Site-archief

Een supermarkt in Californië

Allen Ginsberg

.

De Amerikaans dichter Allen Ginsberg (1926-1997) blijft tot op de dag van vandaag tot de verbeelding spreken. Zo werd ik door Flor Vandekerckhove gewezen op een stuk dat hij schreef voor zijn blog over poëzie en maatschappelijke verandering. Zijn vraag was hoe ik tegenover poëzie en maatschappelijke verandering sta. Dat is een vrij ‘grote’ vraag maar ik denk dat poëzie kan bijdragen aan maatschappelijke verandering en thema’s. Zo zie je in de geschreven poëzie maar ook in de Spoken Word scene een toenemende maatschappelijke betrokkenheid.

In het artikel gaat Flor in op de invloed van Beat dichter Allen Ginsberg en in hoeverre deze heeft bijgedragen aan de maatschappelijke veranderingen van zijn tijd (50’s, 60’s en later).

In de jaren 40 van de twintigste eeuw studeerde Ginsberg aan de Universiteit van Columbia waar hij vriendschap sloot met de schrijvers William S. Burroughs en Jack Kerouac. In het midden van de jaren vijftig zou hij een leidende rol spelen in de Beat Generation samen met dichters als Gary Snyder en Michael McClure.

Ginsberg had een sterke drang om de grenzen van zijn bewustzijn te verkennen. Dat deed hij door het gebruik van drugs zoals marihuana, en andere geestverruimende middelen. Dit inspireerde hem sterk bij het schrijven van gedichten. William Blake, de Engelse dichter, was hem daarbij een voorbeeld. Veel gedichten van Ginsberg bevatten elementen van oorlog. Onderwerpen als de gaskamers in de Tweede Wereldoorlog (Ginsberg was joods)en de oorlog in Vietnam komen regelmatig voor in zijn gedichten.

Dit alles bracht mij erop om een gedicht van Allen Ginsberg te plaatsen. Het gedicht ‘Een supermarkt in Californië’ komt van de website van Joris Lenstra die ik nog ken van de tijd die hij actief was bij Ongehoord Rotterdam (waar later poëziestichting Ongehoord! uit is voort gekomen) en is geschreven in 1955. Het gedicht komt uit de bundel ‘Howl and Other Poems’ uit 1956 waarmee Ginsberg destijds doorbrak. De vertaling is van Joris Lenstra.

.

Een supermarkt in Californië

.

De gedachten die ik vannacht had over jou, Walt Whitman, toen ik in een rustige buurt onder de bomen door liep, ik had hoofdpijn en keek zelfbewust naar de volle maan.

Ik was hongerig, uitgeput en op zoek naar beelden, toen ik de neonverlichte fruitsupermarkt betrad en ik moest meteen denken aan jouw opsommingen!

Al die perziken in de schemering! Hele families ’s nachts aan het winkelen! Gangpaden vol met echtgenotes! Vrouwen tussen de avocado’s, baby’s tussen de tomaten!—en jij, Garcia Lorca, wat was jij daar aan het doen bij de watermeloenen?

 

Ik zag jou, Walt Whitman, kinderloze, eenzame, oude ploeteraar, terwijl je rondneusde tussen het vlees in de koeling en de jongens van de supermarktjongens in de smiezen had,

Ik hoorde hoe je hen ondervroeg: Wie heeft deze varkenskoteletten geslacht? Hoeveel voor de bananen? Ben jij mijn Engel?

Ik doolde tussen de glimmende stapels met blikjes terwijl ik jou volgde en in mijn verbeelding werd ik gevolgd door een beveiliger.

We schreden samen door de open gangpaden in onze eenzame fantasie terwijl we van de artisjokken proefden, we namen elke iedere ingevroren delicatesse en gingen nooit langs de kassa.

Waar gaan we naartoe, Walt Whitman? Ze sluiten de deuren in een uur. Welke kant wijst jouw baard op deze nacht?

(Ik raak jouw boek aan, denk terug aan onze odyssee in de supermarkt en voel me belachelijk.)

Zullen we de hele nacht over eenzame straten lopen? De bomen voegen hun lommer aan de duisternis toe, in de huizen zullen de lichten doven, we zullen allebei eenzaam zijn.

Zullen we rondslenteren langs blauwe auto’s in oprijlanen, terugdenkend aan het verloren Amerika van de liefde, terwijl we teruggaan naar ons stille hutje?

Ach, geliefde vader, grijsbaard, eenzame, oude, moedige leraar, wat was jouw Amerika toen Charon zijn veerbootje niet verder duwde en jij uitstapte op een mistige oever en toekeek hoe het bootje op het zwarte water van de Lethe verdween?

.

Klaaglied

Stevie Smith

.

Lezend in de bundel ‘Vrienden zonder grenzen’ liedteksten & gedichten over vriendschap, uit 1993, samengesteld door Henk van Zuiden en Emanuel Overbeeke, stuitte ik op een gedicht van Stevie Smith. De Engelse dichter en schrijfster Stevie Smith (1902-1971) ken ik sinds ik Joris Lenstra het prachtige gedicht Not Waving But Drowning bij een podium van Ongehoord! hoorde voordragen.

In dit geval betrof het haar gedicht ‘Klaaglied’ dat oorspronkelijk verscheen in ‘Collected Poems of Stevie Smith’ in 1972 maar in vertaling werd opgenomen in de bundel Spiegel van de Engelse poëzie uit de gehele wereld deel twee: dichters van de twintigste eeuw’. Ik bleef bij dit gedicht hangen door de naam van Stevie Smith maar ook zeker door de titel. We leven in een tijd waarin er veel, heel veel geklaagd wordt. Terecht of onterecht, daar wil ik van wegblijven maar geklaagd wordt er. In het gedicht ‘Klaaglied’ beschrijft Smith een berusting die haar van haar angsten weghoudt. Die positieve boodschap lijkt me een goed advies in moeilijke tijden.

.

Klaaglied

.

Door een vriend van een vriend proef ik vriendschap,

door een vriend van een vriend liefde,

geestelijk in verwarring,

heb ik jarenlang gevochten,

maar nu weet ik dat ik vriendschap

nooit dichter zal naderen

dan een vriend van een vriend,

liefde nooit dichter dan de liefde van een vriend.

.

De donkere nacht in

ga ik berustend,

ik ben niet bang voor de donkere nacht

als de vrienden die ik niet ken,

ik ben niet zo bevreesd voor de nacht hierboven

als voor de vrienden hier beneden.

.

 

Gerrit Kouwenaar

Hermetische poëzie

.

Hermetische poëzie is voor de meeste mensen iets ongrijpbaars. Ik ken poëzielezers die zeer bedreven zijn in het lezen en interpreteren van poëzie maar niet aan hermetische poëzie beginnen omdat men er niks mee kan, of omdat men er geen betekenis in kan vinden. Wat is hermetische poëzie nou eigenlijk? Letterlijk betekent het: gesloten poëzie. Gedichten die zo weinig naar iets buiten zichzelf verwijzen (behalve soms naar het overige werk van de auteur), dat ze bijna ontoegankelijk voor de lezer zijn.

De term wordt dan ook heel vaak gebruikt als synoniem voor heel moeilijke poëzie ( die niet perse hermetisch is in de letterlijke zin). In de 20e-eeuwse Italiaanse literatuur wordt de stroming van het ‘ermetismo’ onderscheiden, waartoe belangrijke dichters behoorden als Guiseppe Ungaretti (1888-1970), Eugenio Montale (1896-1981) en Salvatore Quasimodo (1901-1968). Hermetische poëzie werd in Nederland o.a. geschreven door Gerrit Kouwenaar (1923-2014) en Hans Faverey (1934-1990). De bekendste hermetische dichter uit het buitenland is de Franse dichter Stéphane Mallarmé (1842-1898), die tot de stroming van het symbolisme behoorde.

In ‘Ons Erfdeel’ uit 1997 schrijft Ron Elshout over de bundel ‘De tijd staat open’ uit 1996 van Gerrit Kouwenaar over het onderstaande gedicht gedicht:
“maar ik hecht er wel aan er nog maar eens op te wijzen dat zo’n gedicht over zo’n moment in Kouwenaars geval niet alleen een beschrijving van een gebeurtenis is, maar dat het gedicht zelfs de verbeelding van dat moment te boven gaat en als het ware gedurende de tijd dat ik het lees even die ervaring wordt. Hier wordt dat bereikt doordat het gedicht een hoog stamel- en van-de-hak-op-de-tak-gehalte heeft, de lezer maakt daardoor tijdens het lezen van het gedicht de verwarring even mee, ondervindt haar. Ergens in deze bundel noemt Kouwenaar dat ‘iets om even te schrikken’. Let op! Niet: ‘iets om even van te schrikken’. ‘Alleen’ door het weglaten van het voorzetsel komt de schrik dichterbij, en dat heeft weliswaar een talige oorzaak, maar een voor de lezer zeer lijfelijk voelbaar gevolg.”
.
Wil je meer lezen over hermetische poëzie lees dan vooral mijn post https://woutervanheiningen.wordpress.com/2012/06/26/hermetische-poezie/ waarin ik verwijs naar een artikel van Joris Lenstra op Meandermagazine.net over ditzelfde onderwerp.
.
Er schikt een ogenblik tegen de hor, nee
dit is vertaald, het is een slaap, het is
de nachtvlinder het daglicht, leeg

lopend in het steenslag

.

er ligt gefluister over de mond, blind
zicht over het oog waar men in zit, dat het licht
ontkent wat de taal verduistert, nee het is
de kelder de doofheid de witte krekel
.
nee het is de radio die luistert, nee
het is geschreven, het is wat niemand –
.
.
.

Ménage à deux

Benne van der Velde

.

Sommige dichtbundeltjes zijn zeldzaam, zeker als ze maar in een kleine oplage gemaakt zijn. Dat geldt zeker voor het dunne bundeltje (20 pagina’s) ‘Ménage à deux’ van dichter Benne van der Velde. In de Eendagsvliegreeks is de #6. Uitgegeven door uitgeverij Nadorst. Deze Rotterdamse uitgeverij van Joris Lenstra ken ik uit mijn begintijd van Ongehoord Rotterdam. Joris was met zijn uitgeverij de drijvende kracht achter de administratieve handel en wandel van Ongehoord Rotterdam tot hij ermee stopte en de Ongehoord Rotterdam overging in de stichting Ongehoord! De Eendagsvliegreeks is een project van foutograaf, nostalgist en fotograaf Ruben van Luijk.

De oplage is genummerd en ik heb nummer 4. Het bindwerk is ook al door een bekende gedaan namelijk Atelier Zonneveld uit Rotterdam. De illustratie op de omslag werd gemaakt door Frans de Winter uit Vlaardingen waar Benne van der Velde ook woonachtig is. Een heel charmante uitgave en ik koos voor het titelgedicht.

.

Ménage à deux

.

Als je hem maar niet vergeet,

wil ik dat je weet dat jij

vreemd mag blijven gaan met mij

zolang ik mezelf niet ben.

.

Hij heeft het beste met je voor,

kent je door en door en ik

ben één grote harde pik

waarin ik mezelf niet herken.

.

Als je mij maar weer vergeet,

wil hij dat je weet dat jij

vreemd mag blijven gaan met mij

tot ik weer de oude ben.

.

Paradise regained

H. Marsman

.

Na pas ‘Paradise Lost’ te hebben besproken op dit blog kwam van Derrel Niemeijer de tip om vandaag ‘Paradise regained’ te behandelen. Dit werk van Milton is gepubliceerd in 1671 en wordt over het algemeen gezien als een minder werk dan ‘Paradise lost. Daarom gooi ik het eens over een andere boeg en behandel ik vandaag wel degelijk ‘Paradise regained’ maar in dit geval van de dichter Hendrik Marsman (1899 – 1940). Dit gedicht werd o.a. gepubliceerd in Verzamelde gedichten uit 1995.

Wil je een zeer aardige en gedegen beschrijving lezen van dit gedicht lees dan de bespreking van Joris Lenstra op Meander klassiekers: http://klassiekegedichten.net/archief/klas052.html

.

‘Paradise regained’

De zon en de zee springen bliksemend open:
waaiers van vuur en zij;
langs blauwe bergen van de morgen
scheert de wind als een antilope
voorbij.

zwervende tussen fonteinen van licht
en langs de stralende pleinen van ’t water
voer ik een blonde vrouw aan mijn zij,
die zorgloos zingt langs het eeuwige water

een held’re, verruk-lijk-meeslepende wijs:

‘Het schip van de wind ligt gereed voor de reis,
de zon en de maan zijn sneeuwwitte rozen,
de morgen en nacht twee blauwe matrozen –
wij gaan terug naar ’t Paradijs’.

.

Marsman

 

marsman 2

Let the sun shine

Hans Andreus

.

Omdat het zulk prachtig weer is vandaag een toepasselijk gedicht van Hans Andreus (1926 – 1977) uit ‘Muziek voor kijkdieren’ uit 1951 (Windroosserie deel 12).

.

Liggen in de zon

Ik hoor het licht het zonlicht pizzicato
de warmte spreekt weer tegen mijn gezicht
ik lig weer dat gaat zo maar niet dat gaat zo
ik lig weer monomaan weer monodwaas van licht.

Ik lig languit lig in mijn huid te zingen
lig zacht te zingen antwoord op het licht
lig dwaas zo dwaas niet buiten mensen dingen
te zingen van het licht dat om en op mij ligt

Ik lig hier duidelijk zeer zuidelijk lig zonder
te weten hoe of wat ik lig alleen maar stil
ik weet alleen het licht van wonder boven wonder
er ik weet alleen maar alles wat ik weten wil.

.

liggen

 

Lees ook de boeiende bespreking van dit gedicht op http://klassiekegedichten.net/index.php?id=87 van Joris Lenstra.

Poëziebundel Ongehoord Rotterdam

Uit mijn boekenkast

.

In mijn boekenkast staat een mooi klein bundeltje uit 2009 met een aantal gedichten van dichters die in dat jaar op Ongehoord Rotterdam stonden. De stichting ongehoord! is voortgekomen uit Ongehoord Rotterdam dat toe bestond uit Joris Lenstra, Hein van de Assem, Ton Huizer, Yvonne Koenderman en Frida Winklaar. Van hen is alleen Yvonne nog actief in de stichting Ongehoord!

Het aardige van de bundel is dat er dichters instaan die inmiddels enige bekendheid genieten, meer nog dan toen het geval was. Zo ook Peter W.J,. Brouwer.

In de bundel zijn gedicht ‘Over grootouders”.

.

Over grootouders

.

Op een avond liep

een schelpenpad tot aan het huis

.

voor zijn grootmoeder

als engel de deur opende

.

in zoveel licht

had ik haar nog niet gezien

.

een fossiel was haar stem en

mijn herinnering het huis geworden

.

we groeten elkaar en spoelden aan

terwijl ik mijn grootvader slapend zag wijken

.

ik kon zijn huis met dieren met hokken

tot wrakhout bedenken

.

zijn appelboom tot klokhuis kijken

mezelf een nachtegaal

horen zingen

.

peterbrouwer2010klein

Voordragen in De Bakkerij

Ik droom van jou

Op vrijdagavond 22 februari organiseert Ongehoord een poëziepodium tijdens de expositie ‘Ik droom van jou’, met tekeningen van Frances Alleblas bij teksten van Joris Lenstra. De expositie hangt in Taal en Theaterstudio de Bakkerijk (Bergweg 283 Rotterdam).
Toegang is gratis.
Op zullen treden: Hein van de Assem, Rineke Minderman, Joris Lenstra (Droomboekje) en ik zelf.

Na afloop is er een open podium.

De tentoonstelling ‘Ik droom van jou’ bestaat uit tekeningen van Frances Alleblas, gemaakt op teksten van Joris Lenstra. De korte, dromerige teksten gaan allemaal over de (on)bereikbare liefde. De teksten en de tekeningen zijn gebundeld in het ‘Droomboekje’ dat tijdens de expositie te koop is.

Poëziepodium Ongehoord is een Rotterdams poëziepodium voor aanstormend en aanslenterend talent. De stichting erachter organiseert een tweemaandelijks poëziepodium in de centrale bibliotheek en daarnaast ook podia op locatie.

.

Ik zal vooral nieuw en onbekender werk voordragen in mijn bijdrage.

.

dromenboekje

Droomboekje

Vrijdag 14 december 2012

.

Op vrijdag 14 december om 17.00 uur  presenteert Uitgeverij Nadorst, in Studio Bakkerij aan de Bergweg 283 te Rotterdam,  het ‘Dromenboekje’, een intiem boekje over de liefde. Het boekje is het resultaat van de samenwerking tussen dichter Joris Lenstra ( één van de juryleden van de Ongehoord! Poëziewedstrijd 2012) en beeldend kunstenares Frances Alleblas.

Joris Lenstra schreef 26 dromerige gedichten. Frances Alleblas maakte, geïnspireerd op de deze teksten,  evenzeer dromerige, suggestieve tekeningen.

.

De bijbehorende tentoonstelling in Studio Bakkerij loopt nog tot en met februari 2013.

Hieronder een voorbeeld uit het ‘Dromenboekje’.

.

gedicht_Joristekening_bij_gedicht_Joris

Juryrapport winnend gedicht

Winnaar Ongehoord Poëzieprijs 2012: ‘Let the sin begin’.

 .

En dan nu het juryrapport van het winnende gedicht van Hervé Deleu ‘In de ochtendfile’. Het gedicht heb ik maandag 12 november reeds geplaatst op dit blog.

.

Juryrapport

Toen wij de ingezonden gedichten bespraken, werd al snel duidelijk dat één tekst met kop en schouders boven de rest uitstak. Het overleefde zonder enige discussie de voorselecties en heeft die koppositie niet meer afgestaan.

Dit tekstje wist ons aangenaam te verrassen. De beeldspraak is helder. Het is tekstje beschrijven. Het weet goed de valkuilen van het clichématige te vermijden. En ook zonder hoogdravend poëtisch taalgebruik, hebben we hier een spannend geschreven dichtwerkje.

Het begint aarzelend en onbestemd, maar vanaf regel vier wordt koers gezet richting het thema: ‘Let the sin begin’. Het hoogtepunt is de beschrijving die begint op regel zeven:

‘Ongegeneerd beklemt ze

de gladde kop van de pookversnelling

en ademt traag.’

Op beknopte, haast filmische wijze wordt hier het hoofdpersoon neergezet.

De rest van het gedicht is een beschrijving van deze vrouw die zich in haar auto in de file overgeeft aan de wellust.

Deze uitwerking wekt bewondering  door de knap volgehouden, bondige stijl en door het vermijden van de gemeenplaatsen. Een tekst met dit onderwerp kan een draak van een gedichtje opleveren, maar hier is dat niet gebeurd. In plaats daarvan is er een sterke tekst geschreven met een kop en keurige staart. Er wordt nergens nodeloos uitgeweid. En het verbond van de wellustige vrouw met haar warmbloedige auto is beeldend en voelbaar beschreven.

Leuk detail is dat wij als lezers ook niet zonder zonde zijn. Tijdens het lezen, of luisteren, worden wij voyeurs die schaamteloos toekijken naar deze vrouw, die zich in haar auto alleen waant.

Vandaar dat wij het gedicht ‘In de ochtendfile’, als winnaar hebben uitgekozen van de dichtwedstrijd van Ongehoord 2012, ‘Let the sin begin.’

Joris Lenstra

.

%d bloggers liken dit: