Site-archief

Problemen

Frank van Pamelen

.

Frank van Pamelen (1965) http://frankvanpamelen.nl/  is geboren in Terneuzen en woonachtig in Tilburg. Hij studeerde Letteren aan de Katholieke Universiteit Brabant en is schrijver van literaire thrillers en jeugdboeken, dichter en kleinkunstenaar. Ook schrijft hij cabaretprogramma’s, musicals, kinderliedjes, columns en teksten voor radio en televisie.

Sinds 1990 publiceert Frank van Pamelen gedichten. Voornamelijk light verse, vormvaste gedichten, meestal met een humoristische onderlaag. Zijn verzen worden gepubliceerd in literaire tijdschriften als De Tweede Ronde, Parmentier en Ballustrada, in NRC Next, in de wekelijkse rubriek Poëzie Politiek in Trouw (1999-2007), en verder in vele bloemlezingen, scheurkalenders en gelegenheidsuitgaven. Hij ontpopt zich sindsdien steeds meer als de cabaretier onder de dichters, en de dichter onder de cabaretiers.

Frank van Pamelen won de Publieksprijs op het Amsterdams Kleinkunst Festival (1995), de Zilveren Reissmicrofoon met het radioteam van KRO’s Theater van het Sentiment (2001), de Kees Stipprijs voor zijn light verse-oeuvre (2005) en de Tilburg Trofee voor verdiensten in zijn woonplaats (2013).

In literair tijdschrift  ‘De Tweede Ronde’, jaargang 13  (1992) verscheen van zijn hand de terzanelle ‘Problemen’. Een terzanelle is een poëtische vorm die aspecten van de villanelle en de terza rima combineert. Het is in totaal negentien regels, met vijf drielingen en een afsluitend kwatrijn. De middelste regel van elke triplet-strofe wordt herhaald als de derde regel van de volgende strofe, en de eerste en derde regel van de oorspronkelijke strofe zijn de tweede en laatste regels van het afsluitende kwatrijn; zeven van de regels worden dus herhaald in het gedicht.

.

Problemen (een terzanelle)
.
Ik staar al uren naar mijn lege glas

De wereld is vergeven van problemen

Ik wou dat daar een oplossing voor was

.

Ach, waarom zou ik zelf niets ondernemen

Bedenk ik wel eens met een zwaar gemoed

De wereld is vergeven van problemen

.

En er is niemand die er iets aan doet

Zo diep zijn wij als mens dus al gezonken

Bedenk ik wel eens. Met een zwaar gemoed

.

Besef ik nu hoeveel ik heb gedronken

Dan denk ik over goed en over kwaad

Zo diep zijn wij als mens dus al gezonken

.

Ik zeg het hier maar zo waar het op staat

Gewoonlijk praat ik vaker over drinken

Dan, denk ik, over goed en over kwaad

.

Het mag in dit verband merkwaardig klinken

Gewoonlijk praat ik vaker over drinken

Ik staar al uren naar mijn lege glas

Ik wou dat dáár een oplossing voor was
.
.

Nieuwe Amerikaanse dichters

New American Poets

.

In 2005 werd door uitgever David R. Godine (uitgeverij DRG) in Boston de vuistdikke bundel ‘New American Poets’ gepubliceerd, met daarin 95 van de nieuwste dichters in Amerika. Amerikaanse dichters uit alle windstreken, met hun roots in allerlei landen (onder andere Michael van Walleghen waarvan ik vermoed dat zijn roots in Nederland of waarschijnlijker Vlaanderen liggen), man, vrouw en allemaal nog onbekend (zeker hier in Nederland). Het zijn niet alleen jonge dichters, ook dichters die al wat ouder zijn en bekend worden of op doorbreken staan.

In de bundel valt me op dat er veel lange gedichten staan, ook prozagedichten en van elke dichter zijn een paar gedichten opgenomen (de bundel telt maar liefst 442 pagina’s). Omdat ik eigenlijk geen enkele naam ken ben ik wat op onderzoek uitgegaan.

Uiteindelijk heb ik gekozen voor dichter Marilyn Nelson Waniek (1946).

Marilyn Nelson is dichter, vertaler en auteur van kinderboeken. Ze is emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Connecticut, en de voormalige dichter-laureaat van Connecticut. Ze is een winnaar van de Ruth Lilly Poetry Prize, de NSK Neustadt Prize for Children’s Literature en de Frost Medal. Van 1978 tot 1994 publiceerde ze onder de naam Marilyn Nelson Waniek.  Ze is de auteur of vertaler van meer dan twintig boeken en vijf poëziebundels voor volwassenen en kinderen, zogenaamde chapbooks (soort zelfgemaakte klein (A6) tijdschriftje van meestal 8, 12, 16 of 24 pagina’s). Naast vele andere publicaties verschenen van haar 11 poëziebundels. Uit ‘New American Poets’ koos ik het gedicht ‘Chosen’ dat komt uit haar bundel ‘Homeplace’ uit 1990.

In ‘The Homeplace’ wordt de lezer betrokken bij een reeks scherp geportretteerde levens (van haar familie). Door een continu verhaal te vertellen in een mix van vrij vers en traditionele vormen, geeft Waniek haar werk tempo en intensiteit. Ze behandelt de villanelle, het sonnet en de populaire ballad met gelijke vaardigheid en enthousiasme.

Het sonnet ‘Chosen’ beschrijft de consensuele maar ongelijke seksuele daad tussen haar over-overgrootmoeder Diverne, een slaaf die naar Hickman in de staat Kentucky werd gebracht vanuit Jamaica, en haar over-overgrootvader, Henry Tyler, een blanke man, wat leidt tot de geboorte van Pump, de overgrootvader van Nelson. Het gedicht besluit met dit couplet: ‘And it wasn’t rape. In spite of her raw terror. And his whip’. Het gedicht houdt vol dat de daad geen verkrachting was omdat het leidde tot de geboorte van een geliefd kind, maar de conclusie van dit gedicht dat eindigt met de woorden ‘verkrachting’ en ‘zweep’ is toch heel anders.

.

Chosen

.

Diverse wanted to die, that August night

his face hung over hers, a sweating moon.

She wished so hard, she killed part of her heart.

If she had died, her one begotten son,

her life’s one light, would never have been born.

Pomp Atwood might have been another man:

nor with a single race, another name.

Diverse might not have known the starburst joy

her son would giver her. And the man who came

out of a twelve room house and ran to her

close shack across three yards that night, to leap

onto her cornshuck pallet. Pomp was their

share of the future. And it wasn’t rape.

In spite of her raw terror. And his whip.

.

Poëzie als therapie

Perie J. Longo

.

Op de website https://www.huffpost.com las ik een bijzonder aardig artikel van John Lundberg over poëzietherapie. Dit artikel sluit heel mooi aan bij de blogpost die ik op 1 oktober schreef https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/10/01/anti-stress-poezie/ . Omdat ik het artikel in zijn geheel te interessant vond om er een korte samenvatting van te geven heb ik hieronder de vertaling van dit artikel gezet.

 

Kan poëzie genezen?

Ik ken een paar dichters waarvan ik denk dat ze wat therapie zouden kunnen gebruiken (inclusief ikzelf), maar tot voor kort had ik deze kunstvorm nooit als een serieus therapeutisch hulpmiddel beschouwd. Sommige therapeuten blijken poëzie zeer effectief te vinden bij het helpen van patiënten om geestesziekten het hoofd te bieden en te overwinnen. In een artikel voor het Psychiatric Centres Information Network instrueert geregistreerd poëzietherapeut Perie J. Longo ons dat ‘het woord therapie tenslotte afkomstig is van het Griekse woord therapeia, wat betekent: verpleegkunde of genezing door dans, lied, gedicht en drama.’ Ik had geen idee. Er zijn een paar basale, geaccepteerde methoden voor poëzietherapie.

In één groepsmethode selecteert de therapeut een gedicht dat een probleem belicht waar de patiëntengroep mee te maken heeft en dat kan helpen een dialoog over het onderwerp te openen. Door bijvoorbeeld Emily Dickinson te lezen, kunnen patiënten zich realiseren dat eenzaamheid niet uniek is. Het lezen van Roethke’s “The Waking” zou kunnen dienen om een ​​discussie te richten op het stap voor stap nemen van het leven. Natuurlijk moet dit zorgvuldig worden beheerd: gedichten betekenen verschillende dingen voor verschillende mensen, en een gedicht dat de ene patiënt verheft, kan de andere depressief maken.

Een tweede methode van therapie roept patiënten op om hun eigen gedichten te schrijven. Longo organiseert poëzieworkshops voor patiënten die veel lijken op workshops in de academische wereld. Wanneer het gedicht van een patiënt ter discussie komt, lezen een paar mensen het om de ritmes en de muziek te laten bezinken, waarna de groep het stilzwijgend in overweging neemt totdat iemand een vraag of mening hierover heeft. Natuurlijk worden gedichten in poëzietherapie niet bekeken vanwege hun waarde als kunst, maar als een venster naar de psychologie van de dichter en, bij uitbreiding, als een middel om te genezen. Volgens Longo zijn er twee belangrijke facetten aan dergelijke genezing: het definiëren van, en helpen verbindingen te leggen tussen,  jezelf en anderen.

Als je ooit een gedicht hebt geschreven, weet je dat het schrijven van een gedicht dat eerste facet zeker kan bereiken. Elk gedicht dat ik heb geschreven, heeft me in elk geval een gevoel gegeven dat ik mezelf definieerde. Voor een patiënt met een psychische aandoening kan deze handeling van bijzonder belang zijn. Longo vroeg een patiënt eens hoe het voelde om een ​​gepubliceerde kopie van een gedicht dat hij had geschreven vast te houden. De man antwoordde eenvoudig: “Ik voel me eindelijk iemand.” Wat betreft de connectie met anderen, citeert Longo de dichter Stephen Dobyns, uit zijn boek Best Words, Best Order: Essays on Poetry, waarin Dobyns schreef: “Ik geloof dat een gedicht een venster is dat hangt tussen twee of meer mensen die anders wonen in verduisterde kamers. “Longo beschreef een workshop waarin op raadselachtige manier verbinding werd gemaakt: Vaak neem ik een zin uit een gedicht en herhaal het voor elk groepslid om hun gedachten mondeling in te vullen, voordat ze hun eigen gedicht schrijven.

Op een dag begon ik met zo’n zin: “Ik heb het recht.” Terwijl we in de woonkamer rondgingen, werden de meest ontroerende lijnen gesproken: ik heb het recht om midden in de nacht een kopje melk te krijgen; Ik heb het recht om te ademen; Ik heb het recht om mijn gitaar te spelen; Ik heb het recht om mijn haar te kammen, enzovoorts. Plots zei een jonge man die suïcidaal was: “Ik heb het recht om een ​​pistool te krijgen om mezelf neer te schieten.” Een vrouw, die heel stil in zichzelf had gezeten elke keer dat ze naar de groep kwam, wat niet vaak was, sprak zich uit. Zich tot hem wendend, zei zij zacht maar krachtig: “En ik heb het recht het van u af te nemen.” Op dat moment was de stilte verbluffend.

Longo spreekt ook een derde potentieel voordeel van het schrijven van poëzie: dat het schrijven van een gedicht kan helpen om de emoties over een complexe kwestie op te helderen. Vorm speelt hier een sleutelrol omdat het vereist dat je je gedachten in een structuur manipuleert – ik heb af en toe het gevoel dat ik bij het schrijven van een gedicht chaotische ideeën tot een soort stilte heb gedwongen. Longo noemt een radicale formele techniek: ‘een vak in het midden van de pagina tekenen en woorden beperken tot die ruimte. Emoties zullen op deze manier geen opschudding verwekken, maar worden beschermd in het kader dat natuurlijk is in de volgorde van de poëzie.’ Het is logisch dat poëzie aanzienlijke genezende effecten kan hebben en ik vraag me af of die effecten misschien wat dichters naar de kunst trekken. Ik weetdat er dichters zijn die serieus van mening zijn ​​dat als ze niet regelmatig zouden schrijven, ze gek zouden worden.

En er zijn beroemde voorbeelden – zoals Plath – van degenen die worstelden met hun demonen op de pagina. In sommige gevallen, zou men kunnen beweren, heeft poëzie het erger gemaakt. Experts benadrukken dat poëzie een hulpmiddel is dat, op een verkeerde manier gebruikt, een patiënt pijn kan doen in plaats van genezen. Maar velen denken dat het een aanzienlijk potentieel heeft. In een Time Magazine-artikel over poëzietherapie gaf Yale-psychiater Albert Rothenberg aan dat ‘poëzie op zichzelf niet geneest’, maar hij merkte het voordeel op van de unieke focus op verbalisatie, die volgens hem ‘de levensader van psychotherapie’ is.

.

Het gedicht dat wordt aangehaald in de tweede alinea van dit artikel is ‘The waking’ van Theodere Roetkhe (1908 – 1963). Dit is het titelgedicht in de villanelle vorm uit zijn bundel ‘The waking’ waarvoor hij in 1953 de Pulitzerprijs kreeg.

.

The waking

.

I wake to sleep, and take my waking slow.
I feel my fate in what I cannot fear.
I learn by going where I have to go.
.
We think by feeling. What is there to know?
I hear my being dance from ear to ear.
I wake to sleep, and take my waking slow.
.
Of those so close beside me, which are you?
God bless the Ground! I shall walk softly there,
And learn by going where I have to go.
.
Light takes the Tree; but who can tell us how?
The lowly worm climbs up a winding stair;
I wake to sleep, and take my waking slow.
.
Great Nature has another thing to do
To you and me; so take the lively air,
And, lovely, learn by going where to go.
.
This shaking keeps me steady. I should know.
What falls away is always. And is near.
I wake to sleep, and take my waking slow.
I learn by going where I have to go.

.

Lobbertang

en de notlebbarg

.

Al eerder schreef ik hier over bijzondere versvormen (meestal light verse en vaak bedacht door Drs. P.) als de hexaduade, de villanelle en de Katja. Vandaag de Lobbertang en de notlebbarg.

De lobbertang is, net als de grabbelton in principe een vijfregelig versje (pentameter, abaab, waarbij a vrouwelijk en b mannelijk rijm). Het laatste rijmwoord bevat alle letters drie in de voorafgaande rijmwoorden optreden. Als uitbreiding boven de grabbelton, geldt als eis dat het eerste rijmwoord een anagram van het laatste is.

De grabbelton is een vinding van Drs. P. De notlebbarg is nog moeilijker te maken want hierbij is het eerste rijmwoord een palindroom van het laatste rijmwoord.

Hieronder een voorbeeld van een  notlebbarg van Drs. P.

.

Notlebbarg
 

O, mocht ik dat moment weer eens doorleven

Dat droombeeld toen de zon ter kimme vlood
Terwijl rondom de avonddampen dreven
De inhoudrijke stilte… en nog even
De wonderbare kleur – het nevelrood.

.

Meer voorbeelden van de labbertong en andere light verse versvormen lees je op http://www.hetvrijevers.nl

.

palindroom

 

Versvormen

Van hexaduade tot villanelle

.

In mijn zoektocht naar de uithoeken van de poëzie kwam ik op een website van google terecht met versvormen. Op deze website https://sites.google.com/site/versvormen/home  is een enorm aantal versvormen bijeen gebracht en uitgelegd. Bekende versvormen als de ballade, de limerick en de ollekebolleke staan erbij maar ook voor mij volledig onbekende versvormen als de rimas dissolutas (bekend van de Provençaalse troubadourzang), de Balassi stanza (coupletvorm vernoemd naar de Hongaarse dichter Balint Balassi) en de rupsband (bedacht door Drs. P.).

.

Om een mooi voorbeeld te geven van zo’n onbekende versvorm met een gedicht hieronder een voorbeeld van de Aquariumvorm. Deze door Drs. P. bedachte vorm kent 5 regels, een rijmschema abcdb en in de 4e regel een vierlettergreping woord met klemtoon op de 2e lettergreep.

.

Boekweit
 .
Hij kwam tot ons uit Azië,

Hij groeit op schrale grond,

Hij smaakt ook wel

Betamelijk.

Op bloei volgt oogst terstond.
 .

Hij bracht de Kasha aan de Rus,

Polenta de Romein.

Bij ons smaakt hij

Gemenelijk

Als pannenkoek zeer fijn.
 .

Daarnaast is hij volstrekt geschikt

Als hypertensie-kruid;

Voorkomt wellicht

Spataderkous,

Bevordert gladde huid.
 .

Hij minimeert gevolgen

Van straling door atoom.

Mij trekt meer de

Verruk’lijkheid

Van blini’s met veel room!

.