Site-archief
Nonsens
Inenting
.
In de jaren ’50 werd er door uitgeverij Het Spectrum veel poëzie uitgegeven. Bundels van dichters maar vooral ook allerlei verzamelbundels en bloemlezingen. Een van die bloemlezingen is nu in mijn bezit, mijn broer wist deze van een waarschijnlijke aftocht richting oud papierbak bij een kringloopwinkel te redden, en ik ben er blij mee.
Het betreft hier de bundel ‘Nederlandse Nonsens op rijm’ uit 1953. Alleen van de titel word ik al vrolijk. In de binnenkant van deze bundel staat geschreven: Nederlandse Nonsens op rijm, een gevarieerde keuze uit meer dan honderd jaar poëtische parodie en fantasie, waaraan elkeen, mits hij gelijktijdig zijn hart en hoofd laat werken, genoegen kan beleven. Medewerkers aan deze bundel zijn De Schoolmeester, Piet Paaltjens, Cornelis Paradijs, Braga, Charivarius, Trijntje Fop, Daan Zonderland, C. Buddingh’ en Annie Schmidt (toen nog zonder M.G. ).
Veel oud werk dus maar zeer zeker ook grappig, venijnig en parodiërende gedichten. Ik koos voor een gedicht van Cornelis Paradijs. Achter dit pseudoniem gaat een groot schrijver schuil namelijk Frederik van Eeden (1860 – 1932). Het gedicht verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Grassprietjes’ uit 1885. Waarom ik voor dit gedicht koos mag meteen duidelijk zijn uit de titel.
.
Inenting
.
Zou ik mijn kind niet laten vaccineeren
Met zuiv’re koepokstof,
Zou ik dien wreeden geesel niet bezweren,
Die reeds zoovelen trof?
.
God zond den dood om ’t menschdom te genezen,
Met zonden zwaar belaân,
Toch heeft ons tevens zijn genâ gewezen
Hoe hem te keer te gaan.
.
Geweldig komt het pestvuur ons bestoken,
Elk schoon zwicht voor zijn kracht,
Doch licht en schaad’loos wordt die kracht gebroken:
Een prik en ’t is volbracht.
.
Volgroote goedheid! nimmer te doorgronden
Is Godes heerschappij:
De Heer der Heem’len slaat zoo fel geen wonden,
Of schenkt er pleister bij.
.
De koffer
John Ashbery
.
In 1977 staat Poetry International in het teken van de koffer, symbool van het reizen. Naast de gebruikelijke poëzie en dichters uit vele landen is er een tentoonstelling van oude reiskoffers. In 1977 staat de Amerikaanse dichter John Ashbery op het podium in Rotterdam. Ashbery (1927- 2017) werkte van 1955 tot 1965 voor The New York Herald Tribune in Parijs als kunstcriticus. Na zijn terugkeer in de Verenigde Staten werkte hij als docent Engels en was hij ook daar kunstcriticus. Ashbery was een avant-gardistisch dichter.
Ashbery’s vroege werk werd sterk geïnspireerd door door het werk van Auden, alsook door de obscure Franse surrealistische dichter Pierre Martory. Later werd zijn werk steeds meer modernistisch. In de jaren zestig verkeerde hij in avant-gardistische kringen, met wereldwijd de aandacht trekkende kunstenaars als Andy Warhol en John Cage.
Ashbery’s werk kenmerkt zich door vrije, spontane associatie, waarbij zijn gedichten meestal nauwelijks een echt onderwerp kennen. Hij kan heel vaag en poëtisch zijn over concrete alledaagse dingen, waarbij hij regelmatig de parodie als stijlmiddel gebruikt. Een overkoepelend thema is de relatie tussen chaos en het bewuste menselijk denken en met de kunst in zijn algemeenheid. Hoewel Ashbery vaak beweerd heeft voor een groot publiek te willen schrijven, geldt veel van zijn werk als moeilijk toegankelijk, niet in de laatste plaats door de semantische en linguïstische experimenten in zijn werk.
Uit zijn bundel ‘The double dream of spring’ uit 1970 het gedicht ‘The task’ en in een vertaling van Peter van Lieshout, ‘De taak’.
.
De taak
.
Ze maken zich klaar om opnieuw te beginnen:
Problemen, een nieuwe wimpel aan de vlaggemast
in een voorspelde romance.
.
Rond de tijd dat de zon laag boven het
Westelijk halfrond haar stralen vlijt, de kermis echoot,
Dringen de vluchtende landen onder andere namen bijeen.
Leegte neemt de plaats van vreugde in, en Ieder moet vetrtrekken
Weg, ver weg in de stokkende nacht, want zijn lot
Is vruchteloos terug te keren uit het licht
Voorgetoverd door verstrijkende tijd. Slechts
Luchtkastelen waren het, doorkneed in de kunst het verleden
Te grijpen en met pijn te beheersen. En de weg ligt open
Nu om regelrechtschapen te handelen in deze tijd
Verterende dichtheid waarin hij ooit leerde ademen.
.
Kijk eens naar de rommel die je gemaakt hebt,
Zie eens wat je hebt gedaan
Maar als dat dat al spijt mocht zijn raakt het nauwelijks
De kinderen die na het eten buitenspelen.
Belofte van kussens en meer in de nacht die straks valt.
Ik ben van plan hier wat langer te blijven
Omdat dit enkel ogenblikken zijn, ogenblikken van inzicht,
En omdat getast en gereikt nog moet worden,
Naar uiterst en vurig verlangen dat wegsmelt
Ondertussen, als afstand onder pelgrimsvoeten.
.
The task
.
They are preparing to begin again:
Problems, new pennant up the flagpole
In a predicated romance.
.
About the time the sun begins to cut laterally across
The western hemisphere with its shadows, its carnival echoes,
The fugitive lands crowd under separate names.
It is the blankness that follows gaiety, and Everyman must depart
Out there into stranded night, for his destiny
Is to return unfruitful out of the lightness
That passing time evokes. It was only
Cloud-castles, adept to seize the past
And possess it, through hurting. And the way is clear
Now for linear acting into that time
In whose corrosive mass he first discovered how to breathe.
.
Just look at the filth you’ve made,
See what you’ve done.
Yet if these are regrets they stir only lightly
The children playing after supper,
Promise of the pillow and so much in the night to come.
I plan to stay here a little while
f’or these are moments only, moments of insight,
And there are reaches to be attained,
A last level of anxiety that melts
In becoming, like miles under the pilgrim’s feet.
.
1 april!
De humorist
.
Op 1 april wilde ik eens stilstaan bij het fenomeen van grappen maken of het voor de gek houden van anderen op deze dag. Ik weet dat het zondag is en dus eigenlijk de dag voor de dichter van de maand maar deze schuif ik voor een keer door naar morgen.
Volgens de Wikipedia is de meest voor de hand liggende verklaring van het fenomeen 1 april grappen de volgende:
De 1 aprilgrap is ontstaan uit een vroeger middeleeuws festival: het feest van de zotten. La fête des fous was vooral in Frankrijk van de 5e tot de 16e eeuw erg populair. Het werd gevierd omstreeks 1 januari door het kiezen van een valse paus of bisschop en ging gepaard met allerlei rituelen en festiviteiten waarbij de geestelijkheid werd geparodieerd. Aan de basis hiervan lagen dan weer naar alle waarschijnlijkheid vroegere heidense zonnewende feesten. In de 16e eeuw zou dit bij de Franse wijziging naar de Gregoriaanse kalender naar 1 april zijn verschoven.
Hoe het precies zit weet men niet maar het fenomeen van elkaar voor de gek houden en grappen maken op 1 april is een sterk verankert gebruik in ons land (maar zeker niet alleen hier, ook in België, Rusland, Frankrijk en een boel Engelstalige landen).
Op zoek naar een gedicht over 1 april kwam ik veel humoristische gedichten tegen maar geen enkel over 1 april (ze zullen er ongetwijfeld zijn). Wel las ik een gedicht van Simon Carmiggelt in zijn bundel ‘De gedichten’ uit 1974, met de titel ‘De humorist’. Het dekt de lading van 1 april misschien niet helemaal maar is zeker de moeite waard.
.
De humorist
.
Als knaap heb ik mijn eerste grap verzonnen.
Mijn moeder riep: ‘Dat wordt een humorist.’
De brave vrouw. Zij heeft zich niet vergist.
Een schelmse carrière was begonnen.
.
O, in de aanvang ging ’t somtijds stroef
en viel de kwinkslag wel eens in ’t water.
Die vroege gein! ‘k Moest er om lachen, later.
Want zelfs herinnering stemt mij niet droef.
.
Al schaterend schiep ik een klein bedrijfje,
waar de cliënt een mopje kan bestellen,
ik scherts maar voort. Ik kan ze niet meer tellen.
Bij dag en nacht – ik bak een vrolijk schrijfje.
.
Al mijn agressies kan ik in dit vak
profijtelijk tot jeukpoeder vermalen.
Maar zou ik daarbij wel de tachtig halen?
Als dát gelukt, ben ik een monter wrak.
.
Gedicht met vazen en konijntjes
Poem II van Marieke van Diemen
.
Van @PieterDrift kreeg ik een link naar de website kunstveiling.nl, naar een kunstwerk van Marieke van Diemen met de naam Poem II. Onder het motto ‘gedichten in vreemde vormen’ . Toen ik het kunstwerk zag vond ik het meteen bijzonder. Van vazen (het symbool van de bron van alle dingen op aarde) tegen een wand heeft Marieke een kunstwerk gemaakt dat op het eerste gezicht een gedicht lijkt. Als je beter kijkt zie je dat bepaalde vazen steeds voorkomen en dat er dus wel degelijk een echt gedicht zou kunnen staan. Ik ben er nog niet achter wat er staat. Wie het weet mag het zeggen.
.
Geïnspireerd door Poem II van Marieke heeft the editor-in-chief van The Bunnington post een variatie gemaakt onder de titel Bunnington poem. In plaats van vazen dit keer konijntjes.
.
.
Meer over PoemII lees je op http://www.kunstveiling.nl/veiling-main/8062/7980/poem-ii—marieke-van-diemen–ultrachrome—diasec–2007/
Meer over de parodie van the Bunnington Post lees je op http://bunningtonpost.com/2011/12/30/bunnington-poem/
Lyriek
Literaire kunst door H.J.M.F Lodewick
.
Ik heb al eerder geschreven over het boekje Literaire kunst van lodewick uit 1962. Hierin staat alles uitgelegd over deze vorm van kunst. Al eerder behandelde ik de Epiek. Nu wat meer over de Lyriek.
Onder Lyriek verstaan we de uiting van de subjectieve gedachten en gevoelens van de schrijver. De schrijver of dichter kan zijn gevoelens direct uiten (de directe lyriek) maar hij kan ook gestalten scheppen waarin hij zijn gevoelens als het ware projecteerd (indirecte lyriek). De meester van de lyriek is ongetwijfeld de Duitse dichter Rainer Maria Rilke. In de Nederlandse letterkunde is M. Nijhoff een groot lyrisch dichter.
De Lyriek kunnen we onder verdelen in de volgende genres:
– het lied
– de ode, de hymne en de dithyrambe
– Elegie of klaagzang
– satire of hekeldicht (met als subgenre de parodie)
– het epigram of puntdicht
– het oosters kwatrijn
.
Het lied
Het lied is wel het meest voorkomende genre in de lyriek. Het geeft , in vrij beknopte vorm, de directe uiting aan de gevoelens, de stemming, die dan ook altijd hoofdzaak zijn. Verder kenmerkt zich het lied door een zekere eenvoud en zoetvloeiendheid, terwijl het bijna altijd in strofenvorm geschreven is.
Liederen zijn te onderscheiden in geestelijke en wereldlijke liederen.
De meest voorkomende liederensoorten zijn:
– Religieuze liederen
– Natuurliederen
– Liefdesliederen
– Nederlandse en historieliederen
Het Wilhelmus en de Marseillaise zijn voorbeelden van deze laatste soort.
.
Een bijzonder aardige uitgave over de Lyriek is Lessen in Lyriek van W. Bronzwaer uit 1993. Full text te lezen op: http://www.dbnl.org/tekst/bron013less01_01/
.