Site-archief

De wereld van het vers

Vogelvrij

.

In 1985 verscheen bij Athenaeum – Polak het boek ‘De wereld van het vers’ over het werk van Ida Gerhardt van Marie (M.H.) van der Zeyde.  Van der Zeyde heeft Nederlands gestudeerd en promoveerde op Hadewych. Uit de tekst op de achterflap blijkt dat er niemand is die Ida Gerhardt en haar werk beter heeft gekend dan van der Zeyde. In de nalatenschap van de schrijfster (van der Zeyde) werd een afgerond hoofdstuk over ‘De Adelaarsvarens’ uit 1988 aangetroffen en dat hoofdstuk is in de editie van 1992 die ik bezit, opgenomen.

In dit boek is een vrijwel volledige beschrijving van de verzen, de poëzie en het dichterschap van Ida Gerhardt (1905-1997) opgenomen en dat is precies de vraag die de schrijfster van het boek bezig houdt. Een interessant en ook intrigerend boek. Over de bundel ‘De Slechtvalk’ uit 1966 is uiteraard ook een hoofdstuk opgenomen. Hierin worden enkele gedichten beschreven waaronder het gedicht ‘Vogelvrij’.

Van der Zeyde schrijft hierover: “Het eigenaardige ‘Vogelvrij’ staat min of meer op zichzelf, het lijkt anekdotisch (waarschijnlijk ‘waar gebeurd’), en erg mooi is het niet. Maar wanneer ik het goed zie, betekent het meer dan het zo oppervlakkig schijnt. Het zijn niet alleen die dorpskinderen, sterk, bot agressief, die een eenling die anders is ‘schelden en achtervolgen’. De burgerlijke wereld doet niet anders. En zelf in de literaire ‘wereld’ openbaart zich dezelfde tendens. Maar eigenlijk is het ook niet de slotstrofe, die ik in het vers het opmerkelijkst vind; het is de regel ‘en sloeg de kluiten van mijn jas’. Daar zit alles in, de grofheid van de bejegening, de droefheid daarover en ook de verachting. En het mengsel van bitterheid en nuchtere berusting, waarmee de dichter overgaat tot de orde van de dag. Een onopzettelijk en bijzonder sprekend klein zelfportret.”

.

Vogelvrij

.

Kinderen van een prachtig ras

– ik kwam hun noordelijk dorp voorbij –

scholden en achtervolgden mij

en één smeet raak met een pol gras.

.

En toen ik hen ontkomen was

zat ik tussen een wilgenrij,

een oude vrouw in de maand mei

en sloeg de kluiten van mijn jas.

.

Kinderen zijn oprecht en wreed:

zij zagen mij de dichter aan

en deden frank, wat meer discreet

de wereld dagelijks heeft gedaan.

.

Wat maakt een gedicht?

Gemeenschappelijke kenmerken van poëzie

.

Ik mag graag rondzwerven op het wereldwijde Internet op zoek naar hoe men denkt en schrijft over poëzie. Ik schreef er al over in 2019nogmaals 20192017, 2015, en 2013. En als je goed zoekt waarschijnlijk nog wel vaker. Lezen over poëzie kan je helpen bij het zelf, beter, schrijven van poëzie. Maar wat het allerbeste werkt is heel veel poëzie lezen, het vakmanschap door je eigen ogen binnen halen en daar je eigen draai aan geven.

Op Literacyideas.com kwam ik het volgende artikel tegen. Voor het gemak heb ik de belangrijkste gemeenschappelijke kenmerken van poëzie voor je uit het artikel geplukt en vertaald. Natuurlijk is dit geen uitputtende lijst van gemeenschappelijke kenmerken. Als je meer over poëzie leest mis je er al snel verschillende (verdichten van tekst, aanspreken door de dichter, enjambement – het afbreken van zinnen en woorden-, gebruik van witregels etc.) maar zo’n eerste korte lijst kan je al wat houvast geven. Dit is wat Literacyideas zegt over de gemeenschappelijke kenmerken van een gedicht:

● Het ziet eruit als een gedicht – als het eruitziet als een gedicht en leest als een gedicht, dan is de kans groot dat het inderdaad een gedicht is. Poëzie bestaat uit regels, waarvan sommige volledige zinnen zijn, maar veel niet. Bovendien lopen deze regels meestal niet consequent uit tot in de marge, zoals in bijvoorbeeld een roman. Dit alles geeft poëzie een onderscheidende en herkenbare uitstraling op de pagina.

● Het heeft vaak een onderliggende vorm die dingen bij elkaar houdt – hoewel dit niet altijd waar is (bijvoorbeeld in sommige vrije verzen), voldoet veel poëzie aan een voorgeschreven structuur, zoals in een sonnet, een rondeel, een haiku enz. Tegenwoordig gaat dit steeds minder op want het ‘vrije vers’ is bovenliggend.

● Het maakt gebruik van beelden – als een dichter serieus is, zullen deze proberen om beelden in de geest van de lezer te creëren met behulp van veel zintuiglijke details en figuurlijk taalgebruik.

● Het heeft een zekere muzikaliteit – we zouden kunnen denken dat de natuurlijke incarnatie van poëzie het geschreven woord is en zijn habitat, de pagina, maar het gedrukte woord is niet waar de oorsprong van poëzie ligt. De vroegste gedichten werden mondeling gecomponeerd en in het geheugen vastgelegd. We kunnen nog steeds zien hoe belangrijk de klank van taal is als we gedichten hardop voorlezen. We zien het ook terug in de aandacht voor muzikale middelen die in het gedicht zijn verwerkt. Poëtische hulpmiddelen zoals alliteratie, assonantie en rijm bijvoorbeeld. 

Doe er je voordeel mee zou ik zeggen maar vergeet niet dat de beste dichters vaak ook de beste lezers (van poëzie) zijn. Daarom hier een gedicht over poëzie, met als titel ‘Poëzie’ van één van de beste dichters uit het Nederlands taalgebied, mijn favoriet, de Vlaamse dichter Herman de Coninck (1944-1997) uit ‘De gedichten’ uit 1998.

.

Poëzie

.

Zoals je zegt ‘Val maar, sneeuw’

als het al een half uur sneeuwt,

.

zo heb ik er 45 jaar over gedaan

om er 45 jaar over te doen,

.

zo zeg ik ‘slaap maar’

tegen een dochter die al lang slaapt

.

en heb het daar twee uur later

nog altijd een beetje warm van,

als een thermos.

.

Verdwalen

Ivo de Wijs

.

In een grijze week in januari kan wat verlichting geen kwaad. Daarom op deze ‘vrolijke vrijdag’ een gedicht van Ivo de Wijs (1945) uit de bundel ‘Vroege vogels radioverzen’ uit 1994 het gedicht ‘Verdwalen’. Deze bundel is ingedeeld per maand en dit gedicht komt uiteraard uit januari.

.

Verdwalen

.

Ik wil verdwalen in het jaar

Voorbij de kou van januari

Voorbij de bloesempracht van mei

Tot in het warmste jaargetij

Verzeilen tussen noord en zuid

Het zonlicht voelen op mijn huid

En haar

Ik wil verdwalen in het jaar

.

Ik wil verdwalen in het jaar

Als met een gloednieuwe geliefde

Beginnen aan een avontuur

Door water lopen, en door vuur

Gelukkig zijn op mijn manier

En banjeren van daar naar hier

Naar daar

Ik wil verdwalen in het jaar

.

Laat me verdwalen in het jaar

En in een onbeschreven wereld

Om zonder zorg en zonder plicht

Te zwalken tussen nacht en licht

Kom, leg je hand in die van mij

Ik weet de weg niet, net als jij

Maar in de doolhof zijn we bij

Elkaar

Dus kom nou maar

We gaan verdwalen in het jaar

.

Boekenweek

De mooiste zin

.

Het thema van de 87ste Boekenweek, die loopt van 9 t/m 18 april en wordt georganiseerd door de CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) is een ode aan de eerste liefde. In dat kader werd de bezoekers van het Boekenbal, tijdens het uitnodigingstraject gevraagd welke zin zij de mooiste liefdeszin vonden uit de Nederlandse literatuur. Van al die zinnen werd een top 10 gemaakt en een steekproef onder Nederlanders door onderzoeksbureau Direct Research leverde een winnaar op: Arthur Japin, met een zin uit ‘Een schitterend gebrek’ te weten de zin: ‘Dit is het enige wat telt, lieverd, dat iemand meer in je ziet dan je wist dat er te zien was’.

Ik vind daar iets van. Wat ik heb begrepen heb stonden er in de top 10 in ieder geval twee dichters. Herman Gorter met de zin ‘Zie je ik hou van je, ik vin je zoo lief en zoo licht – je oogen zijn zoo vol licht, ik hou van je, ik hou van je’ uit het gedicht zonder titel uit zijn bundel ‘Verzen’ uit 1890. En Hugo Claus met de zin ‘Ik schrijf je neer op papier, terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit’, een zin uit het gedicht ‘Ik schrijf je neer’ uit de gelijknamige bundel uit 2002.

Beiden prachtige zinnen maar ik denk dat er door de respondenten op de vraag van het CPNB erg gekeken is naar proza zinnen en minder naar zinnen en regels uit poëzie. Daarom een kleine selectie die wat mij betreft zeker had mee mogen dingen naar de titel aangevuld met wat naar mijn smaak (maar over smaak valt te twisten, dat blijkt maar weer) de mooiste liefdeszin is uit de Nederlandse literatuur.

‘Zoals je loopt / door de kamer uit het bed / naar de tafel met de kam / zal geen regel ooit lopen’  uit ‘Een vergeefs gedicht’ van Remco Campert

‘We zullen elkaar omhelzen om het land zijn grens te trekken / om de leegte te noemen met een kus’ uit het gedicht ‘Kus’ uit ‘De liefdesgedichten van Leonard Nolens

‘Wij zullen / elkander niet vervelen met ons verval / en sterven stil, zonder tijding, / zonder deining, wetend: / wij zijn in wezen / nooit kapotgegaan’ uit ‘Stoppen met roken in 87 gedichten’ van Dimitri Verhulst

‘Gelukkig, ze is weg. Maar ik, / ik ben haar hond, ik kwispel als / zij komt. Meer nog dan ze denkt.’ uit ‘Laura’ van Menno Wigman.

‘Tijd is slechts een obstakel / als je tijd ervaart. Staat zij / stil dan zijn er geen regels, / ontbreken waarheid en gebod, / is er geen god die er toe doet, / slechts jij / en ik’ uit ‘Gewijd aan jou’ uit mijn bundel ‘XX-XY’

‘Een vrouw beminnen is de dood ontkomen, / weggerukt worden uit dit aards bestaan, / als bliksems in elkanders zielen slaan’ uit ‘Een vrouw beminnen’ van Ed. Hoornik

‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag / want al schrijvend heb ik de liefde niet bedreven’ uit ‘Genoeg gedicht…’ van Hagar Peeters

‘Mag ik je woorden ondertussen / plukken | plakken / op mijn lijf | waar de stilte / bijten sloeg’ uit ‘Impersant’ van Evy Van Eynde

‘Neem de tijd, als je dat wilt. / Wacht een maand. een jaar, / de eeuwigheid en één seconde meer – / maar kom, voor ik mijn ogen sluit.’ uit ‘De liefste onbekende’ van Ingmar Heytze

‘Hij zal je hart loszingen uit het puin / van halfontluisterde herinneringen, / en neer doen strijken in de verre tuin / waar het geluk fonteinen doet ontspringen’ uit ‘De liefste’ van Hanny Michaelis

’t Is liefde die ziet / hoe opnieuw te beginnen / die ieder verdriet / ook de dood kan overwinnen’ uit ‘Zonder liefde ben je nergens’ van Karel Eykman

En zo kan ik nog wel regels en zinnen doorgaan. De Nederlandstalige poëzie zit vol met prachtige liefdeszinnen. Dichters als Herman de Coninck, Gerrit Komrij, Vasalis, etc. er valt zoveel moois over de liefde te genieten. Toch is voor mij de mooiste liefdeszin geen Nederlandse maar een Engelse zin uit het gedicht van E.E. Cummings ‘I carry your heart’ in de Nederlandstalige versie luidt deze:

‘ik draag jouw hart met mij(ik draag het in / mijn hart) ik heb het altijd bij(overal ga jij / met mij mee, mijn lief; en wat er ook gebeurt / door mij alleen komt door jou, mijn liefste)’

Maar nogmaals, over smaak en voorkeur valt te twisten. Ik wens je een liefdevolle Boekenweek toe.

.

Zwemmen

Mao Tsetung

.

In de laatste weken van 2021 wil ik regelmatig poëziebundels in mijn bezit wat extra aandacht geven. Met andere woorden; ik zal regelmatig voor mijn boekenkast gaan staan en daar een bundel uitpakken en erover schrijven.  De eerste bundel die ik pakte was de bundel ‘Poems’ van Mao Tsetung (1893 – 1976). In 2015 schreef ik al over deze bundel, toen ik deze net gekocht had in een kringloopwinkel. De bundel is uitgegeven door Foreign Languages Press in Peking in het jaar dat Mao overleed.

Dat het hier een prachtig staaltje Chinese propaganda betreft zal niemand tegenwoordig meer verbazen maar de samenstellers hebben hun best gedaan de gedichten van Mao in een breder historisch perspectief te zetten. Zo staat achterin de bundel onder de titel ‘Note on the verse form’: All the poems in this volume are written in classical Chinese verse forms. Those which carry the subtitle “to the tune of…”belong to the type of verse called ‘tzu’. The rest are either ‘lu’ or ‘chueh’ two varieties of the type ‘shih’.

In de bundel gedichten over historische gebeurtenissen (slagen, campagnes, marsen) maar ook wat gedichten over de natuur en personen. Het gedicht dat ik uitkoos is een gedicht over, wat later een historische gebeurtenis zou blijken. Mao zwemt graag en in 1956 zwemt hij onder andere de Yangtze over, waar dit gedicht over gaat. In 1966 zwemt de dan al 72-jarige Mao Zedong (zoals hij in Nederland bekend is) opnieuw de rivier de Yangtze over. Toch zo’n vijftien kilometer, vol met draaikolken en toen ook al behoorlijk smerig. Het is meer een magistraal stuk politiek theater dan een sportieve zwemwedstrijd.

.

Swimming

.

-to the tune of Shui Tiao Keh Tou

June 1956

.

I have just drunk the waters of Changsha

And come to eat the fish of Wuchang.

Now I am swimming across the great Yangtze,

Looking afar to the open sky of Chu.

Let the wind blow and waves beat,

Better far than aidly strolling in a courtyard.

Today I am at ease.

“It was by a stream that the Master said –

‘Thus do things flow away!'”

.

Sails move with the wind.

Tortoise and Snake are still.

Great plans are afoot:

A bridge will fly to span the north and south,

Turning a deep chasm into a thoroughfare;

.

Walls of stone will stand upstream to the west

To hold back Wushan’s clouds and rain

Till a smooth lake rises in the narrow gorges.

The mountain goddess if she is still there

Will marvel at a world so changed.

.

O, als ik dood zal, dood zal zijn…

Jan Hendrik Leopold

.

Vandaag is het Allerzielen, de dag dat veel mensen stilstaan bij familie en vrienden die hen zijn gestorven. Vanavond sta ik met 15 andere dichters van Dichter bij de dood, op begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag waar we voor bezoekers die daar prijs op stellen een troostrijk gedicht voordragen. Vanaf 19.00 uur is er op de begraafplaats een route uitgezet met fakkels waar men langs een aantal graven kan lopen waar dichters staan. https://woutervanheiningen.wordpress.com/2021/10/21/poezie-op-allerzielen/

Voor een ieder die Allerzielen op een andere manier doorbrengt of op een andere manier aan overledenen denkt wil ik hier het gedicht ‘O, als ik dood zal, dood zal zijn…’ delen van Jan Hendrik Leopold (1865-1925) uit ‘Verzameld Werk’ Deel 1, Verzen uit 1967.

.

‘O, als ik dood zal, dood zal zijn..’

.

‘O, als ik dood zal, dood zal zijn

kom dan en fluister, fluister iets liefs,

mijn bleke ogen zal ik opslaan

en ik zal niet verwonderd zijn.

.

En ik zal niet verwonderd zijn;

in deze liefde zal de dood

alleen een slapen, slapen gerust

een wachten op u, een wachten zijn.’

.

Wiegelend hoofd

De liefde zingt in verzen

.

De Uilenreeks, een literaire boekenreeks uitgegeven tussen 1934 en 1947 door uitgeverij Bigot & Van Rossum bestaat uit 52 delen. Allemaal prachtig uitgegeven boekjes met de grafisch heel mooie omslagen (met in elkaar passende uiltjes zoals je ze van Escher zou verwachten). Veel van de deeltjes zijn samengesteld door C.J. Kelk en Halbo C. Kool.

Ik heb inmiddels verschillende delen in mijn bezit en daar zijn er pas weer een aantal aan toegevoegd. Bijvoorbeeld deel 43 met als titel ‘De liefde zingt in verzen’ uit 1941.

Uit deze bundel met liefdespoëzie voor ‘minnende harten’ koos ik voor een gedicht van de symbolistische dichter J. H. Leopold (1865 – 1925) getiteld ‘Wiegelend hoofd….’. Het gedicht verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Verzen’ uit 1920.

.

Wiegelend hoofd ….

.

Wiegelend Hoofd, zoet vrouwenhoofd,

een zuivere vrucht, een reinblank ooft,

.

zoo zal het liggen in de schalen

van mijne handen, de goudovalen,

.

dat mijne mond het proeve moge

het rustgezicht, rijp overtogen,

.

met de lippen, die zwellend openbreken,

de volzoete en met de neergestreken

.

koele oogleden en de teere âren

in de slapen, de holle als rozenblaren.

.

De poëzie van Donald Trump

Doug E. Barr en Rob Sears

.

Ik heb er lang over getwijfeld of ik er iets over zou schrijven. De simpele maar (voor sommige zeer overtuigende) bijna oertaal van de voormalige  Amerikaanse president is een bron van wijdverbreid amusement en afschuw. Maar sommigen zijn begonnen met het verkennen van de esthetische kracht ervan. In ‘The Beautiful Poetry of Donald Trump’ heeft schrijver Rob Sears, aan de hand van (gedocumenteerde) uitspraken van Trump verzen gemaakt en deze gebundeld.  ‘Ik ken woorden … ik heb de beste woorden’ verklaarde Trump ooit met zijn gebruikelijke, opschepperige zelfvertrouwen. Voor een keer heeft hij misschien gelijk. Maar waarschijnlijk op een heel andere manier dan deze narcistische voormalig president zelf dacht. Sears zegt over de taal van Trump:

Hij spreekt in zeer compacte, gedestilleerde zinnen die je veel vertellen over wie hij is, in een klein aantal woorden. Dus het ligt niet zo ver van wat wat poëzie is of kan zijn” zegt Sears. “Veel van zijn zinnen hebben een staccato ritme. Wat hij zegt is niet ingewikkeld.”

Een paar voorbeelden (De cijfers achter de zinnen zijn verwijzingen naar de bronnen, gelegenheden waar Trump zijn uitspraken deed):

I am the best1

.

I predicted Apple’s stock would fall2

I will build a great, great wall3

I build buildings that are 94 stories tall4

My hands – are they small?5

.

Hot little girl in highschool6

.

I’m a very compassionate person (With a very high IQ)7

Just think, in a couple of years, I’ll be dating you8

It must be a pretty picture, you dropping to your knees9

Come here, I’ll show you how life works10. Please11

.

Gelukkig is er altijd een tegengeluid. Toen ik het gedicht ‘Donald Trump’ van dichter, essayist Doug E. Barr tegenkwam wist ik dat ik over de ironisch bedoelde bundel ”The Beautiful Poetry of Donald Trump’ kon schrijven. Doug E. Barr zet de persoon en de politiek in een heel ander daglicht.

.

Donald Trump

.

It’s apropos he’s loud and brash,
A cut off horn gives him his name.
He blows his own and tweets nonstop
For mass distraction is his game.
Bamboozle is his stock-in-trade.
Though he spent hours on the stump,
Divisions in America
Are what elected Donald Trump.

.

By his account he is the best,
He boasts, the greatest of them all.
His skill is in division though.
Too sad “divided we will fall.”
Despite how strong he thinks he is
He draws his strength from those divides.
Without them he would fade away.
He couldn’t live without the sides.

.

The sides sustaining politics
Are ways we try to fill the void.
If we’d accept we can’t do that,
All Donald Trumps we could avoid.
If we stop giving life to Trumps
We would unite humanity.
Without divides we might survive
To live another century.

.

It matters not that Biden won,
Beliefs dividing us remain.
Because “divided we will fall”
To keep believing is insane.
Throughout the race the voters prayed,
”God please come over to our side.”
The God of Abraham agreed.
But Nature’s God cannot divide.

.

Pantoen

Lexicon van de poëzie

.

Op zoek naar een versvorm kwam ik op de website ‘Lexicon van de poëzie’ https://docplayer.nl/60991522-Lexicon-van-de-poezie.html. En hoewel vreselijk vormgegeven door alle reclame op en rond de teksten is dit toch een enorme bron van kennis over de poëzie. Ik kende het lexicon wel (ik heb de boekvorm) maar deze site is erg overzichtelijk (het feitelijke lexicon dan). Al lezend kwam ik terecht bij de Pantoen, Pantoem of Pantoum. Ethymologisch stamt de pantoum uit het Maleis (pantun is een bepaald type vierregelig gedicht). Het pantoun bestaat uit kwatrijnen. Elke strofge wordt voor de helft in de volgende herhaald en wel zo dat vers 2 en 4 van de eerste strofe fungeren als vers 1 en 3 van de tweede strofe en zo verder. In het laatste kwatrijn is de tweede regel dezelfde als vers 3 van de eerste strofe en is de slotregel gelijk aan vers 1 van de eerste strofe. Het is dus tevens een cyclisch gedicht. Het pantoen heeft enige verwantschap met het ketengedicht of de sonnettenkrans.

In Nederland gebruikte Louis Couperus deze vorm maar ook Drs. P., Hélène Swarth en Theodor Holman. Hieronder staat een gedicht van Drs. P. in de pantoun vorm getiteld ‘Op de fiets’.

.

Op de fiets

.

We zitten met z’n allen op de fiets

En rijden stoer door bossen en langs heide.

Zorgen maken doen wij ons om niets,

Integendeel, de stress gaan we vermijden!

.

We reizen stoer door bossen en langs heide,

Het drukke leven even aan de kant.

Voorzeker toch, de stress gaan we vermijden?

We bouwen met natuur een goede band.

.

Het drukke leven even aan de kant.

We gaan onze conditie flink versterken,

We bouwen met natuur een goede band,

In symbiose gaan we daaraan werken.

.

We gaan onze conditie flink verstreken,

Zorgen maken doen wij ons om niets.

In symbiose gaan wij daaraan werken

We zitten met zijn allen op de fiets.

.

Hier kunt u dingen voor uw rijwiel krijgen

Van rijwielpomp tot rijwieltasje toe

Om van wat hier nog verder ligt te zwijgen

En alles prima en goedkoop, en hoe!

.

Van rijwielpomp tot rijwieltasje toe

U zegt maar wat u zoekt, het is voorhanden

En alles prima en goedkoop, en hoe!

De mooiste zadels en de sterkste banden

.

U zegt maar wat u zoekt, het is voorhanden

Wij hebben een compleet assortiment

De mooiste zadels en de sterkste banden

Of waar u verder ook op zoek naar bent

.

Wij hebben een compleet assortiment

Van degelijke afgeprijsde lampen

Of waar u verder ook op zoek naar bent

Met schaarste hebben wij hier niet te kampen

.

Van degelijke afgeprijsde lampen

Zijn wij, zoals u zien kunt, ruim voorzien

Met schaarste hebben wij hier niet te kampen

Er zijn veel soorten bellen bovendien

.

Zijn wij, zoals u zien kunt, ruim voorzien

Van nieuwigheden en verbeteringen –

Er zijn veel soorten bellen bovendien

En vaantjes en nog veel meer leuke dingen

.

Van nieuwigheden en verbeteringen

Van alles wat er is op dit gebied

En vaantjes en nog veel meer leuke dingen

Zo’n lage prijzen vindt u nergens niet

.

Van alles wat er is op dit gebied

Om van wat hier nog verder ligt te zwijgen

Zo’n lage prijzen vindt u nergens niet

Hier kunt u dingen voor uw rijwiel krijgen

.

Spitsvondige beeldspraak

Metafysische poëzie

.

Metafysische dichters schrijven over gewichtige onderwerpen zoals liefde en (christelijke) religie met behulp van complexe metaforen. Het woord metafysisch is een combinatie van het voorvoegsel ‘meta’ dat ‘na’ betekent, met het woord ‘fysiek’. De uitdrukking “na fysiek” verwijst naar iets dat niet door de wetenschap kan worden verklaard.

De term “metafysische dichters” werd voor het eerst bedacht door de schrijver Samuel Johnson in een hoofdstuk uit zijn ‘Lives of the Poets’ getiteld ‘Metaphysical Wit’ (1779): ‘De metafysische dichters waren geleerde mannen, en het was hun hele streven om te laten zien dat ze geleerd hadden; maar helaas besloten ze het op rijm te laten zien, maar in plaats van poëzie te schrijven, schreven ze alleen verzen, en heel vaak waren dat nauwelijks te beluisteren verzen, want de modulatie was zo onvolmaakt dat het alleen verzen bleken te zijn door de lettergrepen te tellen.

Johnson identificeerde de metafysische dichters van zijn tijd door hun gebruik van uitgebreide metaforen die hij ‘conciets’ noemde  (verwaandheden of zelfgenoegzaamheden) om complexe gedachten uit te drukken. Een conceit is spitsvondige vorm van beeldspraak: een vergelijking tussen twee zaken die op het oog volstrekt niet met elkaar te rijmen zijn. Metafysische poëzie kan verschillende vormen aannemen, zoals sonnetten, kwatrijnen of visuele poëzie, en metafysische dichters worden gevonden van de 16e eeuw tot de moderne tijd.

Voorbeelden zijn John Donne, Andrew Marvell, Wallace Stevens en William Carlos Williams. Van John Donne werd het gedicht ‘Elegie I’ geplaatst in ‘De Tweede Ronde’ in 2000. In een vertaling van W. Hoogendoorn heet het gedicht ‘Jaloezie’.

.

Jaloezie

.

Mal mens, je wenst je man van harte dood,
Maar klaagt, want zijn jaloersheid is zo groot!
Stel dat hij, bol van gif, ligt uitgestrekt
Op zijn sterfbed, met korsten overdekt,
Benauwd naar adem happend, evenzo
Als een fluitist bij een prestissimo,
En weldra, met gebraak waar elk van gruwt,
Zijn ziel uit één hel in een nieuwe spuwt,
Verdoofd door ’t krijsend straatarm nageslacht
Dat met een huicheltraan op erfgoed wacht,
Dan huil je niet, maar dartel je verblijd
Als een slavin die morgen wordt bevrijd.
Toch huil je, als je naar je man kijkt, die
Zich dood zwelgt aan het gif der jaloezie.
O, wees hem dankbaar dat hij zo beleefd
Door zijn wantrouwen ons een teken geeft.
Wij maken nooit meer openlijk uit nijd
Toespelingen op zijn wanstaltigheid,
Noch flirten aan zijn tafel, jij en ik,
Met woord, aanraking of een steelse blik.
En als hij na een maal bol nageniet,
Snurkend gevangen in zijn stoel van riet,
Dan annexeren wij zijn bed niet meer
En gaan niet langer in zijn huis tekeer.
Nu baart het risico mij grote vrees:
Het is zijn rijk, zijn burcht, zijn diocees.
Hij die uit afgunst graag zijn koning hoont
Of goud vervalst, die zorgt wel dat hij woont
Waar hij in ballingschap zijn gang kan gaan.
Ons jaagt een ander huis geen angst meer aan.
Hoe hij ons vruchteloos bespieden laat,
Zijn sluwe trucs, bezien wij daar met smaad,
Als Southwark Londens burgemeester, of
Zoals de Paus beschimpt wordt door de Mof.
.
.
%d bloggers liken dit: