Site-archief

Vrolijke vrijdag

Herman Finkers

.

Nu het weer is omgeslagen, de dagen grijs, nat en koud zijn geworden, heeft iedereen wel behoefte aan wat warmte en ontspanning lijkt me. Daarom introduceer ik hier de ‘vrolijke vrijdag’ en zal ik de komende vrijdagen op dit blog louter humoristische, absurde, slapstickachtige, gekke en ironische gedichten plaatsen. Dat veel van deze gedichten light verse zijn spreekt bijna voor zich, daar de beoefenaren van dit genre vaak uitblinken in scherpe, komische en vrolijke poëzie.

Vandaag wil ik beginnen met een gedicht (liedtekst) dat meteen in de titel al goed de toon zet. Het is het getiteld ‘Vinger in de bibs’ van cabaretier en plezierdichter Herman Finkers (1954). Het gedicht is genomen uit ‘Ich bin ein Almeloër’ uit 1996 en te beluisteren via YouTube.

.

Vinger in de bibs

.

De canyonkreekjes tintelen

de zon komt prachtig op

stiekem zit een bloempje

te gluren uit haar knop.

De ochtend wekt de prairie

een cowboy is al op

vertroetelt met zijn merrie

dat bloempje in galop.

.

De cowboy, hij heet John,

stopt bij Mary-Lou

en bedelt Mary-Lou:

‘Zeg Mary-Lou, word jij mijn vrouw?’

Zij raakt geprikkeld warm daarvan

want John als man dat is niet niks

en stopt uit pure geestdrift dan

een vinger in haar bips.

.

Geschrokken stottert John:

‘Wat onbeschaafd gedouw

je bent een grote viesterd

ik zoek een andere vrouw.’

Beschaamd stamelt zij:

‘Ik heb al reeds berouw

vergeef mijn rappe vinger

en trouw je Mary-Lou.’

.

De liefde vat weer vlam

en lekker warm wordt John

zij zucht dan tegen John

‘Mijn hart hijgt naar jou, o John.’

John schenkt haar voor de eerste keer

een kus die knapt als verse chips

dan stopt ze – gatverdakke –

weer een vinger in haar bips.

.

De druppel die de emmer

hij stapt weer op zijn paard

ziet af van zo’n vies meisje

verdwijnt in volle vaart.

En Mary-Lou, ’t is droevig

zij weent er onbedaard

en wordt door alle roddel

als bruidje niks meer waard.

.

Puisten en de pest

o, elke nare kwaal

ze kreeg het allemaal

dus luistert meisjes allemaal

zoekt u een levenscompagnon

voeg bij uw lijst van huwelijkstips

de raad van dit chanson

stop nooit een vinger in uw bips.

.

Waren er vroeger al ijstijden?

Gelooft u in dood na het leven?

Is er ook flora en fauna in het dierenrijk?

.

– Mag ik een boterham?

,

Nee.

.

.

 

Bierkaartjespoëzie

Gedichtenwedstrijd

.

De bibliotheek in Aalst (België), Utopia, organiseerde in 2019 (en opnieuw in 2020) een bierkaartjespoëziewedstrijd. De opdracht luidde:  ‘Schrijf jouw mooiste woorden op een bierkaartje (of bierviltje zoals wij zouden zeggen) van Utopia of op een ander bierkaartje dat je net voor je liggen hebt op café, en deponeer jouw inzending in de speciale bus in één van de deelnemende café’s. Vergeet er natuurlijk niet jouw naam, geboortedatum en e-mailadres op te zetten.’

De ook in Nederland bekende cabaretier Wim Helsen maakte de winnaar bekend en het winnende gedicht werd aangebracht op een muur ( 3 bij 5 meter groot) aan de Pupillensite, rechtover Utopia. Uit 309 inzendingen werd studente Taal- en Letterkunde Hélène De Kegel (21) tot winnaar gekozen. Het gedicht waarmee ze de wedstrijd won luidt:

.

De wind huilt en

ik begrijp het,

vandaag is,

weenbaar

.

Een mooi initiatief dat navolging verdient.

.

De kunst van het lijden

Hans Dorrestijn

.

De afgelopen week was hij nog met schrijfster, dichter en zangeres Stella Bergsma te zien, samen op ‘een Waddeneiland’ in het programma ‘Alleen op een eiland’, schrijver, tekstschrijver, vertaler, cabaretier en dichter Hans Dorrestijn (1940). Hans Dorrestijn is een bijzondere stem in de Nederlandse literatuur en poëzie, zijn teksten zijn vaak weemoedig, weinig opbeurend of hoopvol maar altijd heel geestig, in zekere zin zijn hij hij en Levi Weemoedt een soort zielsverwanten.

Die toonzetting in combinatie met het vrolijke geldt ook zeker voor het bijzondere werkje ‘De Kunst van het Lijden’ uit 1989.

In deze bundel wordt op een tergend seksistische manier het gevoelsleven beschreven van een geleerde, die afreist naar Griekenland om vergetelheid te zoeken voor zijn mislukking als echtgenoot en geleerde. Hij denkt dat de jonge vrouwen zich daar, heet gestoofd door de zon, aan zijn bizarre lusten zullen onderwerpen. Hij jaagt op vrouwen als op vlinders. Ja, met enige goede wil zou de hoofdpersoon, drs. Kortenaar, gezien kunnen worden als een seksuele Prikkebeen. Aldus de tekst op de achterflap. Meneer Prikkebeen wordt algemeen beschouwd als het eerste Nederlandse stripverhaal. Hoe ook Gerrit Komrij nog een rol speelt in het verhaal van meneer Prikkebeen lees je hier https://www.kb.nl/themas/kinderboeken-en-strips/strips/mijnheer-prikkebeen .

Maar terug naar ‘De Kunst van het Lijden’. In de bundel wordt je aan de hand van 22 gedichten en tekeningen van Thomas Koolhaas, meegenomen in de reis die drs. Kortenaar maakt. Hans Dorrestijn heeft de avonturen (en vooral mislukkingen) van drs. Kortenaar in Griekenland zo feilloos beschreven dat zijn doen en laten zowel afgrijzen als medelijden opwekken.

Dat laatste komt wat mij betreft vooral naar voren in het gedicht ‘Romance’ wat helemaal niet over een romance gaat maar over jaloezie. De gedichten in deze bundel hebben allemaal geweldig klinkende titels (Burlesque, Fantasia, Variation brillante, Rapsodie, Pastorale etc.) maar de inhoud staat vrijwel steeds in schril contrast daarmee. Oordeel zelf.

.

Romance

.

Sla je arm niet om hun schouders bloot.

Kus ook niet hun lippen rood

als ik het zie.

Leg je hand voorzichtig niet op haar knie.

Trek haar niet lachend op je schoot.

Neem haar liever elders heen,

want ik ben gek van jaloezie,

ik ben gek van jaloezie,

gek van jaloezie,

op iedereen.

.

Problemen

Frank van Pamelen

.

Frank van Pamelen (1965) http://frankvanpamelen.nl/  is geboren in Terneuzen en woonachtig in Tilburg. Hij studeerde Letteren aan de Katholieke Universiteit Brabant en is schrijver van literaire thrillers en jeugdboeken, dichter en kleinkunstenaar. Ook schrijft hij cabaretprogramma’s, musicals, kinderliedjes, columns en teksten voor radio en televisie.

Sinds 1990 publiceert Frank van Pamelen gedichten. Voornamelijk light verse, vormvaste gedichten, meestal met een humoristische onderlaag. Zijn verzen worden gepubliceerd in literaire tijdschriften als De Tweede Ronde, Parmentier en Ballustrada, in NRC Next, in de wekelijkse rubriek Poëzie Politiek in Trouw (1999-2007), en verder in vele bloemlezingen, scheurkalenders en gelegenheidsuitgaven. Hij ontpopt zich sindsdien steeds meer als de cabaretier onder de dichters, en de dichter onder de cabaretiers.

Frank van Pamelen won de Publieksprijs op het Amsterdams Kleinkunst Festival (1995), de Zilveren Reissmicrofoon met het radioteam van KRO’s Theater van het Sentiment (2001), de Kees Stipprijs voor zijn light verse-oeuvre (2005) en de Tilburg Trofee voor verdiensten in zijn woonplaats (2013).

In literair tijdschrift  ‘De Tweede Ronde’, jaargang 13  (1992) verscheen van zijn hand de terzanelle ‘Problemen’. Een terzanelle is een poëtische vorm die aspecten van de villanelle en de terza rima combineert. Het is in totaal negentien regels, met vijf drielingen en een afsluitend kwatrijn. De middelste regel van elke triplet-strofe wordt herhaald als de derde regel van de volgende strofe, en de eerste en derde regel van de oorspronkelijke strofe zijn de tweede en laatste regels van het afsluitende kwatrijn; zeven van de regels worden dus herhaald in het gedicht.

.

Problemen (een terzanelle)
.
Ik staar al uren naar mijn lege glas

De wereld is vergeven van problemen

Ik wou dat daar een oplossing voor was

.

Ach, waarom zou ik zelf niets ondernemen

Bedenk ik wel eens met een zwaar gemoed

De wereld is vergeven van problemen

.

En er is niemand die er iets aan doet

Zo diep zijn wij als mens dus al gezonken

Bedenk ik wel eens. Met een zwaar gemoed

.

Besef ik nu hoeveel ik heb gedronken

Dan denk ik over goed en over kwaad

Zo diep zijn wij als mens dus al gezonken

.

Ik zeg het hier maar zo waar het op staat

Gewoonlijk praat ik vaker over drinken

Dan, denk ik, over goed en over kwaad

.

Het mag in dit verband merkwaardig klinken

Gewoonlijk praat ik vaker over drinken

Ik staar al uren naar mijn lege glas

Ik wou dat dáár een oplossing voor was
.
.

Het wachten

Jeroen van Merwijk (1955 – 2021)

.

Gisteren werd bekend gemaakt dat cabaretier Jeroen van Merwijk is overleden. Het was al langere tijd bekend dat Jeroen terminaal ziek was en dat hij wist dat het einde eraan zat te komen. En toch overvalt zo’n bericht me dan. Op 19 december van het vorig jaar schreef ik nog heel enthousiast over het boek ‘Wat zijn de vrouwen groot’ met teksten en gedichten van van Merwijk https://woutervanheiningen.wordpress.com/2020/12/19/oud/ en over de troost die taal en gedichten kunnen bieden. En nu is hij dus overleden.

Op zoek naar een gedicht van Jeroen van Merwijk stuitte ik op het gedicht/liedtekst ‘Het wachten’ en bij het lezen, vooral van de laatste strofe wist ik dat ik deze tekst hier zou delen. Alsof Jeroen van Merwijk met zijn naderende dood deze tekst schreef. Dat dat niet het geval is blijkt uit het feit dat dit in 1998 is geschreven, ver voor hij wist dat hij ziek was. Maar als je dit leest weet je hoe Jeroen van Merwijk tegen de dood aankeek; hij is nu vrij.

.

Het wachten

.

Het wachten tot er iets gebeurt
Tot zonlicht alles anders kleurt
Of wachten op een nacht vol feest
En na dat feest op weer een feest
En tijdens springvloed op dood tij
En in november al op mei
Het wachten is er altijd bij
Het wachten is er altijd bij

.
Als je weggaat met de trein
Wacht je tot je weer terug zal zijn
En je komt ergens nog niet aan
Of je wacht al tot je weg mag gaan
Zelfs in de langste liefdesnacht
Al zijn haar lippen nog zo zacht
Is er iets in je wat wacht
Er is altijd iets wat smacht
Dat ooit een keer en dat ook jij
Het wachten is er altijd bij

.
Pas als het wachten is volbracht
Kun je verdwijnen in de nacht
Die als een oogopslag zo zacht
Een eind maakt aan de zwaartekracht
Dan is er iets wat naar je lacht
En zegt waar was je nou ik heb zo lang gewacht
Dan is je wachten pas voorbij
Dan ben je vrij

.

Els De Jonghe

Vlaams talent

.

De Vlaamse dichter Els Dejonghe (1989) is naast consultant en werkzaam in een kantoor ook een multitalent uit Gent. Ze brengt haar poëzie vooral op verschillende podia in Nederland en België. Ze won de Poetry Slams van Tilburg en Limburg, en stond daardoor in de halve finale van het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam. In 2018 stond ze in de halve finale van het Leids Cabaret Festival en wordt in Vlaanderen als groot podiumtalent gezien. Ze is ook lid van het Poëziebordeel, waar je haar kan vinden als E. Pelski C. .

De jury van het Leids Cabaret Festival schreef in haar juryrapport: “Els is een intrigerende verschijning (…) Haar voorstelling is stilistisch sterk gemonteerd, het is een bijzonder verhaal over dromen en de maakbaarheid daarvan. Het is rijk aan ideeën. (…) Els klampt zich vast aan iets waarvan wij allemaal al weten dat het haar ook niet gelukkig gaat maken en dat is prachtig schrijnend om te zien.” Bij haar programma werd ze zowel in tekst als in uitvoering gecoacht door de bekende Vlaamse cabaretier Wim Helsen.

Maar ze is dus ook dichter, hieronder een kort gedicht van haar hand.

.

“Vandaag

.
ik sprak elf woorden

bonjour, meerdere keren

maar dat telt voor één

bonsoir omdat de wandelaar die mij kruiste
had gezien dat het avond was

merci toen ik geld terugkreeg in de winkel

je peux laisser la voiture ici?
zes ineens

au revoir x 2
is samen elf

het is nu tijd om te zwijgen
het is negen uur”

.

Langste liefdesgedicht

Marína

.

Afgelopen week keek ik op televisie naar het programma ‘De Gevaarlijkste wegen’ waarin cabaretier Edson da Graça en oud prof-wielrenner Michael Boogerd door (de binnenlanden van) Slowakije rijden. Op hun trip kwamen ze door het stadje Banská Štiavnica en daar is de Love Bank gevestigd. In eerste instantie had ik (net als de twee mannen) een heel verkeerd beeld en idee wat de ‘Love Bank’ was. Maar al snel werd dat duidelijk.

In 1844 startte dichter Andrej Sládkovič ( 1820 – 1872) met het schrijven van het gedicht ‘Marína’ toen hem duidelijk werd dat de liefde van zijn leven ging trouwen met een ander. Hij en Marína werden op 14 jarige leeftijd op elkaar verliefd. Hij was een arme student die haar bijles gaf in het comfortabele huis van haar ouders. Ze werd zijn muze, maar helaas  moest ze van haar ouders trouwen met een rijke peperkoekenmaker.  Het gedicht was klaar in de zomer van 1846, bijna een jaar na de trouwerij van Marína. Het gedicht bestaat uit 291 stanzas en 2910 regels met maar liefst 100.000 karakters. Maar liefst 173 jaar lang is het het langste liefdesgedicht ter wereld geweest. Het is zelfs officieel geregistreerd als wereldrecord bij ‘The World Record Academy’ de grootste organisatie van gecertificeerde wereldrecords ter wereld. Het gedicht ‘Marína’ werd vertaald in het Duits, het Pools en het Frans.

De ‘Love Bank’ in Banská Štiavnica, waar Andrej zijn gedicht schreef is een echte bank met kluisjes, 100.000 kluisjes. Ieder ‘kluisje’ bevat 1 letter van het gedicht. Zo’n kluisje is eigenlijk een soort doosje of een klein boekje met op de rug een letter uit het gedicht (om je een idee te geven van hoeveel ‘kluisjes’ er zijn). Je kan dit kluisje kopen voor 1 jaar en dit kost dan €50, of voor de rest van je leven en dan kost hij €100. Je kan hier dan iets inschrijven of in doen wat met jou en de liefde te maken heeft. Mensen van over de hele wereld hebben kluisjes gekocht en gevuld met persoonlijke notities, voorwerpen, foto’s of herinneringen.

Een stukje uit dit langste liefdesgedicht:

.

Marina van mij! Dus, zo zijn we
als de goddelijke vlam,
als de bloemen op de koude grond,
als de edelstenen;
de sterren vallen, we vallen ook.
De bloemen verwelken, we verwelken ook
en een vast bedrag voor de juwelendoos:
Maar toch de sterren schitterden,
en een mooi leven de bloemen hadden,
een diamant in de borst zal nooit sterven!
.
.

Isha van der Burg

Poëziebustoer 2019

.

De laatste deelnemer die ik wil hier in het zonnetje wil zetten uit van de line up van de Poëziebustoer 2019 is de Rotterdamse Isha van der Burg. Isha is singer-songwriter, dichter en cabaretier. Ze studeert aan de Schrijversvakschool en doet daar poëzie. Daarnaast treedt ze op met een cabaretprogramma en met eigen liedjes. Begin van dit jaar was halve finalist bij het Camaretten Festival in Delft. Alle dichters (met filmpjes) en informatie over de toer in augustus kun je vinden op https://poeziebus.nl/

Om alvast in de stemming te komen hierbij een gedicht van Isha van der Burg.

ik kan het ook laten
maar ik kom naar je toe
want naast jou zitten de schrompeldieren
misschien wel mijn beste gedicht

en alles wat er nog over was
van jouw vel in mijn mond,
je kent me niet
mijn lichaam langs de lat
van een vertaalmachine

ik daal af

hallo lichaam, hallo heupen vol genade
en andere
Dingen Die ’s Nachts Rijmen:

– mijn grootste angst ben jij, mijn heggenschaar
– niet alles volgt een lijn
– mijn moeders grootste angst ben ik:
de stilte, de weerbarstigheid

ik heb 3 mooie dochters en één dooie
en ik val in
drie delen
uit elkaar

.

Het glazen olifantje

Absurdistische poëzie

.

Deze week kreeg ik de absurdistische vertelling ‘Twee luitenanten’ onder ogen van Stefano Keizers (pseudoniem van Gover Meit, 1987). Wie Stefano weleens gezien of gehoord heeft weet dat de term absurdistisch hier op geen enkele manier overdreven is. Stefano Keizers is cabaretier en hij won de  29e editie van het Concours om de Wim Sonneveldprijs op het Amsterdams Kleinkunst Festival. Ook creëerde hij voor zijn alter ego een biografie waaruit eens des te meer blijkt hoe absurd zijn wereld is. Zo zou hij geboren zijn in 1984 in Yaoundé in Kameroen, woonde hij in zijn jeugd in verschillende landen, was hij getrouwd met ‘zeilmeisje’ Laura Dekker en was hij directeur van een keramiekfabriek in China.

Maar terug naar ‘Twee luitenanten’. Dit boek is een soort dwarsligger op groot formaat, dat wil zeggen dat je het niet leest zoals je gewoonlijk een boek zou lezen maar over de lange kant. Het boek bestaat uit allerlei losse stukken , tekeningen, korte overpeinzingen (het hoofdstuk Orakel LXXII bijvoorbeeld bestaat uit een enkele regel: Ik wil dit hoofdstuk wel schrijven maar ik ben er te lui voor) en enkele gedichten.

Omdat dit blog over poëzie gaat wilde ik daarom uit dit boek het gedicht ‘Het glazen olifantje’ hier plaatsen omdat het zo heerlijk feitelijk nergens over gaat en daarom toch zo grappig is.

.

Het glazen olifantje

.

Het glazen olifantje liep met zijn vrienden over de prairie

Het was een koude nacht

In de prairie daalt de temperatuur na zonsondergang

Bijna net zo snel als in de woestijn

.

Het glazen olifantje liep met zijn vrienden over de randen

Zoals de rand van de lichtbak van een Chinees restaurant

Hoewel de neonletters bedoeld waren om reclame te maken

Brachten ze veel sfeer in de straat, en kleurden ze het landschap

.

Het glazen olifantje liep met zijn vrienden over luifels

Bijna alle rook die je inademt is slecht voor je

Op bijna alle meubels met een vierkante bovenzijde

Wordt weleens iets neergezet met een ronde vorm

.

Ik zou graag een keer parachutespringen

Liefst uit een vliegtuig, en liefst zonder begeleiding

Het schijnt alleen heel duur te zijn, dus ik wacht er nog maar even mee

Misschien krijgen we korting als we met een grote groep vrienden tegelijk gaan

.

Foto: Cooper Seykens voor JFK)

%d bloggers liken dit: