. Al eerder behandelde ik de Epiek. Nu wat meer over de Lyriek.
Onder Lyriek verstaan we de uiting van de subjectieve gedachten en gevoelens van de schrijver. De schrijver of dichter kan zijn gevoelens direct uiten (de directe lyriek) maar hij kan ook gestalten scheppen waarin hij zijn gevoelens als het ware projecteerd (indirecte lyriek). De meester van de lyriek is ongetwijfeld de Duitse dichter Rainer Maria Rilke. In de Nederlandse letterkunde is M. Nijhoff een groot lyrisch dichter.
De Lyriek kunnen we onder verdelen in de volgende genres:
– het lied
– de ode, de hymne en de dithyrambe
– Elegie of klaagzang
– satire of hekeldicht (met als subgenre de parodie)
– het epigram of puntdicht
– het oosters kwatrijn
.
Het lied
Het lied is wel het meest voorkomende genre in de lyriek. Het geeft , in vrij beknopte vorm, de directe uiting aan de gevoelens, de stemming, die dan ook altijd hoofdzaak zijn. Verder kenmerkt zich het lied door een zekere eenvoud en zoetvloeiendheid, terwijl het bijna altijd in strofenvorm geschreven is.
Liederen zijn te onderscheiden in geestelijke en wereldlijke liederen.
De meest voorkomende liederensoorten zijn:
– Religieuze liederen
– Natuurliederen
– Liefdesliederen
– Nederlandse en historieliederen
Het Wilhelmus en de Marseillaise zijn voorbeelden van deze laatste soort.
.
Een bijzonder aardige uitgave over de Lyriek is Lessen in Lyriek van W. Bronzwaer uit 1993. Full text te lezen op: http://www.dbnl.org/tekst/bron013less01_01/
.