Site-archief

Middag

Victor E. van Vriesland

.

Bladerend door een bundel die ik pas geleden heb aangeschaft las ik een gedicht van Victor E. van Vriesland (1892-1974). Terugkijkend in mijn blog kom ik erachter dat ik de naam van Victor E. van Vriesland wel een paar keer heb genoemd maar nog nimmer een blog aan hem of zijn poëzie heb gewijd. Tijd om daar verandering in te brengen. Want Victor E. van Vriesland mag dan zo’n dichter zijn die we (bijna) zijn vergeten, hij was al schrijver en dichter niet de eerste de beste. Zo ontving hij voor zijn werk de Constantijn Huygensprijs in 1958 en de PC Hooftprijs in 1960. Hij was voorzitter van de Nederlandse Penclub. Van 1962 tot 1965 was van Vriesland voorzitter van PEN International , de wereldwijde vereniging van schrijvers.

Van Vriesland debuteerde in 1915 met de bundel ‘De culturele noodtoestand van het Joodsche volk’ (van Vriesland was Joods) en publiceerde vele bundels, gedichten in literaire tijdschriften als Forum, Helicon, De Nieuwe Stem, Maatstaf en De Gids en hij was actief als vertaler van het werk van onder andere John Donne en Charles Baudelaire. In 2022 werd de bundel ‘Gekozen gedichten’ gepubliceerd waaruit ik het gedicht ‘Middag’ nam.

.

Middag

.

Dit is het einde; met haar daverende koorden
Peilt de vergeefse zon het grondeloze meer.
Mijn boot ligt onbeweegliijk in een hete sfeer
Van glanzende eenzaamheid. Op ’t stroeve lichtveld moorden

.

Striemende branden mijn geteisterd aangezicht.
Dit is het einde; want de somber loden dreiging
Der barre bergen stort zich op me in starre zwijging
Onder ’t gewicht van het verschrikkelijke licht.

.

Vloeibaar vuur stroomt roerloos uit vlambladige kelken.
Mijn boot ligt stil; ik hoor het gonzen van mijn bloed.—
In ’t stage laaien van een blinde stenen gloed
Voel ik het leven als een bloem langzaam verwelken.

.

Aankomst

Steven Van Der Heyden

.

Afgelopen weekend maakte ik persoonlijk kennis met de Vlaamse dichter Steven Van Der Heyden (1974). Eerst tijdens een diner met Hans en Andrea Franse en Steven en daags erna bij de bundelpresentatie van de nieuwste bundel van Hans Franse ‘Zelfportret met Woord’. Nu kende ik Steven al van zijn poëzie. In 2022 verschenen zijn gedichten al in nummer 14 van MUGzine en in 2023 opnieuw in nummer 20 als winnaar van de Rob de Vosprijs 2023 uitgeschreven door Meander.

Bij de bundelpresentatie droeg Steven niet alleen een gedicht van Hans Franse voor maar hij reageerde ook op dit gedicht met een eigen gedicht. Steven kreeg het tweede eerste exemplaar uitgereikt (het eerste eerste exemplaar werd uitgereikt aan dhr. Bruijn, voorzitter van de Eerste Kamer) omdat hij had meegelezen met Hans tijdens het samenstellen van de bundel (samen met Monica Boschman overigens die er helaas niet bij kon zijn).

Steven Van Der Heyden (stadsdichter van Roeselare 2024-2025) heeft zelf in 2023 zijn eerste solobundel uitgebracht getiteld ‘Filigraan’ die ik nu aan het lezen ben. Ik begreep van hem dat er inmiddels een tweede druk is gemaakt omdat de eerste druk al snel uitverkocht was. Terecht want zijn poëzie is van een hoog niveau en zeer leesbaar. Als voorproefje hier het gedicht ‘Aankomst’ uit deze bundel.

.

Aankomst

.

Ik ben het kind van bittere verwijten,

zoon van een vader die niet lacht,

los zand op een plattegrond van genen.

.

Mijn vermoeden van familie,

een stilleven met het terloopse

van een polaroid.

.

Hoe ik bijna een reden voel om te blijven

ondanks vluchtlijnen, barsten in mijn dagen.

Perspectief een kans geven.

.

Ik los de wereld op in een shot,

ben brandstof voor een droom.

.

                                                                                           v.l.n.r. Hans Franse, Wouter van Heiningen, Steven Van Der Heyden  (foto: Marjon van der Vegt

Dichter bij de dood en Louis Couperus

Bijeenkomst op Oud Eik en Duinen

.

Afgelopen zondag was er op begraafplaats Oud Eik en Duinen een zeer goed bezochte bijeenkomst in het kader van de activiteiten rondom het Louis Couperusjaar in combinatie met Dichter bij de dood / Poëziestichting Ongehoord! in Den Haag. Dit jaar is het 100 jaar geleden dat Louis Couperus overleed (afgelopen zondag 16 juli exact 100 jaar geleden).  Dichters die meedoen aan Dichter bij de dood, een dichtersavond op 2 november Allerzielen op de begraafplaats, brachten een ode aan de oude meester, schrijver en dichter.

Naast deze dichters was ook Simon Mulder aanwezig, dichter, lid van Feest der poëzie en voorzitter van het Louis Couperus Genootschap. Op de Facebookpagina van Dichter bij de dood kun je de voordracht van Simon Mulder zien en beluisteren bij het graf van Couperus. Een van de dichters, Karen de Boer, schreef een sonnet over Louis Couperus, dat ook in de bundel ‘Dicht eens een Couperus’ werd opgenomen, getiteld ‘De zee’.

.

De zee

.

Wat hield jij van de Méditerranée..

Zoals jij schreef: jij dwaalde langs haar zomen,

waar jouw verhalen tot jou konden komen

je vagebondverlangen droeg je mee.

.

Het zuiden bracht jou steeds een nieuw idee

ofg het nu was in Napels, Nice of Rome.

Jouw avonturen zag jij in je dromen

als jij terug was bij de Haagse zee.

.

Zo hoog vloog gisteren een zwaluwvlucht

in ’t blauw waarin de verre wolken zweven.

Een zomerwind waait over deze graven.

.

Vanavond kleurt oranjerood de lucht.

Daar waar jij niet was voelde jij het leven,

maar hier kwam jij tot rust, in deze haven

.

 

De opgevouwen leugen

Alja Spaan

.

In het kader van de vakantiepoëzie ga ik de komende weken regelmatig gedichten plaatsen van dichters die ik zeer waardeer. Zonder heel veel verdere informatie dan de bundel waaruit ik het gedicht nam en het jaar van uitgave. Vandaag wil ik daarmee beginnen en als eerste koos ik voor de dichter en collega bij en voorzitter van Meander Alja Spaan.

In 2011 verscheen van haar hand de bundel ‘de hand de beweging laten maken’ met als ondertitel brieven en gedichten voor en over W. Deze brieven en gedichten zijn geschreven in de periode 2008-2011 en de bundel verscheen bij Alja’s eigen uitgeverij Atelier9en40.

Het gedicht dat ik koos is getiteld ‘the folded lie’.

.

the folded lie

.

Ik vind een berichtje terug over schrijven over niets

Dat kan ik, zegt hij maar ik weet het nog niet zo

.

Zeker, de hele dag vergaat in druilerige regen en een

Verveling bekruipt me, bijna zoals vroeger toen

.

Ik lang onder de bessenstruiken wachtte tot ik gevonden

Zou worden, een stem die tot tien telde en dan het

.

Langgerekte ‘ik kom‘ en dan toch die onzekerheid en

De angst achtergelaten te worden zoals nu, niet

.

Wetend wat er komen moet behalve wat daadkracht

En vertoon, komma’s achter kromme zinnen nog die

.

Niets verhullend terugkomend vanonder zware takken

Rijp fruit dragen tot het geplukt wordt

.

Uitzicht genoeg

Marjoleine de Vos

.

Vandaag uit mijn boekenkast de bundel ‘Uitzicht genoeg’ van dichter Marjoleine de Vos (1957). De Vos studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en schreef in 1985 haar doctoraalscriptie over dichter Gerrit Achterberg. Wat opvallend is aan haar carrière is dat ze vooral als jurylid van vele jury’s actief is  zoals de Zilveren en Gouden Griffeljury (ze schreef zelf ook kinderboeken) maar ook voor de Herman Gorter-prijs, de P.C. Hooft-prijs, de A. Roland Holst-penning en de Ida Gerhardt Poëzieprijs.

Ze schrijft ook een column voor het opinieweekblad VolZin. In 2000 verscheen haar eerste poëziebundel ‘Zeehond graag’, in 2003 gevolgd door ‘Kat van sneeuw’. ‘Zeehond graag’ werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs 2002. In het voorjaar van 2008 verscheen haar bundel ‘Het waait’. De bundel ‘Uitzicht genoeg’ is uit 2013 en een succes gezien het feit dat ik een vierde druk heb (binnen één jaar).

Uit deze bundel het gedicht ‘Kringloop’, een gedicht over de kringloop van het leven maar voor mij ook omdat ik daar zo graag kom in kringloopwinkels (en veel van de bundels in mijn boekenkast daar vandaan komen).

.

Kringloop

.

En steeds is alles op zijn mooist: van start

in volle bloei tot rood en krachtig kaal.

Er huist geen groot schandaal in leven

dat verdwijnen moet om nog onwennig

op te staan in een herschreven vorm.

We spreken over ons bestaan, we lachen

willen hier zijn, altijd hier. Zoals de vlier

heel oud al in zijn ziel, maar graag bereid

tot flierefluiten voor wie wil.

.

tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid

Een recensie

.

Bij uitgeverij In de Knipscheer is de nieuwe bundel van dichter, schrijver, organisator (Alkmaar Anders, Reuring), redacteur en voorzitter van Meander Alja Spaan verschenen getiteld ‘Tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid’. Hoewel de officiële presentatie op 10 november is (in Grand café Koekenbier, daar waar Alja Reuring organiseert, om 16.00 uur) heb ik de bundel al gekregen en gelezen. De bundel heeft weer een titel die typisch is voor het werk van Alja. Zo publiceerde zij eerder ‘De hand de beweging laten maken’ in 2012 en ‘Misschien moet alles eerst op tekening hersteld’ uit 2017. De titel van haar nieuwe bundel is’Tegen het vergeten en de behoedzaamheid’. In de titel alleen herbergt zich de persoon van Alja, hoewel ik vind dat de behoedzaamheid  minder bij haar persoon past. Maar daarover later meer.

De bundel is bijzonder netjes verzorgd met op de binnenflap wat biografische gegevens en op de achterkant een stuk duiding van de bundel. Opnieuw is de bundel opgedragen aan W. en ze bevat 69 gedichten in 4 hoofdstukken met de titels ‘het vergeten’, ‘tegen’, ‘de behoedzaamheid’en ‘voor’. Een selectie van gedichten rond de liefde, die eerder allemaal op haar blog  op https://aljaspaan.nl/ te lezen waren (en zijn).

Ik ken de poëzie van Alja heel goed, al jaren volg ik haar blog, publiceerde samen met haar de bundel ‘Je hebt me gemaakt met je kus’ ook al over de liefde en in elk gedicht herken ik, of denk ik Alja te herkennen. Dat maakt het soms moeilijk voor me om de gedichten te lezen en te interpreteren, omdat ik geneigd ben een gedicht aan een persoon of een gebeurtenis of tijdsvlak te koppelen. Wanneer ik dat loslaat en haar poëzie als woorden en zinnen tot me neem valt op dat Alja een heel zintuiglijk dichter is. In deze bundel zal je geen afstandelijke gedichten vinden, en hoewel redelijk vormvast (de meeste gedichten bestaan uit 14 regels, een paar uit 21 regels) bij Alja geen rijm of vormvastheid in versvormen. Haar gedichten lijken vloeibaar, in één keer opgetekend door de dichter, vanuit haar hoofd en haar hart.

In sommige gedichten herken ik beelden die ze tekent in woorden; de spleten in de houten vloer waarin zich iets verbergt, de (zwarte) jurk, het zweet op haar lichaam. Alja stelt zich in haar poëzie bloot aan de lezer zonder dat je precies te weten komt in welke hoedanigheid of in welke omstandigheid het gedicht zich precies afspeelt. Van de behoedzaamheid in de titel lees ik niet veel terug, hier is een dichter aan het woord die zichzelf de vrije ruimte geeft en gunt.

In de gedichten zijn er herkenningspunten; op een boot, bij haar ouders thuis, in de slaapkamer, maar de hij of de jij/je figuur wisselt van identiteit, dan weer de vader, dan weer de man, de vriend, de minnaar, het loopt door elkaar heen zonder verwarrend te zijn. Of zoals op de achterflap valt te lezen: “De gedichten nemen ons mee op sleeptouw en al lezende genieten we van het ritme, de klanken en de inhoud, om vervolgens ons eigen verhaal er naast te leggen”. En altijd is Alja aanwezig, als verteller, als alwetende beschouwer en regelmatig ook als onderwerp van haar gedicht. Zoals in het gedicht ‘als ik een dier was zou ik bijten en scheurend trekken’.

.

als ik een dier was zou ik bijtend en scheurend trekken

.

Er gebeuren wel ergere dingen. Ruiken hoe de zomer is en

haar niet kunnen vasthouden, voelen hoe

.

teveel kou blijvend in je botten huist, hoe je bewegingen trager

worden naarmate rondom je de geluiden

.

aanzwellen, opzwellen, als een te heet dik lijf in de zon dat sist

en puft en zich onwelvoeglijk draait. Je ziet

.

al haar delen. Ruiken hoe zijn geur het pand verlaat, tergend

langzaam bijna zoals zijn lakens van je

.

afgleden, zijn sporen droogden, zijn haren dood tegen de koele

badkamertegels, hoe zichzelf zijn is binnen die

.

doordringende aanwezigheid van derden. Ruiken hoe het oude

huis binnen deze muren past, haar kunst, haar

.

zweet, haar openheid, haar recept, het wierook van de offeranden

maar haar veiligheid nooit meer te voelen.

.

Zoals ook dit gedicht zich bijna laat lezen als een lange zin met bijzinnen, zo zijn veel van de gedichten in deze bundel opgebouwd. Ik merkte bij het lezen dat ik de tekst voorlas, om de cadans, het ritme van de zinnen beter tot zijn recht te laten komen. Al met al is dit opnieuw een bundel van Alja die zeer de moeite waard is, die uitnodigt om te lezen en te herlezen. Misschien niet een bundel om in één ruk uit te lezen maar zeker een bundel om gedoseerd tot je te nemen.

.

Antiaanbaklaagbeklaag

Poëziebus

.

Zoals jullie misschien weten ben ik voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting Poëziebus. In 2015 reed de Poëziebus voor het eerst en inmiddels zijn er 4 edities geweest. De Poëziebus is nog steeds in ontwikkeling maar het idee om met een bus vol dichters Nederland en België (Vlaanderen) door te trekken staat nog steeds. Vele busdichters hebben mooie ervaringen opgedaan op de bus, vriendschappen gesloten en ontwikkelingen doorgemaakt waarbij die week op de Poëziebus zeker een rol heeft gespeeld.

Een van de Poëziebusdichters van 2015 speelde ook een rol in latere edities als organisator van de halte Maastricht, Merlijn Huntjens. Merlijns’ schrijfcarrière begon in 2006 bij het Heerlens Schrijverscafé. In 2013 deed hij mee aan zijn eerste Poetry Slam, de Dichtslamrap in Boxtel. In 2016 en 2017 was hij finalist in het NK Poetry Slam, georganiseerd door het Literatuurhuis in Utrecht. In 2015 richtte hij samen met Nina Willems PANDA op. Samen maken zij werk waarin poëzie en performance centraal staat en organiseren zij Borderlines Poetry Slams in de Euregio. Sinds februari 2017 is Merlijn ook stadsdichter van Heerlen. Zijn stadsdichterschap laat zich, naast gedichten over Heerlen, ook kenmerken door projecten waarbij de inwoner van Heerlen inspraak krijgt.

In de Poëziebusbundel van 2015 ‘Verzamelde werken’ is van Merlijn het gedicht Antiaanbaklaagbeklaag’ opgenomen.

.

Antiaanbaklaagbeklaag

.

grootvader vond de haard gezellig en ik

gooide er konijn job in, ingepakt in tranen

.

en het vel papier met de planning. we waren

van de crematies. allemaal huilen, wél een zure andere eten.

.

het huis rook naar houtskool, opa naar

de jus op zijn broek. bijna alles was toen traditie.

.

brandblaren op zijn benen ook. het vallen en

de crematie niet. muziek speelde de laatste

.

latten aan zijn kist recht. harde tikken. we dachten

aan kloppen op het kisthout. allemaal huilen, vlaai eten.

.

nu zijn we de traditie vergeten. haardcrematies,

knaagdieren, jusbroeken, blaren. ze zijn gourmetsets.

.

ik vond de haard met job gezelliger. ik antiaanbaklaagbeklaag

me. iedereen mist opa dan en draait zijn foto weg.

.

Als kind moest ik een walvis eten

Wiel Kusters

.

Pasgeleden liep ik lang de universiteitsbibliotheek in Maastricht en ik werd daar gewezen op een gedicht van Wiel Kusters dat daar op een zijmuur was aangebracht. Naast het fietsenhok zodat alle studenten het regelmatig tegen komen. Ik heb gelijk even gecheckt of het al op https://straatpoezie.nl stond en dat was al het geval (wat ik al dacht maar je weet het nooit zeker).

Wiel Kusters (1947) is dichter en was hoogleraar letterkunde aan de universiteit van Maastricht. Kusters is naast dichter ook schrijver van proza, brieven, theaterstukken, kinderboeken en hij heeft verschillende vertalingen op zijn naam staan. Naast landelijke bekendheid als dichter was en is hij vooral actief in Limburg onder meer als  voorzitter van de Zuidelijke Afdeling van het letterkundig-historisch genootschap de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.

De foto is van de muur bij de universiteitsbibliotheek, het gedicht komt uit de bundel ‘Als kind moest ik een walvis eten’ uit 2002.

.

Dubbelganger

.

Het is zomer en ik lig
met andere jongens in het gras
op mijn buik zodat ik ruik
hoe vroeger alles anders was
of moet ik zeggen dat ik rook
hoe later alles eender wordt?

er is een meisje bij dat zit
met bruine benen in het gras
zij lacht beweegt zodat iets wits
soms even zichtbaar wordt
of moet ik zeggen dat het zwart
voor ogen mijn verlangen was?

het gras staat vol met klavertjes
het gras ruikt naar geluk
zolang het niet gemaaid was
want dan rook het naar geruk
of moet ik zeggen dat de geur
weemoedig en opstandig is?

ik was er nu ik ben er toen
er is geen prikkeldraad geen heg
een open veldje veertien jaar
het gras staat hoog je ziet me niet
of moet ik zeggen dat ik lieg
dat ik me met mezelf bedrieg?

.

De liefde strijken met ijzers van geduld

Een recensie

.

Hein van den Assem ken ik al heel wat jaren. Toen ik bij Poëziepodium Ongehoord Rotterdam kwam en samen met hem Yvonne en Corina de stichting Ongehoord! oprichtte in 2010 werd Hein voorzitter en presentator.. Dat Hein ook dichter was wist ik toen al en de belofte dat er een nieuwe bundel van zijn hand zou worden gepubliceerd (na ‘Assemblage’ uit 2006) hing alweer enige tijd in de lucht.

Die nieuwe bundel is er nu ‘De liefde strijken met ijzers van geduld’. En een bijzondere bundel is het geworden. Door Hein zelf uitgegeven bij Assemblage poëzieproducties is deze bundel een Hein van den Assem kunstwerk. De illustraties zijn van Hein, het ontwerp, de uitvoering (gelijmd en met draad genaaid door de rug, de bladzijden zijn niet losgesneden) alles is van zijn hand inclusief de inhoud. Achterin de bundel zit een mini cd met 9 tracks vormgegeven door Peter Magnée. Wat dat laatste betreft, de mini cd is alleen afspeelbaar met een single adapter. Aangezien ik die niet heb kan ik over de CD hier niet veel melden. In het tweede deel van de bundel (op grijs papier) staat de verantwoording van de gedichten en de gebruikte muziek (piano, basgitaar, gitaar) evenals de teksten van de, door Hein voorgedragen, gedichten.

Ik beperk me hier dus even tot het geschreven gedeelte. De bundel bevat 42 gedichten en 9 tracks. De poëzie van Hein van den Assem zou ik als beschrijvend willen betitelen. In de gedichten van Hein wordt je door hem meegenomen, het zijn Heins gedachten ervaringen, vertellingen die je leest. Veel gedichten refereren aan Rotterdam (Rotterdam Centraal, Bonnema’s Delftse Poort) of mensen uit Rotterdam (Lex culinair) en zijn prettig te lezen. Maar Hein schuwt ook de andere (grote) thema’s niet. Het fraaie Omaha Beach Memorial (D-Day), Prisjvin (over de Russische Sovjetschrijver Prisjvin Michail Michajlovich), Salvador Dali, het Holocaust Monument, Chinese poëzie en Bucephalus (het paard van Alexander de Grote).

Uit alles blijkt de betrokkenheid van de dichter bij zijn onderwerp. Persoonlijke poëzie die nergens clichématig wordt of larmoyant. Alleen in de teksten van de 9 CD tracks zit af en toe wat rijmdwang die wat mij betreft niets toevoegen.

Voor degene die graag poëzie lezen die begrijpelijk is maar toch uitdaagt om verder over na te denken is deze bundel geschikt. Voor wie Hein beter kent valt er nog net iets meer te genieten, zijn de gedichten beter te plaatsen.

Uit de bundel heb ik gekozen voor het gedicht’Rotterdam Centraal’.

.

Rotterdam Centraal

.

Het oude Rotterdam Centraal

lag loom, los en tandeloos als een

flauwe glimlach rond het plein.

Rammelende trams defileerden

dagelijks klingebellend, spiegelend

in zijn glazen pui langszij.

.

Maar uit de diepte doemden kaken op,

een rover sloeg zijn prooi. Scheurde het

middenrif in tweeën , vrat zich vast

in steen en stalen spanten, beet gulzig

in het karkas. Het oude spleet aan

alle kanten; verzwolg in de maalstroom;

de bouw put van Rotterdam.

.

Een bovenkaak versteende op het plein

halfweg de plavuizen vloedlijn.

Met blinkend tourniquette tandengrijns

werpt het zich nu dreigend vooruit,

waar mensenstromen in- en uitsluizen

en trams spoorslags omheen suizen…

de haaienbek van Rotterdam!

.

Poëziebustoer 2018

Dichter schrijf je in!

.

De Poëziebus is een tour voor podiumdichters die in 2018 voor de 4e keer wordt georganiseerd. Maar liefst 20 podiumdichters uit Nederland en België rijden van 6 tot en met 12 augustus 2018 in een prachtige rode oldtimerbus door de lage landen om onderweg op te treden en workshops te verzorgen. De bus stopt in verschillende steden op de route.

Als voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting Poëziebus ben ik niet alleen een groot supporter maar ken ik (ook van binnenuit) de kracht en de invloed van deze toer op dichters en de podiumkunsten in Nederland en Vlaanderen. In de afgelopen drie jaar zijn er vele prachtige en memorabele momenten geweest op podia en Nederland en Vlaanderen, zijn er vriendschappen voor het leven ontstaan, zijn er stappen gezet (grote en kleine) door dichters die met de Poëziebus mee gingen op toer.

Je kunt je nog inschrijven tot 30 november 2017, dus heb je in de week van 6 t/m 12 augustus 2018 geen andere plannen, ben je een dichter die een hele nieuwe ervaring wil opdoen, sta je open voor interactie met andere dichters (jong en oud, man en vrouw) en gun je jezelf die extra mogelijkheid om je als dichter verder te ontwikkelen? Geef je dan hier op: http://poeziebus.nl/inschrijfformulier/

De Poëziebus streeft naar een goede afspiegeling van de dichters in leeftijd, sexe, culturele achtergrond en ervaring. Dus denk niet te snel dat je niet in aanmerking komt. Mijn advies: Geef je op!

Een voorbeeld van een dichter uit de editie van 2016 is Elten Kiene, bekend van het platform Woorden Worden Zinnen en het hiphop collectief Brandwerk met zijn gedicht uit de Poëziebusbundel 2016.

.

Kapotte Spiegel

.

Ik…

Dolend in een wereld

vol met onbegrip

.

Met kapotte spiegels

.

Scherven liggen overtal verspreid

En ik snijd mezelf constant

wanneer ik pleit voor mijn gelijk

.

Zo scherp als ik kan zijn

Brengt mijn gedrag mij in gevaar…

Want wat ik wou was daar

Maar ik kreeg het weer niet voor elkaar

.

Dus ik kijk in mijn kapotte spieghel

En die weerspiegelt alleen maar commentaar!

.

Ben ik even weer…

Dat zekere, onzekere

Beter wetende, gauw meeslepende

En gedreven type

.

Ik ga verder…

En blijf ondanks teleurstellingen

Toch van het leven genieten

.

Als ik mij onder de mensen bevind

Ben ik vaak nog bezig

Ook al zit het soms even tegen

.

Toch word ik op school gelabeld als laks

Door een hogere macht

Ik ben het boek

Zij zien de kaft

.

Zwevend in een wereld vol met onbegrip

Kijk ik in mijn kapotte spiegel

.

En vraag mij af…

Wie ben ik

.

.